NL8802790A - Voerbak met instelbare wand. - Google Patents

Voerbak met instelbare wand. Download PDF

Info

Publication number
NL8802790A
NL8802790A NL8802790A NL8802790A NL8802790A NL 8802790 A NL8802790 A NL 8802790A NL 8802790 A NL8802790 A NL 8802790A NL 8802790 A NL8802790 A NL 8802790A NL 8802790 A NL8802790 A NL 8802790A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
trough
adjustable wall
axis
animal
Prior art date
Application number
NL8802790A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Willem Van Veldhuisen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Willem Van Veldhuisen filed Critical Willem Van Veldhuisen
Priority to NL8802790A priority Critical patent/NL8802790A/nl
Publication of NL8802790A publication Critical patent/NL8802790A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/01Feed troughs; Feed pails

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Description

Titel: Voerbak met instelbare wand.
De uitvinding heeft betrekking op een voerbak voor ten minste één dier, omvattende: een trog; een boven de trog opgestelde instelbare wand die om een horizontale as draaibaar is bevestigd aan een ten opzichte van de voerbak vast bevestigingsgedeelte, en ten minste drie standen kan innemen, nl. een gesloten stand voor het afsluiten van de toegang tot de trog voor het dier, een gedeeltelijk geopende stand, en een geheel geopende stand.
In de gesloten stand kan het dier een bij de voerbak behorende trog niet bereiken, terwijl het voor een verzorger wel mogelijk is de trog te vullen of schoon te maken.
In de gedeeltelijk geopende stand heeft het dier toegang tot het voedsel in de trog, terwijl het mogelijk blijft om de trog bij te vullen.
In de geheel geopende stand heeft het dier ook toegang tot het voedsel in de trog, terwijl het voor de verzorger tevens mogelijk is om de kop van het dier te bereiken voor inspectie, of om het dier individueel te voeren.
Een dergelijke voerbak is algemeen bekend (zie fig. 1) . Hierbij is de bovenzijde van de instelbare wand draaibaar bevestigd aan het bevestigingsgedeelte. Hiermee zijn echter een aantal bezwaren verbonden. Wanneer de wand zich in de gedeeltelijk geopende stand bevindt, is de vrije ruimte tussen de onderzijde van de wand en de trog zo groot, dat het dier daar de tong of zelfs de snuit door kan steken. Voorts is het lastig om de wand te bewegen van de gedeeltelijk geopende stand naar de geheel gesloten stand wanneer een dier zich met de kop in de trog bevindt, omdat de bewegingsrichting van de wand schuin naar beneden is gericht. Verder wordt het als bezwaar ervaren dat, wanneer de wand zich in de geheel geopende stand bevindt, een aan de wand bevestigde handgreep zich voor de verzorger aan de achterzijde van de wand zal bevinden.
De uitvinding beoogt de bovengenoemde bezwaren op te heffen. Hiertoe is de instelbare wand volgens de uitvinding door middel van draaiarmen bevestigd aan het bevestigingsgedeelte. In een uitvoeringsvorm van de voerbak volgens de uitvinding is een eerste draaiarm met zijn ene uiteinde draaibaar bevestigd aan het bovengedeelte van de instelbare wand, terwijl het andere uiteinde van de eerste draaiarm draaibaar is bevestigd aan een eerste as van het bevestigingsgedeelte; en is een tweede draaiarm bij het ene uiteinde daarvan draaibaar bevestigd aan een tussengedeelte van de instelbare wand, terwijl het andere uiteinde van de tweede draaiarm draaibaar is bevestigd aan een tweede as van het bevestigingsgedeelte.
Het is hierbij van voordeel wanneer de tweede as van het bevestigingsgedeelte ten opzichte van de eerste as verticaal is verplaatst, zodat bij het verplaatsen van de wand van de gedeeltelijk geopende stand naar de geheel geopende stand een in hoofdzaak verticale verplaatsing van de wand wordt bereikt.
Het is hierbij van verder voordeel wanneer de tweede as van het bevestigingsgedeelte ten opzichte van de eerste as horizontaal is verplaatst, zodat bij het verplaatsen van de wand van de gedeeltelijk geopende stand naar de gesloten stand een in hoofdzaak horizontale verplaatsing van de onderrand van de wand wordt bereikt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de instelbare wand volgens de uitvinding voorzien van een fixeerorgaan dat voorzien is van tenminste drie grendelgedeelten, voor het in elk van de tenminste drie genoemde standen fixeren van de instelbare wand; en van een grendelorgaan dat in elk van de tenminste drie genoemde standen kan samenwerken met een corresponderend grendelgedeelte van het fixeerorgaan.
Het fixeerorgaan kan aan de tweede draaiarm zijn bevestigd, terwijl in een eenvoudige uitvoeringsvorm het fixeerorgaan en de tweede draaiarm volgens de uitvinding als een geheel zijn vervaardigd.
Opdat de instelbare wand door de verzorger van het dier met één hand ontgrendeld en geopend kan worden, zodat de verzorger de andere hand vrij heeft om bij voorbeeld voer toe te voegen, is de handgreep bij voorkeur draaibaar bevestigd aan de instelbare wand, en is de handgreep via een bewegings-omzetorgaan gekoppeld met het grendelorgaan.
In het hiernavolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht door beschrijving van een uitvoeringsvorm van de voerbak volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig.l een schematische doorsnede toont van een bekende voerbak; fig.2 een schematische doorsnede toont van een voerbak volgens de uitvinding; fig.3 een schematisch vooraanzicht toont van een voerbak volgens de uitvinding; en fig.4 een doorsnede toont van een handgreep en een grendelorgaan volgens de uitvinding.
In fig. 1 is een bekende voerbak weergegeven die in zijn algemeenheid is aangeduid met 20. Een wand 22 daarvan kan ten minste drie standen kan innemen, nl.: een gesloten stand 1 waarin een dier 14 een bij de voerbak 20 'behorende trog 12 niet kan bereiken terwijl het voor een niet weergegeven verzorger wel mogelijk is de trog 12 te vullen of schoon te maken; een gedeeltelijk geopende stand 2 waarin het dier 14 toegang heeft tot het voedsel in de trog 12 terwijl het voor de verzorger mogelijk blijft de trog 12 bij te vullen; en een geheel geopende stand 3 waarin het dier 14 ook toegang heeft tot het voedsel terwijl het voor de verzorger tevens mogelijk is om de kop 15 van het dier 14 te bereiken voor inspectie, of om het dier individueel te voeren. Daartoe is de wand 22 met de bovenzijde 25 draaibaar om een horizontale as 24 bevestigd aan één van een aantal vast opgestelde horizontale balken 11. Bij 13 is ruimte opengelaten tussen de horizontale balken 11, waar het dier 14 zijn kop 15 door kan steken om in de trog 12 aanwezig voer te bereiken.
Wanneer de wand 22 zich in de gesloten stand 1 bevindt, is de opening 13 afgesloten en kan het dier 14 de trog 12 niet bereiken.
Wanneer het de bedoeling is dat het dier 14 wel het in de trog 12 aanwezige voer kan bereiken, wordt de wand 22 door de verzorger in de gedeeltelijk geopende stand 2 gebracht. De opening 13 is dan door de wand 22 voldoende vrijgegeven, zodat het dier 14 zijn kop 15 door de opening 13 kan steken. Bij 16 is dan tussen de onderzijde 26 van de wand 22 en de trog 12 nog voldoende ruimte over om de trog 12 bij te vullen.
Wanneer de wand 22 zich in de geheel geopende stand 3 bevindt, is de opening 13 geheel vrij gegeven, en kan de verzorger de kop 15 van het dier 14 bereiken voor inspectie, of om het dier 14 individueel te voeren. Uit fig. 1 blijkt duidelijk dat dan echter een handgreep 23 zich voor de verzorger achter de wand 22 bevindt, zodat het voor de verzorger lastig zal zijn om de wand 22 weer in de stand 2 of 1 te brengen.
Tevens blijkt uit fig. 1 duidelijk dat, wanneer de wand 22 vanuit de gedeeltelijk geopende stand 2 naar de gesloten stand 1 moet worden gebracht, de bewegingsrichting van de wand 2 schuin naar beneden is gericht, zoals aangegeven met de pijl PI.
De ruimte 16 blijkt in de praktijk zo groot genoeg te zijn dat het dier 14 daar zijn tong of zelfs zijn snuit door kan steken,
In fig. 2 is de instelbare wand van een voorkeursuitvoeringsvorm van de voerbak volgens de uitvinding in zijn algemeenheid met 40 aangegeven. De wand 40 kan verkeren in een gesloten stand 41, een gedeeltelijk geopende stand 42, en een geheel geopende stand 43. Daartoe is een eerste draaiarm 51 en een tweede draaiarm 52 aanwezig. De eerste draaiarm 51 is met zijn eerste uiteinde 53 draaibaar bevestigd aan de bovenzijde 45 van de wand 40, terwijl het tweede uiteinde 55 van de eerste draaiarm 51 draaibaar is bevestigd aan een eerste as 57 van het bevestigingsgedeelte. De tweede draaiarm 52 is met zijn eerste uiteinde 54 draaibaar bevestigd aan een tussengedeelte 47 van de wand 40, terwijl het tweede uiteinde 56 van de tweede draaiarm 52 draaibaar is bevestigd aan een tweede as 58 van het bevestigingsgedeelte. De tweede as 58 van het bevestigingsgedeelte is ten opzichte van de eerste as 57 van het bevestigingsgedeelte verticaal verplaatst over een afstand Si, en horizontaal verplaatst over een afstand S2. Wanneer de wand 40 zich in de gesloten stand 41 bevindt, is de opening 13 afgesloten en kan een niet weergegeven dier de trog 12 niet bereiken.
Wanneer het de bedoeling is dat het dier wel het in de trog 12 aanwezige voer kan bereiken, wordt de wand 40 door de verzorger in de gedeeltelijk geopende stand 42 gebracht. De opening 13 is dan door de wand 40 voldoende vrijgegeven. Bij 36 is dan tussen de onderzijde 46 van de wand 40 en de trog 12 nog voldoende ruimte over om de trog 12 bij te vullen, terwijl die ruimte te klein is voor het dier om daar met zijn tong of snuit door te kunnen.
Ook wanneer de wand 40 zich in de geheel geopende stand 43 bevindt, bevindt een handgreep 44 zich voor de verzorger aan de voorkant van de wand 40, zodat het voor de verzorger gemakkelijk zal zijn om de wand 40 weer in de stand 42 of 41 te brengen.
Tevens blijkt uit fig. 2 duidelijk dat, wanneer de wand 40 vanuit de gedeeltelijk geopende stand 42 naar de gesloten stand 41 moet worden gebracht, de bewegingsrichting van de onderzijde 46 van de wand 42 ter plaatse van de trog 12 hoofdzakelijk horizontaal is gericht, zoals aangegeven met de pijl P2.
Aan de tweede draaiarm 52 is een fixeerorgaan 60 aangebracht, dat dient voor het in elk van de drie standen 41,42,43 fixeren van de instelbare wand 40.
In fig. 3 is een schematisch vooraanzicht van de wand volgens de uitvinding gegeven. Horizontale balken 48 strekken zich tussen verticale balken 49, die zich bijvoorbeeld 4 m uit elkaar kunnen bevinden. Een rechthoekige buis 70 is in hoofdzaak centraal in de instelbare wand 40 verticaal opgesteld. De tweede draaiarm 52 is in tweevoud uitgevoerd, en bevindt zich aan weerszijden van de rechthoekige buis 70 en is daarmee draaibaar verbonden. De eerste draaiarm 51 is in viervoud uitgevoerd, waarbij twee draaiarmen 51i, 512 zich aan weerszijden van de rechthoekige buis 70 bevinden, en twee draaiarmen 513/51$ zich bij de uiteinden van de wand 40 bevinden en draaibaar zijn bevestigd aan de verticale balken 49. De tweede uiteinden 55ι, 552/553,554 van de eerste draaiarmen 51i, 512,513,514 zijn bevestigd aan een zich horizontaal uitstrekkende ronde balk 71 die draaibaar gehouden is in een bus 72. De bus 72 is door middel van een frame 73, 74, 75 star verbonden met de horizontale balken 11. Zoals in fig. 3 is weergegeven, strekt het fixeerorgaan 60 zich verticaal uit aan weerszijden van de rechthoekige buis 70. Het fixeerorgaan 60 is voorzien van grendelgedeelten 61, 62 en 63, die de vorm hebben van uitsparingen in een cirkelvormig wandgedeelte 64 waarvan het centrum samenvalt met het draaipunt 65 dat gedefinieerd wordt door het bevestigingspunt van de tweede draaiarm 52 aan de buis 70.
Een in hoofdzaak cylindrisch grendelorgaan 66 strekt zich horizontaal uit in de rechthoekige buis 70. Het grendelorgaan 66 steekt aan weerszijden van de rechthoekige buis 70 uit door in de zijwanden 76 van de rechthoekige buis 70 gevormde, in de lengterichting van de buis 70 georiënteerde sleufgaten 67. Wanneer het grendelorgaan 66 zich onder in de sleufgaten 67 bevindt, is het grendelorgaan niet in aanraking met het fixeerorgaan 60, en kan de wand 40 verplaatst worden. Door een veer 80 wordt, zoals onderstaand onder verwijzing naar fig. 4 nader zal worden beschreven, constant een in de lengterichting van de buis 70 gerichte kracht uitgeoefend op het grendelorgaan 66, dat daardoor bij het verplaatsen van de wand 40 voortdurend in aanraking zal worden gehouden met het cirkelvormige randgedeelte 64 van het fixeerorgaan 60.
Wanneer de wand 40 één van de standen 41, 42 of 43 heeft bereikt, zal het grendelorgaan 66 onder invloed van de omhoog gerichte kracht van de veer 80 in de respectieve uitsparing 61, 62 of 63 van het cirkelvormige randgedeelte 64 worden gebracht. Hierdoor is de draaiende beweging van de rechthoekige buis 70 en de tweede draaiarmen 52 ten opzichte van elkaar om het draaipunt 65 geblokkeerd, en is de wand 40 effectief gefixeerd in de betreffende stand.
Wanneer de wand uit de aldus gefixeerde stand moet worden gehaald, moet het grendelorgaan 66, tegen de kracht van de veer 80 in, uit de betreffende uitsparing van het cirkelvormige randgedeelte 64 worden gehaald. Hiertoe is de handgreep 44 door middel van lagerbussen 81, 82 draaibaar gelagerd in de rechthoekige buis 70, zoals weergegeven in fig. 4. De handgreep 44 is via een bewegingsomzetorgaan 90 gekoppeld met het grendelorgaan 66, welk bewegingsomzetorgaan 90 een draaiende beweging van de handgreep 44 omzet in een lineaire beweging van het grendelorgaan 66. Het bewegingsomzetorgaan 90 omvat daartoe een aan de handgreep 44 bevestigd cylindrisch gedeelte 91, waarvan de as evenwijdig aan de draaias van de handgreep 44 is gericht en daar ruimtelijk van gescheiden is. Verder omvat het bewegingsomzetorgaan 90 een langwerpig gedeelte 92 voorzien van een kamer 93. Het langwerpig gedeelte 92 is verbonden met het grendelorgaan 66. De hoogte van de kamer 93 is slechts een weinig groter dan de diameter van het cylindrisch gedeelte 91, waardoor het langwerpig gedeelte 92 met het grendelorgaan 66 in verticale richting niet verder kan bewegen dan de speling tussen de kamer 93 en het cylindrisch gedeelte 91 toelaat. Onder het langwerpig gedeelte 92 is een steunorgaan 94 bevestigd aan de rechthoekige buis 70. De genoemde veer 80 steunt enerzijds tegen het steunorgaan 94, en anderzijds tegen de onderzijde van het langwerpig gedeelte 92, en oefent daardoor een omhoog gerichte kracht uit op het langwerpig gedeelte 92 en daarmee op het grendelorgaan 66, en tevens via de kamer 93 op het cylindrisch gedeelte 91. Wanneer aan de handgreep 44 wordt gedraaid, zal door het cylindrisch gedeelte 91, vanwege de excentrische opstelling daarvan ten opzichte van de handgreep 44, een kracht op de kamer 93 en daarmee op het langwerpig gedeelte 92 en het grendelorgaan 66 worden uitgeoefend waarvan de richting tegengesteld is aan die van de kracht die door de veer 80 wordt uitgeoefend. Hierdoor wordt het grendelorgaan 66 naar beneden bewogen en wordt de wand 40 vrijgegeven. In fig. 4 is de situatie weergegeven waarin het grendelorgaan 66 zich in de onderste stand bevindt.
Het zal duidelijk zijn dat het voor een deskundige mogelijk zal zijn om modificaties of wijzigingen aan te brengen aan de weergegeven instelbare wand volgens de uitvinding, zonder de uitvindingsgedachte en de beschermingsomvang van de uitvinding te verlaten. Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn om een ander aantal draaiarmen toe te passen, bijvoorbeeld ter verhoging van de stabiliteit, terwijl er ook meerdere bussen 72 aanwezig kunnen zijn.
Ook zal het mogelijk zijn de posities van de draaiarmen ten opzichte van elkaar en/of ten opzichte van de bevestigingspunten te veranderen. Wanneer tweede draaiarmen 52 aan de uiteinden van de instelbare wand 40 worden aangebracht, en wanneer deze tweede draaiarmen 523 met elkaar worden verbonden, kan de ronde balk 71 en de bus 72 vervallen en kan worden volstaan met twee onafhankelijke eerste draaiarmen 51. In dat geval is het ook eenvoudig mogelijk de tweede draaiarmen 52 van de instelbare wanden 40 van naburige voerbakken met elkaar te koppelen, waarbij dan slechts één van de instelbare wanden 40 voorzien hoeft te zijn van een handgreep met grendelorganen.

Claims (8)

1. Voerbak voor tenminste één dier, omvattende: een trog; een boven de trog opgestelde instelbare wand die om een horizontale as draaibaar is bevestigd aan een ten opzichte van de voerbak vast bevestigingsgedeelte, en ten minste drie standen kan innemen, nl. een gesloten stand voor het afsluiten van de toegang tot de trog voor het dier, een gedeeltelijk geopende stand, en een geheel geopende stand; met het kenmerk dat de instelbare wand door middel van draaiarmen is bevestigd aan het bevestigingsgedeelte.
2. Voerbak volgens conclusie 1, met het kenmerk: dat een eerste draaiarm met zijn ene uiteinde draaibaar is bevestigd aan het bovengedeelte van de instelbare wand, terwijl het andere uiteinde van de eerste draaiarm draaibaar is bevestigd aan een eerste as van het bevestigingsgedeelte; dat een tweede draaiarm bij het ene uiteinde daarvan draaibaar is bevestigd aan een tussengedeelte van de instelbare wand, terwijl het andere uiteinde van de tweede draaiarm draaibaar is bevestigd aan een tweede as van het bevestigingsgedeelte.
3. Voerbak volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de tweede as van het bevestigingsgedeelte ten opzichte van de eerste as verticaal is verplaatst.
4. Voerbak volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de tweede as van het bevestigingsgedeelte ten opzichte van de eerste as horizontaal is verplaatst.
5. Voerbak volgens tenminste één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door: een fixeerorgaan dat voorzien is van tenminste drie grendelgedeelten, voor het in elk van de tenminste drie genoemde standen fixeren van de instelbare wand; en - een grendelorgaan dat in elk van de tenminste drie genoemde standen kan samenwerken met een corresponderend grendelgedeelte van het fixeerorgaan.
6. Voerbak volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het fixeerorgaan is bevestigd aan de tweede draaiarm.
7. Voerbak volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het f ixeerorgaan en de tweede draaiarm als een geheel zijn vervaardigd.
8. Voerbak volgens ten minste één der conclusies 5 t/m 7, waarbij de instelbare wand is voorzien van een handgreep, met het kenmerk dat de hangreep draaibaar is bevestigd aan de instelbare wand, en dat de handgreep via een bewegingsomzet-orgaan gekoppeld is met het grendelorgaan.
NL8802790A 1988-11-14 1988-11-14 Voerbak met instelbare wand. NL8802790A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802790A NL8802790A (nl) 1988-11-14 1988-11-14 Voerbak met instelbare wand.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802790A NL8802790A (nl) 1988-11-14 1988-11-14 Voerbak met instelbare wand.
NL8802790 1988-11-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802790A true NL8802790A (nl) 1990-06-01

Family

ID=19853214

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802790A NL8802790A (nl) 1988-11-14 1988-11-14 Voerbak met instelbare wand.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8802790A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2915347A1 (fr) * 2007-04-24 2008-10-31 Buvette Soc Par Actions Simpli Dispositif de recouvrement escamotable de mangeoire pour animaux d'elevage

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2915347A1 (fr) * 2007-04-24 2008-10-31 Buvette Soc Par Actions Simpli Dispositif de recouvrement escamotable de mangeoire pour animaux d'elevage

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006286C2 (nl) Hangtransportsysteem voor geslachte kippen of ander pluimvee.
US6394031B1 (en) Nest arrangement for poultry
JP7109555B2 (ja) ハーベスタ用の選別ベルトユニットならびに付属のフラップユニット
EP0988787B1 (fr) Dispositif d'alimentation d'animaux tels que des volailles
NL9201902A (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL9000836A (nl) Inrichting voor het positioneren van dieren.
NL8802790A (nl) Voerbak met instelbare wand.
US2309997A (en) Stock feeder
NL9000107A (nl) Voerhek.
US1610220A (en) Collapsible perch for poultry nests
US1257638A (en) Hog-feeder.
NL1007632C1 (nl) Centraal bedienbare 3-standen vergrendeling voor zelfsluitende achterdeuren van voerligboxen.
KR200441221Y1 (ko) 우사용 자동 목걸이틀
US3623456A (en) Chute gate
NL2000788C2 (nl) Voedersysteem voor in een opfokstal voor kuikens.
US1491210A (en) Poultry-feeding device
NL8402323A (nl) Ploeg.
US3269359A (en) Triple grate feeding guard
US1287867A (en) Poultry-feeding device.
NL194385C (nl) Zelfvangend in hoofdzaak verticaal opgesteld voerhek voor vee.
NL8000505A (nl) Voerhek voor veestallen.
NL8700891A (nl) Voederrek.
NL1015228C2 (nl) Inrichting voor het mesten van dieren, in het bijzonder kalveren.
EP0233306B1 (de) Geflügeltränke, insbesondere Taubentränke
US1933926A (en) Chicken feeder

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed