NL8802327A - Standaard voor het uitstralen van lichtstralen. - Google Patents

Description

S ' N.0 . 35.227 1

Standaard voor het uitstralen van lichtstralen.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een standaard voor het uitstralen van lichtstralen, in het bijzonder een standaard voor het uitstralen van lichtstralen welke geschikt is om, via een optisch 5 geleidende kabel doorgegeven lichtstralen, in een te kiezen gewenste richting uit te stralen.

In de laatste jaren lijdt een groot aantal mensen aan ongeneeslijke ziekten zoals artritis, neuralgie en reumatiek of aan pijn van wond-littekens, botbreuk!ittekens en andere moeilijk te definiëren ziek-10 ten. Mensen kunnen voorts niet voorkomen dat zij ouder worden en dat tevens hun huid veroudert, hetgeen vanaf een relatief jonge leeftijd progressief plaatsvindt. Anderzijds heeft aanvraagster eerder voorgesteld om zonnestralen of kunstmatige lichtstralen door het toepassen van lenzen en dergelijke te bundelen, deze in een optisch geleidende 15 kabel te geleiden en deze stralen via de optisch geleidende kabel naar een te kiezen gewenste plaats door te geven. Deze, op een dergelijke wijze doorgegeven lichtstralen worden voor verlichting of voor andere soortgelijke doeleinden toegepast zoals bijvoorbeeld voor het kweken van planten, chlorena en dergelijke. Bij het toepassen daarvan is ge-20 vonden dat zichtbare lichtstralen welke geen ultraviolette stralen, infrarode stralen enz. bevatten, de reactie van een levend lichaam bevorderen en bijgevolg de gezondheid van een mens bevorderen of verhinderen dat de huid van de mens veroudert. Deze zichtbare lichtstralen hebben voorts een opmerkelijke, heilzame invloed op het herstel van artritis, 25 neuralgie, doorligging, reumatiek, brandwondlittekens, huidziekten, wond!ittekens, botbreuklittekens en dergelijke, en op het stoppen van door deze ziekten veroorzaakte pijn. Dergelijke heilzame invloeden zijn door aanvraagster reeds aangetoond. Op basis van de ontdekking van aanvraagster, zoals bovengenoemd, heeft aanvraagster verder een stralings-30 inrichting voor lichtstralen voorgesteld voor gebruik bij medische behandeling, geschikt voor het uitvoeren van verschillende soorten van medische behandeling of voor schoonheidsbehandelingen, en voor het bevorderen van de gezondheid van mensen door bestraling met lichtstralen welke overeenkomen met de zichtbare lichtstraal componenten van de zon-35 nestra!en, welke geen schadelijke componenten zoals ultraviolette stralen of infrarode stralen bevatten.

Een stralingsinrichting voor lichtstralen voor gebruik bij medische behandeling zoals eerder door aanvraagster is voorgesteld bezit 8802327 2 * * een optisch geleidende kabel en een bedekkingsorgaan. Aan het eindge- deelte van de optisch geleidende kabel worden hierin de zonnestralen of kunstmatige lichtstralen geleid en via de kabel verder geleid. De lichtstralen (dat wil zeggen de witgekleurde lichtstralen) welke over-5 eenkomen met de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zonnestralen, worden via de optisch geleidende kabel doorgegeven, zoals eerder op verschillende manieren door aanvraagster is voorgesteld. Ten tijde van het toedienen van een medische behandeling ligt een patiënt op een stoel en worden de lichtstralen, welke alleen de zichtbare lichtstraal -10 componenten bevatten, via de optisch geleidende kabel op de wijze zoals eerder genoemd doorgegeven en naar het aangetaste deel van de patiënt gestraald. De naar het aangetaste deel van een patiënt te stralen lichtstralen zijn die welke overeenkomen met de zichtbare lichtstraal -componenten van de zonnestralen en bevatten noch schadelijke ultravio-15 lette stralen noch schadelijke infrarode stralen. Bijgevolg is het mogelijk om zonder schade voor de mens medische behandeling toe te dienen. De bovengenoemde stralingsinrichting voor lichtstralen voor gebruik bij medische behandeling is echter omvangrijk en voor de gemiddelde persoon of familie werken de kosten daarvan belemmerend. De in-20 richting vereist voorts veel ruimte. Dit zijn de nadelen welke moeten worden opgelost.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING.

Een doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een standaard voor het uitstralen van lichtstralen welke geschikt 25 is om de, via een optisch geleidende kabel doorgegeven lichtstralen in een te kiezen gewenste richting uit te stralen.

Een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een standaard voor het uitstralen van lichtstralen welke bij voorkeur in een familieomgeving kan worden toegepast.

30 Een nog verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een standaard voor het uitstralen van lichtstralen welke goedkoop is, welke geschikt is om gemakkelijk te verplaatsen, welke niet veel ruimte nodig heeft en welke de lichtstralen in een te kiezen gewenste richting kan uitstralen en bijgevolg zeer gemakkelijk kan wor-35 den toegepast.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN.

Fig. 1 is een aanzicht voor het verklaren van een uitvoeringsvorm van een stralingsinrichting voor lichtstralen voor gebruik bij medische behandeling zoals eerder door aanvraagster is voorgesteld; 40 fig, 2 is een volledig perspectivisch aanzicht voor het verklaren 8802327 \ 3 van een uitvoeringsvorm van een standaard voor het uitstralen van 4 lichtstralen volgens de onderhavige uitvinding; fig. 3(a) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte A; 5 fig. 3(b) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte B; fig. 3(c) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte C; fig. 4 is een perspectivisch aanzicht voor het verklaren van een 10 uitvoeringsvorm van een verzamel inrichting voor zonnestralen welke bij de onderhavige uitvinding wordt toegepast; en fig. 5 is een aanzicht voor het verklaren van een voorbeeld voor het in de optisch geleidende kabel geleiden van de zonnestralen.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN.

15 Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een stralingsinrichting voor lichtstralen voor gebruik bij medische behandeling zoals eerder door aanvraagster is voorgesteld. In fig. 1 is 1 een optisch geleidende kabel. Aan het in fig. 1 niet getoonde eindgedeelte daarvan worden daarin de, door middel van een in fig. 1 niet getoonde verzamel inrichting voor 20 zonnestralen verzamelde zonnestralen of kunstmatige lichtstralen geleid en daar doorheen doorgegeven. De zonnestralen (d.w.z. de witgekleurde lichtstralen) welke overeenkomen met de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zonnestralen worden zoals eerder op verschillende manieren door aanvraagster is voorgesteld via de optisch geleidende kabel 1 25 doorgegeven. In fig. 1 is 2 een bedekkingsorgaan dat aan het licht uitzendende eindgedeelte la van de optisch geleidende kabel is geplaatst, en is 3 een stoel voor gebruik bij medische behandeling. Ten tijde van het toedienen van een medische behandeling ligt een patiënt op de stoel 3 en worden de lichtstralen, welke alleen bestaan uit de zichtba-30 re lichtstraalcomponenten, via de optisch geleidende kabel 1 doorgegeven, op een wijze zoals eerder genoemd, en naar het aangetaste deel van de patiënt gestraald. De naar het aangetaste deel van de patiënt te stralen lichtstralen zijn die, welke overeenkomen met de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zonnestralen en die noch schadelijke ul-35 traviolette stralen noch schadelijke infrarode stralen bevatten. Bijgevolg is het mogelijk om zonder schade voor de mens medische behandeling toe te dienen. De bovengenoemde stralingsinrichting voor lichtstralen voor gebruik bij medische behandeling is echter groot en de kosten daarvan werken belemmerend voor de gemiddelde persoon of familie. De 40 inrichting heeft verder veel ruimte nodig. Dit zijn de bezwaren welke .8802327 * 4 's moeten worden opgelost.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht voor het verklaren van een uitvoeringsvorm van een standaard voor het uitstralen van lichtstralen volgens de onderhavige uitvinding. In fig. 2 is 1 een optisch geleiden-5 de kabel voor het daar doorheen doorgeven van de, door middel van een in fig. 2 niet getoonde verzamel inrichting voor zonnestralen verzamelde zonnestralen en is 5 een standaard voor het uitstralen van lichtstralen volgens de onderhavige uitvinding.

De standaard 5 voor het uitstralen van lichtstralen omvat een hol -10 le voet 6, een op de voet 6 aangebrachte vervormbare flexibele leiding 7, en een in de leiding 7 ingebrachte optisch geleidende kabel 8. De optisch geleidende kabel 8 is zodanig geconstrueerd, dat een einde daarvan tot aan het topeindgedeelte van de leiding 7 is verlengd en een ander einde daarvan tot aan het holle gedeelte 6’ van de voet 6 is ver-15 lengd of tot aan het omtreksgedeelte van de voet via het holle gedeelte hiervan is verlengd, waarbij de optisch geleidende kabel aan de buitenkant van de voet 6 losneembaar met de genoemde optisch geleidende kabel 1 is verbonden. Wanneer de optisch geleidende kabel 8 met de optisch geleidende kabel 1 is verbonden worden de, via de optisch geleidende 20 kabel 1 doorgegeven lichtstralen aan de optisch geleidende kabel 8 doorgegeven. Vervolgens worden de lichtstralen via de optisch geleidende kabel 8 doorgegeven en vanaf het topeinde daarvan uitgestraald.

Fig. 3(a) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte A, fig. 3(b) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het 25 in fig. 2 getoonde gedeelte B, en fig. 3(c) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte C. In de fig. 3(a) tot en met 3(c) representeren de verwijzingscijfers 7 en 8 respectievelijk de in fig. 2 getoonde leiding en de optisch geleidende kabel. Het topeindgedeelte van de leiding 7 is door middel van lassen en dergelijke met 30 een nippel 10 verbonden, welke aan de binnenzijde hiervan een schroef-draadgedeel te 10a heeft, zoals getoond in fig. 3(a). Het topeindgedeelte van de optisch geleidende kabel 8 is verder door middel van kleef- middel of dergelijke aan een metalen eindbevestigingsorgaan 11 gehecht, 0 dat op het uitwendige omtreksgedeelte een schroefdraadgedeelte 11a 35 heeft. Ten tijde van de assemblage wordt de mannelijke schroef 11a van het metalen eindbevestigingsorgaan 11 in de vrouwelijke schroef 10a van de nippel 10 geschroefd.

In het geval van de in fig. 3(a) getoonde uitvoeringsvorm, is nagenoeg in het midden van het metalen eindbevestigingsorgaan 11 een 40 flens 11b gevormd. De flens 11b wordt toegepast om de schroefdiepte van >8802727

V

5 het metalen eindbevestigingsorgaan te beperken. Het is echter niet steeds noodzakelijk om een dergelijke flens aan te brengen. Het verwij-zingscijfer 12 representeert een bedekkingsorgaan. Het bedekkingsorgaan 12 heeft een vrouwe!ijke schroef 12a voor aangrijping op de mannelijke 5 schroef 11a van het voornoemde metalen eindbevestigingsorgaan 11. Wanneer het topeindgedeelte van de leiding door het met elkaar koppelen van deze schroeven 10a, 11a en 12a is geassembleerd, resulteert dit in de door het gedeelte A in fig. 2 getoonde geassembleerde toestand.

Fig. 3(b) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 ge-10 toonde gedeelte B. In fig. 3(b) is het andere uiteinde van de voornoemde leiding 7 door lassen en dergelijke met een metalen bevestigingsor-gaan 13 verbonden. Aan de buitenomtrek van het vrije eindgedeelte van het metalen verbindingsbevestigingsorgaan 13 is een schroef 13a gevormd. Ten tijde van de assemblage wordt de mannelijke schroef 13a van 15 het metalen bevestigingsorgaan 13 in de vrouwelijke schroef 6a van de voet 6 geschroefd. De leiding 7 is stevig op de voet 6 bevestigd, zoals getoond door het gedeelte B in fig. 2.

Fig. 3(c) is een vergroot doorsnedeaanzicht van het in fig. 2 getoonde gedeelte C. Zoals getoond in fig. 3(c) is er een gat 6b ver-20 schaft voor het aan het zijgedeelte van de voet 6 naar buiten voeren van het eindgedeelte van de optisch geleidende kabel 8. De optisch geleidende kabel 8 is aan de buitenzijde van de voet 6 met de optisch geleidende kabel 1 verbonden, zoals getoond door het in fig. 2 getoonde gedeelte C. Het topeindgedeelte van de optisch geleidende kabel 8 is 25 daarbij als een geheel door middel van kleefmiddel of dergelijke met het binnenoppervlak van de verbindingspijp 14 verbonden, welke op het buitenomtreksgedeelte een mannelijke schroef 14a heeft, en waarbij verder een schroef 15a van een eindbevestigingsorgaan 15 met de schroef 14a van de beschermingsbuis 14 is gekoppeld. Het eindkoppelorgaan 15 30 heeft een verruimd cilindrisch gedeelte 15b waarvan de diameter groter is dan de diameter van het gat 6b. Met een dergelijke constructie wordt verhinderd dat het eindgedeelte van de optisch geleidende kabel 8 in de voet 6 wordt getrokken.

Op het binnenoppervlak van het cilindrische gedeelte 15b is een 35 vrouwelijke schroef 15c gevormd. De op de verbindingsring 16 van de optisch geleidende kabel 1 gevormde mannelijke schroef 16a moet aangrijpen op de vrouwelijke schroef 15c. Met het eindgedeelte van de optisch geleidende kabel 1 is verder, op dezelfde wijze als bij de bescher-mingspijp 14 van de optisch geleidende kabel 8, door middel van kleef-40 middel of dergelijke een beschermingspijp 17 klevend verbonden. Een .8862327 * 6 eerste ondersteun!ngsorgaan 18 voor de verbindlngsring heeft aan een eindgedeelte daarvan een ringstopgedeelte 18a. Met een dergelijke constructie wordt door het toepassen van het ringstopgedeelte 18a verhinderd dat de verbindlngsring 16 wegschuift in de, in fig. 3c getoonde 5 richting D.

Op deze wijze wordt, na het door middel van schroeven op elkaar aangrijpen van de eerste verbindlngsring 18 en de beschermingspijp 17, de verbindlngsring 16 over het eerste ondersteun!ngsorgaan 18 aangebracht. Daarna wordt een tweede verbindlngsring 19 door middel van 10 schroeven in aangrijping met de beschermingsbuis 17 gebracht. Het ondersteun! ngsorgaan 19 voor de tweede verbindlngsring heeft eveneens aan een eindgedeelte daarvan een ringstopgedeelte 19a. De beweging van de verbindlngsring 16 in de richting van de pijl E wordt door het toepassen van het ringstopgedeelte 19a beperkt. De verbindlngsring 16 kan 15 vrij draaibaar rond de ondersteuningsorganen 18 en 19 worden bewogen. Verder kan deze in de richting van de pijl D of E worden bewogen. Wanneer de ene optisch geleidende kabel 8 met de optisch geleidende kabel 1 is verbonden, kan bijgevolg de verbindlngsring 16 door middel van schroeven in aangrijping met het eindkoppelorgaan 15 worden gebracht, 20 en wanneer de optisch geleidende kabel van de andere moet worden losgemaakt, kan de koppeling van de beide optisch geleidende kabels 1 en 8 worden losgemaakt.

Volgens de onderhavige uitvinding kan, omdat de leiding 7 vrijelijk kan worden gedeformeerd of gebogen en in een gebogen positie kan 25 worden gehouden, de uitstraling van licht vanaf de optisch geleidende kabel 8 in een gewenste richting worden afgebogen. De standaard voor het uitstralen van de lichtstralen volgens de onderhavige uitvinding kan daardoor gemakkelijk worden toegepast en heeft geen enkele speciale faciliteit nodig. Wanneer voorts de standaard niet wordt gebruikt, 30 wordt de optisch geleidende kabel 1 van de standaard losgemaakt en kan deze worden teruggezet op een te kiezen gewenste plaats welke niet veel ruimte benodigt.

Fig. 4 is een volledig perspectivisch aanzicht dat een uitvoeringsvorm van een verzamel inrichting voor zonnestralen voor het in de 35 voornoemde optisch geleidende kabel 1 geleiden van de zonnestralen toont. In fig. 4 is 31 een cilindrische voet en is 32 een doorzichtig koepel vormig hoofdgedeelte. De omhulling 30 voor gebruik bij de verzamel inrichting voor zonnestralen is uit een basislichaamsgedeelte 31 en een hoofdgedeelte 32 opgebouwd. Zoals getoond in fig. 4 is, wanneer de 40 inrichting wordt gebruikt, de verzamel inrichting 20 voor zonnestralen .8*02327 * 7 in de omhulling 30 ondergebracht.

De verzamel inrichting 20 voor zonnestralen omvat één lens, verschillende lenzen of een groot aantal lenzen 21 (bijvoorbeeld 7, 19, 61 of 1600 lenzen), een richtingsaftaster 22 voor zonnestralen voor het 5 detecteren van de richting van de zon, een ondersteuningsframelichaam 23 voor het als een geheel ondersteunen van de lens 21 en de aftaster 22, een eerste draaias 24 voor het doen draaien van het ondersteuningsframelichaam 23, een eerste motor 25 voor het doen draaien van de eerste draaias 24, een ondersteuningsarm 26 voor het ondersteunen van 10 de lens 21, de aftaster 22, het ondersteuningsframelichaam 23, de eerste draaias 24, en de eerste motor 25, een tweede draaias 27 zodanig geïnstalleerd dat deze de eerste draaias 24 loodrecht snijdt, en een tweede motor, niet getoond in fig. 4, voor het doen draaien van de tweede draaias 27.

15 De richting van de zon wordt door middel van de richtingsaftaster 22 voor zonnestralen gedetecteerd en het detectiesignaal hiervan stuurt de eerste en tweede motoren zodanig, dat de lens 21 steeds naar de zon is gericht, waarbij de door de lens 21 gebundelde zonnestralen in de voornoemde optisch geleidende kabel 1 (niet getoond in fig. 4) worden 20 geleid, waarvan het licht ontvangende einde in het brandpunt van de lens is geïnstalleerd. De geleide lichtstralen worden via de optisch geleidende kabel naar een te kiezen gewenste plaats doorgegeven.

Ten aanzien van de bovengenoemde verzamel inrichting voor zonnestralen zijn eerder verschillende soorten inrichtingen voorgesteld. Dit 25 zijn inrichtingen welke respectievelijk één lens of verschillende lenzen (2 of 4 lenzen) of een groot aantal lenzen (zoals bijvoorbeeld 7, 19, 61, 196 of 1600 lenzen) hebben, in overeenstemming met de toepassing daarvan.

Fig. 5 is een gedetailleerd aanzicht voor het verklaren van een 30 voorbeeld voor het in de optisch geleidende kabel 1 geleiden van de lichtstralen welke overeenkomen met de zichtbare lichtstraalcomponenten van de zon. In fig. 5 is 21 een lens welke uit een Fresnellens of dergelijke bestaat, en is 1 een eerder genoemde optisch geleidende kabel voor het daarin geleiden van de, door de lens 21 gebundelde zonne-35 stralen en voor het daar doorheen doorgeven van de geleide stralen. In het geval van het bundelen van de zonnestralen door middel van een lensstelsel heeft het zonnebeeld een middengedeelte dat nagenoeg uit witgekleurde lichtstralen bestaat en een omtreksgedeelte dat een groot aantal lichtstraalcomponenten bevat, met golflengten welke met het 40 brandpunt van het lensstelsel corresponderen.

.aao2327 8

In het geval van het bundelen van de zonnestralen door middel van het lensstelsel zal namelijk de positie van het lensstelsel en de afmeting van het zonnebeeld in overeenstemming met de golflengte van de lichtstralen variëren. De lichtstralen van de kleur blauw bijvoor-5 beeld hebben een korte golflengte en bewerkstelligen een zonnebeeld met diameter Dj op positie Ρχ. De lichtstralen van de kleur groen bewerkstelligen verder een zonnebeeld met diameter D2 op positie P2, en de lichtstralen van de kleur rood bewerkstelligen een zonnebeeld met diameter D3 op positie P3.

10 Zoals getoond in fig. 5 is het bijgevolg mogelijk om, wanneer het licht ontvangende eindoppervlak van de optisch geleidende kabel 1 op de positie Pi wordt geplaatst, die stralen te verzamelen welke aan het omtreksgedeelte daarvan een grote hoeveelheid lichtstralen van de blauwe kleurcomponent bevatten. Wanneer het op de positie P2 wordt ge-15 plaatst is het mogelijk om stralen te verzamelen welke een grote hoeveelheid lichtstralen van de groene kleurcomponent aan het omtreksgedeelte daarvan bevatten. Wanneer het op de positie P3 wordt geplaatst is het mogelijk om de zonnestralen te verzamelen welke een grote hoeveelheid lichtstralen van de rode kleurcomponent aan het omtreksgedeel-20 te daarvan bevatten. In elk geval wordt de diameter van de optisch geleidende kabel bepaald door de te verzamelen lichtstraalcomponenten. De diameters daarvan zijn respectievelijk Dj., D2 en D3 welke afhangen van de kleuren van de op te vangen lichtstralen, dat wil zeggen de blauwe, groene en rode kleuren. Op deze wijze kan de benodigde hoeveel-25 heid optisch geleidende kabel worden verminderd waardoor de zonnestralen welke een grote hoeveelheid van de lichtstraalcomponenten van de gewenste kleur bevatten het meest effektief kunnen worden verzameld. Zoals getoond in fig. 5 is het verder mogelijk om, wanneer de diameter van het licht ontvangende eindoppervlak van de optisch geleidende kabel 30 1 tot Dq wordt vergroot, zichtbare lichtstralen te verzamelen welke alle golflengtecomponenten bevatten.

De via de optisch geleidende kabel 1 doorgegeven zichtbare lichtstralen worden op een wijze zoals boven genoemd naar de standaard 5 voor het uitstralen van lichtstralen volgens de onderhavige uitvinding 35 doorgegeven, en de doorgegeven lichtstralen worden in de optisch geleidende kabel 8 van de standaard 5 voor het uitstralen van lichtstralen geleid en vanaf het topeindgedeelte van de optisch geleidende kabel 8 uitgestraald.

Zoals uit de voorgaande beschrijving duidelijk is, is het overeen-40 komstig de onderhavige uitvinding mogelijk om een standaard voor het .88 0Ζ327 \ ' 9 uitstralen van lichtstralen te verschaffen welke goedkoop Is en welke geschikt is om vrijelijk te worden getransporteerd, welke weinig ruimte benodigt, en welke de lichtstralen in een te kiezen gewenste richting kan uitstralen en bijgevolg zeer gemakkelijk en effektief kan worden 5 gebruikt.

.8802327

Claims (1)

1. ' * ' CONCLUSIE Standaard voor het uitstralen van lichtstralen, met het kenmerk, dat de standaard een voet omvat, een vervormbare flexibele leiding welke verticaal op de voet is aangebracht, en een optisch geleidende kabel 5 welke in de leiding is ingebracht en waarvan een einde aan het topeind-gedeelte van de leiding eindigt en waarvan het andere einde via het inwendige van de voet of via de voet aan het omtreksgedeelte hiervan eindigt, welke optisch geleidende kabel geschikt is om aan de zijde van de voet met een verdere optisch geleidende kabel te verbinden, en welke 10 optisch geleidende kabel op een zodanige wijze is geconstrueerd, dat de lichtstralen daarvan aan het topeinde van de leiding worden uitgestraald. ******** >8802327