NL8900238A - Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8900238A NL8900238A NL8900238A NL8900238A NL8900238A NL 8900238 A NL8900238 A NL 8900238A NL 8900238 A NL8900238 A NL 8900238A NL 8900238 A NL8900238 A NL 8900238A NL 8900238 A NL8900238 A NL 8900238A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- light
- shutters
- photosensitive medium
- image
- column
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N1/00—Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
- H04N1/04—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
- H04N1/19—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using multi-element arrays
- H04N1/195—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using multi-element arrays the array comprising a two-dimensional array or a combination of two-dimensional arrays
- H04N1/19505—Scanning picture elements spaced apart from one another in at least one direction
- H04N1/19515—Scanning picture elements spaced apart from one another in at least one direction in two directions
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N1/00—Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
- H04N1/04—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
- H04N1/19—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using multi-element arrays
- H04N1/195—Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using multi-element arrays the array comprising a two-dimensional array or a combination of two-dimensional arrays
- H04N1/19505—Scanning picture elements spaced apart from one another in at least one direction
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N1/00—Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
- H04N1/40—Picture signal circuits
- H04N1/40025—Circuits exciting or modulating particular heads for reproducing continuous tone value scales
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Printers Or Recording Devices Using Electromagnetic And Radiation Means (AREA)
- Exposure Or Original Feeding In Electrophotography (AREA)
- Liquid Crystal (AREA)
Description
Océ-Nederland B.V. te Ven!o
Werkwijze en inrichting voor beeldmat!ge belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichts!uiters
De uitvinding betreft een werkwijze voor het beeldmatig belichten van een bewegend lichtgevoelig medium met behulp van een lichtbron en een aantal schakel bare lichts!uiters die tussen het medium en de lichtbron zijn aangebracht, en een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze omvattende een lichtbron, een aantal schakelbare 1i chtslui ters die tussen lichtbron en lichtgevoelig medium zijn aangebracht en die zijn verbonden met een bekrachtigingsinrichting die met beeldgegevens kan worden gestuurd, en een synchronisatie-inrichting die is verbonden met de bekrachtigingsinrichting en een synchronisaties!gnaal afgeeft overeenkomstig de verplaatsing van het lichtgevoelig medium.
Een dergelijk inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooi schrift 4375648 waarbij beeldvorming plaatsvindt door een twee-dimensionaal array van 1ichtsl uiters dat onder een kleine hoek met de voort-bewegingsrichting van een lichtgevoelige laag, juist boven deze laag is aangebracht. Elke lichtsluiter is voorzien van een lens, waardoor het mogelijk wordt een relatief grote lichtsluiter als een relatief klein beeldpunt af te beelden. Door de kleine hoekverdraaiing van het array komen de verkleind afgebeelde beeldpunten, in de bewegingsrichting van de lichtgevoelige laag gezien, juist naast elkaar te liggen. Een nadeel van deze bekende inrichting is dat voor beeldmatig belichten van één lijn, de beeldsignalen voor elke lichtsluiter in het array een specifieke vertragingstijd moeten hebben, waardoor een complexe schakeling voor aansturing nodig is. Bovendien is een tweedimensionaal lenzenarray vereist dat met een grote nauwkeurigheid moet worden vervaardigd en gepositioneerd.
Het doel van de uitvinding is om deze en andere nadelen te voorkomen.
Dit doel wordt bij een werkwijze volgens de aanhef bereikt doordat elk individueel beeldpunt op het lichtgevoelig medium wordt gevormd door het sequentieel en synchroon met de beweging van het lichtgevoelige medium bekrachtigen van een aantal 1ichtsluiters die zich evenwijdig aan de bewegingsrichting van het lichtgevoelige medium uitstrekken, en bij een inrichting volgens de aanhef doordat telkens een kolom van η 1ichtsluiters evenwijdig aan de bewegingsrichting van het medium is aangebracht en dat de bekrachtig!ngsinrichting de gegevens van elk beeldpunt in aanspreking op het synchronisatie-signaal sequentieel aan ten minste één lichtsluiter van een kolom toevoert.
Hiermee wordt bereikt dat zeer kleine lichts!uiters kunnen worden toegepast, waarmee een hoog oplossend vermogen kan worden bereikt zonder dat een specifiek lenzenarray nodig is, terwijl elk beeldpunt voldoende licht ontvangt, waardoor tevens de snelheid van beeldvorming sterk kan toenemen.
Deze en andere voordelen zullen worden toegelicht in de hierna volgende beschrijving aan de hand van figuren, waarbij Fig. 1 een schematische weergave van een afdrukinrichting met een belichtingsinrichting volgens de uitvinding is,
Fig. 2 een twee-dimensionaal array van lichtsluiters met een deel van de bekrachtigingsinrichting schematisch weergeeft,
Fig. 3 een andere uitvoeringsvorm van een twee-dimensionaal array van lichtsluiters met een deel van de bekrachtigingsinrichting schematisch weergeeft, en
Fig. 4 een verdere uitvoeringsvorm van een twee-dimensionaal array van lichtsluiters met een deel van de bekrachtigingsinrichting schematisch weergeeft.
In Fig. 1 is schematisch een afdrukinrichting weergegeven waarin een elektrofotografische band 11 over drie rollen 12, 13 en 20 wordt gevoerd in de richting van pijl 14. Een dergelijke band voorzien van bijvoorbeeld een zinkoxidelaag of van een organische lichtgevoelige laag wordt op bekende wijze met behulp van een oplaadeenheid 1 opgeladen, vervolgens beeldmat!g belicht en met tonerpoeder ontwikkeld door ontwikkel inrichting 2. Het verkregen poederbeeld wordt op bekende wijze overgedragen naar een verwarmde siliconrubberband 3. Vanaf een vellenbak 6 wordt een blad ontvangstmateriaal tussen rollen 4 en 5 doorgevoerd, waarbij het poederbeeld van de siliconrubberband 3 naar het ontvangstvel wordt overgedragen en daarop vastsmelt. De aldus ontstane afdruk wordt in een opvangbak 7 afgelegd.
Tussen een lichtbron 19 en de electrofotografische band 11 is een rij electro-optische lichtsluiters 15 t/m 18 evenwijdig aan de band en in de bewegingsrichting 14 van band 11 aangebracht. Deze lichtsluiters zijn opgebouwd uit ferro-elektrisch keramisch materiaal zoals lan-tanium, gedoped met lood-zirconaat-titanaat (PLZT), dat is aangebracht tussen twee gekruiste polarisatoren. Op het ferro-elektrisch keramisch materiaal zijn elektroden aangebracht waarmee een elektrisch veld over de verschillende te activeren 1ichtsluiters kan worden aangebracht.
De elektrische velden strekken zich loodrecht op de doorlaatrichting van de 1ichtsluiters uit. Wanneer een elektrisch veld aldus wordt aangelegd, wordt het PLZT-materiaal dubbel brekend en verdraait de richting van het invallende gepolariseerde licht in afhankelijkheid van de grootte van het elektrisch veld. Het gevolg hiervan is dat de transmissie van licht door het PLZT-materiaal en de polarisatoren een funktie van de veldsterkte is.
De 1ichtsluiters laten in doorlatende toestand een relatief geringe hoeveelheid licht door. De beide polarisatoren beperken de hoeveelheid doorvallend licht tot ten hoogste 25¾. Bovendien valt het licht niet loodrecht op het array en het PLZT heeft een 1ichtverstrooiende werking, zodat het doorgelaten licht niet volledig aan de beeldvorming bij kan dragen. Tussen het array en het lichtgevoelig medium is een (niet weergegeven) Selfoc-array aangebracht. Alleen het licht dat onder een niet al te grote hoek in de focusserende lichtgeleiders binnenvalt, treedt aan de andere kant weer uit en kan aan de beeldvorming bijdragen. Vandaar dat een zo groot mogelijke helderheid van elke lichtsluiter gewenst is.
Om een hoog oplossend vermogen te krijgen van 20 beeldpunten per mm, moet de afmeting van elke lichtsluiter klein worden gekozen, bijvoorbeeld 50 x 50 /urn. Dermate kleine openingen zijn onvoldoende om een zodanige hoeveelheid licht op het lichtgevoelig medium te laten vallen, dat een snelle beeldvorming kan worden verkregen. Volgens de uitvinding is dit probleem op de hierna beschreven wijze opgelost.
Elke lichtsluiter 15 t/m 18 (Fig. 1) is afzonderlijk verbonden met een uitgang van een serie-in- parallel-uit schuifregister 23 van de bekrachtig!ngsinrichting 22. Een beeldsignaal wordt over lijn 24 aan het schuifregister 23 toegevoerd. Op de as van rol 13 is een pulsschijf aangebracht die een signaal afgeeft in evenredigheid met de verplaatsing van de elektrofotografische band 11. Dit signaal wordt toegevoerd aan een synchronistatie-inrichting 21, waarin een synchronisatie-signaal wordt opgewekt dat aan de bekrachti-gingsinrichting 22 wordt toegevoerd.
Over lijn 24 wordt een eerste beeldsignaal aan schuifregister 23 toegevoerd. Op een synchronisatie-signaal van synchronisatie-inrichting 21 bekrachtigt dit beeldsignaal lichtsluiter 15 pulsvormig zodat deze sluiter een lichtpuls doorlaat naar de elektrofotografisch band 11, waardoor een beeldpunt 25 op deze band 11 wordt gevormd. Indien dit beeldpunt positie 26 bereikt wordt een volgend synchronisatie-signaal door de synchronisatie-inrichting 21 aan de bekrachtigingsinrichting 22 toegevoerd, waardoor het eerste beeldsignaal naar het volgende element van het schuifregister 23 wordt doorgeschoven en aldus lichtsluiter 16 pulsvormig bekrachtigt. Hierdoor ontvangt het beeldpunt 25 weer eenzelfde hoeveelheid licht. Dit proces herhaalt zich nog een keer voor lichtsluiter 17 en voor lichtsluiter 18, zodat het beeldpunt 25 vier keer is belicht.
Op deze wijze is het mogelijk om aan elk beeldpunt voldoende licht toe te voeren. Het aantal lichts!uiters dat in de bewegingsrichting van band 11 gezien achtereenvolgens door eenzelfde beeldsignaal wordt bekrachtigd, bepaalt de uiteindelijke afdruksnelheid van de afdruk-inrichting.
Bij doorschuiven van een eerste beeldsignaal naar een volgend element van het schuifregister kan tegelijkertijd een volgend beeld-signaal aan het schuifregister worden toegevoerd. Indien bijvoorbeeld het eerste beeldsignaal aan lichtsluiter 17 wordt toegevoerd, wordt tegelijkertijd het tweede beeldsignaal aan lichtsluiter 16 en het derde beeldsignaal aan lichtsluiter 15 toegevoerd.
Aangezien de lichtsluiters in de bewegingsrichting van band 11 gezien vaak niet tegen elkaar kunnen aansluiten, maar met een tussenruimte moeten worden aangebracht, dient het schuifregister 23 dienovereenkomstig uitgevoerd en aangesloten te worden. Indien de afstand tussen twee lichtsluiters bijvoorbeeld 100 /um bedraagt terwijl de afmeting van één lichtsluiter 50 /um is, wordt de uitgang van het eerste element van het schuifregister met een eerste lichtsluiter verbonden. De tweede lichtsluiter wordt dan met de uitgang van het vierde element van het schuifregister verbonden, de derde lichtsluiter met de uitgang van het zevende element, enz. De eerste lichtsluiter wordt op deze wijze achtereenvolgens bekrachtigd door het eerste, tweede en derde beeldsignaal. Bij toevoer van het vierde beeldsignaal aan het schuifregister en dus ook aan de eerste lichtsluiter, wordt het eerste beeldsignaal naar het vierde element van het schuifregister doorgeschoven en bekrachtigt daardoor de tweede lichtsluiter. Op deze wijze worden beeldpunten aansluitend aan elkaar op de elektrofotografisch band 11 opgetekend.
Aan de hand van Fig. 1 is de werking van de afdrukinrichting beschreven waarin een aantal (n) lichtslinters, in de bewegingsrichting van band 11 gezien, achter elkaar (kolomsgewijs) zijn aangebracht. Om een beeld lijnsgewijs op te kunnen tekenen zijn een groot aantal van deze kolommen van n lichtsluiters naast elkaar, over de breedte van de elektrofotografische band 11, aangebracht. Aldus ontstaan loodrecht op de bewegingsrichting van de elektrofotografische band 11 gezien, n rijen lichtsluiters. Een rij met een lengte van bijvoorbeeld 20 cm omvat 4000 lichtsluiters.
In Fig. 2 zijn een aantal lichtsluiters weergegeven die in n rijen 30 t/m 33 en in een aantal kolommen 34, 35, 36 zijn gerangschikt, waarbij een twee-dimensionaal array van lichtsluiters wordt gevormd.
De bewegingsrichting van de elektrofotografische band is met pijl 39 aangegeven.
Alle lichtsluiters van een kolom zijn met een serie-in-parallel-uit schuifregister verbonden. Zo is in kolom 34 lichtslui ter 40 met de uitgang van element 50 van een schuifregister verbonden, lichtsluiter 41 met element 51, lichtsluiter 42 met element 52 en lichtsluiter 43 met element 53. De beeldsignalen voor de beeldpunten die in de bewegingsrichting 39 van de elektrofotografische band gezien op één lijn achter elkaar moeten worden afgebeeld, worden via lijn 38 sequentieel aan het schuifregister toegevoerd. Elk beeldpunt wordt in de geschetste situatie vier keer op de elektrofotografische band opgetekend.
De ernaast liggende lijn wordt opgetekend met behulp van lichtsluiters 44 t/m 47, die daartoe zijn verbonden met de uitgangen van een tweede schuifregister, respectievelijk elementen 54 t/m 57. De beeldsignalen voor deze tweede lijn worden via lijn 37 toegevoerd.
Op overeenkomstige wijze zijn alle kolommen met een schuifregister verbonden. De beeldsignalen voor de beeldpunten die loodrecht op de bewegingsrichting 39 gezien op één lijn behoren te liggen, worden alle tegelijkertijd aan de verschillende schuifregisters toegevoerd.
In Fig. 3 zijn een aantal lichtsluiters weergegeven die in vier rijen 92, 93, 94, 95 en in twee kolommen 90, 91 zijn gerangschikt waarbij deze elementen een groep vormen van twee keer vier lichtsluiters. Deze groep is een deel van het twee-dimensionale array dat zich in de richting van de rijen 92 t/m 95 verder over de hele breedte van de elektrofotografische band uitstrekt. Meer algemeen, Is het hele array verdeeld in een aantal identieke groepen, waarbij elke groep wordt gevormd door n rijen en m kolommen en dus n x m lichts!uiters. De n lichtsluiters van kolom 90 zijn met elkaar verbonden via lijn 68 en de n lichtsluiters van kolom 91 zijn eveneens met elkaar verbonden via lijn 69. De lijnen 68 en 69 zijn met schakel-inrichting 70 verbonden. Via lijn 81 kan een pulsvormige spanning afwisselend met lijn 68 of lijn 69 worden verbonden. De m lichtsluiters in elke rij 92 t/m 95 zijn ook met elkaar verbonden en met de uitgang van een element van serie-in-parallel-uit schuifre-gister 80.
Zo is element 78 verbonden met lichtsluiters 63 en 67, element 76 met lichtsluiters 62 en 66, element 74 met lichtsluiters 61 en 65 en tenslotte element 72 met lichtsluiters 60 en 64. Via een lijn 79 worden de beeldsignalen toegevoerd van twee rijen beeldpunten die in de bewegingsrichting 39 van de elektrofotografische band gezien op twee naast elkaar liggende lijnen moeten worden afgebeeld. De toevoer van beeldsignalen vindt plaats met behulp van een van de elektrofotografische band afkomstig synchronisatie-signaal.
De werking van deze schakeling is als volgt. In aanspreking op een synchronisatie-signaal wordt over lijn 79 een eerste beeldsignaal aan element 72 van het schuifregister 80 toegevoerd. De schakel inrichting 70 verbindt lijn 69 met een pulsvormige spanning en lichtsluiter 60 wordt bekrachtigd. Vervolgens wordt op een volgend synchronisatie-signaal een tweede beeldsignaal, behorend bij de linker kolom 90, aan element 72 toegevoerd terwijl het eerste beeldsignaal naar element 73 wordt doorgeschoven. De schakel inrichting 70 verbindt nu lijn 68 met een pulsvormige spanning en lichtsluiter 64 wordt bekrachtigd.
Een derde beeldsignaal wordt via lijn 79 op een volgend synchronisatie-signaal aan element 72 toegevoerd, terwijl het eerste beeldsignaal wordt doorgeschoven naar element 74 en het tweede beeldsignaal naar element 73. De schakel inrichting 70 verbindt nu weer li jn 69 met een pulsvormige spanning, waardoor het derde beeldsignaal lichtsluiter 60 bekrachtigt en het eerste beeldsignaal lichtsluiter 61 bekrachtigt. Zoals eerder is uiteengezet zijn de synchronisatie-signalen zodanig, dat de bekrachtiging van lichtsluiter 61 door het eerste beeldsignaal precies dan plaatsvindt indien het eerste beeldpunt door lichtsluiter 61 kan worden belicht.
Op overeenkomstige wijze kunnen de volgende beeldsignalen aan het schuifregister 80 worden toegevoerd. Het resultaat hiervan is dat het eerste beeldsignaal de lichtsluiters in kolom 91 sequentieel bekrachtigt en elk beeldpunt wordt verkregen door vier achtereenvolgende belichtingen.
Door deze aansturing volgens de beschreven multiplex methode wordt bereikt, dat het lichtsluiterarray eenvoudiger kan worden vervaardigd; het aantal aansluitlijnen neemt hierdoor af en de lichtsluiter-dichtheid kan toenemen. De snelheid van de elektrofotografische band moet echter wel afnemen, omdat de belichtingstijd die beschikbaar is voor elke lichtslufter omgekeerd evenredig is met het aantal kolommen m per groep. Vandaar dat het noodzakelijk is m steeds kleiner te maken dan n.
Het aantal aansluitpunten van het twee-dimensionale array kan aanmerkelijk worden verlaagd door de schuifregisters op het substraat van het array aan te brengen. Zo kan bijvoorbeeld in kolom 34 (Fig. 2) element 51 tussen lichtsluiters 40 en 41, element 52 tussen lichtsluiters 41 en 42 en element 53 tussen lichtsluiters 42 en 43 worden aangebracht, zodat bij deze kolom 34 slecht één aansluitpunt voor een externe schakelingen behoeft te worden gemaakt.
De beschreven rijen lichtsluiters kunnen ook worden toegepast om beeldpunten met een bepaalde grijstint weer te geven. Indien elke kolom bijvoorbeeld 8 lichtsluiters omvat, dan kunnen afhankelijk van de gewenste grijswaarde, slechts enkele van deze lichtsluiters in de kolom worden bekrachtigd. Indien één lichtsluiter in de kolom wordt bekrachtigd, dan ontvangt een beeldpunt 1/8 van de hoeveelheid licht die nodig is om een beeldpunt volledig uit te belichten. Het gevolg hiervan is dat bij ontwikkelen een donkere grijstint ontstaat. Worden bijvoorbeeld zeven lichtsluiters in een kolom bekrachtigd, dan ontstaat bij ontwikkelen een licht-grijs beeldpunt. De bekrachtiging van de lichtsluiters in een kolom hoeft niet bij opeenvolgende lichtsluiters te geschieden. Wanneer bijvoorbeeld drie lichtsluiters moeten worden bekrachtigd om een bepaalde grijstint te verkrijgen, dan kunnen de eerste drie lichtsluiters in de kolom worden gebruikt, of ook de laatste drie, of in elke willekeurige andere volgorde, bijvoorbeeld lichtsluiter 2,6 en 7.
Om grijstinten weer te kunnen geven zal de bekrachtigingsinrichting overeenkomstig moeten worden uitgevoerd. Bij acht grijstinten zal elk beeldsignaal met een 3 bits code kunnen worden weergegeven. Bij toepassing bijvoorbeeld van een 3 blts-breed schuifregister zal de lichts!uiter slechts dan bekrachtigd worden, Indlen de Inhoud van een 3 bits element groter is dan "0". Bij doorschuiven naar het volgende 3 bits element wordt van de code van het oorspronkelijke beeldsignaal "één" afgetrokken, enz.
Er zijn voor de vakman vele andere methoden bekend om een dergelijke bekrachtiging voor grijstinten te verwezenlijken.
In Fig. 4 Is een verdere uitvoeringsvorm van een twee-dimenslonaal array van lichtsluiters met een deel van de bekrachtiglngsinrichting weergegeven. Hierbij is gebruik gemaakt van een twee-dimensionaal array van ferro-electrische vloeibare kristallen. Dit zijn bi-stabiele lichtsluiters die met bijvoorbeeld een positieve spanningspuls kunnen worden opengestuurd. Bij het wegvallen van deze puls blijven de lichtsluiters in lichtdoorlatende toestand. Om ze weer te sluiten wordt een negatieve spanningspuls aan de lichtsluiters toegevoerd.
Dergelijke lichtsluiters zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4 712 872.
De ferro-electrische vloeibare kristallen lichtsluiters 130 t/m 153 (Fig. 4} zijn gerangschikt in 4 rijen, 101 t/m 104 die zich loodrecht op de bewegingsrichting 121 van lichtgevoelig medium uitstrekken. Alle lichtsluiters in een rij zijn met elkaar verbonden, rij 101 met lijn 115, rij 102 met lijn 116, rij 103 met lijn 117 en rij 104 met lijn 118. Tevens zijn de lichtsluiters kolomsgewijs met de uitgangen van een serie-in-parallel-uit schuifregister 111 verbonden. Kolom 110 is via lijn 113 met element 154 van het schuifregister 111 verbonden en kolom 109 via lijn 114 met element 155, enz. Het aantal lichtsluiters in een rij bedraagt 6000 bij 20 lichtsluiters per mm en bij een totale breedte van het lichtgevoelig element van ca. 30 cm. Het aantal lichtsluiters in een kolom is weer afhankelijk van de gewenste beeld-vormingssnel heid en de hoeveelheid licht die door elke lichtsluiter het lichtgevoelig medium bereikt.
Via lijn 112 worden beeldsignalen van een hele af te beelden beeldlijn serieel aan elementen 154 t/m 159 van schuifregister 111 toegevoerd.
Met behulp van schakelaar 120 wordt een pulsvormig signaal via lijn 119 en lijn 115 aan rij 101 toegevoerd, waarmee de lichtsluiters in rij 101 beeldmatig, overeenkomstig de beeldsignalen van de eerste beeldlijn worden opengestuurd. Na belichting wordt via lijn 119 een "sluit-puls" aan rij 101 toegevoerd en het lichtgevoelig medium wordt verplaatst tot dat de eerste beeldlijn onder rij 102 is aangekomen. Schakelaar 120 verbindt een "open-puls" met lijn 116, en de eerste beeldlijn wordt voor de tweede keer beeldmat!g belicht. Vervolgens worden de beeldsignalen van een tweede beeldlijn aan het schuifregister 111 toegevoerd en met schakelaar 120 wordt een "open-puls" via lijn 115 aan rij 101 toegevoerd. Schakelaar 120 voert daarna een "sluit-puls" aan rij 102 en vervolgens aan rij 101 toe, en de eerste beeldlijn op het lichtgevoelig medium wordt doorgeschoven naar de derde rij 103. Nu worden de beeldsignalen van de eerste beeldlijn weer aan schuifregister 111 toegevoerd en via lijn 117 wordt een "open-puls" aan rij 103 toegevoerd, waardoor de eerste beeldlijn voor de derde keer wordt belicht. Aan schuifregister 111 worden de beeldsignalen van de tweede beeldlijn toegevoerd en rij 102 wordt opengestuurd. Vervolgens worden de beeldsignalen van een derde beeldlijn aan schuifregister 111 toegevoerd en rij 101 wordt opengestuurd. Achtereenvolgens worden de lichts!uiters in de rijen 103,102 en 101 weer met behulp van een "sluit-puls" gesloten en de eerste beeldlijn wordt naar de vierde rij 104 verplaatst. De beschreven cyclus wordt weer herhaald, en nu worden de beeldsignalen van een vierde beeldlijn toegevoegd.
Indien de eerste beeldlijn zich onder de vierde rij 104 bevindt, kan de volgorde van elke cyclus steeds gelijk worden gekozen. Steeds worden opeenvolgende beeldsignalen van vier opeenvolgende beeldlijnen aan het schuifregister 111 serieel toegevoerd en de schakelaar 120 wordt overeenkomstig meegeschakeld, zodat de juiste rij wordt bekrachtigd met een "open-puls". Vervolgens kunnen op gelijke wijze de opeenvolgende rijen met behulp van een "sluit-puls" via schakelaar 120 worden gesloten. Door de rijen 101 t/m 104 met elkaar te verbinden is het ook mogelijk om met één "sluit-puls" alle lichtsluiters tegelijkertijd dicht te sturen.
De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen.
Zo zal de vakman vele varianten hierop kunnen bedenken. In plaats van de beschreven lichtsluiters kunnen vele gelijkwaardige elementen worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan vormen lichtsluiters op basis van vloeibare kristallen (LCD's). Ook de bekrachtig!ngsinrichting kan op vele manieren worden uitgevoerd. De schuifregisters kunnen worden vervangen door een geheugen waarin de beeldgegevens van een hele af te drukken pagina zijn opgeslagen en waarbij dat geheugen direct adresseerbaar Is om de juiste beeldgegevens aan een bepaalde lichts!uiter toe te kunnen voeren. Ook zijn er vele schakelingen bekend om een aantal elementen In een groep met de multiplex methode aan te sturen. Echter, al deze varianten zullen vallen onder de hierna volgende conclusies.
Claims (7)
1. Werkwijze voor het beeldmatig belichten van een bewegend lichtgevoelig medium met behulp van een lichtbron en een aantal schakel bare lichtsluiters die tussen het medium en de lichtbron zijn aangebracht, gekenmerkt doordat elk individueel beeldpunt (25) op het lichtgevoelig medium (11) wordt gevormd door het sequentieel en synchroon met de beweging van het lichtgevoelige medium (11) bekrachtigen van een aantal lichtsluiters (15-18) die zich evenwijdig aan de bewegingsrichting van het lichtgevoelig medium uitstrekken.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantal te bekrachtigen lichtsluiters per weër te geven beeldpunt is gerelateerd aan de gewenste grijswaarde van dat beeldpunt.
3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende een lichtbron (19), een aantal schakel bare lichtsluiters (15-18) die tussen lichtbron (19) en lichtgevoelig medium (11) zijn aangebracht en die zijn verbonden met een bekrachti-gingsinrichting (22) die met beeldgegevens kan worden gestuurd, en een synchronisatie-inrichting (21) die is verbonden met de bekrachti-gingsinrichting en een synchronisatiesignaal afgeeft overeenkomstig de verplaatsing van het lichtgevoelig medium, met het kenmerk, dat telkens een kolom van n lichtsluiters evenwijdig aan de bewegingsrichting van het medium is aangebracht en dat de bekrachti- gingsinrichting (22) de gegevens van elk beeldpunt in aanspreking op het synchronisatiesignaal sequentieel aan ten minste één lichtsluiter van een kolom toevoert.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bekrachtig!ngsinrichting (22) voor elke kolom een schuifregister (23) omvat met een geheel veelvoud van n elementen waaraan de beeldgegevens serieel kunnen worden toegevoerd en waarbij elke lichtsluiter met de uitgang van één element is verbonden.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bekrachtig!ngsinrichting is voorzien van een schakeling met behulp waarvan een aantal lichtsluiters in één kolom in afhankelijkheid van de gewenste grijswaarde van elk individueel beeldpunt wordt bekrachtigd.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lichtsluiters in de vorm van n evenwijdige rijen die zich loodrecht op de bewegingsrichting van het lichtgevoelig medium uitstrekken zijn aangebracht, en dat in elke rij steeds m lichtsluiters met elkaar zijn verbonden, waarbij m kleiner is dan n, en dat groepen van n x m lichtsluiters volgens een multiplex methode worden bekrachtigd.
7. Inrichting volgens een der conclusies 3 t/m 6, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de bekrachtigingsinrichting tesamen met de lichtsluiters op één substraat zijn aangebracht.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8900238A NL8900238A (nl) | 1989-02-01 | 1989-02-01 | Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. |
JP1880690A JP2944043B2 (ja) | 1989-02-01 | 1990-01-29 | 多数の光弁を用いる感光媒体の画像露光のための方法及び装置 |
EP90200197A EP0381282B1 (en) | 1989-02-01 | 1990-01-29 | Method of and apparatus for the image-wise exposure of a lightsensitive medium by means of a number of light valves |
DE69014920T DE69014920T2 (de) | 1989-02-01 | 1990-01-29 | Verfahren und Gerät für bildweise Belichtung einer lichtempfindlichen Vorlage unter Verwendung einer Anzahl von Lichtventilen. |
US07/472,825 US5043743A (en) | 1989-02-01 | 1990-01-31 | Method and apparatus for the image-wise exposure of light-sensitive medium by a plurality of light valves |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8900238 | 1989-02-01 | ||
NL8900238A NL8900238A (nl) | 1989-02-01 | 1989-02-01 | Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8900238A true NL8900238A (nl) | 1990-09-03 |
Family
ID=19854048
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8900238A NL8900238A (nl) | 1989-02-01 | 1989-02-01 | Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5043743A (nl) |
EP (1) | EP0381282B1 (nl) |
JP (1) | JP2944043B2 (nl) |
DE (1) | DE69014920T2 (nl) |
NL (1) | NL8900238A (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5049901A (en) * | 1990-07-02 | 1991-09-17 | Creo Products Inc. | Light modulator using large area light sources |
US5923355A (en) * | 1991-07-16 | 1999-07-13 | Minolta, Co., Ltd. | Optical writing device |
IL119099A (en) * | 1996-08-20 | 1999-05-09 | Scitex Corp Ltd | Apparatus and method for recording an image |
US6137523A (en) * | 1997-01-17 | 2000-10-24 | Xerox Corporation | Reducing pixel footprint in a light emitter array using organic light emitting diodes |
US5936657A (en) * | 1997-01-17 | 1999-08-10 | Xerox Corporation | Self replacing OLED multibar printbar |
US6072517A (en) * | 1997-01-17 | 2000-06-06 | Xerox Corporation | Integrating xerographic light emitter array with grey scale |
US6208365B1 (en) * | 1997-12-26 | 2001-03-27 | Noritsu Koki Co. | Vacuum fluorescent printer |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2631849A1 (de) * | 1976-07-15 | 1978-01-19 | Agfa Gevaert Ag | Aufzeichnungsvorrichtung |
US4605972A (en) * | 1983-09-05 | 1986-08-12 | Fuji Photo Film Co., Ltd. | Image forming method |
US4614954A (en) * | 1984-01-23 | 1986-09-30 | Casio Computer Co., Ltd. | Recording apparatus |
NL8402353A (nl) * | 1984-07-26 | 1986-02-17 | Philips Nv | Werkwijze en drukinrichting voor het lijnsgewijs drukken op een drager van door punt- of lijnvormige elementen samengestelde beelden. |
DE3617249A1 (de) * | 1986-05-22 | 1987-11-26 | Standard Elektrik Lorenz Ag | Elektrodenstruktur fuer einen druckkopf |
US4728972A (en) * | 1986-09-12 | 1988-03-01 | Xerox Corporation | Multiplexing of transient image bar |
US4830468A (en) * | 1987-01-20 | 1989-05-16 | Xerox Corporation | Liquid crystal print bar having a single backplane electrode |
US4783146A (en) * | 1987-01-20 | 1988-11-08 | Xerox Corporation | Liquid crystal print bar |
-
1989
- 1989-02-01 NL NL8900238A patent/NL8900238A/nl not_active Application Discontinuation
-
1990
- 1990-01-29 DE DE69014920T patent/DE69014920T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1990-01-29 JP JP1880690A patent/JP2944043B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1990-01-29 EP EP90200197A patent/EP0381282B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-01-31 US US07/472,825 patent/US5043743A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0381282A1 (en) | 1990-08-08 |
JP2944043B2 (ja) | 1999-08-30 |
US5043743A (en) | 1991-08-27 |
DE69014920D1 (de) | 1995-01-26 |
DE69014920T2 (de) | 1995-06-08 |
EP0381282B1 (en) | 1994-12-14 |
JPH02245776A (ja) | 1990-10-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4229095A (en) | Electro-optical color imaging apparatus | |
US4424524A (en) | Read/write bar for multi-mode reproduction machine | |
US4378568A (en) | Light valve imaging apparatus and method for providing gray scale | |
US4850675A (en) | Light gate array having gates of different areas | |
CA1168383A (en) | Electronic imaging apparatus with light valve area arrays | |
EP0098746B1 (en) | Read/write bar for multi-mode reproduction machine | |
JPS637368B2 (nl) | ||
US4375647A (en) | Light valve scanner and scanner/printer apparatus for color originals | |
NL8900238A (nl) | Werkwijze en inrichting voor beeldmatige belichting van een lichtgevoelig medium met behulp van een aantal lichtsluiters. | |
US4707743A (en) | Method and apparatus for image conversion with multiple exposures for filtering | |
EP0070877B1 (en) | Electronic color imaging apparatus | |
US4366500A (en) | Electronic color imaging apparatus having integral multicolor arrays | |
US4805012A (en) | System for high resolution exposure address with coarser resolution exposing array | |
EP0427506B1 (en) | Electronic color printing system | |
US4857908A (en) | Wide screen display device using an endless belt | |
US5646713A (en) | Apparatus and method for exposing data characters onto a strip region of moving photosensitive media | |
JP3656673B2 (ja) | 画像露光装置および画像表示装置 | |
EP0331722B1 (en) | Multicolor light valve imaging apparatus having electrode constructions for uniform transmission | |
EP0403625A1 (en) | RESEQUENCING A LINE STORAGE DEVICE. | |
JP3590467B2 (ja) | カラー画像データ記録装置 | |
JPH0244303Y2 (nl) | ||
JP3548305B2 (ja) | 画像信号入力装置 | |
JPS61294966A (ja) | カラ−画像形成方法 | |
JP2748944B2 (ja) | ビデオプリンタ | |
JPH047310B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |