NL8820604A - Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk orgaan. - Google Patents

Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk orgaan. Download PDF

Info

Publication number
NL8820604A
NL8820604A NL8820604A NL8820604A NL8820604A NL 8820604 A NL8820604 A NL 8820604A NL 8820604 A NL8820604 A NL 8820604A NL 8820604 A NL8820604 A NL 8820604A NL 8820604 A NL8820604 A NL 8820604A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wires
connector
terminal
coupling member
housing
Prior art date
Application number
NL8820604A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Amp Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Amp Inc filed Critical Amp Inc
Publication of NL8820604A publication Critical patent/NL8820604A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R43/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors
    • H01R43/16Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors for manufacturing contact members, e.g. by punching and by bending
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R24/00Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure
    • H01R24/60Contacts spaced along planar side wall transverse to longitudinal axis of engagement
    • H01R24/62Sliding engagements with one side only, e.g. modular jack coupling devices
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R31/00Coupling parts supported only by co-operation with counterpart
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R43/00Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors
    • H01R43/20Apparatus or processes specially adapted for manufacturing, assembling, maintaining, or repairing of line connectors or current collectors or for joining electric conductors for assembling or disassembling contact members with insulating base, case or sleeve
    • H01R43/24Assembling by moulding on contact members
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49002Electrical device making
    • Y10T29/49117Conductor or circuit manufacturing
    • Y10T29/49204Contact or terminal manufacturing
    • Y10T29/49208Contact or terminal manufacturing by assembling plural parts
    • Y10T29/4922Contact or terminal manufacturing by assembling plural parts with molding of insulation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49002Electrical device making
    • Y10T29/49117Conductor or circuit manufacturing
    • Y10T29/49204Contact or terminal manufacturing
    • Y10T29/49208Contact or terminal manufacturing by assembling plural parts
    • Y10T29/49222Contact or terminal manufacturing by assembling plural parts forming array of contacts or terminals

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Manufacturing Of Electrical Connectors (AREA)

Description

88 2 0 6 0 4 * » < to
Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk koppelorgaan
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een koppelorgaan van het type voor het onderling verbinden van twee modulaire stekers.
Koppelorganen die worden gebruikt voor het onderling verbinden 5 van twee veeladerige telefoonkabels, waarbij elke veeladerige kabel een modulaire steker omvat die is verbonden met de veeladerige kabel, zijn nuttig als een middel voor het verlengen of splitsen van een veeladerige kabel. Dergelijke koppelorganen zijn bekend in de techniek, zoals uit het Amerikaanse octrooischrift 4.153.327, het Amerikaanse octrooischrift 10 4.268.109, het Amerikaanse octrooischrift 4.273.402, het Amerikaanse octrooischrift 4.367.908, het Amerikaanse octrooischrift 4.379.609 en het Amerikaanse octrooischrift 4.460.234. De meeste van deze documenten leren het gebruik van een ononderbroken geleiderdraad die is gevormd in een verscheidenheid van configuraties teneinde twee verzamelingen veer-15 krachtige contacten te vormen, zodanig dat de enkele draad kan worden gebruikt om de contacten van het bladtype van twee modulaire stekers onderling te verbinden. Evenwel leert geen van deze documenten een goedkope werkwijze voor het inbrengen van de aansluitkleramen binnenin de behuizingen, aangezien alle aansluitkleramen''worden gevormd als afzonderlijke 20 contactdelen.
Documenten als het Amerikaanse octrooischrift 4.224.485, het Amerikaanse octrooischrift 4.295.702 en het Amerikaanse octrooischrift 4.406.509 tonen tussenstukken die een aantal draden of contacten aan het tussenstuk houden, zodanig dat het tussenstuk kan worden geinstalleerd 25 binnen in een behuizing voor een verbinding met een modulaire steker.
Dit géén van deze documenten is echter bekend het integraal gieten van het tussenstuk of verbindingsstuk rondom de aansluitkleramen voor een ge- »820604.
* -2- mak bij het vervaardigen en het gemak bij het hanteren van de aansluit-klemmen als een substelsel. In plaats daarvan worden de draden of aan-sluitklemmen afzonderlijk binnenin de tussenstukken ingebracht.
Een bekend koppelorgaan dat een gegoten verbindingsstuk omvat 5 over-Jde aansluitklemmen is getoond in de fig. la, 1b en 2. Evenwel heeft dit koppelorgaan geen klein voorzijdesamenwerkingstussenvlak dat .het ge-. schikt en bruikbaar maakt voor een op feen paneel te monteren electrisch. koppelorgaan. In plaats daarvan omvat het koppelorgaan soortgelijke huis-helften die de totale behuizing tweemaal zo groöt maken als een koppel-10 orgaan dat op één lijn is. Voor paneelmontagedoeleinden, zouden’de afmetingen van het tussenvlak zo klein als mogelijk moeten zijn teneinde geen paneelruimte te verspillen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een electrisch koppelorgaan te ontwikkelen dat een verbeterde werkwijze omvat voor het 15 hanteren van de aansluitklemmen waardoor de kosten van het koppelorgaan worden verlaagd.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een electrisch koppelorgaan te construeren dat een gegoten verbindingsstuk over aansluitklemmen omvat, dat het vermogen van de aansluitklemmen te hanteren 20 verhoogd.
Het is een verder doel van de uitvinding een dergelijk verbindingsstuk te construeren waarbij een verbindingsstuk met minimale afmetingen wordt gebruikt.
Het is een verder doel van de uitvinding een dergelijk verbin-25 dingsstuk te construeren, waarbij het verbindingsstuk niet in de lengte richting langs de aansluitklemlengte zal bewegen na het gietproces.
Een dergelijk koppelorgaan wordt gevormd door het van een haspel trekken van ononderbroken draden en het langs één lijn richtèn hiervan om een aantal zij-aan-zij draden te vormen en vervolgens gedeformeerd 30 dwars op hun lengte, en het gieten van een isolerend en integraal verbindingsstuk over de deformatie en over het dradenspan, waarbij de draden hierin worden--ingekapseld. De verbindingsstukken worden gegoten op longitudinale middenlijnen zodanig dat de lengte tussen de verbindingsstukken de gewenste aansluitklemlengte: is. De draden worden 35 vervolgens halverwege de verbindingsstukken afgesneden teneinde een integraal verbindingsstuk te definiëren dat een aantal draden omvat die zich uitstrekken vanaf elk einde van het verbindingsstuk. De einden van de draden worden in de gewenste configuratie gevormd en in de behuizing ingébracht.
8820604.
% -3-
Fig. la is een isoöietrisch aanzicht van een bekend koppelorgaan.
Pig. 1b is een uitvergroot aanzicht van het koppelorgaan van fig. la.
Pig. 2 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de lijnen 2-2 van 5 fig. la.
Fig. 3 is een isometrisch aanzicht van een modulair stekerkop-pelorgaan op één lijn dat consistent is met de onderhavige uitvinding.
Fig. 4 is een isometrisch aanzicht van een loodrecht koppelorgaan dat gereed is voor’ihèt opnemen van twee modulaire stekers.
10 Fig. 5 is een aanzicht van de componenten van het koppelorgaan op één lijn, waarbij de componenten uit één zijn geplaatst.
Fig. 6 is een isometrisch aanzicht van een aansluitklemstelsel.
Fig. 7 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de lijnen 7-7 van fig. 5.
15 Fig. 8 is een isometrisch aanzicht dat de componenten toont van het loodrechte koppelorgaan zoals is getoond in fig. 4, waarbij de componenten uit één zijn geplaatst.
Fig. 9 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de lijnen 9-9 van fig. 4.
20 Fig. 10 is een schematisch aanzicht dat de werkwijze voor het vormen van het aansluitklemsubstelsel toont.
Fig. 11 is een uitvergroot aanzicht van het isolerende verbindingsstuk dat het aantal aansluitklemmen bijeen voegt tot het substelsel.
Fig. 12 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de lijnen 12-12 van 25 fig. 11.
Fig. 13 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de gietmatrijzen die het gehele verbindingsstuk vormen.
Fig. 14 is een dwarsdoorsnede-aanzicht door de lijnen 14-14 van fig. 11.
30 De figuren 3 en 4 tonen loodrechte en koppelorganen op één lijn, respectievelijk 10a, 10b,· voor het onderling verbinden van twee veeladerige kabels 164, zoals een veeladerige telefoonkabel, met electrische stekers 150, op kenmerkende wijze aangedüid als modulaire stekers, die met elk einde van de veeladerige kabel 164 electrisch zijn verbonden.
35 Be modulaire stekers van dit type omvatten behuizingen zoals 152 die een polarisatiekenmerk 158 hebben met een integraal gegoten grendelorgaan 162 dat veerkrachtig beweegbaar is naar de behuizing en dat een grendel-oppervlak 160 heeft. Op de zijde gelegen tegenover het polarisatiekenmerk 158 bevindt zich een aantal kanalen die zij-aan-zij zijn gesitueerd, 8S20604.
* -4- zoals 154, met plaatachtige aansluitklemmen 156 die door de isolatie van de multigeleiders irizetten teneinde de geleider van de kabel 164 te verbinden. Bij het insteken van dergelijke stekers, worden de draadachtige aansluitklemmen van het koppelorgaan langs één lijn gebracht en 5 zij verblijven in kanalen 154 om contact te maken met de aansluitklemmen 156 voor het onderling verbinden van de twee stekerorganen 150.
Onder verwijzing naar tig. 5 zal het koppelorgaan'op één lijn 10a in detail worden beschreven. Het koppelorgaan op één lijn 10a be*·: staat uit twee identieke liuisdèlen 12 en 12’, zodat het beschrijven van 10 héteene zal voldoen als een beschrijving van het andere, waarbij:in gedachte moet worden genomen dat de aanzichten zodanig zijn dat deiinwen-dige structuur van hike behuizing 12, 12' niet kan worden gezien in dezelfde figuur. Aldus zou een beschrijving van een kenmerk van de behuizing 12 een voldoende beschrijving moeten zijn van een gelijk kenmerk 15 van de behuizing 12' en omgekeerd.
Zoals is getoond in fig. 5 omvat de behuizing 12' een voorzijde-samenwerkingsvlak 14' met een stekeropneemopening 16' die wordt gedefinieerd door een onderste rand 18', zijwanden 20’ en een bovenste rand 22'. In bovenwaartse richting vanaf de rand 22' strékt zich een richt-20 en grendelkenmerk uit dat in het algemeen is getoond als 24’, dat wordt gedefinieerd door twee ribben 26' die de opening flankeren en twee richt-uitsteeksels 30' (fig. 7) met binnenzijwanden 32'. Vanaf de onderste rand 18' strekt zich in neerwaartse richting een aantal kanalen 40' uit die zich in neerwaartse richting uitstrekken in hetzelfde vlak als het 25 voorzijdesamenwerkingsvlak 14' en die zich tot aan de bodemwand 42' uitstrekken, zoals het beste is getoond in fig. 7. Langs de beide zijwanden uit van de behuizing 12' strekken zich twee ribben 44'/die zich in achterwaartse richting vanaf het voorzijdesamenwerkingsvlak uitstrekken. Zoals het beste isrgetoond in fig. 3, is het op-een-lijn koppelorgaan zodanig 30 geprofileerd dat de stekers kunnen worden ingebracht bij een 180° oriëntatie, waarbij de een 180° is geroteerd ten opzichte van de andere, zodat de behuizingen 12 en 12' ook 180° ten opzichte van elkaar zijn geroteerd. Bij gevolg vertoond de behuizing 12, zoals is getoond in fig.
5, de ribbe 26 aan de bodem, terwijl de ribbe 44 aan de top zóu zijn.
35 Zoals is getoond in fig. 6 wordt een aansluitklemsubstelsel orn aat, waarbij het stelsel is samengevoegd en bijeen wordt gehouden door een integraalverbindingsstuk 70 dat zich dwars op de aansluitklemmen uitstrekt, waarbij het verbindingsstuk hierbij meer in detail wordt beschreven. Het aansluitklemsubstelsel 80 omvat een sectie 82 die gemeen- 6820604/ -5- schappelijk is voor de beide eindsecties, waarbij de eerste eindsectie wordt gevormd door een kromming 84 die overgaat in een been 86, daarna wordt gevormd door een kromming 88 die de aansluitklemmen in tegenge- ' stelde richting buigt om contactgedeelten 90 te vormen met vrije einden 5 92. De tweede eindgedeelten beginnen bij het tegenovergelegen einde van de gemeenschappelijke sectie 82 en zij worden gevormd door een eerste kromming 94 eau een tweede been 96 te definiëren die in het algemeen evenwijdig is aan het eerste been 86. De beengedeelten 96 worden daarna in omgekeerde richting gebogen door een kromming 98 teneinde de veer-10 krachtige contactgedeelten 100 met vrije einden 102 te vormen.
Ook worden twee aansluitklemrichtplaten 60, 60' omvat, die elk richtkanalen 62 hebben die zich langs een rand daarvan uitstrekken. De platen 60, 60’ hebben ook groeven 64 en 64' die zich geheel door de platen uitstrekken en op een lijn zijn met elk van de kanalen 62, 62'.
15 Verder worden afstandvoeten 66, 66' omvat om de platen binnenin respectievelijk de behuizingen 12, 12' te spatiëren.
Zoals is getoond in fig. 5, wordt verder een buitenste behuizing 110 omvat met een bovenste wand 112, een onderste wand 114 en zijwanden 116. De onderste wand omvat een integraal vast grendelorgaan 118, ter-20 wijl de bovenste wand 112 een veerkrachtig grendelorgaan 120 omvat dat een geheel vormt met de bovenste wand 112, maar van een sleuf is voorzien, zoals bij 122 langs z.’jden daarvan,teneinde het in bovenwaartse en onder-waartse richting ten opzichte van de bovenste wand 112 beweegbaar maken van het grendelorgaan 120 .mogelijk te maken.
25 Het loodrechte koppelorgaan van fig. 4 zal nu worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 8 en 9. Het koppelorgaan dat is getoond in fig. 9 omvat in hoofdzaak identieke behuizingen 12 en 12", waarbij het enige verschil tussen de behuizing tussen 12" en 12 is dat de onderste wand een opening 50 omvat die is uitgespaard uit de achterwand 48" die 30 niet bestaat bij zowel de behuizing 12 als 12‘. Anderszins is de behuizing 12" identiek aan zowel de' behuizing 12 als 12'·.
Thans verwijzende naar fig. 9,,is het aansluitklemstelsel 180 op soortgelijke wijze vorm gegeven met het integrale verbindingsstuk 170 dat een aantal draden inkapselt teneinde een substelsel te vormen. Even-35 wel omvat het aansluitklemsubstelsel 180 benen 186, 196 die loodrecht op elkaar staan en die gekreunde gedeelten, respectievelijk 188, 198, omvatten die veerkrachtige contactgedeelten 190 en 200 definiëren.
Thans verwijzende naar de fig. 10-14, zal de vorming van de aan-sluitklemsubstelsels 80 en 180 meer in detail worden beschreven. Aller- 8820604 -6- eerst verwijzende naar fig. 10, wordt een haspelstelsel 300 getoond dat een aantal haspels 302 omvat die de afzonderlijke draad 78 in een opgerolde vorm kunnen opslaan. De draden 78 kunnen zich dan een weg banen rondom geleidingsrollen 304 en vervolgens verder rondom geleidingsrollen 5 305 teneinde de afzonderlijke draden in de laterale hartlijnen waarin de aansluitklemmen moeten Worden geplaatst voor het eindsubstélsèl'te spatiëren, De draden overlappen een gietstelsel 306 dat het isolerende materiaal over het span van afzonderlijke draden 78 aanbrengt om de draden 78 in het verbindingsstuk 70 of 170 in te kapselen. Het nieuw ge-10 vormde verbindingsstuk 70 of 170 wordt vervolgens over een afstand "a" bewogen, zodat een nieuw span van draden boven het giétstelsel 306 ligt en een nieuw isolerend verbindingsstuk 70 daaroverheen wordt gevormd.
Door het inkapselen van de draad 78 binnenin het verbindingsstuk 15 70, worden de draden gemakkelijk gehanteerd en de verbindingsstukken maken ook een registratie voor verdere fabricage mogelijk. Bijvoorbeeld is de gewenste afstand tussen verbindingsstukken 70c en 70d een afstand "b"·. Het bewegen van het isolerende verbindingsstuk 70d over een afstand "a" weg van het gietstelsel 306 zal het nieuwe dradenspan doen samenval-20 len met het gietsubstelsel 306, zodanig dat de afstand "a" tussen verbindingsstukken 70e en 70d gelijk is aan de gewenste lengte tussen elk van de verbindingsstukken, of zodanig dat "a" gelijk is aan Mb". De isolerende verbindingsstukken maken ook een registratie van de snijhulpmid-delen mogelijk zodanig dat de gewenste draadlengten "c" altijd op juiste 25 wijze kan worden gehandhaafd. In de vóorkeursuitvoering van de uitvinding zal de afstand tussen opeenvolgende isolerende verbindingsstukken 70, dat is de afstand "b", de gewenste lengte van de draad zijn voor Miet aansluitklëmsubstelsel. Bij gevolg kan door het snijden van het dradenspan in het midden in de lengterichting tussen opeenvolgende isolerende 30 verbindingsstukken, een aansluitklemsubstelsel 80 worden gevormd met aansluitklemmen van de juiste lengte, waarbij de -lèngte is getoond als "c" in fig. 10. Wanneer de aansluitklemsubstelsels eenmaal zijn gevormd met de gewenste· lengten "c", kan elk substelsel vervolgens worden onderworpen aan vormmatrijzen om het uiteindelijke substelsel 80 of 180 verder 35 te bewerken.
Onder verwijzing naar fig. 13, omvat het gietstelsel 306 bovenste en onderste gietmatrijzen 308 die naar en vanaf de draad 78 beweegbaar , zijn teneinde over de draad te liggen voor het gietproces. Het gietstelsel 306 omvat verder intrekbare bovenste en onderste muntstempels 312, 8820604.
-7- 314 die intrekbaar zijn ten opzichte van de bovenste en onderste gietmatrijzen om de draad op een plaats die een geheel vormt met het verbindingsstuk te slaan. Wanneer de draden eenmaal zijn geslagen, wordt giet-materiaal geïnjecteerd door een gietgat zoals 316, teneinde de matrijzen 5 te vullen om de draad in te kapselen. Het intrekken van de gietmatrijzen 308, 310 en de mnntstenipels 312, 314 laat de verbindingsstukken achter die één geheel vormen boven .het dradenspan.Begrepen zij dat de muntstempels in werkelijkhèid een deel van of een geheel met de gietmatrijzen 308, 310 kunnen zijn.
10 Fig. 14 toont het duidelijkst het geheel gevormde verbindingsstuk in een isometrisch aanzicht, waarbij het isolerende materiaal het dradenspan inkapselt teneinde een aansluitklemsubstelsel te vormen. Door de muntstempels 312, 314 tegen de draad te laten tijdens het gietproces, worden twee kanalen 72 gevormd boven en onder het dradenspan,zoals is 15 getoond in fig. 11 en fig. 12. Het deformeren van de draad op enige wijze door de muntstempels is een belangrijk aspect van het proces aangezien het deformeren van de draad en vervolgens het in zijn geheel gieten van het verbindingsstuk rondom de deformatie verhindert dat het verbindingsstuk langs de lengten van de draad beweegt. Dit is belangrijk voor de 20 registratie van de verbindingsstukken aangezien zij verband houden met de lengten van de aansluitklemsubstelsels en verdere bewerkingen die de verbindingsstukken gebruiken als een registratie. Begrepen zij echter dat de draden kunnen worden geslagen in twee longitudinale plaatsen buiten de buitenzijde van het isolerende verbindingsstuk, zodanig dat het 25 verbindingsstuk wordt verhinderd te schuiven langs de lengten van de draad door twee gebieden van gedeformeerd draad buiten het verbindingsstuk.
Wanneer de aansluitklemsubstelsels volledig zijn gevormd in hetzij de op-een-lijn configuratie 80 of in de loodrechte configuratie 180, 30 kan de uiteindelijke assemblage- van het koppelorgaan worden uitgevoerd. Met betrekking tot op-een^lijn' koppelorgaan 10a, begint de assemblage van het koppelorgaan met de toevoeging van de plaatdelen 60 en 60'. Teneinde de plaat 60* in de plaats te monteren zoals is getoond in fig. 5, wordt de plaat ingebracht met de kanalen 62 gericht naar het aansluit-35 klemsubstelsel en met de afstandvoet 66' naar buiten wijzend. De plaat 60* wordt ingebracht tussen het gemeenschappelijke gedeelte 82 en tussen de vrije einden 92 /me&e plaat op een enigszins gekantelde wijze, zodanig dat de vrije einden worden gestoken in de langwerpige openingen 64'.
8 8 2 ^ ^ ^^j^tc)estand worden de draden 78 gepositioneerd binnenin de kanalen t -8- 62' en de vrije einden van de: aansluitklemmen worden gepositioneerd binnenin respectievelijkeilangwerpige openingen 64'. De plaat 60 wordt in de andere helft van het aansluitklemsubstelsel geplaatst op een soortgelijke wijze, zodanig dat de draden 78 worden gepositioneerd binnenin 5 de kanalen 62 en de vrije einden 102 worden gepositioneerd binnenin de langwerpige openingen 64. Zoals is getoond infig. 5 kunnen de behuizingen 12 en 12' nu schuifbaar worden opgenomen over het aansluitklemsubstelsel 80 en over de twee gepositioneerde platen 60 en 60' en de twee behuizingen kunnen aan elkaar worden bevestigd door middel van middelen zoals een 10 kleefstof dat is aangebrahht op een van de eind'randen 48. De buitenste behuizing 110 wordt dan schuifbaar opgenomen over de twee geassembleerde behuizingen 12 en 12' en wederom klevend vastgehouden op een gewenste plaats over de twee behuizingen 12 en 12'. Opgemerkt zij dat de buitenste behuizing 110 in elke gewenste positie ten opzichte van de binnenste be-15 huizingen 12 en 12' kunnen worden gepositioneerd, zodanig dat, indien een koppelorgaan voor een paneelmontage is gewenst, de buitenste behuizing 110 naar voren wordt geduwd zodanig dat het einde van de zijwanden 116 overlopen in het voorzijdesamenwerkingsvlak 14', zodat het koppelorgaan kan worden gemonteerd op een voorzijdeplaat, waarbij de grendels 20 zich door de voorzijde uitstrekken.
Fig. 7 toont de dwarsdoorsnede van het op-een-lijn koppelorgaan in een geassembleerde eindtoestand met de elndwanden 48 en 48' tegen elkaar aan en de platen 60 en 60' in een zodanige stand dat de plaat 60' tegen de twee schouders 20' en 46' die worden gevormd door de twee ribben, 25 respectievelijk 26' en 44', aanligt. Zoals is getoond verblijft de plaat 60 binnenin de behuizing 12 op een soortgelijke wijze. Opgemerkt zij dat de aansluitklemmen binnenin de behuizing 12' zodanig verblijven dat het beengedeelte 86 tegen de vloer 42' aanligt en het gekromde gedeelte 88 binnenin de kanalen 40' verblijft, terwijl het einde 92 binnenin de lang-30 werpige openingen 64' van de plaat 60' verblijft. Opgemerkt zij dat elke afzonderlijke aansluitklem wordt vastgehouden binnenin de behuizing op drie plaatsen, dat wil zeggen de kanalen 62' van de plaat 60' positioneren de draden 78 bij een plaats grenzend aan het gemeenschappelijke gedeelte 82, het gedeelte van de aansluitklem naar het voorzijdesamenwerkingsvlak 35 toe wordt binnenin de behuizing vastgehouden doordat het gekromde gedeelte 88 binnenin het kanaal 44' wordt geplaatst, terwijl de vrije einden van de aansluitklemmen in respectievelijke afzonderlijke langwerpige openingen 64' verblijven.
8820604- -9-
De assemblage van hetlloodrechte koppelorgaan is nagenoeg overeenkomstig met die van het op-een-lijn koppelorgaan/ zoals is getoond in fig. 8. De platen worden over het aansluitklemsubstelsel geplaatst op een soortgelijke wijze naar de eindtoestand van die zoals getoond in 5 fig. 8 en het eerste huisgedeelte 12 wordt schuifbaar opgenomen over de aansluitklem in de plaat 60/ zoals is beschreven met betrekking tot het op-een-lijn koppelorgaan. Echter moet het huisgedeelte 12" loodrecht : ten opzichte van de behuizing 12' worden geplaatst, zodanig dat de onderste wand van het huisgedeelte 12" tegen de achterwand 48 van de be-10 huizing 12 aanligt. Zoals is getoond in fig. 9, die een dwarsdoorsnede-aanzicht is door het uiteindelijke stelsel, verschaft de opening 50" de uitsparing voor het aansluitklemsubstelsel om naar binnen de behuizing 12" te komen om de beengedeelten 196 van de aansluitklemmen die grenzen aan de vloer 42" te positioneren. Tenslotte is een kap 52" ver-15 eist om de achterwand 48" af te sluiten, welke kap afstandvoeten 54" omvat die tegen de plaat 60" aanliggen en deze positioneren tegen de respectievelijke schouders 28" en 46".
Met de aldus geassembleerde koppelorganen, kunnen de koppelor-ganen 10a en 10b worden gebruikt voor het onderling verbinden van twee 20 modulaire stekers zoals 150, zoals is getoond in de figuren 3 en 4.
Wanneer de steker wordt gestoken in de opening 16, worden de veerkrachtige gedeelten 90, 100; 190, 200 op één lijn gebracht met de kanalen 154 en aldus uiteindelijk met de bladaansluitklemmen om de twee stekers 150 onderling te verbinden. Een verder insteken veroorzaakt dat de grendel 25 162 neerwaarts wordt gedrukt totdat de schouders 160 achter het opper vlak 34 vallen (fig. 7), waardoor de steker binnen het koppelorgaan wordt vergrendeld.
De beschreven: uitvoering betreft slechts een voorkeursuitvoering van de uitvinding en dient niet te worden begrepen als een beperking van 30 het kader van de uitvinding.
8820604.

Claims (10)

1. Werkwijze voor' hèt-vormen van een aansluitklemsubëtelsel (80) om te worden opgenómen in een isolerende behuizing (12, 12', 12"), waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt door de stappen van: het van een haspel (302) trekken van ononderbroken draden (78) 5 en het langs één lijn richten hiervan om een aantal zij-aan-zij draden (78) te vormen; het deformeren van een gedeelte van de draad (78); het gieten van een isolerend materiaal over tenminste een gedeelte van de draden om een isolerend verbindingsstuk (70) over de draden (78) 10 nabij de deformatie te vormen, waardoor een aansluitklemsubstelsel (80) wordt gedefinieerd; het snijden van de draden (78) teneinde twee vrije einden te vormen; en het vormen van de draden (78) in de gewenste configuratie.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na de gietstap, de draden worden gedeformeerd op een plaats-'.waar het isolerende verbindingsstuk (70) zal worden geplaatst om de deformatie binnenin het verbindingsstuk (70) in te kapselen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de defor-20 matie wordt veroorzaakt door het slaan van de draden Ί(78) dwars op de lengte van de draad (78).
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voorafgaande aan de gietstap de werkwijze de verdere stap omvat van het slaan van de draden (78) in een richting dwars op hun lengte teneinde de dwars- 25 doorsnedevorm van de draden (78) te wijzigen.
4 t m -IQ- C Q-.N C L U S I E S
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, -dat het integrale verbindingsstuk (70) wordt gegötènrteneinde alle draden (78) dwars over hun lengte te overspannen.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de giet-30 stap de stap omvat van het plaatsen van een bovenste .(308) en een onder- 8820604. j * -11- ste (310) matrijsorgaan in een de draden (78) omringend verband en het injecteren van het gietmateriaal daarin.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het.kenmerk, dat de giet-stap, voorafgaande aan de injectiestap verder de stap omvat van het tegen 5 het dradenspan (78) drijven van een muntstempel (312, 314), zodanig dat de draden (78) worden gedevormeerd en dat het gegoten verbindingsstuk (70) zich-vormt can de devormatie teneinde de draden (78) binnen het verbindingsstuk (70) vast te houden.
8. Electrisch koppelorgaan (10a, 10b) voor het onderling elec-1Ö trisch verbinden van twee electrische stekerorganen (150), met het kenmerk, dat het koppelorgaan (10a, 10b) omvat: een isolerend huisorgaan (12, 12', 12") dat twee samenwerkings-vlakken (14, 14', 14") omvat met openingen daarin voor het opnemen van de electrische stekerorganen (150); 15 een aansluitklemsubstelsel (80) dat een aantal electrisch gelei dende aansluitklemmen omvat, waarbij elke aansluitklem een gemeenschappelijke sectie (82) omvat tussen twee veerkrachtige contactgedeelten (90, 100, 190, 200), elk veerkrachtig contactgedeelte een vrij einde (92, 102, 192, 202) omvat dat omgekeerd is gebogen om een beengedeelte (86, 96, 20 196, 206), het aansluitklemorgaan is geplaatst binnenin het huisorgaan (12, 12’, 12") met de veerkrachtige contactgedeelte (90, 100, 190, 200) geplaatst grenzend aan de samenwerkingsvlakken (14, 14', 14") van het koppelorgaan (10a, 10b), de veerkrachtige contactgedeelten (90, 100, 190, 200. op veerkrachtige wijze beweegbaar zijn naar een grondwand (42, 42'. 25 42") binnenin het huisorgaan (12, 12', 12") bij het opnemen van een ste- kerorgaan (150), en verder omvattende plaatgedeelten (60, 60', 60"), waarbij elk plaatgedeelte (60, 60', 60") grenzend aan de veerkrachtige contactgedeelten (90, 100, 190, 200) is geplaatst en evenwijdig aan het respectievelijke samenwerkingsvlak (14, 14', 14"), waarbij de platen 30 (60, 60', 60") langwerpige openingen (64) hierin hebben voor het opnemen van de vrije einden (92, 102, 192, 202) van de aansluitklemmen (80) en het ·< houden van hen volgens een zijdelingse gerichtheid.
9. Koppelorgaan (10a, 10b) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de platen bij een rand hiervan kanalenoomvatten die dwars op de platen 35 zijn gevormd, waarbij de kanalen over de aansluitklemmen liggen om de aansluitklemmen tegen respectievelijke grondwanden te plaatsen volgens een zijdelings gespatieerde opstelling.
10. Koppelorgaan (10a, 10b) volgens conclusie 8, waarbij het aansluitklemsubstelsel (80) is gevormd volgens de werkwijze vol-40 crens één der conclusies 1 t/m 7. 8820604.'
NL8820604A 1987-08-21 1988-08-04 Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk orgaan. NL8820604A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US8817787 1987-08-21
US07/088,177 US4817283A (en) 1987-08-21 1987-08-21 Method of forming a modular plug coupler

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8820604A true NL8820604A (nl) 1989-07-03

Family

ID=22209812

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8820604A NL8820604A (nl) 1987-08-21 1988-08-04 Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk orgaan.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4817283A (nl)
JP (1) JP2525661B2 (nl)
ES (1) ES2010315A6 (nl)
NL (1) NL8820604A (nl)
WO (1) WO1989001711A1 (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NZ235693A (en) * 1990-10-15 1993-10-26 Harland Lloyd Mason Double socket adaptor with internal patch panel
US5074039A (en) * 1990-10-26 1991-12-24 Amp Incorporated Method of manufacturing electrical connectors
JPH04115769U (ja) * 1991-03-22 1992-10-14 ホシデン株式会社 防塵カバー付モジユラージヤツク
US5178563A (en) * 1992-05-12 1993-01-12 Amp Incorporated Contact assembly and method for making same
JP4116097B2 (ja) 1997-06-20 2008-07-09 ノボ ノルディスク アクティーゼルスカブ 成長ホルモン放出特性をもつ化合物
DE19741466A1 (de) * 1997-09-19 1999-04-15 Framatome Connectors Int Verfahren zur Herstellung eines in ein Gerätegehäuse eingießbaren Flachsteckerkamms
US6919315B1 (en) 1998-06-30 2005-07-19 Novo Nordisk A/S Compounds with growth hormone releasing properties
SG80641A1 (en) * 1999-08-30 2001-05-22 Fci Singapore Ltd Method for manufacturing electrical connectors for enhancing coplanarity
JP3322857B2 (ja) * 1999-11-30 2002-09-09 モルデック株式会社 レセプタクルコネクタのインサート成形方法
JP2002343475A (ja) * 2001-05-21 2002-11-29 Nagano Fujitsu Component Kk Stmコネクタ及びその製造方法
US6832936B2 (en) * 2002-10-17 2004-12-21 Molex Incorporated Terminal module for electrical connector
US6988914B2 (en) * 2003-03-14 2006-01-24 Tyco Electronics Corporation Electrical coupler with splitting receptacle jack interfaces
TWM249341U (en) * 2003-09-19 2004-11-01 Hon Hai Prec Ind Co Ltd Modular jack
DE102006003752A1 (de) * 2006-01-25 2007-09-20 Mc Technology Gmbh Kupplung
US7824232B2 (en) * 2008-01-18 2010-11-02 Btx Technologies, Inc. Multi-position mixed-contact connector with separable modular RJ-45 coupler
JP5498848B2 (ja) * 2010-05-14 2014-05-21 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
US8496500B1 (en) * 2012-02-14 2013-07-30 Telebox Industries Corp. Terminal holder structure for RJ45 dual-port jack
JP2014096378A (ja) * 2013-12-24 2014-05-22 Asahi Kasei Fibers Corp 伸縮性ワイヤーハーネス
CN205029050U (zh) * 2015-09-29 2016-02-10 江门市高翔电气智能化有限公司 一种接线端子分路连接器
CN105680235B (zh) * 2016-03-30 2019-06-11 江门市高翔电气智能化有限公司 一种接线端子分路连接器
US9722380B1 (en) * 2016-07-22 2017-08-01 Rockwell Automation Technologies, Inc. Network distribution adapter for a motor control center
JP1714795S (ja) * 2021-11-18 2022-05-13 Acコンバーター
JP1714796S (ja) * 2021-11-19 2022-05-13 Dcコンバーター

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3252206A (en) * 1962-07-09 1966-05-24 Molding Engineers Inc Method of molding and forming a switch device
US3574929A (en) * 1969-06-02 1971-04-13 Bourns Inc Adustable resistors and method
US4295702A (en) * 1976-08-16 1981-10-20 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Multi-outlet adapter for plug-in telephones
US4153327A (en) * 1978-05-05 1979-05-08 Northern Telecom Limited Connector for telephone cords
US4224485A (en) * 1978-10-16 1980-09-23 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Telephone jack
US4337574A (en) * 1978-12-14 1982-07-06 Amp Incorporated Method of manufacturing electrical connector receptacles
US4268109A (en) * 1979-10-03 1981-05-19 Western Electric Company, Inc. Coupler for telephone cords
US4273402A (en) * 1979-10-16 1981-06-16 Amp Incorporated Electrical connector receptacle
US4269467A (en) * 1979-10-23 1981-05-26 Amp Incorporated Electrical connector receptacle having molded conductors
US4367908A (en) * 1980-06-05 1983-01-11 Akzona Incorporated Electrical connector coupling
US4379609A (en) * 1981-03-09 1983-04-12 Western Electric Company, Inc. Modular cord coupler jack having a disconnection encumbrance
US4460234A (en) * 1981-09-18 1984-07-17 Virginia Patent Development Corporation Double-ended modular jack
US4406509A (en) * 1981-11-25 1983-09-27 E. I. Du Pont De Nemours & Co. Jack and plug electrical assembly
US4444451A (en) * 1982-03-05 1984-04-24 Amp Incorporated Modular plug-dual modular jack adaptor
US4488355A (en) * 1982-06-30 1984-12-18 At&T Technologies, Inc. Methods of and apparatus for forming contact elements in a cord coupler housing
JPS5927485A (ja) * 1982-08-09 1984-02-13 ソニー株式会社 基板用コネクタの製造方法
US4541174A (en) * 1984-06-04 1985-09-17 Allied Corporation Process of making a jack-type electrical connector
US4651418A (en) * 1984-08-29 1987-03-24 At&T Technologies, Inc. Methods of and apparatus for assembling contact elements to connector housing
US4593966A (en) * 1984-09-17 1986-06-10 Communications Systems, Inc. Modular telephone line coupler

Also Published As

Publication number Publication date
JPH02500624A (ja) 1990-03-01
JP2525661B2 (ja) 1996-08-21
US4817283A (en) 1989-04-04
ES2010315A6 (es) 1989-11-01
WO1989001711A1 (en) 1989-02-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8820604A (nl) Modulair stekerkoppelorgaan en werkwijze voor het vormen van een dergelijk orgaan.
US4806117A (en) Modular plug coupler
EP0786834B1 (en) Modular plug guide plate
US5074808A (en) Molded strain relief in back shell
US6478609B1 (en) Strain relief assembly
US5178563A (en) Contact assembly and method for making same
US4269467A (en) Electrical connector receptacle having molded conductors
US4904209A (en) Modular plug coupler
US4255009A (en) Two row electrical connector
US4153327A (en) Connector for telephone cords
US4466682A (en) Terminal block for electric connection without stripping
US5120235A (en) Insulation displacement connector
EP0479500A2 (en) Connector assembly with a series of electrical contacts
EP0306523A1 (en) SYSTEM FOR RETAINING AND ALIGNING BRAZING PIN.
US5327641A (en) Tool for positioning terminals in an electrical connector
NL8403691A (nl) Optische verbindingsinrichting.
KR19980042084A (ko) 로우 프로파일 콘넥터 시스템
US5083934A (en) Electrical connector system
US6616481B2 (en) Connector
US5409404A (en) Electrical connector with slotted beam contact
US4786259A (en) Low profile modular receptacle and method of making same
JPH11354183A (ja) 電気通信/デ―タリンク・コネクタアッセンブリ、並びにその製造方法
GB1558811A (en) Electrical connentors
JPH02299181A (ja) 電気コネクタ
EP0319138B1 (en) Modular plug coupler

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed