NL8800469A - Lensveer en lichtbarriere-eenheid voor een laskap. - Google Patents

Description

-1- P & c

W 6434-1 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Lensveer en lichtbarriêre-eenheid voor een laskap.

De uitvinding betreft laskappen en -schermen en in het bijzonder een nieuwe montageconstructie, waarmee veilig en positief aanbrengen en verwijderen van een lenzenstel mogelijk is, dat het lichtbarrière lenssysteem bevat. De algemene constructie en inrichting van laskappen of 5 lasschermen is niet nieuw. Gebruikelijke bekende laskappen zijn weergegeven in verschillende Amerikaanse octrooischriften, waaronder 1.904.933, 3.257.667, 3.458.865 en 4.354.279.

Deze bekende laskappen zijn in hoofdzaak van soortgelijke constructie en bestaan uit een kapdeel, bij voorkeur gebogen voor enige aanpassing aan 10 het gezicht van de drager. Het kapdeel wordt bij voorkeur als eenheid gevormd van een ondoorschijnend licht en stijf kunststofmateriaal. De kap wordt normaal op het hoofd van de gebruiker gedragen en heeft de een of andere hoofdband zo dat de kap omhoog kan worden geklapt wanneer hij niet in gebruik is en gemakkelijk in een het gezicht beschermende stand gebracht 15 kan worden,

In de het gezicht beschermende stand bevindt zich de kap voor het gezicht van de gebruiker en steekt uit rond de zijkanten van het hoofd van de drager voor bescherming van het hoofd. De kap is gewoonlijk voorzien van een vergrote rechthoekige opening, waarin een lenseenheid is gemonteerd, 20 bestaande uit een aantal platen waaronder bijvoorbeeld een buitenplaat gevormd van een doorschijnend materiaal zoals glas, een binnenplaat, gevormd van soortgelijk materiaal maar gekleurd, of op andere wijze behandeld om de doorgang te voorkomen van schadelijke straling naar de ogen van de drager. Deze straling kan ontstaan wanneer kontakt wordt gemaakt tussen een 25 onder stroom staande lasstaaf en een werkstuk. De platen worden gewoonlijk gescheiden door een pakking en hebben omtreksafmetingen, die in hoofdzaak overeenkomen met de vorm van de zakvormige kijkopening in de kap, maar met iets kleinere maten, zodat de glasplaten gemakkelijk in deze kijkopening gemonteerd kunnen worden.

30 Gewoonlijk worden de platen van de lenseenheid gesteund in de rechthoekige opening door middel van een verende klem. De gebreken van deze constructie zijn genoemd in Amerikaans octrooischrift 4.354.279. De in dat octrooischrift beschreven montageorganen combineren het inzetstuk en een verende klem tot een onderdeel uit ëen stuk. Een inzetstuk wordt daardoor 35 verschaft dat doelmatig uitwendige lichtstralen blokkeert, die een corona-effekt of halo-effekt kunnen veroorzaken binnen de laskap. Een verende klem heeft horizontale benen die het inzetstuk tegen het lenzenstel drukken.

.88004?» ¥ * -2-

De constructie volgens dit octrooischrift is zeer geschikt om een goede corona-barrière te geven. Desondanks is, hoewel de plaatsing van het lenzenstel zodanig beschermd is dat het binnendringen van schadelijke stralen in het inwendige van de kap wordt voorkomen, het gebruik van een 5 verende klem als montageorgaan niet geheel bevredigend. De verende klem is wat moeilijk aan te brengen en los te nemen en kan per ongeluk worden aangeraakt, waardoor het lenzenstel los komt. Een verbetering zou zijn een systeem dat gemakkelijk en snel te monteren en los te nemen is en waarmee het lenzenstel alleen kan worden verwijderd wanneer een 10 opzettelijke handeling wordt uitgevoerd door de bedienende man, maar die niet per ongeluk kan worden uitgevoerd. Het vermijden van metaaldraden, die los kunnen raken en de gebruiker kunnen verwonden, is natuurlijk zeer gewenst.

De uitvinding betreft een laskap bestaande uit een kapdeel met een 15 kijkopening, begrensd door een omtreksframe. Het lenzenstel wordt gemonteerd in de kijkopening en een afdekorgaan of deksel bedekt het lenzenstel aan de buitenzijde van de kap. Samenwerkende grendelorganen zijn aangebracht tussen het deksel en het frame van de kijkopening. Het deksel is bedienbaar tussen een vergrendelde stand, waarin het lenzenstel 20 gesteund wordt in de opening, en een losgenomen stand, waarin het lenzenstel kan worden uitgenomen. De beweging tussen deze twee standen wordt verkregen door zijwaartse beweging van het deksel ten opzichte van het frame in slechts ëén bepaald vlak. Ook is een voorspanorgaan aangebracht voor het normaal voorspannen van het deksel in de richting van 25 dat ene bepaalde vlak af, waarin beweging mogelijk is, zodat normaal het deksel zich in een vergrendelde stand bevindt en waarin het lenzenstel in in de opening steunt.

In een uitvoeringsvorm omvat het voorspanorgaan een paar in tegengestelde richtingen stekende voorspanelementen, zodanig dat zij beide 30 een voorspanning uitoefenen op het deksel, waardoor dit van het vlak af wordt gedrukt. In dit voorbeeld is elk van de voorspanelementen voldoende om het deksel van het bepaalde vlak weg te drukken en natuurlijk kan het deksel, wanneer het zich niet in dat vlak bevindt, niet in de losstand gebracht worden. De grendelorganen, die samenwerken met het deksel en 35 het frame, beletten normaal zijwaartse beweging van het deksel ten opzichte van het frame. Daar het overwinnen van de voorspanning van slechts één van de in tegengestelde richtingen stekende voorspanelementen vraagt dat het andere voorspanelement de beweging van het deksel in een vlak zijwaarts ten opzichte van het frame belet, kan het opnemen van een scharnierorgaan 40 in de voorspanorganen extra voorspankracht overbrengen op het element p. P A t. / f' *'· r, v V V ·*. \ J*.

-3- > & dat in de vergrendelde stand blijft.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de laskap volgens de uitvinding is weergegeven.

5 Fig. 1 is een perspectiefaanzicht van een zeer lichte lashelm of laskap met de gecombineerde eenheid van lens, veer en lichtbarrière, gezien van de voorzijde.

Fig. 2 is een aanzicht in perspectief van de kap met bijbehorende delen in uiteengenomen toestand, terwijl de instelbare hoofdsteunbanden 10 en bevestigingsorganen daarvoor zijn weggelaten voor de duidelijkheid.

De delen zijn hier van de achterzijde gezien.

Fig. 3 toont een vergrote doorsnede volgens III - III van fig. 1, die in detail elementen toont van het lenzenstel en het deksel, dat samenwerkt met het frame, waarin de delen van fig. 2 gemonteerd zijn.

15 Bovendien is het lensdeksel weergegeven met streep-stiplijnen in de losgenomen stand en zijn de voorspanveerelementen met streep-stiplijnen in de losneemstand weergegeven, waarin het lensdeksel kan worden weggenomen.

Fig. 4 toont een achteraanzicht op. grotere schaal van de combinatie van het lenzenstel en de voorspanorganen, tezamen met het bijbehorende 20 frame en het deksel volgens fig. 3, waarbij bepaalde delen zijn afgebroken of doorgesneden voor de duidelijkheid.

Fig. 5 en 6 tonen uitgesneden details van de samenwerkende grendel-organen op sterk vergrote schaal, zowel in de open als de gesloten stand in fig. 5 resp. fig. 6.

25 In fig. 1 is een gebruikelijke gelaatsbeschermingsinrichting weer gegeven, aangeduid met het cijfer 10. Deze inrichting is bijzonder geschikt voor gebruik door lassers en wordt meestal een laskap genoemd.

De algemene vorm en opstelling van de laskap zijn bekend en omvatten een kapdeel 12, dat bij voorkeur gebogen is ter aanpassing aan de algemene 30 vorm van het gezicht van de drager en heeft een domvormig afdekdeel 12a dat naar boven en naar achteren steekt van de bovenzijde van het kapdeel 12 en een onderste deel 12b dat naar omlaag en naar achteren steekt van de onderrand van het kapdeel. Deze delen vormen in het algemeen een stuk en zijn bij voorkeur gevormd als eenheid van een ondoorschijnend licht 35 en stijf kunststofmateriaal. Het kapdeel 12 wordt gewoonlijk verbonden met een hoofdband, bijvoorbeeld met hoofdbandsteunen 23, zodat de kap gezwenkt kan worden tussen een het gezicht beschermende stand waarbij het gelaat en de oren van de gebruiker beschermd zijn, naar een stand boven het hoofd van de gebruiker wanneer de kap niet in gebruik is.

40 Het kapdeel 12 is gewoonlijk voorzien van een vergrote kijkopening, . 8 & v.; » -4- die in fig. 1 begrensd wordt door het frame 13 en waardoorheen de gebruiker zijn werk kan waarnemen. Het frame 13, dat in het algemeen rechthoekig is in veel gevallen, steekt naar buiten van het kapdeel 12, voor het opnemen van een lenzenstel, zoals hierin wordt beschreven en heeft een naar 5 buiten stekende, in hoofdzaak rechthoekige omtrekswand 13a en een naar binnen stekende wand 13b, die uitsteekt van de wand 13b, die de opening begrenst. De wand 13a heeft een uitsteeksel 13c naar binnen dat uit ëên stuk daarmee is gevormd (fig. 3) voor het begrenzen van een ruimte voor elementen van de lenseneenheid.

10 Van essentieel belang bij de lenzeneenheid is een filterplaat 14 die het overbrengen kan voorkomen van schadelijke lichtstralen naar de ogen van de drager, welke stralen bijvoorbeeld ontstaan wanneer kontakt wordt gemaakt tussen een onder stroom staande lasstaaf en een werkstuk.

In fig. 2 is het lenzenstel weergegeven in uiteengenomen toestand van 15 de delen. Het kapdeel 12 wordt gezien van de andere zijde, met hoofdband-steunopeningen 23a om de plaats te tonen van de hoofdband die niet is weergegeven omdat deze geen deel uitmaakt van de uitvinding en de duidelijkheid van de tekening zou hinderen.

De lenzeneenheid heeft een buitenste plaat 15, gevormd van door-20 schijnend materiaal, zoals glas of een stootbestendige kunststof en die betrekkelijk goedkoop is. Deze buitenplaat 15 is onderhevig aan beschadigingen van vonken, rook en andere bijprodukten van het lassen en moet normaal vrij vaak vervangen worden. Daar het een betrekkelijk goedkoop onderdeel is, kan deze buitenplaat 15 gemakkelijk vervangen 25 worden wanneer het lenzenstel verwijderd wordt volgens de uitvinding.

De lasser kan gemakkelijk deze vervanging van de buitenplaat 15 uitvoeren. Tussen de buitenplaat 15 en de filterplaat 14 bevindt zich een pakking 16, die is aangebracht om directe aanraking te voorkomen tussen de beide glasachtige materialen. Dit kan door de uitvinding gemakkelijk worden 30 gedaan. Het lenzenstel volgens fig. 2 bestaat uit de buitenlens 15, de pakking 16, de filterplaat 14 en een veereenheid 17 voor de lenzen.

Al deze inwendige onderdelen worden in het frame 13 gehouden door het deksel 18, dat hieronder wordt beschreven en kan worden weggenomen, gereinigd en/of vervangen zonder gebruikmaking van gereedschappen.

35 Voor het begrijpen van de werking van het grendelmechanisme van deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt verwezen naar fig. 3, waarin het vlak A - A is aangegeven. Dit vlak A - A is het enige vlak waarin het mogelijk is het deksel 18 zijwaarts te bewegen ten opzichte van het frame 13, tussen een grendelstand, waarin het lenzenstel in de 40 opening wordt gehouden en een losneemstand, waarin het lenzenstel P P f' I / ;

» V V V V v' V

V

p -5- uit de opening kan worden verwijderd» De buitenplaat 15, de pakking 16, het filter 14 en de veereenheid 17 voor de lenzen worden binnen het frame 13 geplaatst en tijdelijk daarin op hun plaatsen gehouden door de zwaartekracht, daar de buitenplaat 15 en de andere onderdelen 5 groter zijn dan de opening begrensd door het frame 13. Het in een losgenomen stand bij 18a weergegeven deksel wordt dan over het frame 13 geplaatst en direct naar beneden gedrukt in een richting loodrecht op het vlak A - A. Wanneer deze druk wordt uitgeoefend worden zowel het einde 20 als het einde 22 van de dubbele veer 19 samengedrukt 10 en zwenkt de dubbele veer 19 om zijn scharnier 21.

Zoals blijkt uit fig. 5 komt, wanneer het deksel 18 in de richting van de neergaande vertikale pijl V wordt gedrukt, de grendellip 24 in de sleuf 25 van het frame 13. Door beweging van het deksel 18 in de richting van de horizontale pijl H wordt de lip 24 gebracht in het 15 gesloten einde van de sleuf 25. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 en 6 heeft de lip 24 een punt 27 dat vergrendeld wordt door samenwerking met de hoek 28 van de sleuf 25. Wanneer de druk dan wordt weggenomen gaan de voorspankrachten van de dubbele veer 19 werken en wordt het deksel 18 gedrukt in de richting tegengesteld aan de pijl V, waardoor de grendel-20 lip 24 stevig in de sleuf 25 wordt geplaatst met de punt 27 en de rand 28.

Omdat de sleuf 25 de juiste afmetingen heeft, kan de grendellip 25 in geen enkele richting bewegen totdat de voorspanning van de dubbele veer 19 wordt overwonnen. Terwijl het lenzenstel in de stand volgens fig. 3 en 6 wordt gehouden wordt het veilig en stevig op zijn plaats 25 gehouden.

Wanneer het gewenst is het lenzenstel om welke reden dan ook te verwijderen, kan de bedienende man het gemakkelijk verwijderen. Hiervoor moet de voorspanning van de dubbele veer 19 worden overwonnen, zowel aan het eerste einde 20 als aan het tweede einde 22. Zolang de grendellip 24 30 stevig wordt vastgehouden in de sleuf 25, zodat de punt 27 in de hoek 28 ligt, kan het deksel 18 niet bewegen in de richting van de pijl 29 van fig. 4. Wanneer een druk wordt uitgeoefend op het deksel 18 nabij 29 wordt bijvoorbeeld het tweede einde 22 van de dubbele veer 19 ingedrukt en komt de punt 27b van de lip 24b los van de hoek 28 van de 35 sleuf 25. De lip 24 ligt dan in feite in het vlak A - A. Desondanks kan het deksel 18 nog steeds niet worden bewogen en kan het lenzenstel niet worden weggenomen omdat de punt 27a van de lip 24a nog steeds ligt in de hoek 28a van de sleuf 25a omdat de spanning van het eerste einde 20 van de dubbele veer 19 nog niet is overwonnen.

40 Wanneer een druk wordt uitgeoefend op het deksel 18 op punten nabij . 8 e i i :: -¾ -6- zowel het eerste einde 20 als het tweede einde 22 van de veer 19 beweegt het gehele deksel in de richtng loodrecht op het vlak A - A en wanneer het deksel eenmaal het vlak A - A bereikt, komt de lip 24a los van de sleuf 25a en de lip 24b van de sleuf 25b, waardoor nu het 5 deksel kan bewegen tussen de vergrendelde stand, waarin het lenzenstel gesteund wordt in de opening, naar een losneemstand, waarin het lenzenstel verwijderd kan worden.

Deze beweging van het deksel ten opzichte van het frame vindt alleen plaats in het vlak A - A, want alleen wanneer het deksel en het frame in 10 deze relatieve stand staan zijn de lippen 24a, 24b, 24c en 24d vrij van de sleuven 25a, 25b, 25c en 25d. De beweging van het deksel maakt het verwijderen van het deksel mogelijk naar de stand 18a in fig. 3. Het is dan eenvoudig om de veereenheid 17 voor de lenzen, het filter 14, de pakking 16 en de dekplaat 15 uit te lichten.

15 Het is duidelijk dat het lenzenstel vast zit wanneer het deksel 18 samenwerkend is verbonden met het frame 13 in de vergrendelde stand wanneer de lip 24 in ingrijping is met de sleuf 25. De dubbele veer 19 van de veereenheid 17 voor de lenzen en het veereffekt van de pakking 16 beletten elke relatieve beweging. De lasser kan de kap 20 gebruiken met de volledige zekerheid dat het lenzenstel onbeschadigd op zijn plaats zal blijven. Zelfs wanneer het deksel 18 bij het gebruik wordt aangeraakt, hetzij met opzet of per ongeluk, beweegt het lenzenstel niet en komt het niet los door deze aanraking. Het deksel is alleen bedienbaar tussen zijn vergrendelde stand, waarin het lenzenstel geheel 25 gesteund wordt, en de losneemstand, waarin het lenzenstel kan worden verwijderd, door zijwaartse beweging van het deksel wanneer dat deksel zich bevindt in het bepaalde vlak A - A. De gebruiker is geheel beschermd tegen veren en andere uitsteeksels die in dit opzicht van belang zouden zijn wanneer zij aanwezig waren. Indien gewenst kan het 30 voorvlak van het grendeldeksel 18 worden gemerkt nabij de pijl 29 met geschikte merktekens zoals 'BOVEN’ om de gebruiker te helpen bij het plaatsen van het grendeldeksel voor het op hun plaatsen vergrendelen van de delen. Deze richting is nodig om de juiste richting en samenwerking te verzekeren tussen de bajonetsleuven 25 in de binnenwand 13c van het 35 frame 13 en de grendelpennen of -lippen 24a - 24b aan het grendeldeksel 18. Als een extra visueel hulpmiddel bij het juist richten van het grendeldeksel kan de bovenwand 18a smaller worden gemaakt dan de tegenoverliggende onderwand 18b, daar het deksel alle werkzame mechanismen geheel opsluit.

De nieuwe montage-inrichting van de uitvinding schermt ook 40 doelmatig het binnenkomen af van schadelijke lichtstralen zoals ultra- . 6 Si o (’' e i -J> f -7- violette straling van een lasboog, in het inwendige van het masker en blokkeert deze stralen. In het bijzonder geeft de montage-inrichting een doodlopende weg voor eventueel licht dat een halo-éffekt kan veroorzaken in het omtreksgebied van het lenzenstel. Speciaal heeft, zoals het 5 beste blijkt uit fig. 3, het frame 17a van de veereenheid 17 een hoek-profiel en een rechthoekige vorm met loodrecht liggende omtrekswanddelen 17b, 17c, die nauw passend liggen in het frame dat de kijkopening begrenst. Opgemerkt wordt dat de afmetingen van het frame 17a nauwkeurig overeen komen met de binnenafmetingen van de binnenwand 13c, die de kijkopening 10 begrenst, waardoor doelmatig het zichtbaar werpen van straling op de wanden van het omtreksframe 17a wordt geblokkeerd.

. t C C f:

Claims (6)

1. Laskap met een kapdeel met kijkopening, begrensd door een omtreksframe, een in de opening gemonteerd lenzenstel, een deksel, gekenmerkt door samenwerkende grendelorganen tussen het deksel en het frame, waarbij het deksel bedienbaar is tussen een vergrendelde 5 stand, waarin het lenzenstel in de opening wordt gesteund, en een losneemstand, waardoor het lenzenstel verwijderd kan worden door zijwaartse beweging van het deksel ten opzichte van het frame in slechts één bepaald vlak en door voorspanorganen, die normaal het deksel in de richting van het genoemde vlak af voorspannen.

2. Laskap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening rechthoekig is en de voorspanorganen elementen omvatten voor het voorspannen van het deksel in de richting van het vlak af aan twee niet aangrenzende zijden van de rechthoekige opening.

3. Laskap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de voorspanorganen 15 bestaan uit een dubbele voorspanveer met een eerste en een tweede einde, welke veer steeds geplaatst is voor aanraking met de rechthoekige opening aan twee niet aangrenzende zijden daarvan.

4. Laskap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de samenwerkende grendelorganen bestaan uit een aantal lippen, gemonteerd aan het deksel 20 en een aantal er mee samenwerkende sleuven, gemonteerd aan het frame, welke lippen en sleuven verder samenwerkende organen hebben om relatieve beweging te beletten tussen het deksel en het frame in de vergrendelde stand.

5. Laskap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de lip een 25 punt heeft voor ingrijping met een hoekpunt van de sleuf om relatieve beweging te beletten van het deksel ten opzichte van het frame wanneer de punt in ingrijping is met het hoekpunt.

6. Laskap volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de voorspanorganen centraal zijn verbonden met een frame van een hoekprofiel en rechthoekige 30 vorm, overeenkomende met de afmetingen van de kijkopening en dicht bij het omtreksframe worden gehouden, waardoor doelmatig en zichtbaar vallen van straling op de wanden van het omtreksframe wordt geblokkeerd. 35 ------------------ 8£ ft i' ' (- r v l t. t