NL8801324A - Kettingkastsamenstel voor een rijwiel. - Google Patents

Description

f NL34.986-Vo/bs ^

A

Kettingkastsamenstel voor een rijwiel

De uitvinding heeft betrekking op een kettingkast-samenstel voor een rijwiel.

Kettingkastsamenstellen voor rijwielen bestaan reeds in diverse soorten. Een gemeenschappelijk kenmerk van derge-5 lijke bekende kettingkastsamenstellen is, dat deze alle bedoeld zijn voor rijwielen zonder versnellingsmechanisme of met een versnellingsmechanisme met een inwendige versnel-lingsnaaf. Deze bekende kettingkastsamenstellen zijn niet geschikt om te worden toegepast op een rijwiel dat is voorzien 10 van een derailleur-versnelling. In de recreatieve sfeer bestaat er echter een grote behoefte aan een kettingkastsamenstel, dat kan worden toegepast op een rijwiel met een derailleur-versnelling.

De uitvinding beoogt derhalve een kettingkastsamen-15 stel voor een rijwiel te verschaffen, dat geschikt is voor toepassing op een van een derailleur-versnelling voorzien rijwiel.

Hiertoe bezit het kettingkastsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat dit is uitgevoerd voor toepassing 20 op een van een derailleur-versnelling voorzien rijwiel en in hoofdzaak bestaat uit een het derailleur-versnellingsmecha-nisme en de freewheel met achter-tandwielen omhullende achterkast, een het (de) voor-kettingblad (-bladen) omhullende voorkast alsmede twee kokervormige kastdelen, die de 25 achterkast en de voorkast onderling verbinden en die de zich tussen het (een der) voor-kettingblad (-bladen) en een der achter-tandwielen uitstrekkende kettingparten omhullen.

Doordat het kettingkastsamenstel volgens de uitvinding bestaat uit een aantal afzonderlijke onderdelen, 30 namelijk een achterkast, een voorkast alsmede twee kokervormige kastdelen, is het mogelijk om een kettingkastsamenstel te verkrijgen, dat optimaal is aangepast aan de vorm van het derailleur-versnellingsmechanisme en kan het kettingkastsamenstel op effectieve wijze worden gemonteerd. Het ketting-35 kastsamenstel volgens de uitvinding vormt een althans nagenoeg geheel gesloten constructie, waardoor het versnellingsmechanisme van het rijwiel alsmede de overige hiermee samenwerkende bewegende delen van het rijwiel op effectieve wijze zijn beschermd tegen vervuiling en dergelijke.

‘8801324 f -2 - ✓ %

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het kettingkast-samenstel volgens de uitvinding zijn de achterkast, de voorkast en de kokervormige kastdelen losneembaar met elkaar en/of het rijwiel verbonden. In deze uitvoeringsvorm wordt 5 een kettingkastsamenstel verkregen, dat op eenvoudige wijze snel kan worden gemonteerd en gedemonteerd. Dit schept de mogelijkheid om het kettingkastsamenstel, bijvoorbeeld bij goede weersomstandigheden, te verwijderen.

Verder is een uitvoeringsvorm van het kettingkast-10 samenstel van voordeel, waarbij dit een op de achteras van het rijwiel bevestigbaar plaatvormig montagedeel omvat waaraan de achterkast losneembaar bevestigbaar is, waarbij de achterkast aan elk van zijn twee zijkanten telkens is voorzien van een zich vanaf de voorrand van de achterkast achter-15 waarts uitstrekkende sleuf voor het aan weerszijden van de freewheel opnemen van de achteras en de wielnaaf.

Bij een aldus gevormd kettingkastsamenstel is de montage van de achterkast zeer eenvoudig. Het plaatvormige montagedeel kan permanent op de achteras gemonteerd blijven, 20 terwijl de achterkast eenvoudig van achteren voorbij de freewheel kan worden geschoven waarbij de beide sleuven de achteras opnemen. Door geschikte bevestigingselementen, bijvoorbeeld schroeven, kan de achterkast vervolgens aan het montagedeel worden bevestigd.

25 Voor het huisvesten van het derailleur-versnellings- mechanisme van het rijwiel geniet het de voorkeur, wanneer de achterkast een onder de sleuven gelegen onderste gedeelte met een aan de schakelbeweging van de achter-derailleurarm aangepaste breedte en een boven de sleuven gelegen bovenste 30 gedeelte met een aan de breedte van de freewheel aangepaste kleinere breedte bezit.

Wanneer er verder voor is gezorgd, dat het montagedeel is voorzien van een buitenwaarts en omlaag gerichte beschermingsbeugel die zich althans gedeeltelijk buiten het 35 onderste gedeelte van de achterkast uitstrekt, wordt bereikt, dat met name de achterkast is beschermd tegen beschadiging of vervorming wanneer het rijwiel omvalt.

Een eenvoudige montage van de voorkast wordt verkregen, wanneer in een verdere uitvoeringsvorm van het ket-40 tingkastsamenstel volgens de uitvinding de voorkast een ,8801324 *- *3- - * tussen het (de) voor-kettingblad (-bladen) en het rijwiel-frame aanbrengbare en aan het rijwielframe bevestigbare binnenkast en een hiermee losneembaar verbindbare, aan de buitenzijde van het (de) voor-kettingblad (-bladen) plaats-5 bare buitenkast omvat.

Op overeenkomstige wijze kan in een andere, met voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm ervoor zijn gezorgd, dat de kokervormige kastdelen aan hun benedenzijde elk een zich over hun gehele lengte uitstrekkende, door een snap-10 sluiting of dergelijke afdichtend afsluitbare, montagedeling bezitten. Het aanbrengen van deze kokervormige kastdelen om de betreffende kettingparten kan thans eenvoudig worden uitgevoerd zonder dat de ketting uit elkaar dient te worden gehaald.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van de teke-15 ning, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het kettingkast-samenstel volgens de uitvinding is weergegeven, nader toegelicht.

Fig. 1 toont een gedeelte van een rijwiel met daarop gemonteerd een kettingkastsamenstel volgens de uitvinding; 20 Fig. 2 toont een aantal onderdelen van het kettingkastsamenstel volgens fig. 1 in perspectivisch aanzicht, en

Fig. 3 toont een detail van het kettingkastsamenstel volgens fig. 1 op grotere schaal.

25 Het in fig. 1 weergegeven kettingkastsamenstel bestaat in hoofdzaak uit een achterkast 1, een voorkast 2 alsmede twee kokervormige kastdelen 3 en 4.

De achterkast 1 omhult in de in fig. 1 weergegeven gemonteerde stand van het kettingkastsamenstel het (niet 30 zichtbare) derailleur-versnellingsmechanisme van het getoonde rijwiel. Tevens wordt door de achterkast 1 de freewheel met de daarop gemonteerde achter-tandwielen omgeven.

Voor de montage van de achterkast 1 op het rijwiel is op de achteras van het rijwiel een plaatvormig montagedeel 35 5 aangebracht. Dit montagedeel 5 bezit omgezette lippen 6, 7 waarin van schroefdraad voorziene of voor een snelsluiting voorziening geschikte openingen 8 zijn aangebracht. In de achterkast 1 zijn eveneens openingen aangebracht die in de gemonteerde stand van de achterkast 1 samenvallen met de 40 openingen 8 van het montagedeel 5. Ter bevestiging van de ,8801324 -4 - * achterkast 1 op het montagedeel 5 kunnen thans bevestigings-organen zoals schroeven of dergelijke via de openingen in de achterkast 1 worden aangebracht in de van schroefdraad voorziene openingen 8 van het montagedeel 5. Natuurlijk zijn ook 5 andere bevestigingsmethoden mogelijk.

Zoals met name duidelijk blijkt uit fig. 2 bezit de achterkast 1 aan elk van zijn twee zijkanten telkens een zich vanaf de voorrand achterwaarts uitstrekkende sleuf 9. Tijdens het aanbrengen van de achterkast 1 op het rijwiel nemen deze 10 sleuven 9 de achteras en de wielnaaf van het rijwiel op.

De achterkast bezit een onder de sleuven 9 gelegen onderste gedeelte 10 met een inwendige breedte, die aangepast is aan de schakelbeweging van een niet verder getoonde achter-derailleurarm. Tijdens de genoemde schakelbeweging 15 dient een dergelijke achter-derailleurarm niet in aanraking te komen met de zijwanden van het onderste gedeelte 10 van de achterkast 1.

Boven de sleuven 9 is een bovenste gedeelte 11 van de achterkast 1 gelegen. De inwendige breedte van dit boven-20 ste gedeelte 11 is zodanig, dat met enige speling de (eveneens niet getoonde) freewheel kan worden opgenomen. In het algemeen zal de inwendige breedte van het bovenste gedeelte 11 kleiner zijn dan de inwendige breedte van het onderste gedeelte 10. Het bovenste gedeelte 11 bezit verder 25 een zijdelingse opening 31 voor het doorlaten van de versnel-lingskabel 32.

Het montagedeel 5 is verder voorzien van een buitenwaarts en omlaag gerichte beschermingsbeugel 12, die zich althans gedeeltelijk buiten het onderste gedeelte 10 van de 30 achterkast 1 uitstrekt. Deze beschermingsbeugel 12 voorkomt dat het onderste gedeelte 10 van de achterkast 1 kan worden beschadigd of vervormd wanneer het rijwiel omvalt.

De voorkast 2 van het kettingkastsamenstel omvat op de eerste plaats een aan het rijwielframe (15) bevestigbare 35 binnenkast 13. Deze binnenkast 13, die op op zichzelf bekende wijze centraal is voorzien van een opening voor het doorlaten van de trapas 14 van het rijwiel, is als een halve schaal uitgevoerd. Deze binnenkast 13 strekt zich uit tussen het rijwielframe 15 en het (niet zichtbare) voor-kettingblad. Aan 40 de tegenover gelegen zijde van het voor-kettingblad (of de c 880 1324

A

-5 - * voor-kettingbladen) is een buitenkast aangebracht, die bestaat uit een bovendeel 16 en een benedendeel 17. Het bovendeel 16 en het benedendeel 17 vormen samen een halve schaal, die althans nagenoeg het spiegelbeeld vormt van de halve 5 schaal welke wordt gevormd door de binnenkast 13. Op niet nader getoonde wijze zijn het bovendeel 16 en het benedendeel 17 door bevestigingsorganen 18 op de binnnenkast 13 aangebracht .

De deling 19 tussen het bovendeel 16 en het beneden-10 deel 17 maak het eenvoudig aanbrengen en verwijderen van dit gedeelte van de voorkast 2 mogelijk zonder dat de pedaalarm 20 van de trapas 14 moet worden verwijderd. Zoals zichtbaar is sluit deze deling 19 derhalve aan op de opening voor de trapas 14 van het rijwiel.

15 Op niet nader getoonde wijze is het mogelijk, dat de voorkast 2 inwendig is voorzien van kettinggeleidingselemen-ten. Wanneer deze kettinggeleidingselementen ter plaatse van de bevestigingsorganen 18 in de voorkast 2 zijn aangebracht kunnen deze tevens fungeren als aangrijppunt voor de genoemde 20 bevestigingsorganen 18.

Voor het verkrijgen van een goede afdichting van de voorkast 2 sluiten de diverse delen hiervan, te weten de binnenkast 13, het bovendeel 16 en het benedendeel 17 op af-dichtende wijze, elkaar gedeeltelijk overlappend, op elkaar 25 aan. Zo zal het bovendeel 16 het benedendeel 17 uitwendig enigszins overlappen, zodat een goede waterafvoer wordt verkregen.

De achterkast 1 en de voorkast 2 zijn met elkaar verbonden via de kokervormige kastdelen 3 en 4. Deze koker-30 vormige kastdelen omhullen de zich tussen het (de) voor-kettingblad (-bladen) en één der achter-tandwielen uitstrekkende kettingparten. Zoals zichtbaar is in fig. 1 bezit de voorkast 2 twee aansluitstompen 21 en 22, waarop het kastdeel 3 respectievelijk het kastdeel 4 aansluit. Zoals zichtbaar 35 is in fig. 2 bezitten de kastdelen 3 en 4 ter plaatse van hun voorste uiteinde versmalde gedeelten 23, die in de gemonteerde stand van het kettingkastsamenstel de voorkast 2 ter plaatse van de aansluitstompen 21 en 22 inwendig gedeeltelijk overlappen.

40 Op deze wijze wordt een goede aansluiting op de voorkast 2 t 880 13Z4 -6 - en vrijlopen van de crank tegenover de kastdelen 3 en 4 verkregen.

Het bovenste kokervormige kastdeel 3 bezit aan zijn achterste uiteinde een zodanige vorm, dat het bovenste ge-5 deelte 11 van de achterkast 1 gedeeltelijk uitwendig wordt overlapt. Het achterste uiteinde van het onderste kokervormige kastdeel is uitgevoerd als een taps verloopdeel 24, dat aansluit op het onderste gedeelte 10 van de achterkast 1. Dit verloopdeel 24 bezit aan zijn uiteinde eveneens een 10 versmald gedeelte 25, dat de achterkast inwendig gedeeltelijk overlapt.

In de gemonteerde stand sluiten de kastdelen 3 en 4 afdichtend aan op de achterkast 1 en de voorkast 2. Op deze wijze wordt een althans nagenoeg dicht kettingsamenstel ver-15 kregen, dat vervuilingen en dergelijke op effectieve wijze buitensluit.

Ten einde de montage van de kokervormige kastdelen 3 en 4 mogelijk te maken zonder dat de ketting van het rijwiel uit elkaar dient te worden genomen bezitten deze koker-20 vormige kastdelen 3 en 4 aan hun benedenzijde elk een zich over hun gehele lengte uitstrekkende montagedeling 26. Deze montagedeling maakt het mogelijk om de benedenzijde van de kastdelen 3 en 4 te openen voor het passeren van de ketting van het rijwiel. Nadat de kastdelen 3 en 4 aldus rond de 25 ketting zijn aangebracht kan de montagedeling 26 door middel van snapsluitingen 27 of dergelijke afdichtend worden afgesloten.

Zoals met name duidelijk blijkt uit fig. 3 is het mogelijk om de kokervormige kastdelen 3 en 4 aan hun beneden-30 zijde inwendig te voorzien van een slijtvaste, geluiddempende bekleding 28. Deze geluiddempende bekleding bestaat uit een slijtvaste toplaag 29 en een geluiddempend materiaal 30. Evenals de kastdelen 3 en 4 is deze geluiddempende bekleding 28 voorzien van een montagedeling, die samenvalt met de mon-35 tagedeling 26 van de kastdelen 3 en 4. De geluiddempende bekleding voorkomt, dat met name tijdens het schakelen van de ene versnelling naar de andere versnelling de ketting tegen de kastdelen 3 respectievelijk 4 slaat en hierdoor lawaai wordt veroorzaakt.

40 De vormgeving van de diverse onderdelen van het 8801324 -7 - kettingkastsamenstel dient te worden aangepast aan de vorm van het rijwiel, alsmede aan de vorm van het toegepaste ver-snellingsamenstel. Tevens dient rekening te worden gehouden met de schakelbeweging van de onderdelen van het versnel-5 lingsmechanisme alsmede met de bewegingen van de ketting. Hiertoe is het mogelijk, dat het onderste kastdeel 4 aan zijn benedenzijde een enigszins bolle vorm heeft, hetgeen overeenkomt met de meest gebruikelijke stand van de ketting.

Het beschreven kettingkastsamenstel volgens de uit-10 vinding kan zeer eenvoudig worden verwijderd, zodat het mogelijk is om bij goede weersomstandigheden zonder een dergelijke kettingkastsamenstel te fietsen. Tevens is een snelle demontage gunstig in verband met onderhoud en het uitnemen van het achterwiel, bijvoorbeeld wanneer een band 15 dient te worden verwisseld.

Behalve het montagedeel 5 en de beschermingsbeugel 12, die uit metaal dienen te worden vervaardigd, kan het kettingkastsamenstel geheel uit kunststof worden vervaardigd, waardoor het gewicht hiervan zeer laag kan worden gehouden.

20 Doordat alle delen nauwsluitend op elkaar aansluiten en het kettingkastsamenstel in de samengestelde toestand een althans nagenoeg gesloten constructie vormt bezit dit kettingkastsamenstel desalniettemin een grote sterkte en stijfheid.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor-25 gaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

.8801324

Claims (17)

1. Kettingkastsamenstel voor een rijwiel, met h et kenmerk, dat dit is uitgevoerd voor toepassing op een van een derailleur-versnelling voorzien rijwiel en in hoofdzaak bestaat uit een het derailleur-versnellings-5 mechanisme en de freewheel met achter-tandwielen omhullende achterkast, een het (de) voor-kettingblad (-bladen) omhullende voorkast alsmede twee kokervormige kastdelen, die de achterkast en de voorkast onderling verbinden en die de zich tussen het (een der) voor-kettingblad (-bladen) en een der 10 achter-tandwielen uitstrekkende kettingparten omhullen.

2. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat de achterkast, de voorkast en de kokervormige kastdelen losneembaar met elkaar en/of het rijwiel zijn verbonden.

3. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat dit een op de achteras van het rijwiel bevestigbaar plaatvormig montagedeel omvat waaraan de achterkast losneembaar bevestigbaar is, waarbij de achterkast aan elk van zijn twee zijkanten telkens is voorzien van een 20 zich vanaf de voorrand van de achterkast achterwaarts uitstrekkende sleuf voor het aan weerszijden van de freewheel opnemen van de achteras en de wielnaaf.

4. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de achterkast een onder de sleuven 25 gelegen onderste gedeelte met een aan de schakelbeweging van de achter-derailleurarm aangepaste breedte en een boven de sleuven gelegen bovenste gedeelte met een aan de breedte van de freewheel aangepaste kleinere breedte bezit.

5. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 30 1 - 4,met het kenmerk, dat de achterkast een doorvoeropening voor een versnellingskabel bezit.

6. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 5, me t het kenmerk, dat het montagedeel is voorzien van een buitenwaarts en omlaag gerichte beschermingsbeugel die 35 zich althans gedeeltelijk buiten het onderste gedeelte van de achterkast uitstrekt. ,0801324 -9 - *

7. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat de voorkast een tussen het (de) voor-kettingblad (-bladen) en het rijwiel-frame aanbrengbare en aan het rijwielframe bevestigbare 5 binnenkast en een hiermee losneembaar verbindbare, aan de buitenzijde van het (de) voor-kettingblad (-bladen) plaatsbare buitenkast omvat.

8. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de buitenkast uit een bovendeel en 10 een benedendeel bestaat, waarbij de deling tussen bovendeel en benedendeel aansluit op een in de buitenkast gevormde opening voor de trapas van het rijwiel.

9. Kettingkastsamenstel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de voorkast is voorzien van 15 kettinggeleidingselementen.

10. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 7 - 9, m e t het kenmerk, dat de diverse voorkast-delen op afdichtende wijze, elkaar gedeeltelijk overlappend, op elkaar aansluiten.

11. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de kokervormige kastdelen aan hun benedenzijde elk een zich over hun gehele lengte uitstrekkende, door een snapsluiting of dergelijke afdichtend afsluitbare, montagedeling bezitten.

12. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de kokervormige kastdelen aan hun benedenzijde inwendig zijn voorzien van een slijtvaste, geluiddempende bekleding.

13. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 30 1-12,met het kenmerk, dat van de kokervormige kastdelen het onderste kokervormige kastdeel aan zijn onderzijde een enigzins bolle vorm bezit.

14. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 1-13,met het kenmerk, dat de kokervormige kast- 35 delen de voorkast inwendig gedeeltelijk overlappen.

15. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 1-14,met het kenmerk, dat van de kokervormige kastdelen het bovenste kokervormige kastdeel de achterkast uitwendig gedeeltelijk overlapt.

16. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies .8801324 -1 οι -15,met het kenmerk, dat van de kokervormige kastdelen het onderste kokervormige kastdeel via een taps verloopdeel aansluit op de achterkast.

17. Kettingkastsamenstel volgens een der conclusies 51 -16,met het kenmerk, dat de achterkast, voorkast en kokervormige kastdelen zijn vervaardigd uit kunststof. .ββΟ 1324