NL8802624A - Verbindingsconstructie voor het verbinden van wandpanelen tot een doosvormige behuizing. - Google Patents

Description

Verbindingsconstructie voor het verbinden van wandpanelen tot een doosvormigebehuizing.

De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsconstructie voor het verbinden van wandpanelen tot een doosvormige behuizing.

Een specifiek toepassingsgebied van dergelijke doosvormige en in het algemeen transporteerbare behuizingen is de behuizing van de elektronische apparatuur die deel uitmaakt van een wapensysteem. Een dergelijke behuizing staat bekend als een "shelter". Vanwege zijn specifieke kwaliteiten is de "shelter" evenzeer geschikt als werkplaats voor allerhande niet-militaire activiteiten. In de afgelopen 15 tot 20 jaren is er een aanzienlijke markt voor dergelijke doosvormige cabines of behuizingen ontstaan. In het bijzonder voor de bovengenoemde toepassingen moeten de constructie en de uitvoering van de behuizing voldoen aan militaire productspecificaties zoals bijvoorbeeld te vinden zijn in de Amerikaanse pub!ikatie MIL-STD-907B, gedateerd 9 september 1985 en getiteld "Military Standard Engineering and Design Criteria for Shelters Expandable en non Expandable". De daarin genoemde eisen worden bepaald door de veelsoortige operationele omstandigheden waarin een wapensysteem kan komen te verkeren. Enerzijds hebben deze eisen betrekking op de afscherming van elektromagnetische straling, in het bijzonder hoogfrequente straling, blikseminslag en omstandigheden s amenhangend met nuclear/bacteriologische/chemische oorlogsvoering. Anderzijds zijn deze eisen gericht op de mechanische constructie van de doosvormige behuizing waarbij in sterke mate wordt gestreefd naar een standaardisatie van vergelijkbare behuizingen. In verband met de mechanische eisen wordt erop gewezen dat een dergelijke doosvormige behuizing geschikt moet zijn voor transport over de weg en door de lucht. De gehele shelter moet met inbegrip van de daarin aanwezige inhoud kunnen worden opgetild en vastgesjord.

Het toepassen van dergelijke doosvormige behuizingen of shelters binnen militaire omgevingen wordt onder andere beschreven in Military Technology, juli 1987, blz. 26-35 en Wehr Technik, februari 1987, blz. 26-32. Octrooi publicaties die relevante stand der techniek beschrijven zijn onder anderen US 3,862,297, US 3,988,969, US 4,691,483, US 4,748,790, GB 2,194,682 en GB 2,194,683.

Uit de genoemde publicaties valt af te leiden dat de huidige generatie van dergelijke doosvormige behuizingen, of shelters, die aan de hoogste militaire eisen voldoen, in het algemeen zijn opgebouwd uit vlakke panelen bestaande uit een kern van geschuimd kunststofmateriaal met een dikte van enkele centimeters (bijvoorbeeld 5 cm) tussen twee dunne metalen of gemetalliseerde kunststofplaten. De panelen hebben bij voorkeur geen montagedelingen. Met andere woorden elke wand van een dergelijke shelter wordt gevormd door een integraal Ongedeeld paneel.

De aan de zijkanten van de shelter op elkaar aansluitende panelen wor- den onderling verbonden met behulp van geextrudeerde randprofielen. Om de elektrische systemen in de shelter door middel van een kooi van Faraday te beveiligen tegen externe invloeden worden de buitenoppervlakken van de panelen via deze randprofielen zodanig met elkaar verbonden dat er een elektrisch geleidende verbinding tot stand komt zodanig dat een geheel gesloten elektrisch geleidend oppervlak op de shelter wordt gerealiseerd. Eenzelfde verbinding komt eveneens tot stand op het binnenoppervlak van de panelen.

Om een koude brug te voorkomen wordt het profiel dat wordt gebruikt voor het verbinden van de buitenoppervlakken warmtetechnisch geïsoleerd gehouden van het randprofiel dat de verbinding met de binnen-oppervlakken realiseert. De verdere keuze van verbindingsmiddelen waarmee wandpanelen en randprofielen aan elkaar worden vastgezet wordt gedomineerd door de eisen waaraan de behuizing moet voldoen wat betreft de sterkte, vormvastheid, gasdichtheid, thermische isolatie en dergelijke. Uit de literatuurgegevens blijkt dat de gestelde eisen zo hoog zijn dat een combinatie van gelijmde en geklonken verbindingen een optimale keuze lijkt te vormen. De toegepaste hoogwaardige lijmtypen zijn veelal gelijk aan de lijmtypen die in de vliegtuigbouw worden gebruikt. Een bezwaar van gelijmde verbindingen is dat door de dikte van de lijm-laag er geen sprake is van metallisch contact tussen het metalen of gemetalliseerde wandoppervlak van een paneel en het randprofiel waarmee de verbinding naar een aangrenzend paneel wordt gerealiseerd. Het contact moet derhalve tot stand worden gebracht door het aanbrengen van een voldoende aantal metalen treknagels in de lijmstroken aan de binnen- en buitenzijde van de behuizing. Het aanbrengen van de treknagels bij de gebruikelijke buitenafmetingen van militaire shelters van 2,5 x 2,5 x 7 meter op een dubbele rij met een steek van 50 mm is een zeer arbeidsintensief karwei. Een tweede bezwaar van de lijmverbinding is dat er door de ruimte die de lijmlaag inneemt een zekere spleet is tussen de metalen buitenlaag van een paneel en het metalen randprofiel hetgeen leidt tot een lekkage in de kooi van Faraday. Eenzelfde tekortkoming vertoont ook een verbinding die geheel met behulp van bouten is gerealiseerd omdat tussen de opeenvolgende bouten over het algemeen vervorming van het materiaal zal optreden. Vergroting van het aantal bouten of treknagels zal weliswaar de afdichting verbeteren maar leidt ook tot een aanzienlijk arbeidsintensievere montage.

De spleet die door een lijmverbinding ontstaat kan nog verder worden afgeschermd door op de overgang tussen het randprofiel en het metalen oppervlak van een paneel zowel aan de buitenzijde als aan de binnenzijde na een zorgvuldige voorbehandeling van het metaaloppervlak bijvoorbeeld een elektrisch geleidende kunststofpasta op te brengen.

Een bekend middel in dit verband is de pasta van het type Eccoshield VY-NN van Emerson and Cuming Europe N.V..

Bij een verbinding die geheel met behulp van bouten is gerealiseerd, zal deze pasta in de voeg zijn aangebracht. De overgang tussen de randprofielen en de eigenlijke panelen dienen ook goed te zijn afgedicht om het blanke metaal te beschermen tegen het corrosieve milieu waarin de hel ter is geplaatst.

Een op deze wijze opgebouwde kooi van Faraday bezit over het algemeen een afdoende bescherming voor hoogfrequente elektromagnetische energie van het type, dat geproduceerd wordt door radio-installaties, radarinstallaties en dergelijke. De elektromagnetische energie die vrijkomt bij nucleaire explosies of aanwezig is in de energierijke hoog frequente radar die gebruikt wordt als volgradar van militaire doelen, zal echter door vo orkomende, kleine spleten die de pasta-verbinding overlaat, heendringen. Kleine openingen kunnen tijdens de levensloop van de shelter ontstaan door loslatingen van de pasta. De doordringende energie zal moeten worden gedempt. De demping van EMP-energie, de energie die vrijkomt bij nucleaire explosies, zal echter onvoldoende zijn om te verhinderen dat een deel van deze energie door de spleet heen dringt. Dit doordringende deel zal nog verder moeten worden gedempt' door de inwendige constructie van het paneel. Een afdoende demping daarvan is alleen te verwachten als zich in het paneel een labyrinth bevindt. Labyrinth-achtige constructies zijn bijvoorbeeld bekend uit de al genoemde Britse publikaties GB 2,194,682 en 2,194,683.

Uit de bovengenoemde literatuurplaatsen blijkt verder duidelijk dat over het algemeen dergelijke shelters voorzien zijn van hoekpunt-elementen die enerzijds dienst doen voor het onderling koppelen van de randprofielen die in elk hoekpunt bij elkaar komen en die verder voorzien zijn van hijsogen of bevestigingsdelen waarmee de shelter als geheel kan worden opgehesen, getransporteerd enz. De hijsogen zijn in het algemeen op verzonken wijze aangebracht. De constructie als geheel moet zodanig zijn dat een voorgeschreven uitwendige proefbelasting op enig hoekpuntdeel geen permanente schade aan de constructie van de behuizing nalaat.

Gelet op de relatief arbeidsintensieve montage van de op zichzelf bekende shelters is het een eerste doel van de uitvinding een verbin-dingsconstructie te verschaffen voor voorgefabriceerde wandpanelen en randprofielen waarmee de benodigde montagetijd en daarmee de verblijfstijd binnen een assemblagelijn aanmerkelijk kan worden bekort. Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbindingsconstructie tussen wandpanelen en randprofielen waarbij in principe geen lijmverbindingen, bouten of treknagels nodig zijn. Een derde doel van de uitvinding is het verschaffen van een zodanige verbindingsconstruc-tie dat niet alleen een mechanisch stevige, gasdichte en thermisch geïsoleerde, doosvormige behuizing kan worden gerealiseerd maar tevens een goed geleidende dubbele kooi van Faraday kan worden gevormd waarin geen mogelijke lekkageposities aanwezig zijn.

Een vierde doel van de uitvinding is het thermisch isoleren van de binnenwand ten opzichte van de buitenwand. De isolatie is nodig om ongeacht de buitentemperatuur een bepaalde temperatuur in de shelter te handhaven.

Een vijfde doel van de uitvinding is een demonteerbare shelter te verschaffen. Deze eigenschap kan van belang zijn bij vervanging van beschadigde delen of indien bijvoorbeeld een gesloten wand moet worden vervangen door een wand met een deur of een luik.

Aan deze doelstellingen wordt volgens de uitvinding voldaan door een verbindingsconstructie voor het verbinden van wandpanelen tot een doosvormige behuizing, welke panelen bestaan uit rechthoekige vlakke platen met een kern uit elektrisch niet-geleidend materiaal met twee tegenover elkaar liggende hoofdoppervlakken en over randvlakken waarbij op elk der hoofdoppervlakken een laag uit elektrisch geleidend materiaal is aangebracht, terwijl in de randvlakken een evenwijdig met de genoemde hoofdoppervlakken verlopende groef is aangebracht waarvan de groefwanden schuin verlopen zodanig dat de beide hoofdoppervlakken van elke plaat langs de randen elk eindigen in een wigvormig randgedeelte, welke panelen twee aan twee met elkaar moeten worden verbonden door middel van twee L-profielen uit elektrisch geleidend materiaal waarvan de uiteinden van beide benen zijn voorzien van een groef waarvan de doorsnedevorm is aangepast aan de vorm van de genoemde wigvormige rand-gedeelten, waarbij voor het tot stand brengen van de verbinding tussen twee panelen de genoemde wigvormige randgedeelten van de panelen in de groeven in de uiteinden van de benen van twee geschikt gedimensioneerde L-profielen worden geschoven en vervolgens de panelen met vooraf be- paalde kracht in de genoemde groeven in de L-profielen worden gedrukt.

Door de toepassing van wigverbindingen ontstaat een stabiele, stevige constructie en wordt een goed lekvrij contact verkregen tussen de elektrisch geleidende lagen en de L-profielen.

Er wordt op gewezen dat op zichzelf het gebruik van wigverbindingen al bekend is bijvoorbeeld uit US 3.190.408 en US 3.246.072.

In US 3.190.408 wordt gebruik gemaakt van een afzonderlijk wigpro-fiel dat tezamen met de paneel rand in een groef van een verbindings-lijst wordt geperst. De in figuur 7 van de genoemde publikatie getoonde dubbelwandige hoekverbinding maakt gebruik van een integraal gevormde hoeklijst waarmee afzonderlijke panelen op afstand van elkaar gemonteerd kunnen worden. De constructie is niet geschikt om een dubbele kooi van Faraday te vormen.

In US 3.246.072 is sprake van een enkele wigverbinding, gepositioneerd op de hartlijn van de kern van de panelen, terwijl verdere bevestigingsmiddelen nodig zijn om een gemaakte wigverbinding te borgen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de verbindingsconstructie volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de telkens twee voor een hoekverbinding bestemde L-profielen via een afstandsstuk uit elektrisch niet geleidend materiaal met elkaar zijn gekoppeld waarbij de dimensionering van het afstandsstuk zodanig is dat de onderlinge afstand tussen de profielen overeenstemt met de dikte van elk paneel.

Door de beide, bij een hoekverbinding betrokken L-profielen via een kernstuk uit elektrisch niet-geleidend en bij voorkeur warmte-isol erend materiaal met elkaar te verbinden wordt de assemblage nog verder vereenvoudigd.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de verbindingsconstructie volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de panelen rondom de kern voorzien zijn van daarop aansluitende randlijsten waarin de genoemde groef is aangebracht, welke randlijsten zijn vervaardigd uit een materiaal met vooraf bepaalde wrijvingscoefficient zodanig dat na het indrukken van de wigvormige randgedeelten van de panelen een vormsluitende hechtverbinding wordt bereikt met de genoemde profielen.

Door het gebruik van de afzonderlijke randlijsten is het mogelijk om enerzijds voor de kern materiaal met optimale eigenschappen wat betreft bijvoorbeeld warmte-isolatie en gewicht te kiezen terwijl anderzijds voor de randlijsten een materiaal met bijvoorbeeld een hoge wrijvingscoefficient en hoge kruipsterkte, bijvoorbeeld een E-glas vezel sterkte polyester kunststof.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de verbinding volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat bij een doosvormige behuizing de buiten! iggende profielen nabij de hoekpunten van de behuizing via hoek-puntdelen uit elektrisch geleidend materiaal met elkaar worden verbonden.

Alhoewel de hoekpuntdelen niet strikt noodzakelijk zijn voor het assembleren van de behuizing zijn ze toch nodig om de nodige aangrijp-punten te bieden voor het verplaatsen transporteren optillen en dergelijke van de shelter. Daarnaast dragen ze bij aan het volledig sluiten van de kooi van Faraday en zorgen uiteindelijk natuurlijk ook voor een zekere borging van de gehele constructie.

De uitvinding zal in het volgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een shelter, geconstrueerd in overeenstemming met de principes van de uitvinding, in meer detail is getoond.

Figuur 1 toont in perspectief aanzicht een doosvormige behuizing (shelter) opgebouwd uit zes wandpanelen maal, twaalf randprofielen en acht hoekstukken. De wandpanelen waarvan er in figuur 1 slechts drie zichtbaar zijn aangeduid met 1, 2 en 3, zijn uitgevoerd als ongedeelde panelen, met andere woorden, elk paneel beslaat een volledig wandopper-vlak. In een aantal panelen kunnen zonodig deuren, doorvoeropeningen en dergelijke aangebracht worden zoals in de figuur aangegeven is, maar in verband met de uitvinding is dit niet van belang is*

De wandpanelen zijn door middel van 12 inwendige en 12 uitwendige L-vormige randprofielen aan elkaar gekoppeld. Van deze randprofielen zijn er in figuur 1 slechts drie met name genoemd te weten de randprofielen 4a, 4b en 4c waarmee de panelen 1, 2 en 3 aan elkaar zijn bevestigd. In het hoekpunt waar de randprofielen 4a, 4b en 4c samenkomen bevindt zich een van de acht hoekstukken, aangeduid met 5. Deze hoekstukken zijn voorzien van schematisch aangeduide elementen om de cabine of shelter als geheel te kunnen transporteren, ophijsen en dergelijke.

In de figuren 2 en 3 worden nadere details getoond van de verbin-dingsconstructie die wordt gebruikt om de panelen met behulp van de L-vormige randprofielen zodanig aan elkaar te bevestigen dat de doosvormige shelterconstructie wordt verkregen. In de figuren 2 en 3 zijn detail doorsneden getoond door de randgedeelten van twee panelen 11 en 12 die in een hoek met elkaar zijn verbonden door twee randprofielen 13 en 14. Figuur 2 toont de situatie voorafgaand aan de assemblage terwijl figuur 3 de situatie toont waarin de beide panelen 11 en 12 via de profielen 13 en 14 met elkaar zijn gekoppeld.

Het paneel 11 bestaat in dit uitvoeringsvoorbeeld uit twee licht metalen platen 15 en 16 die gelijmd zijn tegen een kern 17 bijvoorbeeld uit hard geschuimd polyurethaan. Langs de randen van deze kern 17 is een omlijsting 18 aangebracht welke omlijsting een nog nader te beschrijven vork-achtig profiel heeft. Deze omlijsting 18 is bijvoorbeeld vervaardigd uit een massieve kunststof zoals nylon. De platen 15 en 16 kunnen met de kern 17 worden verlijmd met een geschikte lijmsoort zoals Redux 609 of AV119. Deze voor de vakman bekende lijm kan ook worden gebruikt voor het aanhechten van de omlijsting 18 aan zowel de kern 17 als aan de lichtmetalen platen 15 en 16. De lijmverbindingen zijn in de figuren 2 en 3 niet met afzonderlijke referentiecijfers weergegeven.

Het vervaardigen van dergelijke lijmverbindingen wordt binnen het bereik van de vakman geacht.

Zoals reeds gezegd is de omlijsting 18 uitgevoerd met een vorkachtig dwarsdoorsnedeprofiel doordat in de naar buiten toegekeerde zijkant een groef is aangebracht met schuine wanden. Door het vormen van deze groef zijn twee naar buiten uitstekende wigvormige delen 19 en 20 ontstaan welke delen op nog nader te beschrijven wijze worden gebruikt voor de eigenlijke montage van het paneel. Het gehele paneel 11 is symmetrisch ten opzichte van de hartlijn 21. Het gebruik van symmetrische panelen verdient uit fabrikagetechnische overwegingen duidelijk de voorkeur.

Alhoewel dit in de figuren niet in detail is aangegeven zal het duidelijk zijn dat het paneel 12 op identieke wijze is opgebouwd uit lichtmetalen platen met een daartussen liggende kern en een gegroefde omlijsting, welke componenten door middel van lijmverbindingen tot een paneel zijn samengesteld.

In figuur 2 zijn verder de al genoemde profielen 13 en 14 geïllustreerd die opgebouwd zijn uit een geleidend materiaal, en bij voorkeur door middel van extrusie uit lichtmetaal zijn verkregen. Beide profielen 13 en 14 bestaan in hoofdzaak uit gehoekte L-profielen waarbij in beide benen een groef is aangebracht in de lengterichting van het betreffende been. Door het aanbrengen van de genoemde groeven ontstaan vorkvormige randen met twee poten. In figuur 2 heeft de groef in het horizontale been van het profiel 13 het ontstaan van de poten 22 en 23 tot gevolg terwijl het aanbrengen van de groef in het vertikale been heeft geleid tot het vormen van de poten 24 en 25. Er wordt op gewezen . dat de poten 23 en 25 aan de binnenzijde afgeschuind zijn en wel onder een hoek die gelijk is aan de schuine stand van de poten 19 en 20 aan de omlijsting 18 van het paneel 11 resp. 12. Verder zijn de poten 22 en 24 langer gehouden dan de poten 23 en 25. Het doel daarvan zal nog na der worden verklaard.

Ook het randprofiel 14 is op nagenoeg identieke wijze gevormd met als uitzondering het feit dat de afmetingen zodanig zijn gekozen dat, zoals blijkt uit figuur 2, de gevorkte benen met de vorkpoten 26, 27, 28 en 29 zich op de juiste positie bevinden om te kunnen aangrijpen op ' « de betreffende poten langs de randen van de panelen 11 en 12.

Het zal duidelijk zijn dat door het indrukken van de poten 19 en 20 in de betreffende vorkvormige uitsparingen aan de uiteinden van de benen van de profielen 13 en 14 de geassembleerde constructie van figuur 3 kan worden gerealiseerd.

Tijdens de montage die uiteindelijk uitmondt in het resultaat dat geïllustreerd is in figuur 3 worden de panelen 11 en 12 met vooraf bepaalde kracht in de vorkvormige uiteinden van de profielen 13 en 14 geduwd. Daardoor wordt het volgende bereikt: 1} Er ontstaat een klemmende verbinding tussen de wigvormige delen 19 en 20 en de respectievelijke vorkpoten van de profielen 13 en 14.

Deze klemmende verbinding is dusdanig sterk dat het mogelijk is om zonder verdere bevestigingsmiddelen op deze wijze een complete doosvormige behuizing of shelter op te bouwen. Met andere woorden er zijn geen verdere lijnverbindingen, treknagel verbindingen, boutverbindingen en dergelijke nodig om toch het gewenste resultaat te bereiken. Er is geen metallisch contact tussen de buitenste en binnenste L-profielen, waardoor de binnen- en buitenwand ook op de hoeken van de shelter thermisch van elkaar zijn geïsoleerd. Door de isolatie wordt de temperatuur van het interieur minder beïnvloed door de buitenomstandigheden.

2) Er ontstaat een intensief metallisch contact tussen de metalen buitenbekledingen van de panelen 11 en 12 en de buitenste metalen vorkpoten van de profielen 13 en 14. Om dit metallische contact nog verder te verbeteren zijn de poten 22, 24, 27 en 29 relatief lang uitgevoerd zodat een relatief groot contactoppervlak wordt verkregen waardoor wordt verzekerd dat de Faraday-kooiconstructie geheel dicht is. Doordat op deze wijze een zeer intensief metallisch contact is verkregen is het niet nodig om, zoals bij de stand der techniek gebruikelijk was, extra treknagels of een metallisch geleidende pasta toe te passen om tot een goed sluitende Faraday kooi te komen. Bovendien wordt op deze wijze een dubbele kooi van Faraday verkregen.

3) Door de toepassing van de gevorkte benen aan de profielen 13 en 14 ontstaat na assemblage bij elk van deze gevorkte uiteinden een labyrinth voor de hoogfrequente energie waardoor een zeer goede demping wordt gerealiseerd van die energie die ondanks de uitstekende bovenge noemde metallische verbinding.toch nog door eventuele kleine oneffenheden mocht doorlekken.

4) Er is geen metallisch contact tussebn de buitenste en binnenste L-profielen, waardoor de binnen- en buitenwand ook op de hoeken van de shelter thermisch van elkaar zijn geïsoleerd. Door de isolatie wordt de temperatuur van het interieur minder beïnvloed door de omgeving.

Nadat de gehele doosvormige constructie door eenvoudig ineendruk-ken van de panelen en randprofielen is gerealiseerd worden ter borging van de constructie en ook voor de reeds genoemde transport-doeleinden op de acht hoekpunten zogenaamde hoekpuntdelen bevestigd bijvoorbeeld door middel van bouten die tot in de buitenste randprofielen 13 worden ingeschroefd. Het zal duidelijk zijn dat de buitenste randprofielen 13 daardoor worden gekoppeld tot een gesloten buitenrandframe, terwijl tevens de Faraday kooiconstructie op de hoekpunten volledig afgedicht wordt. Voor extra borging van de klemmende verbinding van de wigvormige delen zijn de tegenover liggende innenste L-profielen, alsook de tegenoverliggende buitenste L-profielen, met trekbanden te verbinden. De borging is ook te verkrijgen door verdeeld over de lengte van het L-profiel enkele bouten aan te brengen tussen het profiel en de kunst-stofomlijsting 18. In figuur 3 zijn de hartlijnen van zulke bouten aangegeven met Figuur 4 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm waarbij de profielen 13 en 14 met elkaar verbonden zijn via een kern 30 uit elektrisch nietgeleidend en bij voorkeur warmte-isolerend materiaal. Door toepassing van een dergelijk samengesteld hoekprofiel wordt de montage nog verder vereenvoudigd.

Proeven met een op deze wijze geconstrueerde shelter hebben aangetoond dat door toepassing van deze verbindingsconstructie shelters kunnen worden gecreeerd die aan alle op dit moment gebruikelijke eisen wat betreft puntbelasting, zijkantbelasting, valbelasting onder diverse omstandigheden en dergelijke kunnen voldoen.

Figuur 5 toont een detail aanzicht van een van de hoekpunten van de shelter. Deze figuur spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Claims (4)

1. Verbindingsconstructie voor het verbinden van wandpanelen tot een doosvormige behuizing, welke panelen bestaan uit rechthoekige vlakke platen met een'kern uit elektrisch niet-geleidend materiaal met twee tegenover elkaar liggende hoofdoppervlakken en vier randvlakken waarbij op elk der hoofdoppervlakken een laag uit elektrisch geleidend materiaal is aangebracht, terwijl in de randvlakken een evenwijdig met de genoemde hoofdoppervlakken verlopende groef is aangebracht waarvan de groefwanden schuin verlopen zodanig dat de beide hoofdoppervlakken van elke plaat langs de randen elk eindigen in een wigvormig randgedeelte, welke panelen twee aan twee met elkaar moeten worden verbonden door middel van twee L-profielen uit elektrisch geleidend materiaal waarvan de uiteinden van beide benen zijn voorzien van een groef waarvan de doorsnedevorm is aangepast aan de vorm van de genoemde wigvormige rand-gedeelten, waarbij voor het tot stand brengen van de verbinding tussen twee panelen de genoemde wigvormige randgedeelten van de panelen in de groeven in de uiteinden van de benen van twee geschikt gedimensioneerde L-profielen worden geschoven en vervolgens de panelen met kracht in de genoemde groeven in de L-profielen worden gedrukt.

2. Verbindingsconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de telkens twee voor een hoekverbinding bestemde L-profielen via een afstandsstuk uit elektrisch niet geleidend materiaal met elkaar zijn gekoppeld waarbij de dimensionering van het afstandsstuk zodanig is dat de onderlinge afstand tussen de profielen overeenstemt met de dikte van elk paneel.

3. Verbindingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gevormde doosvormige behuizing wordt geborgd door de buitenliggende profielen nabij de hoekpunten van de behuizing via hoekpuntdelen uit elektrisch geleidende eigenschappen met elkaar te verbinden.

4. Verbindingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de panelen rondom de kern voorzien zijn van daarop aansluitende randlijsten waarin de genoemde groef is aangebracht, welke randlijsten zijn vervaardigd uit een materiaal met vooraf bepaalde wrijvingscoefficient zodanig dat door het indrukken van de wigvormige randgedeelten van de panelen een vormsluitende hechtverbinding wordt bereikt met de genoemde profielen.