NL8800832A

NL8800832A - Werkwijze voor het tegen vochtinvloeden beveiligen van door een huis omsloten elementen, alsmede vulmassa ten gebruike bij die werkwijze.

Info

Publication number: NL8800832A
Application number: NL8800832A
Authority: NL
Original assignee: Lovink Terborg Bv
Priority date: 1988-03-31
Filing date: 1988-03-31
Publication date: 1989-10-16
Also published as: ES2035519T3; DE68903412D1; EP0335430B1; ATE82440T1; EP0335430A1; DE68903412T2; GR3006281T3

Description

) X Sch/LR/19,Lovink ^ -1-

Werkwijze voor het tegen vochtinvloeden beveiligen van door een huis omsloten elementen, alsmede vulmassa ten gebruike bij die werkwijze

De uitvinding betreft een werkwijze voor het tegen vochtinvloeden beveiligen van in hoofdzaak onbeweeglijk door een huis omsloten elementen, bijvoorbeeld voor elektrische doeleinden bestemde onderdelen, zoals de door een kabelmof 5 omsloten einden van en koppelmiddelen voor kabels en andere elektrische en elektronische komponenten, omvattende volgende stappen: (1) het verschaffen van het huis; (2) het aanbrengen in dat huis van de elementen; 10 (3) eventueel het sluiten van het huis; (4) het vrijlaten van een toegangsopening tot de door het huis omsloten ruimte; (5) het via de toegangsopening vullen van het huis met een, eventueel visceus, vloeibare vulmassa; en 15 (6) het sluiten van de toegangsopening.

Een dergelijke werkwijze is bekend.

Als voorbeeld wordt eerst verwezen naar het gebruik van een kabelmof, die dient voor het koppelen van twee kabels. De kabelmof bestaat uit twee delen. Nadat de betref- 20 fende ader of aders met elkaar zijn gekoppeld, wordt de verbinding omsloten door twee mofhelften rond de verbinding te leggen en te sluiten. Eén van beide mofhelften vertoont een toegangsopening. In deze toegangsopening wordt een isolerende olie gegoten.

25 Verder is het bekend, gebruik te maken van een afdich ting ter plaatse van de doorlaatopeningen voor de kabels.

Een dergelijke afdichting is bijvoorbeeld bekend in de vorm van een uitgeharde XLPE-isolatiering, die aan de kabelmantel is gehecht.

30 De uitvinding nu stelt voor, de in de aanhef vermelde .8800832 Λ -2~ werkwijze te veranderen met de volgende stap: het voor uitvoering van de stap kiezen van een vulmassa, die uithardt door contact met water. Een dergelijke vulmassa kan bijvoorbeeld een siliconenbevattende massa 5 zijn.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag, dat het van voordeel is, bijvoorbeeld een kabelmof onder normale, ongestoorde omstandigheden gevuld te houden met een vloeistof. Een vloeistof heeft het voordeel, geen krimphól-10 ten te vertonen, terwijl bovendien eventueel aanwezige belletjes in de vloeistof opstijgen en zich op een onschadelijke plaats kunnen ophopen. Dit laatste in tegenstelling tot een vaste stof, zoals een uitgeharde kunststof, waarin zich holten, zoals belletjes kunnen bevinden, die in een elek-15 trisch veld het ongewenste effekt kunnen hebben, plaatselijk aanleiding te geven tot zeer hoge veldsterkten, doorslag, verbranding van materiaal, enz., hetgeen kan leiden tot moeilijk beheersbare situaties.

Het voordeel van de uitvinding is verder, dat men 20 gebruik kan maken van gangbare, in de handel verkrijgbare huizen, zoals schakelkasten, kabelmoffen, transformatoren en dergelijke, die reeds zijn voorzien van een toegangsope-ning om te worden gevuld met een minerale isolerende olie. Indien bijvoorbeeld door een mechanische beschadiging 25 het huis, bijvoorbeeld de kabelmof, een lek gaat vertonen, bijvoorbeeld een haarscheur, zal zich van buiten afkomstig water naar het inwendige van het huis kunnen verplaatsen.

Het water komt in kontakt met de vulmassa, die met het water reageert door uit te harden. Er vindt vliesvorming plaats, 30 die zich geleidelijk voortzet, naarmate de hoeveelheid binnengedrongen water toeneemt. De vliesvorming breidt zich niet verder uit, wanneer de watertoevoer stopt.

De werkwijze volgens de uitvinding geeft bij toepassing in samenhang met kabelmoffen een uitstekende afdichting 35 tussen de mofhelften en de kabels. Dit betreft enerzijds de mechanische hechting bij de toegangsopeningen voor de kabels, die immers rechtstreeks in kontakt staan met de om- .8800632 * -3- , geving, zodat daar ter plaatse altijd een zekere vliesvorming optreedt. Door keuze van een vulmassa met goede elektrisch isolerende eigenschappen kunnen tevens zeer goede elektrische eigenschappen in het inwendige van de mof worden 5 verzekerd. Verder wordt erop gewezen, dat bij het gebruik van olie volgens de bekende techniek, de olie de neiging heeft de kabel in te kruipen, hetgeen een ongekontroleerd proces is, tenzij speciale afdichtmaatregelen worden getroffen. Bij gebruik van een vulmassa als volgens de uitvinding 10 kruipt de vloeibare massa eveneens de kabeleinden in, maar hardt daar uit door het aanwezige vocht.

De werkwijze volgens de uitvinding laat zich zeer eenvoudig en relatief snel uitvoeren.

Het gebruik van een siliconenbevattende vulmassa, 15 zoals een siliconenrubber, heeft het voordeel, dat ook in de volledig uitgeharde massa geen krimpholten optreden, aangezien de uitgeharde massa zeer week en flexibel is. Dit heeft verder als voordeel, dat ook na uitharding enige vervorming van het huis door mechanische of thermische invloeden toe-20 laatbaar is.

Bij een siliconenbevattende vulmassa is tevens gekon-stateerd, dat de relatieve di-elektrische konstanten in vaste toestand en in vloeibare toestand weinig van elkaar afwijken. Voor een bepaalde massa is in vloeibare toestand 25 bij 50 Hz een r gemeten van 3,54, terwijl voor hetzelfde materiaal in de uitgeharde toestand onder dezelfde meetom-standigheden 3,34 is vastgesteld. De belangrijke konsekwen-tie hiervan is, dat voor elektrische toepassingen het weinig of niet uitmaakt, of de massa nog in de vloeibare toestand 30 verkeert of reeds is uitgehard.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening. Hierin tonen:

Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van een kabelmof; en 35 Figuur 2 een vertikale langsdoorsnede door de kabelmof volgens figuur 1.

.8800832 f -4-

Figuur 1 toont een kabelmof l, die dient voor het met elkaar verbinden van twee drie-aderige kabels 2, 3.

Zoals blijkt uit figuur 2, bestaat de kabelmof uit twee delen 4, 5, die op de in figuur 1 getoonde wijze door 5 flensranden 6 door middel van schroefverbindingen 7 met elkaar zijn verbonden. De kabels 2, 3 zijn door middel van afdichtingen 8 afdichtend met de kabelmof 1 gekoppeld. De adereinden, die gemakshalve alle met 9 zijn aangeduid zijn omgeven door een binnenmof 10, die een afsluitbare toegangs-10 opening 11 omvat. Ook deze binnenmof 10 omvat afdichtingen, die met 12 zijn aangeduid. Na het assembleren van de binnenmof 10 rond de adereinden 9, die op niet nader te beschrijven wijzen met elkaar zijn verbonden, wordt een vloeibare siliconenmassa via de toegangsopening 11 in de binnenmof ge-15 goten. Vervolgens wordt door een schroefdop 13 de toegangsopening afgesloten. Vervolgens worden de kabelmofdelen 4, 5 op de genoemde wijze rond de binnenmof 10 geplaatst. Ook deze mof 1 wordt via een met 14 aangeduide toegangsopening met siliconenmassa volgegoten, waarna de toegangsopening 14 20 door middel van een schroefdop 15 wordt gesloten.

Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding zich niet tot toepassing bij een kabelmof beperkt. Ook vermogensschakelaars, transformatoren, moffen voor informatiekabels, enz. kunnen op de wijze van de uitvinding worden beveiligd 25 tegen vochtinvloeden.

.8800832

Claims

1. Werkwijze voor het tegen vochtinvloeden beveiligen van in hoofdzaak onbeweeglijk door een huis omsloten elementen, bijvoorbeeld voor elektrische doeleinden bestemde onderdelen, zoals de door een kabelmof omsloten einden van 5 en koppelmiddelen voor kabels en andere elektrische en elektronische componenten, omvattende volgende stappen: (1) het verschaffen van het huis; (2) het aanbrengen in dat huis van de elementen; (3) eventueel het sluiten van het huis; 10 (4) het vrijlaten van een toegangsopening tot de door het huis omsloten ruimte; (5) het via de toegangsopening vullen van het huis met een, eventueel visceus, vloeibare vulmassa; en (6) het sluiten van de toegangsopening, 15 gekenmerkt door de volgende stap: (8) het voor uitvoering van de stap (5) kiezen van een vulmassa, die uithardt door contact met water.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door de volgende stap: 20 (9) het voor uitvoering van stap (8) kiezen van een siliconen bevattende vulmassa.

3. Vulmassa, kennelijk bestemd ten gebruike voor een werkwijze volgens conclusies 1-2. .880 0832