NL8800170A - Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager. - Google Patents

Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL8800170A
NL8800170A NL8800170A NL8800170A NL8800170A NL 8800170 A NL8800170 A NL 8800170A NL 8800170 A NL8800170 A NL 8800170A NL 8800170 A NL8800170 A NL 8800170A NL 8800170 A NL8800170 A NL 8800170A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
information
track
recorded
control information
Prior art date
Application number
NL8800170A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8800170A priority Critical patent/NL8800170A/nl
Priority to US07/209,442 priority patent/US4933923A/en
Priority to DE68914174T priority patent/DE68914174T2/de
Priority to ES89200123T priority patent/ES2051982T3/es
Priority to EP89200123A priority patent/EP0326215B1/en
Priority to AT89200123T priority patent/ATE103729T1/de
Priority to BR898900271A priority patent/BR8900271A/pt
Priority to AU28688/89A priority patent/AU2868889A/en
Priority to KR1019890000680A priority patent/KR0136908B1/ko
Priority to DD89325190A priority patent/DD278889A5/de
Priority to JP1014239A priority patent/JP2726470B2/ja
Publication of NL8800170A publication Critical patent/NL8800170A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/24Record carriers characterised by shape, structure or physical properties, or by the selection of the material
    • G11B7/2407Tracks or pits; Shape, structure or physical properties thereof
    • G11B7/24085Pits

Description

« * PHN 12.408 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager.
De uitvinding heeft betrekking op een optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type voorzien van een voorafaangebracht spoor dat een informatiegebied omvat van een soort dat bij bestraling met straling boven een bepaalde schrijfintensiteit 5 een optische detekteerbare verandering ondergaat.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een optische uitleesinrichting voor het uitlezen van informatie welke door middel van een patroon van registratietekens met veranderde optische eigenschappen in het informatiegebied van een dergelijke registratiedrager is 10 opgetekend, welke uitleesinrichting is voorzien van aftastmiddelen voor het met behulp van een stralingsbundel aftasten van het spoor, van opto-elektrische omzettingsmiddelen voor het omzetten van de door het spoor gereflekteerde c.g. doorgelaten stralingsbundel in een elektrisch signaal en van een signaalverwerkingsschakeling voor het uit het 15 elektrische signaal afleiden van een informatiesignaal dat de in het afgetaste spoor opgetekende informatie vertegenwoordigt.
Een dergelijke registratiedrager en uitleesinrichting zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift ÜS 4.473.829 (PHN 10317).
De aldaar beschreven registratiedrager omvat een 20 informatiegebied dat wordt gevormd door een dunne metaallaag wordt, welke door bestraling met een hoge intensiteitsstralingsbundel kan worden verwijderd. Een informatiesignaal kan worden opgetekend door bij de aftasting van de registratielaag de stralingsbundel overeenkomstig het informatiesignaal te moduleren waarbij door het plaatselijk 25 verwijderen van de metaallaag een patroon van registratietekens met een veranderde reflektie ontstaat, waartussen tussengebiedjes zijn gelegen met een onveranderde reflektie. Bij de uitlezing van de aldus opgetekende informatie wordt het patroon van registratietekens met een lage intensiteitsstralingsbundel afgetast, waarbij de intensiteit van de 30 gereflekteerde stralingsbundel overeenkomstig het afgetaste patroon wordt gemoduleerd. Met behulp van fotodiodes wordt de gereflekteerde straling omgezet in een in amplitude gemoduleerd elektrisch signaal ,8800170 '·% PHN 12.408 2 waarvan de modulatiediepte evenredig is met het reflektieverschil tussen de registratietekens en tussengebieden.
Bij de heden ten dage bekende verschillende soorten van beschrijfbare registratiedragers varieert het relatieve 5 reflektieverschil tussen aangebrachte registratietekens en de tussengebieden, hetgeen resulteert in over een gebied dat faktoren groter is dan dat door de gebruikelijke uitleesinrichtingen verwerkt kan worden. Dit vindt vooral zijn oorzaak in het feit dat de verwerkingsschakelingen die grote verschillen in de signaalsterktes die 10 bij deze grote verschillen voorkomen niet zonder meer kunnen verwerken. De signaalverwerkingsschakelingen dienen dan ook te worden uitgerust met relatief complexe automatische signaalsterkteregelingen. Bovendien is de insteltijd van dergelijke automatische sterkteregelingen een bezwaar, omdat hierdoor het eerste gedeelte van het uitgelzen signaal niet 15 betrouwbaar uitgelezen kan worden.
De uitvinding stelt zich ten doel om middelen te verschaffen waarbij een eenvoudige aanpassing van de signaalverwerkings-schakeling aan de sterkte van de aangeboden signalen wordt verkregen.
Volgens een eerste aspekt van de uitvinding is de 20 registratiedrager daartoe gekenmerkt, doordat in een voorafbepaald gebied in het spoor door middel van een voorafaangebrachte informatiestruktuur besturingsinformatie is opgetekend die indicatief is voor de grootte van de genoemde optische detekteerbare verandering.
Volgens een tweede aspekt van de uitvinding is de 25 uitleesinrichting daartoe gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van besturingsmiddelen voor het bewerkstelligen van een aftasting van het voorafbepaalde gebied van het spoor voorafgaand aan de daadwerkelijke uitlezing van de in het informatiegebied opgetekende informatie en van middelen voor het daarbij uit het elektrische signaal 30 afleiden van een besturingsinformatiesignaal die de opgetekende besturingsinformatie vertegenwoordigt en van instelmiddelen die de signaalverwerkingsschakeling instellen in afhankelijkheid van het afgeleide besturingsinformatiesignaal
Indien de registratiedrager bestemd is voor optekening 35 van EFM-signalen, bijvoorbeeld een standaard CD signaal, is het voordelig om de besturingsinformatie op te nemen in het subcode Q-kanaalsignaal van een met behulp van de voorafaangebrachte .8800170 PHN 12.408 3 informatiestruktuur opgetekend EFM-signaal. In dat geval kan van de besturingsinformatie eenvoudig worden teruggewonnen met behulp van de subcode-demodulator die ten behoeve van de besturing van de uitlezing van in het informatiegebied opgetekende EFM-signaal reeds vereist is.
5 In het Q-kanaalsignaal worden voorafbepaalde bitgroepen gebruikt om aan te geven van welke soort de informatie is die wordt vertegenwoordigd door de hieropvolgende bitgroepen. Door middel van een unieke code in deze voorafbepaalde bitgroepen kan dus bijzonder eenvoudig de plaats worden aangegeven van de benodigde 10 besturingsinformatie.
De aldus opgetekende besturingsinformatie kan eenvoudig worden teruggewonnen door middel van een uitvoeringsvorm van de uitleesinrichting welke is gekenmerkt doordat de signaalverwerkende middelen een EFM-subcode demodulator omvat voor het uit het elektrische 15 signaal afleiden van het Q-kanaalsignaal en waarbij de instelmiddelen detektiemiddelen omvatten voor het detekteren van de unieke code in het Q-kanaalsignaal die de plaats van de besturingsinformatie aangeeft en voor het afscheiden van de besturingsinformatie uit het Q-kanaalsignaal in reactie op de detektie van de unieke code.
20 Een andere uitvoeringsvorm van de uitleesinrichting wordt gekenmerkt doordat de signaalverwerkende middelen tenminste één versterker met instelbare versterkingsfaktor omvatten voor het versterken c.q. verzwakken van het elektrische signaal, waarbij de instelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de 25 versterkingsfaktor. Op een waarde die in hoofdzaak omgekeerd evenredig is met de door het besturingsinformatiesignaal aangegeven grootte van de optisch detekteerbare verandering.
Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de amplitude van de hoogfrequente signaalcomponent in het elektrische signaal, die in 30 hoofdzaak wordt bepaald door het verschil in optische eigenschappen tussen de registratietekens en tussengebieden, onafhankelijk van het type registratiedrager in hoofdzaak konstant blijft. Het gedeelte van de signaalverwerkingsschakeling die het informatiesignaal afleidt uit deze hoogfrequent signaalcomponent krijgt dan steeds een signaal met 35 constante amplitude aangeboden, zodat deze signaalverwerkingsschakeling steeds in een optimaal werkgebied kan worden bedreven.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de uitleesinrichting .8800170 m PHN 12.408 4 wordt gekenmerkt doordat de signaalverwerkingsmiddelen voorzien zijn van een laagdoorlaatfilter voor het uit het elektrische signaal afscheiden van een laagfrequent signaalcomponent, van vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de laagfrequent signaalcomponent met een 5 referentiesignaal en voor het in afhankelijkheid van het resultaat van de vergelijking opwekken van een besturingssignaal, waarbij de instelmiddelen zijn ingericht voor het bij het aftasten van het patroon van registratietekens instellen van het signaalniveau van het referentiesignaal.
10 Bij deze uitvoeringsvorm wordt bereikt dat de verandering van het gemiddelde signaalniveau, welke het gevolg is van een in het informatiegebied opgetekend signaal, geen invloed hebben op de betrouwbaarheid van een op basis van het besturingssignaal uitgevoerde bewaking van de spoorvolging.
15 Verdere uitvoeringsvormen alsmede de voordelen hiervan zullen hierna in detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 1 tot en met 8, waarin figuur 1 een uitvoeringsvorm van een registratiedrager van een beschrijfbare soort toont, 20 figuur 2 een uitvoeringsvorm van een optische opteken- en of uitleesinrichting toont, figuur 3 een uitvoeringsvorm van de signaalverwerkings-schakeling voor toepassing in een uitleesinrichting volgens de uitvinding toont, 25 figuur 4 een patroon van in het informatiegebied aangebrachte registratietekens met veranderde optische eigenschappen toont, figuur 5 ter illustratie de invloed toont van een in het spoor opgetekend signaal op de laagfrequent component van het elektrisch 30 signaal dat door de electro-optische omzetter van de uitleesinrichting wordt opgewekt, figuur 6 het format voor het in een standaard EFM-signaal opgenomen Q-kanaalsignaal toont, figuren 7 en 8 stroomdiagrammen van programma's tonen 35 die door een besturingseenheid in de signaalverwerkingsschakeling worden uitgevoerd ten behoeve van de instelling van de signaalverwerkingsschakeling.
,8800170 £ PHN 12.408 5
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een registratiedrager 1, waarbij figuur 1a het bovenaanzicht toont en waarbij figuur 1b een klein gedeelte van de doorsnede volgens de lijn b-b toont, De registratiedrager 1 is voorzien van een spoor 4, 5 bijvoorbeeld in de vorm van een voorafaangebrachte groef of ribbel. Het spoor 4 omvat een informatiegebied 4b dat is bestemd voor optekening van een informatiesignaal. Ten behoeve van de optekening is de registratiedrager 1 voorzien van een registratielaag 6 die op een transparant substraat 5 is aangebracht en die is bedekt met een 10 beschermlaag 7. De registratielaag 6 is van een materiaal, dat, indien bestraald met geschikte straling, een optisch detekteerbare verandering ondergaat. Een dergelijke laag kan bijvoorbeeld bestaan uit een dunne metaallaag zoals Telluur. Door laserbestraling van voldoende hoge intensiteit kan plaastelijk deze metaallaag gesmolten worden, zodat 15 plaatselijk deze laag een andere reflektiecoëfficient krijgt. De laag 6 kan ook uit andere stralingsgevoelige materialen bestaan, bijvoorbeeld uit magneto-optische materialen, of materialen welke bij verwarming een struktuurverandering van bijvoorbeeld van amorf naar kristallijn of omgekeerd ondergaan. Een overzicht van dergelijke materialen is 20 beschreven in het boek "Principles of optical disc systems", Adam Hilgar Ltd., Bristol and Boston, biz. 210-227.
Het zij opgemerkt dat in figuur 1 ter wille van de duidelijkheid de afstand tussen de windingen van het spiraalvormig spoor 4 sterk overdreven is weergegeven. Voor een realistisch voorbeeld van de 25 registratiedrager bedraagt de afstand tussen de sporen 1 è 2 μ meter bij een spoorbreedte van 0,4-1,3 μ meter.
Figuur 2 toont een optisch opteken- en uitleesinrichting 10. De inrichting 10 is voorzien van een aandrijfmotor 12 voor het doen roteren van de registratiedrager 1, van een tegenover de roterende 30 registratiedrager 1 opgestelde optische kop 13 waarmee een stralingsbundel 11 op het spoor 4 van de registratiedrager 1 wordt gericht, van een verplaatsingsinrichting, bijvoorbeeld een motor 14 en spindel 16, voor het in radiële richting verplaatsen van de optische kop 13. De optische kop 13 is voorzien van een laser 20 die de 35 stralingsbundel 11 opwekt met een door een besturingssignaal 21 bepaalde intensiteit. De opgewekte stralingsbundel 11 wordt met een lenzenstelsel 22 op het spoor 4 gericht. De gereflekteerde stralingsbundel wordt met .8800170 PHN 12.408 6 behulp van een halfdoorlatende spiegel 23 op een opto-elektrische omzetter 24 gericht, welke een somsignaal 26 opwekt waarvan de signaalsterkte overeenkomt met de intensiteit van de gereflekteerde stralingsbundel 11. Het somsignaal 26 wordt toegevoerd aan een 5 signaalverwerkingsschakeling 15 van de opteken- en of uitleesinrichting voor het verwerken van het somsignaal 26 en het opwekken van het stuursignaal 21 en een stuursignaal 27 voor de motor 14.
Verder is de inrichting 10 nog voorzien van gebruikelijke (niet weergegeven) middelen voor het op het spoor 4 gericht en 10 gefokusseerd houden van de stralingsbundel 11 in afhankelijkheid van door de electro-optische omzetter 24 opgewekte signalen.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van de signaalverwerkingsschakeling 15 welke is voorzien van een codeerschakeling, bijvoorbeeld een EFM-modulator 30 van een 15 gebruikelijke soort, waarmee een op te tekenen informatiesignaal Vi kan worden omgezet in een EFM-gemoduleerd signaal.
Het EFM-gemoduleerde signaal aan de uitgang van de EFM-modulator 30 wordt toegevoerd van een schakeling 31, die het EFM-gemoduleerde signaal omzet in een reeks besturingspulsen voor de laser 20 20, zoals bijvoorbeeld in het reeds genoemde octrooischrift ÜS 4,473,829 in detail is beschreven. Het ingangssignaal van de schakeling 31 kan via een, door een programmeerbare besturingseenheid 32 gestuurde, multiplexschakeling 33 aan de laser 20 worden toegevoerd. De laser 20 wekt in reactie op de besturingspulsen stralingspulsen op met een 25 intensiteit, welke voldoende is om in het door stralingsbundel 11 bestraalde gedeelte van het spoor 4 een reflektieverandering teweeg te brengen, zodat een patroon van registratietekens met veranderde reflektie in het spoor 4 wordt aangebracht, dat het op te tekenen signaal Vi vertegenwoordigt.
30 Figuur 4 toont een voorbeeld van een de hiervoor beschreven manier in het spoorgedeelte 4b aangebracht patroon van registratietekens 40.
Indien de aldus in het spoorgedeelte 4b opgetekende informatie weer moet worden uitgelezen, wordt het patroon van 35 registratietekens 40 weer met de stralingsbundel 11 afgetast, waarbij dan de intensiteit van de stralingsbundel 11 wordt ingesteld op een niveau dat te laag is om een reflektieverandering te veroorzaken. De ,8800170 PHN 12.408 7 lage intensiteit van de stralingsbundel 11 kan worden ingesteld door met behulp van de besturingseenheid 32 de multiplexschakeling 33 in een toestand te brengen waarin een met het lage intensiteitsniveau overeenkomend stuursignaal 11 aan een van de ingangen van de 5 multiplexsehakeling 33 wordt toegevoerd aan de laser 20. Bij de aftasting van het patroon van registratietekens 40 wordt de intensiteit van de gereflekteerde stralingsbundel 11 overeenkomstig het patroon gemoduleerd, waarbij de modulatiediepte in hoofdzaak wordt bepaald door het reflektieverschil tussen de registratietekens 40 en de tussen de 10 registratietekens gelegen tussengebieden.
Uit het somsignaal 26, dat evenredig is met de intensiteit voor de gereflekteerde stralingsbundel wordt met behulp van een hoogdoorlaatfilter 34 de signaalcomponent afgescheiden die de door het patroon van registratietekens veroorzaakte intensiteitsmodulatie 15 vertegenwoordigt. Deze signaalcomponent wordt via een versterkerschakeling 35 met instelbare versterkingsfaktor, bijvoorbeeld in de vorm van een vermenigvuldigingschakeling, naar een EFM-demodulator 36 van een gebruikelijke soort toegevoerd, die het signaal omzet in een informatiesignaal Vo. De EFM-demodulator 36 is voorzien van een 20 subcodedemodulator 43 voor het terugwinnen van het Q-kanaalsignaal dat in het EFM-signaal is opgenomen. Het Q-kanaalsignaal wordt via een signaallijn 42 toegevoerd aan de besturingseenheid 32 die op een gebruikelijke wijze aan de hand van de toegevoerde Q-kanaalsignaal de uitlezing stuurt.
25 De versterkingsfaktor van de versterkerschakeling 35 wordt door de besturingseenheid 32 op een waarde ingesteld waarbij de amplitude van het signaal aan de uitgang de versterker 35 in het optimale werkgebied van de EFM-demodulator 36 ligt.
Met behulp van een laagdoorlaatfilter 37 wordt uit het 30 somsignaal 26 de laagfrequent komponent afgescheiden. Deze laagfrequent komponent vertegenwoordigt de gemiddelde intensiteit van de gereflekteerde stralingsbundel 11. De gemiddelde intensiteit van de gereflekteerde stralingsbundel is afhankelijk van de positie van de trefplaats van de stralingsbundel op de registratiedrager 1 ten opzichte 35 van het midden van het spoor 4. In figuur 5 is de signaalwaarde Ig van het uitgangssignaal 38 aan de uitgang van laagdoorlaatfilter 37 weergegeven als funktie van de afstand x tussen het midden 54 van het 8800170 ·* PHN 12.408 8 spoor 4 en het midden 55 van de trefplaats van de stralingsbundel 11 op de registratielaag 6. Met de kromme 56 wordt de signaalwaarde Ig aangegeven voor het geval dat een gedeelte van het spoor 4 wordt afgetast waarin nog geen patroon van registratietekens 40 is 5 aangebracht. Zoals blijkt uit figuur 5 vertoont de kromme 56 een minimum als de stralingsbundel 11 op het midden van het spoor 4 is gericht.
Indien de stralingsbundel op het midden tussen twee sporen 4 is gericht vertoont de kromme 56 een maximum, zodat bij de aftasting van het spoor 4 het uitgangssignaal 38 afgeleidt kan worden of de stralingsbundel 11 10 het spoor 4 volgt door het signaal 38 met behulp van een comparator 39 te vergelijken met een referentiesignaal 41 met een referentieniveau Ig1.
De logische waarde van het uitgangssignaal 44 van de comperator 39 geeft dan aan of het spoor 4 al dan niet wordt gevolgd.
Het referentieniveau Ig1 kan eenvoudig worden bepaald door voorafgaand 15 van de uitlezing onder besturing van de besturingseenheid 32, met behulp van de stralingsbundel 11 een nog onbeschreven gedeelte van de registratiedrager in radiële richting af te tasten en daarbij de gemiddelde waarde van het uitgangssignaal 38 te bepalen. De besturingseenheid 32 is daartoe voorzien van een geschikt programma. Bij 20 de bewaking van de spoorvolging van onbeschreven sporen wordt door de besturingseenheid het signaalniveau van het referentiesignaal 41 ingesteld overeenkomstig de gemiddelde waarde welke tijdens de aftasting in radiële richting is bepaald. Bij de aftasting van een gedeelte van het spoor 4 waarin door middel van een patroon van registratietekens 40 25 informatie is opgetekend doet zich het probleem voor, dat als gevolg van de aanwezigheid van de registratietekens 40 met veranderde reflektie de relatie tussen het signaalniveau van signaal 38 en de positie van de aftastbundel 11 is veranderd.
In figuur 5 is met de kromme 61 de relatie tussen het 30 signaalniveau van het signaal 38 en de positie van de aftastbundel 11 weergegeven voor het geval dat in het spoor 4 een signaal is opgetekend. Het zal duidelijk zijn uit figuur 5 dat bij aftasting van een reeds beschreven spoor 4 weer een correcte bewaking van spoorvolging wordt verkregen door het referentieniveau van referentiesignaal 41 in te 35 stellen op een waarde Ig2. De vermindering van de gemiddelde waarde van de gereflekteerde stralingsbundel is nagenoeg evenredig met het reflektieverschil tussen de registratietekens 40 en de tussen de .8800170 PHN 12.408 9 registratietekens gelegen tussengebieden, zodat de waarde Ig2 van het referentieniveau eenvoudig kan worden afgeleid uit de waarde Ig1 door deze waarde met een door het reflektieverschil bepaald gedeelte te verminderen volgens relatie Ig2 = R.Igl, waarin R de voorafopgetekende 5 verhouding tussen het gemiddelde reflektieverschil na en voor de optekening voorstelt. Zoals in het hiervoorgaande is beschreven wordt de aanpassing het signaalniveau van het referentiesignaal 41 en de instelling van de versterkingsfaktor van versterker 35 uitsluitend bepaald door het reflektieverschil tussen de registratietekens 40 en de 10 daartussen gelegen tussengebieden. De grootte van dit reflektieverschil hangt sterk af van het type registratiedrager. Het is dan ook wenselijk om steeds bij toepassing van een ander type registratiedrager de versterkingsfaktor van versterker 35 en het referentiesignaal 41 opnieuw in te stellen.
15 Een bijzonder gebruiksvriendelijke instelling kan worden verkregen indien op een voorafbepaalde plaats in het spoor 4 van de registratiedrager 1 met behulp van een voorafaangebrachte informatiestruktuur, bijvoorbeeld een puttenpatroon, besturingsinformatie is opgetekend die indicatief voor 20 reflektieverandering die bij de betreffende registratiedrager in de registratielaag 6 optreedt bij het bestralen met een intensiteit die boven het schrijfniveau ligt.
Indien registratiedragers worden toegepast welke bestemd zijn voor optekening van EFM-signalen, verdient het de voorkeur om deze 25 besturingsinformatie in een aanloopspoor (Eng.: “lead-in track") opgetekende inhoudstabel (TOC) op te nemen.
Het aanloopspoor, dat wordt gevormd door een niet voor optekening bestemd gedeelte van het spoor 4, is in figuur 1 met verwijzingscijfer 4a aangegeven. Figuur 1c toont een sterk 30 vergroot gedeelte 2 van het aanloopspoor 4a dat bestaat uit een patroon van voorafaangebrachte putten 70. Figuur 1d toont een doorsnede van het registratiedragergedeelte 2 langs de lijn d-d.
Voor de optekening van de besturingsinformatie is het zogeheten Q-kanaal bijzonder geschikt. Dit Q-kanaal bestaat uit 98 bits 35 die in elk EFM-subcodeframe tezamen met de overige informatie worden opgetekend.
In figuur 6 is het format van de 98 bij een subcodeframe .8800170
<J
PHN 12.408 10 behorende Q-kanaalbits weergegeven. De 98 bits zijn verdeeld over een groep 60 van 2 bits, twee groepen 61, 62 van 4 bits, twee groepen 63 en 64 van 8 bits, groepen 65 van 56 bits en een groep 66 van 16 bits. De bits van groep 60 worden gebruikt voor synchronisatie. De bits van groep 5 61 worden gebruikt als besturingsbits. In het aanloopspoor 4a vertegenwoordigen de 12 bits van groep 62 en 63 een code "100" (hexadecimaal), die aangeeft dat het betreffende spoorgedeelte deel uitmaakt van het aanloopspoor 4a.
Door middel van 8 bits van groep 64 wordt de soort van 10 informatie gekarakteriseerd die in de groep 65 is opgeslagen. De 16 bits van groep 66 worden gebruikt ten behoeve van foutendetektie.
Met behulp van een unieke bitkombinatie, bijvoorbeeld FF (hexadecimaal), kan worden aangegeven dat de bits in de groep 65 informatie over de parameters van registratiedragers 15 vertegenwoordigen. Een aantal van deze bits, bijvoorbeeld de drie minst significante van deelgroep 65a kunnen worden gebruikt om de grootte aan te geven van de reflektieverandering van de registratielaag 6, indien deze onder invloed wordt gebracht van straling met een intesiteit boven de minimum schrijfintensiteit. De andere bits van de groep 65 kunnen 20 worden gebruikt om andere parameters aan te geven, bijvoorbeeld de gewenste schrijfintensiteit en de gewenste schrijfstrategie.
De besturingsinformatie betreffende de registratiedragerparameters kan eenvoudig bij de aftasting van het aanloopspoor 4a worden teruggewonnen uit de Q-kanaalbits die via de 25 signaallijn 42 aan de programmeerbare besturingseenheid 32 worden toegevoerd.
Figuur 7 toont een geschikt programma voor uit de Q-kanaalbits afleiden van de instellingen van de versterkingsfaktor van de versterker 35 en de instelling van het signaalniveau van het 30 referentiesignaal 41. Dit programma wordt steeds uitgevoerd bij het opnieuw in bedrijf stellen van de uitleesinrichting 10 na het verwisselen van de registratiedrager. In stap S71 wordt de optische kop 13 onder besturing van de besturingseenheid 32 tegenover het aanloopspoor 4a gepositioneerd, met behulp van de motor 14 en de spindel 35 16. Vervolgens wordt het uitlezen van de in het aanloopspoor 4a opgetekende informatie in gang gezet. Bovendien wordt tijdens de uitgevoerde radiële verplaatsing van de kop 13 de gemiddelde
,880017D
PHN 12.408 11 signaalwaarde van het signaal 38 bepaald tijdens de aftasting van een nog onbeschreven gedeelte van de registratiedrager 1. De bepaalde gemiddelde signaalwaarde vormt de referentiewaarde Ig1.
In stap S72 wordt een blok van 98 bij elkaar horende 5 Q-kanaalbits gelezen en in stap S73 wordt aan de hand van de door de bits van groepen 62, 63 en 64 vastgesteld of er in groep 65 informatie over de registratiedragerparameters is opgeslagen. Zo ja, dan wordt in stap S75 de door de bits in groep 65a vertegenwoordigde informatie over de reflektieverandering opgeslagen in een geheugen van de 10 besturingseenheid 32. Vervolgens wordt het programma vervolgd met stap S72, waarin dan een volgende blok van 98 Q-kanaalbits wordt ingelezen. Indien bij de uitvoering van stap S73 is gebleken dat geen parameterinformatie in blok 65 is opgeslagen dan wordt stap S73 gevolgd door stap S74, waarin aan de hand van de het ingelezen blok Q-kanaalbits 15 wordt vastgesteld of het einde van het aanloopspoor 4a is bereikt. Zo nee, dan wordt het programma weer vervolgd met stap S72. Zo ja, dan wordt stap S76 uitgevoerd, waarin de versterkingsfaktor voor versterker 35 op een waarde wordt ingesteld die omgekeerd evenredig is met de uit Q-kanaalbits afgeleide waarde van de reflektieverandering, waardoor de 20 amplitude voor het signaal aan de uitgang van versterker 35 bij uitlezing van het patroon van aangebrachte registratietekens 40 onafhankelijk wordt van het gebruikte type registratiedrager. Bovendien wordt tijdens de stap S76 de signaalwaarde Ig2 afgeleid uit de waarde van Ig1 en de bepaalde waarde van de reflektieverandering. De 25 signaalwaarde Ig2 wordt eveneens in het geheugen van de besturingseenheid 32.
Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een geschikt programma voor het instellen van het signaalniveau van referentiesignaal 41. Het programma omvat een stap S81 waarin wordt gedetekteerd of een 30 hoogfrekwent signaal op de uitgang van versterker 35 aanwezig is. Zo ja, dan wordt tijdens de uitvoering van stap S82 het signaalniveau van referentiesignaal 41 ingesteld op de waarde Ig2. Zo nee, dan wordt tijdens de uitvoering van stap S83 het signaalniveau van het referentiesignaal 41 op de waarde Ig1 ingesteld. De stappen S82 en S83 35 worden weer gevolgd door de stap S81.
.8800170

Claims (8)

1. Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type voorzien van een voorafaangebracht spoor dat een informatiegebied omvat van een soort dat bij bestraling met straling boven een bepaalde schrijfintensiteit een optische detekteerbare 5 verandering ondergaat met het kenmerk, dat in een voorafbepaald gebied in het spoor door middel van een voorafaangebrachte informatiestruktuur besturingsinformatie is opgetekend die indicatief is voor de grootte van de genoemde optische detekteerbare verandering.
2. Registratiedrager volgens conclusie 1 met het kenmerk, 10 dat het voorafbepaalde gebied wordt gevormd door een aanloopspoor dat aan het begin van het spoor is gelegen.
3. Registratiedrager volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat in het voorafbepaalde gebied een standaard EFM-signaal dat een subcodesignaal omvat is opgetekend, waarbij de besturingsinformatie 15 in het Q-kanaalsignaal van het subcodesignaal is opgenomen.
4. Registratiedrager volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat door middel van een unieke code in het Q-kanaal de plaats van het besturingsinformatie in het Q-kanaal wordt aangegeven.
4 PHN 12.408 12
5. Optische uitleesinrichting voor het uitlezen van 20 informatie welke door middel van een patroon van registratietekens met veranderde optische eigenschappen in het informatiegebied van een registratiedrager volgens één der voorgaande conclusies is opgetekend, welke uitleesinrichting is voorzien van aftastmiddelen voor het met behulp van een stralingsbundel aftasten van het spoor, van opto-25 elektrische omzettingsmiddelen voor het omzetten van de door het spoor gereflekteerde c.q. doorgelaten stralingsbundel in een elektrisch signaal en van een signaalverwerkingsschakeling voor het uit het elektrische signaal afleiden van een informatiesignaal dat de in het afgetaste spoor opgetekende informatie vertegenwoordigt, met het 30 kenmerk, dat de inrichting is voorzien van besturingsmiddelen voor het bewerkstelligen van een aftasting van het voorafbepaalde gebied van het spoor voorafgaand aan de daadwerkelijke uitlezing van de in het informatiegebied opgetekende informatie en van middelen voor het daarbij uit het elektrische signaal afleiden van een besturingsinformatiesignaal 35 die de opgetekende besturingsinformatie vertegenwoordigt en van instelmiddelen die de signaalverwerkingsschakeling instellen in afhankelijkheid van het afgeleide besturingsinformatiesignaal .8800170 $ PHN 12.408 13
6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de signaalverwerkende middelen een EFM-subcode demodulator omvat voor het uit het elektrische signaal afleiden van het Q-kanaalsignaal en waarbij de instelmiddelen detektiemiddelen omvatten voor het detekteren van de 5 unieke code in het Q-kanaalsignaal die de plaats van de besturingsinformatie aangeeft en voor het afscheiden van de besturingsinformatie uit het Q-kanaalsignaal in reactie op de detektie van de unieke code.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 10 de signaalverwerkende middelen tenminste één versterker met instelbare versterkingsfaktor omvatten voor het versterken c.q. verzwakken van het elektrische signaal, waarbij de instelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de versterkingsfaktor, op een waarde die in hoofdzaak omgekeerd evenredig is met de door het 15 besturingsinformatiesignaal aangegeven grootte van de optisch detekteerbare verandering.
8. Inrichting volgens één der conclusies 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingsmiddelen voorzien zijn van een laagdoorlaatfilter voor het uit het elektrische signaal afscheiden van 20 een laagfrequent signaalcomponent, en verder is voorzien van vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de laagfrequent signaalcomponent met een referentiesignaal en voor het in afhankelijkheid van het resultaat van de vergelijking opwekken van een besturingssignaal, en waarbij de instelmiddelen zijn ingericht voor het 25 bij het aftasten van het patroon van registratietekens instellen van het signaalniveau van het referentiesignaal. .8800170
NL8800170A 1988-01-26 1988-01-26 Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager. NL8800170A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800170A NL8800170A (nl) 1988-01-26 1988-01-26 Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager.
US07/209,442 US4933923A (en) 1988-01-26 1988-06-15 Optical record carrier inscribed with read-out control data and apparatus for reading such record carrier in conformity with such control data
DE68914174T DE68914174T2 (de) 1988-01-26 1989-01-20 Optisch lesbarer Aufzeichnungsträger vom beschreibbaren Typ und optische Leseanordnung zum Lesen eines derartigen Aufzeichnungsträgers.
ES89200123T ES2051982T3 (es) 1988-01-26 1989-01-20 Soporte de registro legible opticamente del tipo inscribible y aparato de lectura optica para leer dicho soporte de registro.
EP89200123A EP0326215B1 (en) 1988-01-26 1989-01-20 Optically readable record carrier of the inscribable type and optical read apparatus for reading such a record carrier
AT89200123T ATE103729T1 (de) 1988-01-26 1989-01-20 Optisch lesbarer aufzeichnungstraeger vom beschreibbaren typ und optische leseanordnung zum lesen eines derartigen aufzeichnungstraegers.
BR898900271A BR8900271A (pt) 1988-01-26 1989-01-23 Portadora de registro oticamente legivel do tipo que pode ser inscrito,e aparelho de leitura otica
AU28688/89A AU2868889A (en) 1988-01-26 1989-01-23 Optically readable record carrier of the inscribable type and optical read apparatus for reading such a record carrier
KR1019890000680A KR0136908B1 (ko) 1988-01-26 1989-01-23 기록 캐리어 및 광학 기록 캐리어 판독장치
DD89325190A DD278889A5 (de) 1988-01-26 1989-01-23 Optisch lesbarer aufzeichnungstraeger vom beschreibbaren typ und optische leseanordnung zum lesen eines derartigen aufzeichnungstraegers
JP1014239A JP2726470B2 (ja) 1988-01-26 1989-01-25 記録媒体並びに光学式読取装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800170A NL8800170A (nl) 1988-01-26 1988-01-26 Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager.
NL8800170 1988-01-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800170A true NL8800170A (nl) 1989-08-16

Family

ID=19851653

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800170A NL8800170A (nl) 1988-01-26 1988-01-26 Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4933923A (nl)
EP (1) EP0326215B1 (nl)
JP (1) JP2726470B2 (nl)
KR (1) KR0136908B1 (nl)
AT (1) ATE103729T1 (nl)
AU (1) AU2868889A (nl)
BR (1) BR8900271A (nl)
DD (1) DD278889A5 (nl)
DE (1) DE68914174T2 (nl)
ES (1) ES2051982T3 (nl)
NL (1) NL8800170A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2219886A (en) * 1988-06-15 1989-12-20 Philips Nv Recording and playback apparatus
ES2080783T4 (es) * 1989-05-08 2005-06-16 Koninklijke Philips Electronics N.V. Sistema para la grabacion de informacion, y dispositivo de grabacion y soporte de grabacion para uso en un sistema para la grabacion de informacion de este tipo.
US5303217A (en) * 1989-06-23 1994-04-12 U.S. Philips Corporation Optical recording device wherein recording beam intensity is set in accordance with an optimum value of the DC component of a recorded signal
US5430702A (en) * 1994-02-16 1995-07-04 International Business Machines Corporation Calibration of readback threshold in an optical storage device

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5960742A (ja) * 1982-09-30 1984-04-06 Fujitsu Ltd 光デイスクの記録再生制御方法
JPS59198537A (ja) * 1983-04-22 1984-11-10 Matsushita Electric Ind Co Ltd 光学的記録再生装置
FR2575857B1 (fr) * 1984-11-29 1995-03-03 Canon Kk Appareil de stockage optique d'informations
JPH0756708B2 (ja) * 1985-04-19 1995-06-14 三洋電機株式会社 光磁気ディスクとその記録装置
JPS61260438A (ja) * 1985-05-14 1986-11-18 Canon Inc 光学的情報記録媒体
JPS6216255A (ja) * 1985-07-15 1987-01-24 Toshiba Corp 光学的情報記録媒体
JPH07111782B2 (ja) * 1986-08-13 1995-11-29 ソニー株式会社 光デイスクの記録再生装置
JPS63103471A (ja) * 1986-10-20 1988-05-09 Fujitsu General Ltd コンパチブル光デイスク装置の光デイスク判別回路

Also Published As

Publication number Publication date
ES2051982T3 (es) 1994-07-01
DE68914174T2 (de) 1994-09-22
DD278889A5 (de) 1990-05-16
EP0326215B1 (en) 1994-03-30
KR890012274A (ko) 1989-08-25
DE68914174D1 (de) 1994-05-05
ATE103729T1 (de) 1994-04-15
JPH01227228A (ja) 1989-09-11
EP0326215A1 (en) 1989-08-02
AU2868889A (en) 1989-07-27
JP2726470B2 (ja) 1998-03-11
BR8900271A (pt) 1989-09-19
KR0136908B1 (ko) 1998-05-15
US4933923A (en) 1990-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1009677A3 (nl) Informatiedrager en inrichting voor het beschrijven van een informatiedrager.
EP0144436B1 (en) Optical recording and reproducing apparatus
EP0299573B1 (en) System for recording and/or reading an information signal, record carrier and recording and/or read apparatus for use in such a system, and method of and apparatus for manufacturing such a record carrier
JP2860229B2 (ja) 光ディスク記録再生装置
US5126994A (en) Method and apparatus for controlling and detecting recording laser beam
NL8602504A (nl) Optisch uitleesbare registratiedrager voor het optekenen van informatie, een inrichting voor het vervaardigen van een dergelijke registratiedrager, een inrichting voor het optekenen van informatie op een dergelijke registratiedrager, alsmede een inrichting voor het uitlezen van op een dergelijke registratiedrager opgetekende informatie.
EP0414516A2 (en) Optical recording medium
JP3145099B2 (ja) 放射線感応層を有する記録担体に情報を記録する装置
EP0431185B1 (en) Optical recorder
JP2002032916A (ja) 記録装置
NL8800170A (nl) Optisch uitleesbare registratiedrager van het beschrijfbare type en optische uitleesinrichting voor het uitlezen van een dergelijke registratiedrager.
US5646919A (en) Dynamic tracking control in an optical recording system by sensing mark formation
JP2732276B2 (ja) 光学記録担体及びそのような記録担体を用いて情報の記録/再生を行う装置
US5859830A (en) Dynamic tracking control in an optical recording system by diffraction-based mark formation detection
JP2000508812A (ja) 情報の記録・再生方法及びデバイス
JP3216418B2 (ja) 円盤状記録媒体用の記録再生装置
EP0508522A2 (en) Optical recording and/or reading apparatus
US5025435A (en) Apparatus for reading or writing contrast enhanced information optical record carrier
KR0144261B1 (ko) 콤팩트 디스크의 기록밀도 판별방법 및 장치
US20030021210A1 (en) Record carrier and method and recording apparatus for recording thereon
JP2785311B2 (ja) 記録レーザビームの制御方法、制御装置、検出方法および検出装置
JP3035400B2 (ja) 光学式再生装置
JPH07334918A (ja) 記録領域検出回路
JPH0312376B2 (nl)
EP0858071A2 (en) Dynamic tracking control in an optical recording system by diffraction-based mark formation detection

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed