NL8900451A - Klemhouder voor het bevestigen van een draagstang van een bedsluier. - Google Patents

Description

t' ί., a VO 2050

Titelï Klemhouder voor het bevestigen van een draagstang van een bedsluier.

De uitvinding heeft betrekking op een klemhouder voor het bevestigen van een draagstang van een bedsluier volgens de aanhef van conclusie 1.

Tot dusverre heeft men dergelijke bedsluiers reeds 5 aan de kopwand van een kinderbed vastgeklemd, echter op zodanige wijze, dat de buisvormige draagstang direct tegen het hout van de kopwand van het bed werd gedrukt en dat bovendien de bevestiging aan deze kopwand onvoldoende was.

Daardoor werd de kopwand van het bed met corresponderende 10 indrukkingen belast, terwijl al naar gelang het materiaal ook beschadigingen op konden treden.

De uitvinding heeft als doel een ook naar believen vaak herhaalbare klembevestiging van een draagstang van een kinderbed aan de kopwand van een kinderbed mogelijk 15 te maken, zonder dat de kopwand beschadigd wordt of van ontsierende indrukkingen wordt voorzien.

Uitgaande van een klemhouder volgens de aanhef van conclusie 1 wordt dit doel bereikt door de kenmerkende maatregelen van die conclusie.

20 De klemhouder volgens de uitvinding is voorzien van een klemdeel, dat tussen de benen van een U-vormig vasthoud-deel is aangebracht en een boring voor het opnemen van de draagstang vertoont, die zich voorts uitstrekt door een zich in het bodemgebied tussen de benen van het U-vormige 25 vasthouddeel uitstrekkend langwerpig gat. De schroefbaar door een deel gevoerde klemschroef grijpt door een in het naar de schroef toegekeerde zijgebied van het klemdeel, daarin aangebrachte opening op de draagstang aan, zodat een door aanschroeven veroorzaakte langsverstelling van 30 de schroef de draagstang en daarmee het klemdeel meer of minder ver naar de binnenzijde van het andere been toe beweegt. Aangezien het klemdeel een ongeveer evenwijdig aan het binnenvlak van het andere been verlopend, daarnaartoe gekeerd zijvlak vertoont, ontstaat tussen het klemdeel en 8900451 .' * / \ -2- het binnenvlak van het andere been een in breedte variabele spleet, waarin het randgebied van de kopzijde van een kinderbed kan worden geplaatst. Door verdraaien van de klemschoef kan daarmee het randgebied van de kopzijde van het kinderbed 5 tussen deze zijkant van het klemdeel 9 en de binnenzijde van het andere been worden ingeklemd, waardoor de gewenste vastklemming van de draagstang respectievelijk de bedsluier aan het kinderbed wordt verkregen.

Met het klemdeel volgens de uitvinding wordt tevens 10 bereikt, dat de klemkracht, die op de kopwand van het kinderbed wordt uitgeoefend, over een groot vlak wordt verdeeld, zodat geen indrukkingen ontstaan en ook een herhaald monteren en demonteren van de bedsluier geen schade of ontsierende indrukkingen op deze kopwand achterlaat.

15 De uitvoering van de klemhouder volgens de uitvinding maakt het mogelijk, met een klemschroef zowel de draagstand vast te houden, als ook een vastklemming over een groot vlak tegen de wand aan de kopzijde van het bed te verkrijgen. Hierdoor wordt zowel het vervaardigen als het gebruik van 20 de klemhouder bijzonder vereenvoudigd.

Aangezien in voorgemonteerde toestand de buisvormige draagstang zich zowel uitstrekt door de boring van het klemdeel als door de langwerpige opening van het U-vormige vasthouddeel, ontstaan wat dat betreft geen uitrichtproble-25 men. Na het inzetten van het vrije uiteinde van het draadeind van de klemschroef in de corresponderend opzij aangebrachte opening van het klemdeel is ook de uitrichting van het zijvlak van dat klemdeel evenwijdig aan het binnenvlak van het andere been in zoverre gewaarborgd, dat de klemhouder 30 waardoor de draagstang zich uitstrekt moeiteloos op het bovengelegen respectievelijk ondergelegen randgebied van de kopwand van het kinderbed kan worden gezet, waarna door corresponderend verdraaien van de klemschroef door aangrijpen op de handdraaigreep daarvan het vastklemmen van de draag-35 stang aan de kopwand van het bed plaats kan hebben. Normaal gesproken werden hiervoor twee dergelijke klemhouders ge- 8900451.

Τϊ -3- bruikt, namelijk een voor het bovengelegen en een voor het ondergelegen randgebied van deze kopwand.

Een zekere vergemakkelijking van de voormontage kan men bereiken door het naar het bodemgebied van het vasthoud-5 deel toegekeerde zijgebied van het klemdeel te voorzien van een geleidingsuitsteeksel, dat in de corresponderend groter uitgevoerde langwerpige opening grijpt. Daarmee kan een bepaalde mate van positionering van het klemdeel ten opzichte van het U-vormige vasthouddeel reeds worden bereikt, 10 voordat de draagstang is ingevoerd. Wanneer men ervoor zorgt, dat dit geleidingsuitsteeksel twee tegenover elkaar gelegen evenwijdige rechte buitenvlakgedeeltes toont die op langszij-den van de langwerpige opening verschuifbaar aangrijpen, verkrijgt men bovendien bij het voormonteren een uitrichting 15 van het klemdeel ten opzichte van de klemschroef, die de uitrichting van het draadeind ten opzichte van de opening van het klemdeel vastlegt.

De uitvinding wordt aan de hand van het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld navolgend nader toegelicht.

20 Daarbij toont:

Figuur 1 een perspectivisch schetsmatig aanzicht van een kopwand van een kinderbed met een daaraan gemonteerde sluierhouder;

Figuur 2 een perspectivisch uiteengetrokken weergave 25 van de klemhouder volgens het uitvoeringsvoor beeld.

In figuur 1 is slechts de kopwand aan het hoofdeind van een voorts niet weergegeven kinderbed afgeheeld, waaraan de draagstang 2 van een bedsluier is bevestigd, welke bed-30 sluier aan een aan het bovengelegen gekromd verlopende uiteinde van de draagstang 2 bevestigd draagframe 3 kan worden bevestigd.

De draagstang 2 is met zijn, in gemonteerde toestand ongeveer vertikaal verlopende, rechte gedeelte met behulp 35 van twee klemhouders 4 aan de kopwand 1 bevestigd, en meer in het bijzonder aan het boven- en ondergelegen, ongeveer horizontaal verlopende randgebied van deze kopwand 1.

89004 51 .

-4- p t s

Figuur 2 geeft een van deze klemhouders 4 weer, waarbij meer in het bijzonder, gezien de montagestand, het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld de ondergelegen van de beide klemhouders weergeeft.

5 De klemhouder bestaat uit een U-vormig vasthouddeel 4, dat uit een bodemgebied 5 en twee beengebieden 6 en 7 bestaat. Van het ene been naar het andere been gericht is in het bodemgebied 5 van het ü-vormige vasthouddeel 4 een langwerpige opening 8 gevormd, die voor het doorvoeren van 10 de draagstang 2 dient, die in figuur 2 slechts met een punt-streeplijn en slechts gedeeltelijk is aangeduid.

De aangeduide draagstang 2 strekt zich door een klem-deel 9 uit, dat hiertoe is voorzien van een boring 10. De boring is zodanig bemeten, dat deze de draagstang 2 ver-15 schuifbaar opneemt.

Het klemdeel 9 heeft, in de richting van de draagstang 2 gezien, een trapeziumvormige omtrek, in het onderhavige geval een zodanige dwarsdoorsnede. In de kleinere van de beide evenwijdig verlopende basiswanden van deze trapezium-20 vormige omtrek is een opening 11 gevormd, waarvan de langs-as ongeveer loodrecht op de langsas van de boring 10 verloopt.

Een in zijn totaliteit met 12 aangeduide klemschroef, die een draadeind 13 en een vrij uitlopend draaduiteinde 25 14 vertoont, is door een draadboring 15 verdraaibaar geleid, die in het ene been 6 van het U-vormige vasthouddeel 4 is aangebracht. De klemschroef steekt met zijn vrij uitlopende draaduiteinde 18 in de ruimte tussen de benen 6 en 7 van het vasthouddeel 4 uit en is aan zijn tegenovergestelde 30 uiteinde voorzien van een handdraaigreep 16.

Bij de voormontage wordt de draagstang 2 door de boring 10 van het klemdeel 9 en het langwerpige gat 8 van het U-vormige vasthouddeel 4 gevoerd, zoals dit in figuur 2 middels streeppuntlijnen is aangeduid. Vervolgens wordt het klemdeel 35 9 op het bodemgebied 5 van het vasthouddeel 4 neergelaten en zodanig gericht, dat het uiteinde 14 van het draadeind 13 in de opening 11 van het klemdeel 9 kan grijpen.

8900451.

X‘ £ -5-

Het klemdeel 9 is aan zijn tegenover de opening 11 gelegen zijde voorzien van een zijflap 17, waarvan de ongeveer horizontaal verlopende rand de grotere van de beide evenwijdig verlopende zijden van de trapeziumvormige dwars-5 doorsnede vertoont.

Nadat het vasthouddeel 4 en het klemdeel 9 aan de draag-stang 2 zijn bevestigd - dit geldt voor de in figuur 1 getoonde bovenste en onderste klemhouder - , wordt het desbetreffende, in figuur 2 het ondergelegen, randgebied van 10 de kopwand 1 van het kinderbed in de tussen het zijvlak 17 van het klemdeel 9 en het binnenvlak 18 van het andere been 7 van het U-vormige vasthouddeel gevormde spleet gezet, die door geschikte verdraaiing van de klemschoef 12 voldoende grootgehouden is. Vervolgens wordt de klemschroef 12 15 zodanig verdraaid, dat het klemdeel 9 naar het andere been 7 van het vasthouddeel 4 toe wordt bewogen, en gedurende deze beweging het randgebied van de kopwand 1 van het kinderbed omvat en klemmend vastzet.

Dit vastzetten geschiedt met behulp van de klemschroef 20 12, die zich door de doorgaande opening 11 uitstrekt, door druk op de draagstang 2, die op zijn beurt via de buitenwand van de boring 10 het klemstuk 9 naar het been 7 toe beweegt.

In geklemde toestand wordt vervolgens met behulp van de klemschroef 12 zowel de draagstang 2 in zijn desbetreffende 25 stand ten opzichte van het vasthouddeel 4 gefixeerd en tegelijkertijd het desbetreffende omvatte randgebied van de kopwand van het kinderbed tussen het zijvlak 17 van het klemdeel 9 en het binnenvlak 18 van het andere been 7 van het vasthouddeel 4 klemmend opgenomen, zodat in zijn totali-30 teit de draagstang 2 aan de kopwand 1 vastgezet is.

8900451.

Claims (5)

1. Klemhouder voor het bevestigen van een draagstang van een bedsluier aan de kopwand aan het hoofdeind van een kinderbed, gekenmerkt door een U-vormig vasthouddeel (4) met een in het bodemgebied (5) aangebrachte, zich in een richting tus- 5 sen de benen (6, 7) in langsrichting uitstrekkend langwerpig gat (8) voor het doorvoeren van de draagstang (2) en een tussen de benen (6, 7) verschuifbaar aangebracht klemdeel (9), dat een de draagstang (2) opnemende boring (10) en een ongeveer loodrecht daarop verlopende opening (11) vertoont, die het vrij 10 uitlopende uiteinde (14) van een draadeind (13) van een klem-schroef (12) opneemt, die in een, het ene been (6) naar het andere been (7) toe doorkruisend draadgat (15) schroefbaar is vastgehouden en aan het andere uiteinde van het draadeind is voorzien van een draaihandgreep (16), welk klemdeel (9) aan 15 zijn tegenover de opening (11) gelegen begrenzing een breed vlak (17) vertoont, dat tegenover het binnenvlak (18) van het andere been (7) ligt en daarmee wat betreft de afstand voor het opnemen van een randgebied van de kopwand (1) van het kinderbed een door middel van de klemschroef (12) veranderbare opneem-20 spleet vormt.

2. Klemhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat' het klemdeel is voorzien van een geleidingsuitsteeksel, dat in de langwerpige opening grijpt.

3. Klemhouder volgens conclusie 1 of 2, met het ken-25 merk, dat het geleidingsuitsteeksel kraagvormig om de boring omgeleid is uitgevoerd.

4. Klemhouder volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het geleidingsuitsteeksel twee evenwijdige vlakken vertoont, die geleidend aangrijpen op de langszijden van de 30 langwerpige opening.

5. Klemhouder volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het klemdeel (9), in de richting van de draagstang (2) gezien, een trapeziumvormige omtrek vertoont. 89 004 51 .4