NL8802738A - Inrichting voor het bereiden van een wrongelstuk. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het bereiden van een wrongelstuk.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van een wrongelstuk door het draineren van een mengsel van wei en wrongel in een opstaande kolom, gevormd door een permeabele huls met een ronde of rechthoekige doorsnede, waarbij één of meer hulzen met enige tussenruimte is (zijn) omgeven door een op een werktafel aangebrachte koker, verder omvattende middelen aan het ene einde van de huls boven of onder de werktafel voor het toevoeren van het wei/wrongelmengsel en middelen aan het andere einde van de huls onder resp. boven de werktafel voor het opnemen en afvoeren van een gedraineerd en geëxtrudeerd wrongelstuk, waarbij de vrije ruimte tussen de huls (hulzen) en de koker is onderverdeeld in enkele boven elkaar gelegen compartimenten met behulp van afdichtende tussenschotten en elk compartiment is voorzien van aansluitingen voor de toe- en afvoer van wei resp. reinigingsvloeistof.

Een dergelijke inrichting is in verschillende uitvoeringen bekend, waarbij men kan onderscheiden een systeem λ ίι k met een toevoer van het wei/wrongelmengsela,v\ boveneinde van de permeabele huls en een systeem waarbij deze toevoer aan het onderste einde van de huls geschiedt. In elk van deze bekende inrichtingen moeten de hulzen af en toe uit de machine worden verwijderd voor inspectie en reinigingsdoeleinden of voor vervanging. Aangezien de lengte van elke huls meestal tenminste 2 meter en soms zelfs 3 a 3,5 meter bedraagt, moet de dakhoogte van de fabriek dienovereenkomstig bepaald worden, aangezien anders een losnemen van de hulzen complicaties oplevert.

De uitvinding beoogt in dit opzicht een vereenvoudiging te verschaffen, hetgeen wordt bereikt doordat de huls (hulzen) gelegen binnen eenzelfde koker, een vast samenstel vormt (vormen) met de tussenschotten en met deze koker, waarbij het aldus gevormde samenstel losneembaar op de werktafel is bevestigd en ook de aansluitingen van de compartimenten voorzien zijn van losneembare koppelingen.

Door deze maatregelen kan een geringe dakhoogte nooit een belemmering vormen voor het losnemen van de hulzen, aangezien het gehele samenstel zijwaarts kan worden verplaatst en kan worden gekanteld. Een belangrijk bijkomend voordeel is nog dat de steeds dreigende bacteriële infectie binnen de afdichtingen van de tussenschotten met de buitenomtrek van de huls wordt verminderd aangezien het bij een losgenomen samenstel gemakkelijker is nauwkeurig aandacht te geven aan deze afdichtingsplaats.

De voorgaande en nog verdere kenmerken van de nieuw voorgestelde inrichting zullen nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die enkele varianten van deze inrichting toont.

Fig. 1 is een vereenvoudigd zij-aanzicht van de inrichting.

Fig. 2 is een horizontale doorsnede volgens de lijn 11-331 in fig. 1, met een cilindrisch gevormde permeabele huls.

Fig. 3 is een soortgelijke doorsnede als fig. 2, waarbij de koker inwendig is voorzien van drie rechthoekig gevormde hulzen.

Fig. 4 is een horizontale doorsnede volgens de lijn IV-Jx in fig. 1 waarin de vensterconstructie op vergrote schaal wordt getoond, gedeeltelijk in doorsnede en in aanzicht.

Fig. 5 geeft een beeld op aanzienlijk vergrote schaal van het detail V aangegeven in fig. 1.

Fig. 6 geeft een vergroot beeld van de richtpen die zichtbaar is in de rechterbovenhelft van fig. 2.

De inrichting afgeheeld in fig. 1 is opgebouwd uit een permeabele huls 1 die met enige tussenruimte is gevat in een koker 2 welke is aangebracht op een werktafel 3. Aan het bovenste einde van de huls 1 en de koker 2 zijn middelen 4 aanwezig voor het toevoeren van een mengsel van wei en wrongel. Aan het onderste einde van de huls 1, in een gebied onder de werktafel 3 zijn middelen 5 aanwezig voor het opnemen en afvoeren van een gedraineerd en geëxtrudeerd wrongelstuk. Deze middelen 5 bestaan, zoals beschreven in de samenhangende octrooiaanvrage 88 02715 (dossier 88 5152) uit een hulpkorf 6 een duworgaan 7 en een plateau 8. De vrije ruimte tussen de huls 1 en de koker 2 is onderverdeeld in enkele boven elkaar gelegen compartimenten 9 met behulp van afdichtende tussenschotten 10. Elk compartiment 9 is voorzien van aansluitingen 11, 12 voor de toevoer en de afvoer van wei resp. reinigingsvloeistof. De doorsnede volgens fig..2 toont dat een enkele cilindrische huls 1 binnen de koker 2 kan zijn aangebracht, terwijl fig. 3 laat zien dat er ook enkele hulzen 1' met bijvoorbeeld rechthoekige vorm binnen de koker 2 kunnen zijn opgesteld.

De huls 1 resp. de hulzen 1', gelegen binnen eenzelfde koker 2 vormen een vast samenstel 13 met de tussenschotten 10 en met deze koker. Het aldus gevormde samenstel is losneembaar op de werktafel 3 bevestigd waarbij ook de aansluitingen 11, 12 van de compartimenten 9 voorzien zijn van (niet afgebeelde) losneembare koppelingen, bijvoorbeeld van het type gebruikelijk bij pijpkoppelingen. Voor dit doel is elk samenstel 13 nabij een rand van de koker 2 voorzien van een flens 14. Deze flens kan met behulp van enige drukstukken 15, ook wel kikkerplaten genaamd, op de werktafel 3 worden bevestigd, zie fig. 5.

Uit de figuren 1 en 5 blijkt dat de koker 2 welke hoofdzakelijk boven de werktafel 3 ligt, zich ook iets onder deze tafel 3 uitstrekt. Hiertoe is deze tafel voorzien van een opening 16 waarbij de flens 14 een neerwaarts gerichte verdikking vertoont die past in de opening 16. De juiste stand van het samenstel 13 d.w.z. van de koker 2 op de werktafel 3 wordt verzekerd door de aanwezigheid op de werktafel 3 van een richtpen 17, zichtbaar in de figuren 2 en 6 welke pen passend kan steken in een uitsparing 18 in de flens 14. Fig. 2 toont de aanwezigheid van een viertal kikkerplaten 15 die worden aangedrukt met behulp van een moer 19 die samenwerkt met een schroefdraadpen 20.

In de wand van de koker 2 is in elk compartiment 9 een van buitenaf losneembare vensterconstructie 21 aanwezig, zie fig. 1. Deze constructie is in fig. 4 nader gedetailleerd weergegeven en bestaat uit een bijvoorbeeld cirkelvormige sponning 22 die inwendig is voorzien van een glasplaat 23 welke kan worden aangedrukt door een ring 24. Met deze vensterconstructie is het mogelijk het verloop van de drainage van de zich binnen de huls 1 bevindende wei/wrongelkolom te volgen, terwijl tijdens een reinigingsfase (via de toe- en afvoer 11, 12) eveneens een beeld kan worden verkregen van de toestand binnen elk compartiment 9.

De aansluitingen 11 en 12 in elk compartiment 9 monden tangentiaal uit langs de wand van de koker 2 hetgeen vooral van belang is voor de periodiek uit te voeren reiniging met behulp van natronloog of salpeterzuur. Een dergelijke reiniging is in dit type machine noodzakelijk door het steeds dreigende gevaar van bacteriegroei in dode hoeken en kieren van de compartimenten 9 uit het samenstel 13.

De losneembaarheid van het samenstel 13, zoals beschreven aan de hand van fig. 5, houdt verband met de wens van de gebruiker van de machine tot het verwisselen of inspecteren van de huls 1 resp. de hulzen 1'. Deze hulzen zijn betrekkelijk kwetsbaar door hun geringe dikte (bijvoorbeeld 0,8 mm) terwijl vaak ook een TEFLON bekleding wordt toegepast aan de binnenwand van de huls. Tot dusver kon deze huls slechts in bovenwaartse richting uit de koker 2 worden verwijderd, hetgeen de aanwezigheid van voldoende vrije ruimte boven deze koker noodzakelijk maakt. Het gaat daarbij om een hulslengte van vaak 2 meter en soms zelf 3 meter, zodat de aanwezigheid van een zeer hoge dak- of plafondconstructie vereist is. Met behulp van het thans gepresenteerde voorstel,

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het bereiden van een wrongelstuk door het draineren van een mengsel van wei en wrongel in een opstaande kolom, gevormd door een permeabele huls met een ronde of rechthoekige doorsnede, waarbij één of meer hulzen met enige tussenruimte is (zijn) omgeven door een op een werktafel aangebrachte koker, verder omvattende middelen aan het ene einde van de huls, boven of onder de werktafel voor het toevoeren van het wei/wrongelmengsel en middelen aan het andere einde van de huls onder resp. boven de werktafel voor het opnemen en afvoeren van een gedraineerd en geëxtrudeerd wrongelstuk, waarbij de vrije ruimte tussen de huls (hulzen) en de koker is onderverdeeld in enkele boven elkaar gelegen compartimenten met behulp van afdichtende tussenschotten en elk compartiment is voorzien van aansluitingen voor de toe- en afvoer van wei, resp. reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat de huls (hulzen) (1, 1') gelegen binnen eenzelfde koker (2), een vast samenstel (13) vormt (vormen) met de tussenschotten (10) en met deze koker en dat het aldus gevormde samenstel losneembaar op de werktafel (3) is bevestigd, waarbij ook de aansluitingen (11, 12) van de compartimenten (9) voorzien zijn van losneembare koppelingen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk samenstel (13) van koker met huls (hulzen) (1, 1') nabij een rand van de koker (2) is voorzien van een flens (14) die met behulp van enige drukstukken (15) op de werktafel (3) kan worden bevestigd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de werktafel (3) ter plaatse van de kokerflens (14) is voorzien van een richtpen (17) die passend kan steken in een uitsparing (18) van deze flens.

Claims (2)

1. 4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de kokerwand (2) van elk compartiment (9) een van buitenaf losneembare vensterconstructie (21) aanwezig is.
2. 5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluitingen (11, 12) van elk compartiment (9) tangentiaal langs de kokerwand (2) uitmonden.