NL8803162A - Steunarm. - Google Patents

Description

NO 35530

Steunarm

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een steunarm voorzien van telescoperende organen voor het in wezen horizontaal verplaatsbaar ondersteunen van een inrichting zoals een werkstation.

Een dergelijke steunarm is bekend uit EP-A-172320. Deze bekende steunarm bestaat uit een platte, vierkante buis waarin een plaat door middel van rollagers verschuifbaar is. Aan het eind van de plaat kan, draaibaar om een verticale as, een werkstation worden aangebracht.

Deze steunarm bezit verschillende nadelen. Zo is in het bijzonder het plaatvormige orgaan minder geschikt voor het opnemen van belastingen die niet in zijn vlak uitgeoefend worden, zoals torsiekrach-ten en horizontale buigkrachten. Dergelijke krachten kunnen bijvoorbeeld optreden bij bediening van het werkstation vanaf de zijkant van de arm, of door positionering van het werkstation buiten het midden van de arm. Als gevolg van de onvoldoend grote stijfheid van het plaatvormig orgaan met betrekking tot deze belastingen treden daarbij te grote vervormingen op, hetgeen natuurlijk zeer ongewenst is bij bediening van bijvoorbeeld het toetsenbord van een werkstation. Tevens zal de steunarm met het ondersteunde werkstation onder invloed van de bij het bedienen daarvan uitgeoefende stootbelastingen kunnen gaan slingeren, hetgeen eveneens te allen tijde vermeden moet worden. Het gedrag van de bekende steunarm zou verbeterd kunnen worden door het plaatvormige orgaan voldoende dik te kiezen. Daardoor wordt het gewicht echter onacceptabel hoog.

Doel van de uitvinding is daarom een steunarm van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen die voldoende buig- en torsiestijf is zonder dat dit tot een hoog gewicht leidt.

Dit doel wordt bereikt doordat de telescoperende organen bestaan uit profielen met een gesloten onregelmatige veelhoekige doorsnede. Aangezien volgens de uitvinding alle telescoperende organen uitgevoerd zijn als holle, gesloten profielen, is de stijfheid van de steunarm m.b.t. buig- en torsiebelastingen voldoende hoog, zodat het werkstation op geschikte wijze bediend kan worden, zonder dat daarbij te grote doorbuigingen of trillingen optreden. De vorm van de profiel-dwarsdoorsnede kan namelijk zo gekozen worden dat bij een laag gewicht toch de gewenste stijfheden verkregen worden. Bovendien kan de stand van de paren via lagers met elkaar samenwerkende steunvlakken zo geko zen worden dat de lagerbelasting voortvloeiende uit de uitwendige op de ateunarm uitgeoefende lasten zo gunstig mogelijk is.

De bekende steunarm is zo uitgevoerd dat de telescoperende organen met elkaar samenwerken door middel van lagers die telkens aangrijpen op een paar bij verschillende profielen behorende steunvlak-ken.

Volgens de uitvinding kan daarbij voorzien zijn dat de lagers naaldlagers zijn en de profielen bestaan uit in omtreksrichting telkens onder een hoek in dezelfde richting ten opzichte van elkaar verlopende wanden, en dat de onderlinge afstand van de steunvlakken van elk paar gelijk is aan de naalddiameter. Op deze wijze wordt een zeer compacte bouw verkregen, waarbij de verschillen van de dwarsdoorsnede-afmetingen van de profielen verhoudingsgewijze beperkt blijven. Daardoor is het mogelijk een groter aantal profielen, bijvoorbeeld vier, in elkaar op te nemen zonder dat daarbij het buitenste profiel te dik of het binnenste profiel te dun zal worden. Hierdoor wordt bereikt dat de steunarm over een verhoudingsgewijze grote afstand in- en uitschuifbaar is, hetgeen het gebruikscomfort ten goede komt.

In dit verband wordt er op gewezen dat uit NL-A-7316496 een verticaal draagmechanisme bekend is voorzien van telescoperende buizen en naaldlagers. Deze naaldlagers worden onder veervoorspanning aangedrukt gehouden, zodanig dat de afstand tussen de buiswanden groter is dan de naalddiameter. Een dergelijke draagmechanisme is niet geschikt voor het stabiel horizontaal ondersteunen van een werkstation, aangezien de aandrukveren zouden kunnen meegeven onder dwarsbelastingen.

Volgens de uitvinding kan zijn voorzien dat elk profiel inwendig drie steunvlakken bezit en/of uitwendig drie steunvlakken bezit. Bij deze uitvoering wordt tussen de profielen een driepuntsondersteu-ning verkregen, welke een goede stabiliteit biedt. Ook kan zijn voorzien dat elk profiel inwendig vier steunvlakken bezit en/of uitwendig vier steunvlakken bezit. Daarbij is de steunarm bijvoorkeur zo uitgevoerd dat de profielen een achthoekige doorsnede bezitten, en in omtreksrichting bestaan uit afwisselend wanden met een steunvlak en wanden zonder steunvlak, waarbij tegenover elkaar gelegen wanden zonder steunvlak evenwijdig aan elkaar verlopen. Door de afmetingen van de profielwanden geschikt te kiezen kan voor de steunarm vrijwel iedere gewenste doorsnedevorm gekozen worden.

Ter vermijding van onnodige belastingen op de naaldlagers is bij voorkeur voorzien dat de tegenover elkaar gelegen paren wanden met steunvlak evenwijdig aan elkaar verlopen.

ten gueae Duigsi.iji.neia in verticale en in norizontaie ricn-ting is verzekerd wanneer één paar wanden zonder steunvlak horizontaal en één paar vertikaal verloopt.

De wanden zonder steunvlakken lopen daarbij verhoudingsgewijze ver naar buiten door t.o.v. de naaldlagers. De profieldoorsneden bezitten zodoende een vrij hoge buigstijfheid.

In dit verband kan de steunarm ook zo zijn uitgevoerd dat het profiel met het kleinste dwarsdoorsnede-oppervlak in omtreksrichting bestaat uit afwisselend telkens twee wanden met een steunvlak en één wand zonder steunvlak, waarbij het paar tegenover elkaar liggende wanden zonder steunvlak vertikaal verloopt. Deze uitvoering is vooral geschikt voor grote vertikale belastingen, aangezien dit profiel in verticale richting verhoudingsgewijze hoog is.

Verder kan de steunarm zo uitgevoerd zijn dat alle inwendige en/of uitwendige profielvlakken steunvlakken zijn waarop rollagers aangrijpen. Voordeel van een dergelijke uitvoering is dat vrij hoge lasten toch op soepele wijze verplaatst kunnen worden bij het telescoperen van de steunarm.

Ter bevestiging van de steunarm aan een bureaublad of een geschikte voet kan zijn voorzien dat het buitenste profiel uitwendig voorzien is van een langsgroef met ondergesneden dwarsdoorsnede geschikt voor het opnemen van een T-vormig bevestigingsorgaan.

Zoals genoemd kan de steunarm volgens de uitvinding uitgevoerd worden met meer dan twee profielen, bijvoorbeeld vier. Daarbij kan de steunarm over een vrij groot bereik in- en uitgeschoven worden.

Voor toepassingen waarbj niet van het gehele bereik gebruik gemaakt wordt, is voorzien dat het profiel met het kleinste dwarsdoorsnede oppervlak in t.o.v. het hem direkt omgevende profiel geheel ingeschoven toestand vergrendelbaar is.

Vervolgens zal de uitvinding verder toegelicht worden aan de hand van een uitvoeringsvorm.

Fig. 1 toont de steunarm volgens de uitvinding in uitgestoken stand.

Fig. 2 toont een gedeeltelijk zijaanzicht op grotere schaal volgens II-II in fig. 3.

Fig. 3 toont een doorsnede door de steunarm in ingeschoven stand.

De in de fig. 1 afgebeelde steunarm bestaat uit vier teles-coopdelen 1, 2, 3 en 4, alsmede een bevestigingvoet 5. Aan het vrije eind is de steunarm voorzien van een kop G, geschikt voor het ondersteunen van een plateau voor bijvoorbeeld een werkstation.

Zoals afgebeeld in fig. 2 en 3, zijn de telescoopdelen t.o.v. elkaar ondersteund door naaldlagers 7. Deze naaldlagers 7 bestaan uit naalden 8 die opgenomen zijn in een bed 9. In de afgebeelde uitvoering van de steunarm kunnen deze naalden afrollen over de schuingeplaatste wanden 10 met steunvlakken van de telescoopdelen 1 t/m 4. Deze telescoopdelen bezitten een achthoekig doorsnede, waarbij tussen de wanden 10 met steunvlakken telkens wanden 11 verlopen.

De naaldlagers 7 bevinden zich nu in vier hoeken van de profieldoorsnede. Voordeel hiervan is dat de wanden 11 van naburige profielen dicht naast elkaar kunnen verlopen, waardoor goede buig- en torsie-eigenschappen worden verkregen. Zoals afgebeeld in fig. 1 en 3 bezit de bevestigingsvoet 5 een bevestigingsorgaan 12, dat opneembaar is tussen twee L-vormige, naar elkaar gekeerde stroken 13 aan de onderzijde van telescoopdeel 4. Het bevestigingsorgaan 12 wordt in de door de twee stroken 13 gevormde ondergesneden sleuf vastgeklemd door middel van bouten 14, waarvan de kop opgenomen is in poot 15 van de bevestigingsvoet 5. Het telescoopdeel kan nu op een willekeurige plaats in zijn lengterichting vastgeklemd worden op de bevestigingsvoet 5.

Tenslotte is de bevestigingsvoet 5 voorzien van een niet nader gedetailleerde klem 16, waarmee hij aan de rand van een bureau of werktafel kan worden vastgezet.

In dit verband wordt opgemerkt dat de rollagers ook op wanden 11 zouden kunnen steunen. Verder is het mogelijk de rollagers, van het binnenste naar het buitenste profiel, telkens versprongen aan te brengen op de wanden 10, 11.

Claims (11)

1. Steunarm voorzien van telescoperende organen voor het in wezen horizontaal verplaatsbaar ondersteunen van een inrichting zoals een werkstation met het kenmerk dat de telescoperende organen bestaan uit profielen met een gesloten onregelmatige veelhoekige doorsnede.

2. Steunarm volgens conclusie 1 waarbij de profielen met elkaar samenwerken door middel van lagers die telkens aangrijpen op een paar bij verschillende profielen behorende steunvlakken met het kenmerk dat de lagers naaldlagers zijn en de profielen bestaan uit in omtreksrichting telkens onder een hoek in de zelfde richting ten opzichte van elkaar verlopende wanden, en dat de onderlinge afstand van de steunvlakken van elk paar gelijk is aan de naalddiameter.

3. Steunarm volgens conclusie 2 met het kenmerk dat elk profiel inwendig drie steunvlakken bezit en/of uitwendig drie steunvlakken bezit.

4. Steunarm volgens conclusie 2, met het kenmerk dat elk profiel inwendig vier steunvlakken bezit en/of uitwendig vier steunvlakken bezit.

5. Steunarm volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de profielen een achthoekige doorsnede bezitten, en in omtreksrichting bestaan uit afwisselend wanden met een steunvlak en wanden zonder steun-vlak, waarbij tegenover elkaar gelegen wanden zonder steunvlak per paar evenwijdig aan elkaar verlopen.

6. Steunarm volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de tegenover elkaar gelegen paren wanden met steunvlak evenwijdig aan elkaar verlopen.

7. Steunarm volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat één paar wanden zonder steunvlak horizontaal en één paar vertikaal verloopt.

8. Steunarm volgens conclusie 6, 7 of 8 met het kenmerk dat het profiel met het kleinste dwarsdoorsnede-oppervlak in omtreksrichting bestaat uit afwisselend telkens twee wanden met een steunvlak en één wand zonder steunvlak, waarbij het paar tegenover elkaar liggende steunvlakken vertikaal verloopt.

9. Steunarm volgens conclusie 2 met het kenmerk dat alle inwendige en/of uitwendige profielvlakken steunvlakken zijn waarop rollagers aangrijpen.

10. Steunarm volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het buitenste profiel uitwendig voorzien van een langsgroef r met ondergesneden dwarsdoorsnede geschikt voor het opnemen van een T-vormig bevestigingsorgaan.

11. Steunarro volgens één der voorgaande conclusies voorzien van meer dan twee profielen met het kenmerk dat het profiel met het kleinste dwarsdoorsnede oppervlak in t.o.v. het hem direkt omgevende profiel geheel ingeschoven toestand vergrendelbaar is.