NL8703172A - Schakelaar, in het bijzonder voor gebruik als schakelautomaat. - Google Patents

Description

i 4 s NO 34758 1 Do/DSm

Schakelaar, in het bijzonder voor gebruik als schakelautomaat.

De uitvinding heeft betrekking op een schakelaar, in het bijzonder voor gebruik als schakelautomaat, met een behuizing voorzien van althans 5 ëén contactenpaar, een veerstelsel en bedieningsmiddelen voor het onder invloed van de werking van het veerstelsel in de ene en/of de andere positie brengen van het althans ene contactenpaar.

Schakelaars voor het gebruik als schakelautomaat zijn in de praktijk bekend en worden voornamelijk als beveiliging tegen overbelas-10 tings-, kortsluit- en aardlekstromen in elektrische-energieverdeelin-stallaties toegepast. Hoewel deze functies in één schakelautomaat kunnen zijn gecombineerd, komen er in de praktijk ook schakelautomaten voor welke bijvoorbeeld alleen op aardlekstromen afschakelen.

Bij schakelaars in schakelautomaten voor het onderbreken van kort-15 sluitstromen worden hoge eisen gesteld aan de constructie van de con-tactinrichting en het schakelmechanisme. Een tijdens het onderbreken van een kortsluitstroom optredende ontladingsboog moet effectief kunnen worden geblust en mag geen schade aan de schakelaar zelf toebrengen omdat, anders dan bijvoorbeeld bij smeltveiligheden, schakelautomaten meerdere 20 malen moeten kunnen worden gebruikt. Om een voldoende hoge contactope-ningssnelheid te verkrijgen wordt in de praktijk een nogal ingewikkeld veerstelsel van trek- en drukveren toegepast, dat niet alleen relatief veel ruimte in beslag neemt maar ook de assemblage van dit soort schakelautomaten ingewikkeld maken. Omdat er meestal meerdere schakelautoraa-25 ten naast elkaar in een installatiekast van een elektrische installatie moeten kunnen worden geplaatst, wordt er in de praktijk naar gestreefd om de afmetingen van dergelijke schakelautomaten zo klein mogelijk te houden, welk streven echter beperkt wordt door de eis voor het effectief blussen van een ontladingsboog en de constructie van het veerstelsel van 30 het schakelmechanisme. De in de praktijk toegepaste schakelautomaten zijn vanwege hun speciale constructie en opbouw dan ook tamelijk ingewikkeld.

Bij schakelautomaten welke bijvoorbeeld alleen voor het afschakelen van aardlekstromen ontworpen zijn, dient de contactinrichting zodanig te 35 zijn geconstrueerd dat er in de stroomgeleidende toestand van de schakelautomaat, een voldoende hoge contactdruk wordt uitgeoefend om te verhinderen dat de contacten als gevolg van de door een kortsluitstroom daarop uitgeoefende krachten worden geopend. Om hieraan te kunnen voldoen dient het schakelmechanisme relatief "zwaar" te worden uitgevoerd 40 waarbij tevens geëist wordt dat, tijdens het optreden van een aardlek- ,8703172 2 stroom, de contacten snel moeten kunnen worden geopend. Het zal duidelijk zijn dat ook deze eisen een ongunstige invloed hebben op een simpele en bedrijfszekere constructie van de schakelautomaat.

Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een schake-5 laar met een schakelmechanisme en contactinrichting te verschaffen welke eenvoudig van constructie en compact van opbouw is, relatief eenvoudig en snel vervaardigd en geassembleerd kan worden en waarmee in het bijzonder aan de eisen voor gebruik als schakelautomaat kan worden voldaan.

Volgens de uitvinding wordt dit daardoor bereikt, dat het veerstel-10 sel een bladveerstelsel is met althans één arm en bladveer die aan een uiteinde scharnierend met elkaar zijn gekoppeld, waarbij het ene uiteinde van het zo gevormde arm-veersamenstel in de behuizing ondersteund op afstand van en tegenover een vast in de behuizing gemonteerd contact van het althans ene contactenpaar is opgesteld, waarbij het andere uiteinde 15 van het arm-veersamenstel met een ten opzichte van het vaste contact beweegbaar in de behuizing ondersteund lichaam is gekoppeld, welk lichaam een ander contact van het althans ene contactenpaar draagt, waarbij in de ene positie van het contactenpaar de althans ene arm en bladveer in eikaars verlengde liggen en het lichaam zodanige afmetingen heeft dat in 20 deze positie de althans ene bladveer gespannen is en in de andere positie van het contactenpaar de althans ene arm en bladveer een ten opzichte van de ene positie uitgeweken stand innemen, en waarbij op het arm-veersamenstel aangrijpende grendelmiddelen zijn verschaft voor het in de ene en/of de andere positie vergrendelen van het althans ene contacten-25 paar.

Met de althans ene, op het lichaam met het beweegbare contact werkende arm en bladveer kan zowel de vereiste contactdruk alsook de voor schakelautomaten gewenste contactschakelsnelheid worden bereikt en is het mogelijk om voor overbelastings-, kortsluit- en aardlekstromen het 30 contactenpaar op een voorafbepaalde wijze te schakelen.

Door het toepassen van een bladveerstelsel, dat het onderwerp vormt van de gelijktijdig met de onderhavige octrooiaanvrage door aanvraagster ingediende octrooiaanvrage getiteld "Bladveerstelsel en van een derge-lijk bladveerstelsel voorziene elektrische schakelaar", ref. nr. NO 35 34139, wordt volgens de uitvinding een schakelaar verschaft welke door de onderlinge rangschikking van de diverse onderdelen hiervan zowel eenvoudig van constructie als compact is. Omdat de schakelaar volgens de uitvinding een minimum aan onderdelen bevat, zijn de montagewerkzaamhe-den en gebruikte materialen hiervan in vergelijking tot de in de 40 praktijk bekende schakelautomaten van deze soort aanzienlijk geringer.

.8703172 « 3

Om het althans ene contactenpaar van de schakelaar volgens de uitvinding handmatig met behulp van een schakelknop in een bepaalde positie te kunnen brengen en hierin te vergrendelen, heeft de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dat de schakelknop op afstand 5 van en tegenover de althans ene arm en bladveer in de uitwijkrichting hiervan scharnierend in de behuizing is gemonteerd, zodanig dat een gedeelte van de schakelknop aan de buitenzijde van de behuizing kan uitsteken, waarbij de grendelmiddelen een armvormig grendelorgaan omvatten waarvan het ene uiteinde op de althans ene arm van het bladveer stelsel 10 kan aangrijpen en het andere uiteinde zodanig scharnierend met de schakelknop is verbonden, dat bij het bedienen hiervan een kracht op het bladveerstelsel kan worden uitgeoefend voor het in de richting naar of weg van het vaste contact bewegen van het lichaam, en waarbij de behuizing zodanig van een eerste en tweede aanslag waartegen een gedeelte van 15 de schakelknop rust is voorzien, dat het althans ene contactenpaar van de schakelaar de ene of de andere positie inneemt.

Vooral bij de toepassing in elektrische-energieverdeelinrichtingen is het uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk om aan de buitenzijde van de behuizing van een schakelaar een visuele indicatie te verschaffen 20 van de positie van het althans ene contactenpaar. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding wordt dit daardoor bereikt, dat het gedeelte van de schakelknop dat buiten de behuizing kan uitsteken langwerpig van vorm is, waarbij de eerste en tweede aanslag door tegenoverliggende wanden van een in de behuizing, aan de zijde waar 25 de schakelknop van buiten toegankelijk is, aangebrachte verdieping worden gevormd, zodanig dat in de ene positie van het althans ene contactenpaar het langwerpige gedeelte van de schakelknop naar buiten uitsteekt en in de andere positie dit gedeelte verzonken binnen de omtrek van de behuizing is gelegen en via de verdieping vanaf de buitenzijde 30 van de behuizing toegankelijk is.

De positie van het althans ene contactenpaar kan dus worden afgeleid uit het al dan niet naar buiten uitsteken van het langwerpige gedeelte van de schakelknop. Deze uitvoeringsvorm heeft verder het voordeel dat in de andere positie van het contactenpaar het langwerpige ge-35 deelte van de schakelknop volledig binnen de omtrek van de behuizing is gelegen, waardoor het bijvoorbeeld door onoplettendheid per ongeluk bedienen van de schakelknop wordt voorkomen.

Naast het handmatig bedienen van de contacten van de schakelaar is het uiteraard noodzakelijk om bijvoorbeeld bij gebruik als schakelauto-40 maat de contacten bij het optreden van overbelastings-, kortsluit- en ,8703172 4 aardlekstromen langs automatische weg te kunnen bedienen. In een verdere uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding wordt dit daardoor bereikt dat de bedieningsmiddelen een in de behuizing opgesteld ontgrendelorgaan met hiermee samenwerkende elektrisch, hydraulisch en/of 5 pneumatisch bedienbare verdere middelen omvatten, welk ontgrendelorgaan zodanig op het grendelorgaan kan aangrijpen dat, wanneer de althans ene bladveer in zijn gespannen ene positie is vergrendeld, de aangrijping van het grendelorgaan op de althans ene arm van het bladveerstelsel onder invloed van de, door de verdere middelen uitoefenbare werking kan 10 worden opgeheven, zodat het arm-veersamenstel zijn andere positie inneemt, en waarbij middelen voor het terugstellen van de ontgrendelorga-nen zijn verschaft. Om ook in deze gevallen de positie van de contacten te visualiseren kan de schakelknop bijvoorbeeld met behulp van een veer in de positie worden gebracht waarbij het langwerpige deel van de scha-15 kelknop weer naar buiten uitsteekt.

De voorkeursuitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding heeft verder het kenmerk, dat het ontgrendelorgaan een, door twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de behuizing scharnierend ondersteund, basisdeel heeft met een zich dwars op de uitwijkrichting van het 20 arm-veersamenstel in de ene richting uitstrekkend armdeel dat op het grendelorgaan aangrijpt, en één of meerdere zich in de tegengestelde andere richting uitstrekkende armdelen waarop de verdere middelen kunnen aangrijpen voor het rond zijn scharnierpunt kantelen van het ontgrendelorgaan.

25 Bij deze ontgrendelconstructie wordt met voordeel gebruik gemaakt van het feit dat in de positie waarbij de althans ene arm en bladveer in eikaars verlengde liggen, de veerkracht nagenoeg volledig in langsrich-ting van de arm en de bladveer werkt, en er slechts een relatief kleine component van de veerkracht in de richting van het grendelorgaan is. 30 Voor het bewegen van het grendelorgaan is bijgevolg een relatief kleine kracht nodig, zodat met een lichte ontgrendelconstructie en relatief eenvoudige verdere middelen voor het bedienen hiervan kan worden volstaan. De voorkeursuitvoeringsvorm van de schakelaar wordt verder daardoor gekenmerkt, dat de verdere middelen althans één elektromagneet met 35 een beweegbaar anker omvatten, welk anker op het ontgrendelorgaan aangrijpt voor het onder invloed van de hierdoor uit te oefenen kracht opheffen van de aangrijping van het grendelorgaan op de althans ene arm van het bladveerstelsel.

De middelen voor het terugstellen van het ontgrendelorgaan kunnen 40 volgens de uitvinding uit daarop aangrijpende veermiddelen of uit een 8703172 Λ 5 * met het beweegbare lichaam verbonden langwerpig orgaan bestaan, waarvan het vrije uiteinde op het ontgrendelorgaan kan aangrijpen.

Om bij het met de hand schakelen van het althans ene contactenpaar voldoende veerkracht op te kunnen bouwen voordat het contactenpaar van 5 de ene in de andere positie wordt gebracht heeft een weer verdere uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding het kenmerk, dat in de behuizing althans een kniehefboom is aangebracht, welke zodanig rond zijn knikpunt scharnierend nabij het beweegbare lichaam is opgesteld, dat deze met zijn ene uiteinde op het lichaam aangrijpt voor het tegen 10 de veerkracht van de althans ene bladveer in vasthouden van het lichaam in de andere positie, waarbij de althans ene kniehefboom via zijn andere uiteinde zodanig met de schakelknop rond zijn scharnierpunt kan worden geroteerd, dat de aangrijping op het lichaam wordt opgeheven en dit lichaam door de veerkracht van de daarop werkende althans ene bladveer 15 met een voorafbepaalde snelheid kan worden verplaatst voor het in de ene positie brengen van het contactenpaar, en waarbij middelen zijn verschaft waarmee de althans ene kniehefboom na het met de schakelknop opheffen van de vergrendeling van het lichaam weer hierop kan aangrijpen.

De genoemde middelen bestaan bij voorkeur uit op de althans ene kniehef-20 boom werkende veermiddelen.

Met deze constructie is het mogelijk om het moment vast te leggen waarop het lichaam in beweging wordt gebracht, bijvoorbeeld bij het sluiten van de contacten, waardoor bij een schakelaar met meerdere beweegbare lichamen en dus meerdere paren contacten, het aangrijpingspunt 25 van de althans ene kniehefboom op het beweegbare lichaam zodanig kan worden gekozen dat een of meerdere lichamen op verschillende momenten in beweging worden gebracht, en een onderling voor- c.q. naijlend inschakelen van de diverse contactenparen kan worden bewerkstelligd. Hierdoor kan worden voldaan aan de eisen van elektriciteitsbedrijven om bij scha-30 kelautomaten het nulcontact niet later tot stand te brengen dan een fa-secontact.

De constructie van het bladveerstelsel is in die zin afhankelijk van de eisen omtrent de contactdruk en schakelsnelheid van de contacten, dat voor een hogere contactdruk en hogere schakelsnelheid, de althans 35 ene bladveer een grotere veerkracht zal dienen te bezitten. Om de op de behuizing werkende component van de veerkracht zoveel mogelijk te reduceren, kan het bladveerstelsel overeenkomstig de genoemde gelijktijdig met de onderhavige octrooiaanvrage door aanvraagster ingediende octrooiaanvrage ref. nr. NO 34139 een ondersteuningsraam omvatten, in de 40 raamopening waarvan de althans ene bladveer en arm zijn ondersteund.

.8703172

A

6

Door het overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding nabij een rand van het ondersteuningsraam in de raamopening hiervan opstellen van het vaste contact, wordt een voor een deel krachtgesloten bladveerstelsel verschaft, waarbij tevens het li-5 chaam dat het beweegbare contact van het althans ene contactenpaar draagt, volgens de uitvinding met voordeel verschuifbaar ondersteund in de raamopening kan worden opgenomen. Bij lichter uitgevoerde bladveer-stelsels kan de althans ene arm en bladveer alsmede het vaste contact direct aan de behuizing worden bevestigd.

10 Het zal duidelijk zijn dat enerzijds de arm of anderzijds de blad veer met het lichaam kan zijn gekoppeld, waarbij het respectieve andere uiteinde van het arm-veersamenstel scharnierend is ondersteund. In het geval van meerdere beweegbare lichamen met schakelcontacten, kunnen met één arm meerdere bladveren zijn gekoppeld welke elk op een lichaam aan-15 grijpen, maar er kan bijvoorbeeld ook een uit meerdere stroken opgebouwde bladveer worden toegepast, met meerdere armen welke op een lichaam aangrijpen. Uiteraard kunnen ook meerdere armen en bladveren worden toegepast welke elk afzonderlijk op een beweegbaar lichaam aangrijpen. De verbinding tussen arm en bladveer kan verder op elke geschikte wijze 20 zijn gerealiseerd.

De voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft verder het kenmerk, dat de althans ene arm van het bladveerstelsel een rechthoekig gevormde draadbeugel is, over een been waarvan een terugwaarts omgebogen uiteinde van de althans ene bladveer is aangebracht, waarbij het 25 armvormige grendelorgaan aan zijn vrije uiteinde van een U-vormige inkeping is voorzien waarmee het op dit been van de draadbeugel kan aangrijpen. Een dergelijke draadbeugel laat een gemakkelijke assemblage van het bladveerstelsel toe, bijvoorbeeld door middel van snapverbindingen.

30 Een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de draadbeugel met zijn andere been scharnierend in de behuizing is ondersteund, waarbij het andere uiteinde van de althans ene bladveer met het beweegbare lichaam is gekoppeld. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat voor het schakelen van meerdere paren contacten, 35 bijvoorbeeld een fase- en een nulcontact, kan worden volstaan met één gemeenschappelijke draadbeugel en de daarop werkende bedienings-, grendel- en ontgrendelorganen, waarbij voor het gefaseerd inschakelen van de contacten, bijvoorbeeld als eerste het nulcontact, alleen het lichaam dat het fasecontact draagt door middel van het kniehefboommechanisme 40 hoeft te worden vastgehouden en met een vooraf bepaalde kracht te worden « 8703172 f 7 & ingeschakeld.

Om de schakelaar volgens de uitvinding elektrisch te kunnen aansluiten zijn volgens een verdere uitvoeringsvorm aan een zijde van de behuizing uitwendig toegankelijke aansluiteinden aangebracht. Ten behoe-5 ve van een snelle en eenvoudige montage van de schakelaar in bijvoorbeeld de toepassing als schakelautomaat, heeft een nog weer verdere uitvoeringsvorm hiervan het kenmerk, dat de aansluiteinden als buiten de behuizing uitstekende stekervormige aansluitcontacten zijn uitgevoerd, in het bijzonder voor het via een stekerverbinding losneembaar aanslui-10 ten van de schakelaar op een schakelpaneel. Het spreekt vanzelf dat de aansluiteinden ook op gebruikelijke wijze op bijvoorbeeld aansluitklem-men kunnen zijn afgewerkt.

De uitvinding wordt nu aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeelden van een schakelautomaat volgens de uitvinding met de bijgaande tekenin-15 gen nader toegelicht.

Fig. la-d toont schematisch verschillende doorsnedes van een uitvoeringsvorm van een als schakelautomaat opgebouwde schakelaar volgens de uitvinding;

Fig. 2-5 tonen schematisch in doorsnede en op vergrote schaal de 20 schakelaar volgens fig. 1 met verschillende standen van het schakelme-chanisme, en

Fig. 6 toont schematisch in doorsnede een verdere uitvoeringsvorm van een schakelaar volgens de uitvinding.

In fig. la is schematisch een doorsnede van een volgens de uitvin-25 ding als schakelautomaat opgebouwde schakelaar met een behuizing 1 weergegeven. De in fig. lb getoonde doorsnede door de lijn I-b-I-b in fig. la laat het in de schakelautomaat toegepaste bladveerstelsel zien, bestaande uit bijvoorbeeld een rechthoekig gevormde draadbeugel 2 waarvan het ene been 3 via een snapverbinding scharnierend aan een in de behui-30 zing 1 gevormde voet 5 is bevestigd. Vanaf het andere been 4 van de draadbeugel 2 strekken zich twee bladveren 6, 7 uit die elk bijvoorbeeld met een terugwaarts omgebogen uiteinde eveneens via een snapverbinding scharnierend aan het been 4 zijn bevestigd. Het spreekt voor zich dat de verbinding tussen de draadbeugel 2 en de bladveren 6, 7 alsmede de voet 35 5 ook op geschikte andere manieren kan worden gerealiseerd bijvoorbeeld door een U-vormige draadbeugel toe te passen waarbij de bladveren en de voet van bevestigingsogen zijn voorzien voor het respectievelijk opnemen van de benen van de draadbeugel. Het andere uiteinde van elk van de bladveren 6,7 is respectievelijk scharnierend met een lichaam 8, 9 ver-40 bonden. De lichamen 8, 9 en de behuizing 1 zijn zodanig uitgevoerd dat 8703172 8 de lichamen 8, 9 verschuifbaar in de behuizing zijn ondersteund. Dit kan bijvoorbeeld door de lichamen 8, 9 van geleidingsrails 11 te voorzien welke passen in, in de behuizing uitgespaarde sleuven 10. Het kan echter ook door de lichamen 8, 9 te voorzien van sleuven 10 en de behuizing van 5 geleidingsrails 11. Tegenover het vlak waarop de bladveer op het lichaam aangrijpt bevindt zich een contactenpaar, respectievelijk 12, 13.

Elk contactenpaar 12, 13 bestaat uit een met het bijbehorende lichaam verbonden beweegbaar contact 14, 15 en een vast in de behuizing opgesteld contact 16, 17. In de getekende stand is elk contactenpaar 12, 10 13 gesloten, dat wil zeggen de respectieve contacten 14, 16 en 15, 17 zijn met elkaar in aanraking. De draadbeugel 2 en de bladveren 6, 7 liggen daarbij nagenoeg in eikaars verlengde, zoals in fig. la is te zien, dat een doorsnede van het bladveerstelsel langs de lijn I-a-I-a in fig. lb toont.

15 Zoals in fig. la is te zien, is in de rechter bovenhoek van de be huizing 1 een bluskamer 18 gelocaliseerd, waarin met de respectieve contacten 14, 16 verbonden geleiders 19, 20, uitsteken, welke een naar het contactenpaar 12 toe gerichte trechter vormen voor het geleiden van een tussen de contacten 14, 16 optredende ontladingsboog tijdens het sluiten 20 of openen hiervan. In de ruimte 18 kunnen op bekende wijze geschikte blusmiddelen zijn ondergebracht (niet getoond). Het zal duidelijk zijn dat voor het contactenpaar 13 een soortgelijke boogblusinrichting als voor het contactenpaar 12 in de behuizing kan worden aangebracht.

Omdat in een toepassing van de schakelaar volgens de uitvinding als 25 schakelautomaat in combinatie met een stroombegrenzingsschakelaar, welke het onderwerp is van de door aanvraagster ingediende octrooiaanvrage "Elektromagnetische schakelaar", ref. nr. NO 34757, slechts begrensde kortsluitstromen in de orde van grootte van ca. 100-500 A hoeven te worden afgeschakeld, kan de bluskamer relatief eenvoudig van opbouw zijn en 30 worden tevens minder zware eisen aan de constructie van de contacten zelf gesteld. De kracht waarmee de respectieve contacten tegen elkaar worden gedrukt, de contactkracht, moet daarentegen juist hoog zijn om de onbegrensde kortsluitstroom te kunnen voeren, hetgeen op de navolgende wijze is gerealiseerd.

35 De afmetingen van de draadbeugel 2 en de daarmee verbonden bladve ren 6, 7 met hun respectieve lichamen 8, 9 zijn ten opzichte van de afstand tussen het scharnierpunt 21 van de draadbeugel 2 aan de voet 5 en het vaste contact 16, 17 zodanig, dat de bladveren in de gesloten positie van de contacten gespannen zijn, zodat de grootste component van de 40 veerkracht in langsrichting van de bladveer werkt en elk beweegbaar li- .8703172.

9 chaam 8, 9 met zijn contact 14, 15 nagenoeg met de volledige veerkracht van de bladveer 6, 7 tegen het vaste contact 16, 17 wordt gedrukt. De component van de veerkracht dwars op het bladveeroppervlak is daarbij zeer klein in vergelijking tot de kracht in langsrichting hiervan.

5 Het bladveerstelsel kan op eenvoudige wijze in de getoonde stand worden vergrendeld met behulp van het armvormige grendelorgaan 22 dat scharnierend met de handmatig bedienbare schakelknop 23 is verbonden. Het grendelorgaan 22 heeft aan zijn vrije uiteinde een U-vormige inkeping 24 welke tussen de beide bladveren 6, 7 op het been 4 van de draad-10 beugel 2 aangrijpt. Het bevestigingspunt 25 van het armvormige grendelorgaan 22 aan de schakelknop 23 is zodanig gekozen, dat door de component van de veerkracht dwars op het bladveeroppervlak een, in het vlak van de tekening gezien, in de weergegeven stand van de schakelaar linksdraaiend koppel op de schakelknop 23 wordt uitgeoefend. Tegenover het 15 bevestigingspunt 25 van het grendelorgaan 22 is de schakelknop 23 voorzien van een langwerpig, gebogen uitsteeksel 26, dat tegen een aanslag 27 van de behuizing rust. Op deze wijze is via het grendelorgaan 22, het langwerpige uitsteeksel 26 en de aanslag 27 het bladveerstelsel in de weergegeven stand vergrendeld. De schakelknop 23 is rond zijn middelpunt 20 28 scharnierend met de behuizing verbonden.

De aanslag 27 wordt gevormd door een zodanig in een, in de behuizing gevormde uitsparing 29 uitstekende verhoging dat in de getoonde, ingeschakelde stand van de schakelautomaat het uitsteeksel 26 niet buiten de omtrek van de behuizing 1 uitsteekt en alleen met de hand via het 25 gedeelte 30 van de uitsparing 29 van buiten toegankelijk is voor het bedienen van de schakelknop. Op deze wijze wordt het per ongeluk door onoplettendheid bedienen van de schakelknop op effectieve wijze voorkomen.

In de behuizing bevindt zich verder een haaks gebogen kniehefboom 30 31, welke rond zijn knikpunt 32 scharnierend in de behuizing nabij het lichaam 8 is ondergebracht. Het haaks omgezette uiteinde 34 van het in de uitwijkrichting van de bladveer 6 in de behuizing uitstekende armdeel 33 van de kniehefboom 31 grijpt aan op het grendelorgaan 22, ter hoogte van het verbindingspunt 25 hiervan met de schakelknop 23. Met het andere 35 haaks omgezette uiteinde 36 van het, zich in de bewegingsrichting van het lichaam 8 aan de zijde waar een V-vormige inkeping 38 is aangebracht voor de bevestiging van de bladveer 6 uitstrekkende armdeel 35 kan de kniehefboom op een aan het lichaam 8 gevormde aanslag 37 aangrijpen. De werking van deze kniehefboom zal verderop in de beschrijving aan de hand 40 van de figuren 2-5 nader worden verklaard.

. 8703172 10

Fig. lc toont een doorsnede van de schakelautomaat langs de lijn I-c-I-c in fig. la. Hierin is te zien dat de schakelknop 23 zich van de ene naar de andere zijde van de behuizing 1 uitstrekt en van lippen 39 is voorzien waartussen het grendelorgaan 22 scharnierend is bevestigd en 5 met zijn inkeping 24 op het been 4 van de draadbeugel 2 aangrijpt. In het vlak van de tekening gezien bevindt zich onder de draadbeugel 2 een ontgrendelorgaan voor het anders dan met de inschakelknop 23 opheffen van de vergrendeling van de draadbeugel 2 en de bladveren 6, 7. Dit ontgrendelorgaan bestaat uit een langwerpig basisdeel 40 dat in de behui-10 zing aan de tegenoverliggende wanden hiervan door middel van in de behuizing uitstekende nokken 41 draaibaar is ondersteund. Het ontgrendelorgaan bezit een zich in de richting van het grendelorgaan 22 uitstrekkend armdeel 42 en twee zich in de tegenovergestelde richting uitstrekkende armdelen 43, 44. Op de uiteinden van deze armdelen 43, 44 kunnen 15 respectievelijk de ankers van twee in de behuizing ondergebrachte elektromagneten 45, 46 aangrijpen, waarmee het ontgrendelorgaan rond zijn ondersteuningspunten kan worden geroteerd. Voor het aansturen van een of de beide elektromagneten kan bijvoorbeeld een plaat 54 met gedrukte bedrading voorzien van de benodigde elektronische componenten in de behui-20 zing 1 zijn ondergebracht.

In plaats van elektromagneten kunnen ook andere geschikte elektrisch, hydraulisch of pneumatisch bediende middelen op de armdelen 43, 44 aangrijpen voor het langs automatische weg bedienen van het ontgrendelorgaan.

25 In fig, la is de elektromagneet 46 in zij-aanzicht getoond, waarbij duideljk de aangrijping van het anker 48 op het armdeel 44 van het ontgrendelorgaan kan worden gezien. Het armdeel 42 grijpt aan op een aan de, van de U-vormige inkeping 24 afgekeerde zijde van het grendelorgaan 22 hieraan bevestigde aanslag 49, bijvoorbeeld een zijwaarts van het 30 ontgrendelorgaan 22 in de richting van het armdeel 42 uitstekende pen. De functie en werking van dit ontgrendelorgaan zal verderop in de beschrijving eveneens aan de hand van de figuren 2-5 nader worden verklaard.

Aan de, in het vlak van de tekening gezien, onderzijde van de be-35 huizing 1 bevinden zich verder meerdere zonodig naar buiten uitstekende strookvormige aansluiteinden 50. Deze aansluiteinden 50 kunnen naar behoeven bijvoorbeeld als stekervormige aansluitcontacten zoals stekerpen-nen voor het met een stekerverbinding aansluiten van de schakelautomaat op een schakelpaneel van een installatiekast zijn uitgevoerd, maar kun-40 nen ook op in de behuizing opgenomen of uitwendig hieraan bevestigde .8703172 11 aansluitklemmen voor het bijvoorbeeld via een schroefverbinding aansluiten van de schakelautomaat zijn afgewerkt (niet getoond). Aan het niet naar buiten uitstekende ene uiteinde zijn de aansluiteinden 50 met de in de schakelaar gelegen schakelcontacten en bijvoorbeeld plaat 54 met ge-5 drukte bedrading verbonden, waarbij omwille van de duidelijkheid de verbinding van het beweegbare contact 14 in de doorsnede volgens fig. la niet is weergegeven. Aan de zijde van de behuizing waar de aansluiteinden 50 naar buiten uitsteken is ook een haak 52 gevormd waarmee de schakelautomaat via een snapverbinding aan een schakelpaneel kan worden ver-10 grendeld en via de sleuf 53 kan worden bewogen voor het ontgrendelen hiervan.

Fig. ld toont het aanzicht van de behuizing gezien vanaf de zijde waar de aansluiteinden 50 en de haak 52 naar buiten uitsteken. De werking van de schakelaar zal nu aan de hand van de figuren 2 tot en met 5, 15 welke een doorsnede door de schakelautomaat overeenkomstig fig. la tonen, nader worden verklaard.

In de in fig. 2 getoonde stand van de schakelautomaat zijn de contacten 14, 16 van het contactenpaar 12 van elkaar gescheiden en is de bladveer 6 in zijn ontspannen, niet-gebogen stand. Om te bewerkstelligen 20 dat de stand van de schakelknop 23 steeds correspondeert met de momentane stand van de schakelcontacten kunnen zodanig op de schakelknop aangrijpende veermiddelen worden aangebracht, dat deze een, in het vlak van de tekening gezien, rechtsdraaiend koppel op de schakelknop uitoefenen.

25 Deze veermiddelen kunnen op bekende wijze bijvoorbeeld bestaan uit een in het scharnierpunt 28 van de schakelknop opgestelde draaiveer, of een spiraalvormige blad- of draadveer, maar ook uit bijvoorbeeld een op het bevestigingspunt 25 van het grendelorgaan 22 werkende trekveer (niet getoond). De door deze veer op de schakelknop 23 uitgeoefende kracht 30 dient zodanig te zijn dat het uitsteeksel 26 hiervan tegen de door de wand 56 van de uitsparing 29 gevormde aanslag rust.

De kniehefboom 31 is van veermiddelen voorzien welke de kniehef-boom, in het vlak van de tekening gezien linksom rond zijn knikpunt 32 willen doen draaien. Deze veermiddelen kunnen eveneens bijvoorbeeld op 35 bekende wijze bestaan uit een in het knikpunt 32 op de kniehefboom werkende draai- of spiraalveer (niet getoond).

De draaiing van de kniehefboom wordt begrensd doordat het armdeel 35 op het beweegbare lichaam 8 aangrijpt. Het armdeel 42 van het ont-grendelorgaan is aan zijn uiteinde 55 zodanig schuin in de richting weg 40 van het vaste contact 16 gebogen, dat in de getoonde, uitgeweken stand . 8703172.

12 van de bladveer 6 de aanslag 49 van het grendelorgaan 22 hierop aangrijpt. Het uitsteeksel 26 van de schakelknop 23 steekt daarbij buiten de behuizing uit, hetgeen de visuele representatie verschaft dat de schakelautomaat zich in de uitgeschakelde stand bevindt, dat wil zeggen 5 waarin de contacten van de contactenparen 12, 13 van elkaar zijn gescheiden.

De schakelautomaat kan vervolgens worden ingeschakeld door de schakelknop 23 door middel van het buiten de behuizing uitstekende uitsteeksel 26 in de richting van de aanslag 27 te bewegen, in het vlak van de 10 tekening gezien dus linksom. Het grendelorgaan 22 wordt hierdoor in de door de pijl 57 aangegeven richting bewogen, waardoor een zodanige kracht op het been 4 van de draadbeugel 2 wordt uitgeoefend, dat het lichaam 8 in de richting van het vaste contact 16 wordt bewogen, totdat de aanslag 37 tegen het uiteinde 36 van de kniehefboom 31 rust, zodat de in 15 fig. 3 weergegeven situatie ontstaat.

De bladveer 6 bevindt zich hierbij nagenoeg in zijn gespannen ene stand, waarin de bladveer en de draadbeugel 2 zich nagenoeg in eikaars verlengde uitstrekken. De contacten 14, 16 zijn hierbij nog niet in aanraking met elkaar. Het uiteinde 34 van de kniehefboom 31 ligt hierbij 20 tegen het met de schakelknop 23 verbonden uiteinde van het grendelorgaan 22. Door het verder naar de aanslag 27 bewegen van het uitsteeksel 26 van de schakelknop 23, wordt de kniehefboom 31 in het vlak van de tekening gezien rechtsom rond zijn knikpunt 32 geroteerd, waardoor het arm-deel 35 in de richting weg van het lichaam 8 wordt bewogen en de aan-25 grijping van het uiteinde 36 op de aanslag 37 van het lichaam 8 wordt opgeheven. Onder invloed van de door de gespannen bladveer 6 uitgeoefende kracht wordt het lichaam 8 in de richting van het vaste contact 16 bewogen, waardoor de contacten 14, 16 met kracht tegen elkaar aan worden gebracht en de schakelautomaat is ingeschakeld, zoals weergegeven in 30 fig. la.

Het zal duidelijk zijn dat het moment van inschakelen, dat wil zeggen het moment waarop de contacten 14, 16 tegen elkaar aan worden gebracht, door het variëren van de lengte van de uiteinden 34, 36 van de kniehefboom en de ligging van de aanslag 37 kan worden beïnvloed. Omdat 35 de bladveer 6 in hoge mate op buiging kan worden belast kan een vereiste, hoge inschakelsnelheid van de contacten van de schakelautomaat worden bereikt, waarbij in de ingechakelde stand de kracht waarmee de contacten tegen elkaar aan worden gedrukt ook hoog is, In de situatie van een twee-fasige schakelaar met een nul- en fasecontact kan bijvoorbeeld 40 alleen het lichaam met het fasecontact van een daarop aangrijpende knie- .8703172 13 hefboom worden voorzien, zodat het nulcontact eerder, en daardoor stroomloos, wordt ingeschakeld dan het fasecontact. Met de schakelaar volgens de uitvinding is het dus mogelijk om zowel één of meer contact-paren ongelijk te laten inschakelen alsook tën of meer contactparen met 5 een gedefinieerde snelheid te laten inschakelen.

De schakelautomaat kan vervolgens op twee manieren worden uitgeschakeld, dat wil zeggen dat de contacten van de contactenparen 12, 13 van elkaar worden gescheiden. Door het met de hand verplaatsen van het uitsteeksel 26 van de schakelknop 23 in de richting van de aanslag 56, 10 wordt door het grendelorgaan 22 een zodanige kracht op het been 4 van de draadbeugel 2 uitgeoefend dat, mede onder invloed van de kracht van de bladveer 6, de beugel en de bladveer de in fig. 2 getoonde uitgeweken stand innemen, en de contacten 14, 16 van elkaar zijn gescheiden. Een eventuele optredende ontladingsboog tussen de contacten wordt via de 15 hiermee verbonden geleiders 19, 20 naar de bluskamer 18 geleid en daar op effectieve wijze gedoofd.

Omdat de schakelautomaat ook moet kunnen afschakelen bij het optreden van overbelastings-, kortsluit- en aardlekstromen, kunnen de contacten ook worden geopend met behulp van de op het ontgrendelorgaan aan-20 grijpende ankers van de elektromagneten 45, 46 of met andere geschikte middelen. Wanneer de stroom door deze magneten voldoende hoog is, worden de bijbehorende ankers respectievelijk 47, 48 in de richting van de arm-delen 43, 44 van het ontgrendelorgaan verplaatst, waardoor het ontgrendelorgaan rond zijn ondersteuningspunten wordt gekanteld, zoals weerge-25 geven in fig. 4. Omdat het armdeel 42 van het ontgrendelorgaan aangrijpt op de aanslag 49 van het grendelorgaan 22, wordt dit in de richting weg van het vaste contact 16 bewogen waardoor de aangrijping op het been 4 van de draadbeugel 2 wordt opgeheven. De bladveer 6 en de beugel 2 nemen, onder invloed van de door de veerwerking uitgeoefende kracht weer 30 hun uitgeweken stand in, overeenkomstig de pijl 58, waardoor de contacten 14, 16 in de van elkaar gescheiden positie komen, zoals weergegeven in fig. 5.

Om het armdeel 42 van het ontgrendelorgaan weer in de verticale stand te brengen zoals bijvoorbeeld getoond in fig. 2, kan eveneens op 35 bekende wijze van hierop werkende veermiddelen, zoals een draai- of spi-raalveer, gebruik worden gemaakt zonodig in combinatie met een of meer aanslagen voor het begrenzen van de uitwijking van het armdeel 42, welke veermiddelen een in het vlak van de tekening gezien rechtsdraaiend koppel op het armdeel 42 dienen uit te oefenen. Een andere manier om het 40 ontgrendelorgaan terug te stellen is het aanbrengen van althans éën . 87 01172 14 langwerpig, bijvoorbeeld staafvormig orgaan 59 aan het uitsteeksel 51 van het beweegbare lichaam 8 resp. 9, zoals schematisch met een onderbroken lijn in de tekening is aangeduid. Dit langwerpige orgaan 59 kan zodanig met zijn vrije uiteinde op respectievelijk het armdeel 44 of 43 5 van het ontgrendelorgaan aangrijpen, dat in de geopende stand van de contacten het armdeel 42 de genoemde verticale stand inneemt.

Vanuit de in fig. 5 weergegeven stand kan de schakelautomaat bijvoorbeeld weer worden ingeschakeld door de schakelknop 23 met de hand in de in fig. 2 weergegeven stand te brengen, waardoor het grendelorgaan 22 10 met zijn U-vormige inkeping 24 weer op het been 4 van de draadbeugel aangrijpt. Echter bij aanwezigheid van op de schakelknop 23 werkende veermiddelen, zoals in het voorgaande besproken, zouden deze veermidde-len er in de in fig. 5 getoonde situatie voor zorgen dat, na het opheffen van de vergrendeling van het grendelorgaan 22, de schakelautomaat 15 vanzelf zijn in fig. 2 getoonde stand inneemt. Vanuit deze stand kan de schakelautomaat op de in het voorgaande besproken wijze opnieuw worden ingeschakeld.

Fig. 6 toont schematisch in doorsnede een verdere uitvoeringsvorm van een schakelaar volgens de uitvinding, met een bladveerstelsel be-20 staande uit een ondersteuningsraam 60, een bladveer 61 en een arm 62. De bladveer 61 is aan een uiteinde aan het ondersteuningsraam 60 bevestigd en kan daarmee één geheel vormen zoals getoond, of kan door tussenkomst van een verder lichaam vrij scharnierend daarmee zijn verbonden zoals bijvoorbeeld getoond in fig. 6a van de genoemde, door aanvraagster ge-25 lijktijdig ingediende octrooiaanvrage ref. nr. NO 34139. Het vrije uiteinde van de bladveer 61 is scharnierend met een uiteinde van de arm 62 verbonden, aan het andere uiteinde waarvan een lichaam 63 (contactblok) scharnierend is bevestigd. Het lichaam 63 draagt een beweegbaar contact 64 en is via een glijder 66 verschuifbaar in de raamopening van het on-30 dersteuningsraam 60 gemonteerd en elektrisch met een aansluitklem 65 verbonden. Het met het beweegbare contact 64 samenwerkende vast opgestelde contact 67 is aan de tegenover het vast bevestigde uiteinde van de bladveer 61 gelegen raamzijde in de raamopening bevestigd en elektrisch met de aansluitklem 68 verbonden.

35 Door nu met behulp van de schakelknop 69 en het hieraan bevestigde armvormige ontgrendelorgaan 70 de zich in de, ten opzichte van het vlak van het ondersteuningsraam 60 uitgeweken stand bevindende bladveer 61 en arm 62 in de richting van het ondersteuningsraam 60 te bewegen, zal het lichaam 63 in de richting van het vaste contact 67 worden verplaatst, 40 totdat de beide contacten 64, 67 met elkaar in aanraking komen. Door nu .8703172 15 * de bladveer 61 te dwingen nog verder naar het ondersteuningsraam 60 te bewegen, zal deze bladveer 61 verder worden gespannen en daardoor een contactkracht op de gesloten contacten uitoefenen.

De vergrendeling van deze toestand wordt daardoor verkregen, dat 5 het vlakke gedeelte 71 van de schakelknop 69 tegen de in de behuizing gevormde aanslag 72 rust en het ontgrendelorgaan 70 in deze toestand een links draaiend koppel op de schakelknop 69 uitoefent. De vergrendeling kan weer worden opgeheven door de schakelknop 69 met de hand, in het vlak van de tekening gezien rechtsom, te bewegen waardoor de arm 62 via 10 het daarop aangrijpende grendelorgaan 70 naar zijn ten opzichte van het ondersteuningsraam 60 uitgeweken stand wordt verplaatst. De beweging van het grendelorgaan 70 is via een daarmee samenwerkende geleiding 73 vastgelegd. Hoewel niet getoond kunnen op overeenkomstige wijze als bij de voorgaande uitvoeringsvorm op de schakelknop 69 werkende veermiddelen 15 voor het tegen een aanslag brengen daarvan zijn verschaft. De arm 62 kan als draadbeugel zijn uitgevoerd.

Het zal duidelijk zijn dat ook in deze uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding, op soortgelijke wijze als in de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm, een mechanisme voor het bijvoorbeeld met be-20 hulp van een elektromagneet uitschakelen van de schakelaar kan worden aangebracht, evenals een kniehefboommechanisme om een gefaseerde inschakeling van de contacten te bewerkstelligen.

Het zal duidelijk zijn dat de schakelaar volgens de uitvinding niet beperkt is tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvorm hiervan, maar 25 dat door een vakman vele veranderingen en uitbreidingen kunnen worden aangebracht, zonder af te wijken van de omvang en gedachte van de uitvinding.

30 35 40 .8703172

Claims (25)

1. Schakelaar, in het bijzonder voor gebruik als schakelautomaat, met een behuizing voorzien van althans êên contactenpaar, een veerstel- 5 sel en bedieningsmiddelen voor het onder invloed van de werking van het veerstelsel in de ene en/of de andere positie brengen van het althans ene contactenpaar, met het kenmerk, dat het veerstelsel een bladveer-stelsel is met althans één arm en bladveer die aan een uiteinde scharnierend met elkaar zijn gekoppeld, waarbij het ene uiteinde van het zo 10 gevormde arm-veersamenstel in de behuizing ondersteund op afstand van en tegenover een vast in de behuizing gemonteerd contact van het althans ene contactenpaar is opgesteld, waarbij het andere uiteinde van het arm-veersamenstel met een ten opzichte van het vaste contact beweegbaar in de behuizing ondersteund lichaam is gekoppeld, welk lichaam een ander 15 contact van het althans ene contactenpaar draagt, waarbij in de ene positie van het contactenpaar de althans ene arm en bladveer in eikaars verlengde liggen en het lichaam zodanige afmetingen heeft dat in deze positie de althans ene bladveer gespannen is en in de andere positie van het contactenpaar de althans ene arm en bladveer een ten opzichte van de 20 ene positie uitgeweken stand innemen, en waarbij op het arm-veersamen-stel aangrijpende grendelmiddelen zijn verschaft voor het in de ene en/of de andere positie vergrendelen van het althans ene contactenpaar.

2. Schakelaar volgens conclusie 1, waarbij de bedieningsmiddelen een handmatig bedienbare schakelknop omvatten, met het kenmerk, dat de 25 schakelknop op afstand van en tegenover de althans ene arm en bladveer in de uitwijkrichting hiervan scharnierend in de behuizing is gemonteerd, zodanig dat een gedeelte van de schakelknop aan de buitenzijde van de behuizing kan uitsteken, waarbij de grendelmiddelen een armvormig grendelorgaan omvatten waarvan het ene uiteinde op de althans ene arm 30 van het bladveerstelsel kan aangrijpen en het andere uiteinde zodanig scharnierend met de schakelknop is verbonden, dat bij het bedienen hiervan een kracht op het bladveerstelsel kan worden uitgeoefend voor het in de richting naar of weg van het vaste contact bewegen van het lichaam, en waarbij de behuizing zodanig van een eerste en tweede aanslag waarte-35 gen een gedeelte van de schakelknop rust is voorzien, dat het althans ene contactenpaar van de schakelaar de ene of de andere positie inneemt .

3. Schakelaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gedeelte van de schakelknop dat buiten de behuizing kan uitsteken langwerpig 40 van vorm is, waarbij de eerste en tweede aanslag door tegenoverliggende . 8703172 wanden van een in de behuizing, aan de zijde waar de schakelknop naar buiten kan uitsteken, aangebrachte verdieping worden gevormd, zodanig dat in de ene positie van het althans ene contactenpaar het langwerpige gedeelte van de schakelknop naar buiten uitsteekt en in de andere posi-5 tie dit gedeelte verzonken binnen de omtrek van de behuizing is gelegen en via de verdieping vanaf de buitenzijde van de behuizing toegankelijk is.

4. Schakelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat op de schakelknop aangrijpende veermiddélen zijn verschaft voor het tegen een aan- 10 slag brengen van de schakelknop.

5. Schakelaar volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen een in de behuizing opgesteld ontgrendelorgaan met hiermee samenwerkende elektrisch, hydraulisch en/of pneumatisch bedien-bare verdere middelen omvatten, welk ontgrendelorgaan zodanig op het 15 grendelorgaan kan aangrijpen dat, wanneer de althans ene bladveer in zijn gespannen ene positie is vergrendeld, de aangrijping van het grendelorgaan op de althans ene arm van het bladveerstelsel onder invloed van de, door de verdere middelen uitoefenbare werking kan worden opgeheven, zodat het arm-veersamenstel zijn andere positie inneemt, en waarbij 20 middelen voor het terugstellen van het ontgrendelorgaan zijn verschaft.

6. Schakelaar volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het ontgrendelorgaan een, door twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de behuizing scharnierend ondersteund, basisdeel heeft met een zich dwars op de uitwijkrichting van het arm-veersamenstel in de ene richting uit- 25 strekkend armdeel dat op het grendelorgaan aangrijpt, en één of meerdere zich in de tegengestelde andere richting uitstrekkende aandelen waarop de verdere middelen kunnen aangrijpen voor het rond zijn scharnierpunt kantelen van het ontgrendelorgaan.

7. Schakelaar volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de 30 verdere middelen althans één elektromagneet met een beweegbaar anker omvatten, welk anker op het ontgrendelorgaan aangrijpt voor het onder invloed van de hierdoor uit te oefenen kracht opheffen van de aangrijping van het grendelorgaan op de althans ene arm van het bladveerstelsel.

8. Schakelaar volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de 35 middelen voor het terugstellen van het ontgrendelorgaan uit hierop aangrijpende veermiddelen bestaan.

9. Schakelaar volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het terugstellen van het ontgrendelorgaan uit een met het beweegbare lichaam verbonden langwerpig orgaan bestaan, waarvan het 40 vrije uiteinde op het ontgrendelorgaan kan aangrijpen. .8703172

10. Schakelaar volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 9, met het kenmerk, dat in de behuizing althans één kniehefboom is aangebracht, welke zodanig rond zijn knikpunt scharnierend nabij het beweegbare lichaam is opgesteld, dat deze met zijn ene uiteinde op het lichaam 5 aangrijpt voor het tegen de veerkracht van de althans ene bladveer in vasthouden van het lichaam in de andere positie, waarbij de althans ene kniehefboom via zijn andere uiteinde zodanig met de schakelknop rond zijn scharnierpunt kan worden geroteerd, dat de aangrijping op het lichaam wordt opgeheven en dit lichaam door de veerkracht van de daarop 10 werkende althans ene bladveer met een voorafbepaalde snelheid kan worden verplaatst voor het in de ene positie brengen van het contactenpaar, en waarbij middelen zijn verschaft waarmee de althans ene kniehefboom na het met de schakelknop opheffen van de vergrendeling van het lichaam weer hierop kan aangrijpen.

11. Schakelaar volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de genoem de middelen op de althans ene kniehefboom aangrijpende veermiddelen zijn.

12. Schakelaar volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat in de behuizing meerdere beweegbare lichamen zijn opgesteld, op één of meer 20 waarvan een kniehefboom kan aangrijpen.

13. Schakelaar volgens een of meer van de conclusies 2 tot en met 12, met het kenmerk, dat de althans ene arm van het bladveerstelsel een rechthoekig gevormde draadbeugel is, over een been waarvan een terug-waarts omgebogen uiteinde van de althans ene bladveer is aangebracht, 25 waarbij het armvormige grendelorgaan aan zijn vrije uiteinde van een U-vormige inkeping is voorzien waarmee het op dit been van de draadbeugel kan aangrijpen.

14. Schakelaar volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de draadbeugel met zijn andere been scharnierend in de behuizing is ondersteund, 30 waarbij het andere uiteinde van de althans ene bladveer met het beweegbare lichaam is gekoppeld.

15. Schakelaar volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de draadbeugel met zijn andere been aan de behuizing is bevestigd.

16. Schakelaar volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 35 13, met het kenmerk, dat het bladveerstelsel een ondersteuningsraam be vat, nabij een rand waarvan in de raamopening het vaste contact van het althans ene contactenpaar is opgesteld, waarbij aan de tegenoverliggende rand van het ondersteuningsraam een uiteinde van het arm-veersamenstel scharnierend in de raamopening is ondersteund.

17. Schakelaar volgens conclusie 14, 15 of 16, met het kenmerk, dat .8703172 het beweegbare lichaam blokvormig is, met een aan ëën oppervlak hiervan gevormde V-vormige inkeping waarin het terugwaarts omgebogen andere uiteinde van de althans ene bladveer scharnierend aan het lichaam is bevestigd, tegenover welk oppervlak het beweegbare contact van het al-5 thans ene contactenpaar is gelegen, waarbij twee tegenoverliggende verdere oppervlakken van het lichaam van middelen voor het verschuifbaar ondersteunen van het lichaam zijn voorzien.

18. Schakelaar volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het beweegbare lichaam in de raamopening van het ondersteuningsraam is opge- 10 steld, waarbij de genoemde middelen bestaan uit in elkaar grijpende sleuven en geleidingsrails.

19. Schakelaar volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat aan de zijde van het lichaam waar de bladveer aangrijpt een verlenging is gevormd met een aanslag waarop het in de uitwijkrichting van het arm- 15 veersamenstel wijzende ene uiteinde van de kniehefboom aangrijpt, en waarvan het andere uiteinde in de richting van het haakvormige grendel-orgaan wijst.

20. Schakelaar volgens ëën of meer van de conclusies 13 tot en met 19, met het kenmerk, dat het grendelorgaan aan zijn, van de inkeping af- 20 gekeerde zijde, van een aanslag is voorzien waarop het ontgrendelorgaan aangrijpt.

21. Schakelaar volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het ontgrendelorgaan aan het uiteinde van het armdeel dat op het grendelorgaan aangrijpt zodanig schuin in de richting weg van het vaste contact is ge- 25 bogen, dat in de stand waarin het arm-veersamenstel is uitgeweken, dit schuine uiteinde aangrijpt op de aanslag van het grendelorgaan.

22. Schakelaar volgens ëën of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de behuizing althans ëën plaat met gedrukte bedrading voorzien van elektronische componenten voor het aan de bedienings- 30 middelen toevoeren van stuursignalen is aangebracht.

23. Schakelaar volgens ëën of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan een zijde van de behuizing uitwendig toegankelijke aansluiteinden voor het elektrisch aansluiten van de schakelaar zijn aangebracht.

24. Schakelaar volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de aan sluiteinden als buiten de behuizing uitstekende stekervormige aansluit-contacten zijn uitgevoerd, in het bijzonder voor het via een steker-verbinding losneembaar aansluiten van de schakelaar op een schakelpaneel.

25. Schakelaar volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat aan de .8703172 -----j 5 zijde waar de aansluiteinden naar buiten uitsteken een haakvormig uitsteeksel is aangebracht, voor het aan het schakelpaneel vergrendelen van de schakelaar. 10 15 25 30 35 40 .«703172