NL8703033A - Koppeling. - Google Patents

Description

N.Ü. 34916 ^ *

Betreft: Koppeling.

De uitvinding betreft een koppeling voor het zodanig met elkaar koppelen van twee in het algemeen asvormige elementen, dat een rotatiemoment van het ene naar het andere element kan worden overgebracht waarbij de hartlijnen van deze elementen verschillende 5 hoeken met elkaar kunnen maken, in het bijzonder voor toepassing in de stuurkolom van een voertuig, omvattende een tussenelement dat in het algemeen een eindloos gevormd deel of ringvormig is en twee zwaaibaar daarmee verbonden koppelelementen die elk zijn of kunnen worden verbonden met een betreffend asvormig element en die elk twee, binnen 10 het ringvormige tussenelement radiaal ten opzichte van de hartlijn van het koppelelement naar buiten uitstekende en in eikaars verlengde liggende, in wezen vaste delen van het koppelelement vormende tapdelen omvatten die elk draaibaar om tenminste hun hartlijn in een van binnenuit in het ringvormige tussenelement aangebrachte uitsparing zijn 15 opgenomen, een en ander zodanig dat het ene koppelelement in één vlak en het andere koppelelement in een loodrecht daarop staand vlak ten opzichte van het tussenelement kan zwaaien. Een dergelijke koppeling is bekend uit het Franse octrooischrift 1538609.

20 Bij de bekende koppeling worden de tapdelen elk gevormd door een cilindrisch uitsteeksel dat is opgenomen in een eveneens cilindrische uitsparing in het ringvormige tussenelement, waarbij het tussenelement door middel van een vorm om de vier cilindrische tapdelen is gegoten.

25 Het nadeel van de bekende koppeling is dat de kleinste, van 180° afwijkende hoek die de hartlijnen van de, door middel van de koppeling met elkaar verbonden asvormige elementen met elkaar kunnen maken te beperkt is voor een toepassing van de koppeling in de stuurkolom van een voertuig. Bovendien is de vervaardiging van de koppeling, waarbij 30 gebruik moet worden gemaakt van een gietvorm, omslachtig en duur.

Uit het Duitse octrooischrift 901739 is een koppeling van het onderhavige type bekend, waarbij echter voorzieningen zijn getroffen voor het kunnen opnemen van lengteveranderingen in de asvormige 35 8703033 -2- elementen. Daartoe zijn de tapdelen kogelvormig uitgevoerd en opgenomen in, door een bolvlak begrensde holtes in cilindrische schuifstukken die binnen cilindrische boringen in het ringvormige tussenelement heen en weer kunnen schuiven, waarbij bovendien de tapdelen zijn gevormd aan 5 het ene eind van in het algemeen rechthoekige armen die hij hun andere eind draaibaar zijn verbonden met het overige deel van het betreffende koppelelement.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde koppeling te verschaffen 10 van het in de aanhef genoemde type.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de koppeling volgens de uitvinding het ringvormige tussenelement tenminste twee binnen elkaar gelegen, in wezen een buiten- en een binnenring vormende delen omvat, waarbij, bij 15 voorkeur, de binnenring uit een aantal delen is opgebouwd.

Bij een op deze wijze, volgens de uitvinding uitgevoerde koppeling kan de genoemde kleinste hoek 80° bedragen, d.w.z. dat elk asvormig element ten opzichte van de in één lijn liggende hartlijnen van de beide 20 asvormige elementen over een hoekgebied van 0-50° kan zwaaien, welk hoekgebied ruim voldoende is voor toepassing in een stuurkolom. Daarbij kan de koppeling op eenvoudige wijze worden vervaardigd door in wezen eerst het ringvormige tussenelement te vervaardigen en vervolgens de tapdelen van de koppelelementen in de uitsparingen in het tussenelement 25 te drukken. Bovendien kan de binnenring uit een non-ferro metaal bestaan.

Teneinde een buitenring met een optimale torsie-stijfheid te verkrijgen, is de buitenring voorzien van, tussen de uitsparingen in de 30 binnenring gelegen, naar binnen uitstekende elementen, waarbij, voor het kunnen opnemen van trillingen, de binnenring op voordelige wijze uit tenminste vier delen van een enigszins elastisch materiaal is opgebouwd die elk een uitsparing omvatten en die elk tussen twee van de genoemde uitstekende elementen van de buitenring zijn gevat.

8703033 * -3-

Bij voorkeur zijn de randen van de buitenring om de binnenring been gefelsd, zodat bij slijtage of zelfs het geheel wegvallen van de binnenring, de het koppel overbrengende tapdelen in de buitenring zullen blijven, waardoor toch nog, maar merkbaar gebrekkig, een 5 koppel-overdracht mogelijk is, zodat zonder ongelukken te hebben veroorzaakt, een versleten koppeling tijdig door een nieuwe koppeling kan worden vervangen.

Bij voorkeur wordt tenminste één van de koppelelementen gevormd door 10 een in wezen massief asvormig deel, waaraan, bij het ene eind, twee bolvormige tapdelen zijn gevormd en dat bij het andere eind is voorzien van bevestigingsmiddelen.

Door de bolvormige tapdelen heeft de bevestiging van een koppeling 15 volgens de uitvinding geen invloed, als gevolg van een vervorming, op de centrering van de tapdelen binnen het ringvormige tussenelement.

Het massieve asvormige deel kan uit twee met hun platte kanten tegen elkaar aanliggende, elk de axiale helft van een cilinder vormende delen 2'0 bestaan, die door middel van een daaromheen grijpend busvormig element tegen elkaar aan worden gehouden en die elk in wezen één geheel vormen met een bolvormig tapdeel, zodat het busvormige element tevens als bevestigingsmiddel kan dienen.

25 Tenminste één van de koppelelementen kan ook worden gevormd door een massief gebogen deel waarvan de uiteinden worden gevormd door twee van de genoemde, diametraal tegenover elkaar gelegen bolvormige tapdelen en een in het algemeen busvormig deel dat met één van zijn kopvlakken aan het gebogen deel is vastgelast, op een plaats in het midden tussen de 30 tapdelen, aan de convexe kant daarvan.

De uitvinding wordt nader beschreven onder verwijzing naar de 87030 33 t -4- w tekening waarin :

Figuur 1 een stuurkolom voor een voertuig toont waarin twee koppelingen volgens de uitvinding zijn opgenomen.

5

Figuur 2 twee uitvoeringsvormen van een koppeling volgens de uitvinding in axiale doorsnede weergeeft,

Figuur 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2 is, 10

Figuur 4 een doorsnede volgens de lijn XV-IV in figuur 2 is,

Figuur 5 een doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 2 is, 15 Figuur 6 een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 2 is, waarbij deze doorsnede een variant van de in figuur 4 in doorsnede getoonde uitvoeringsvorm weergeeft.

Figuur 7 in axiale doorsnede een vierde uitvoeringsvorm van de 20 koppeling volgens de uitvinding toont,

Figuur 8 een vijfde uitvoeringsvorm en

Figuur 9 een zesde uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de 25 uitvinding weergeven.

Zoals getoond in figuur 1 omvat de stuurkolom een met het stuurwiel 1 in verbinding staand deel 2, een tussenas 3 en een met het stuurhuis in verbinding staande as 5. Het deel 2 is via de koppeling 6 met de 30 tussenas 3 verbonden en deze tussenas 3 is via de koppeling 7 met de stuurhuisas 5 verbonden.

Alle in de figuren 2 t/m 9 getoonde uitvoeringsvormen van de koppeling volgens de uitvinding omvatten een ringvormig tussenelement 8 dat is 35 opgebouwd uit een buitenring 9 en een binnenring 10, waarbij de randen 87030 33 -5- 9' van de buitenring om de binnenring 10 zijn gefelsd, en twee koppelelementen 11, 12 die elk een paar radiaal naar buiten uitstekende bolvormige tapdelen 12’ respectievelijk 11' hebben, die zijn opgenomen in binnen de binnenring 10 gevormde uitsparingen die over een 5 hoekafstand van 90“ van elkaar afliggen.

In figuur 6 is getoond dat de binnenring 10 kan zijn opgebouwd uit vier axiale segmenten 13, terwijl in figuur 5 en rechts in figuur 2 is weergegeven dat de binnenring 10 uit twee ringvormige delen 14 kan zijn 10 opgebouwd. Bij de doorsnede volgens figuur 5 is verder te zien dat de buitenring 9 naar binnen uitstekende delen 9111 kan hebben, waardoor de torsie-stijfheid van de buitenring 9 wordt verhoogd.

Bij de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 is de binnenring 10 weer 15 opgebouwd uit vier axiale segmenten 15, die nu zijn gevat tussen telkens twee uitsteeksels 91' van de buitenring 9, waardoor, aangezien de segmenten 15 uit een betrekkelijk elastisch kunststof materiaal bestaan, de koppeling beter trillingsvrij is.

20 Zoals weergegeven in figuur 2 worden de koppelelementen 11 en 12 gevormd door een in wezen massief asvormig deel, waaraan, bij het ene eind de bolvormige tapdelen 11' resp. 12' zijn gevormd.

Het links in figuur 2 en in figuur 3 in doorsnede getoonde 25 koppelelement 12 heeft een, inwendig van tanden voorziene, gespleten boring 16 die verder flensvormige, van een opening 17' voorziene uitsteeksels 17 heeft, zodat een asvormig element in de boring 16 kan worden geschoven en daarin kan worden vastgeklemd door een schroef door de openingen 17 te brengen en daarop een bout vast te schroeven.

30

In het midden van figuur 2 is het koppelelement 12 bij twee tegenover elkaar gelegen kanten 12'1 afgeplat en is een cilindrisch busvormig orgaan 18 nauwsluitend om dit deel met afgeplatte kanten vervormd en door middel van een door de doorlopende opening 121 *' gebracht 35 verbindingsorgaan daarmee verbonden.

8703033 * -6- %

Rechts in figuur 2 is het vrije eind van het koppelorgaan 11 in doorsnede rechthoekig en gevat in een vorkvormig uiteinde 19' van een asvormig element 19, waarbij door de doorlopende opening 20 een bout kan worden gebracht waarop een moer moet worden vastgeschroefd, voor 5 een stevige verbinding tussen het koppelelement 11 en het asvormige element 19.

In figuur 7 loopt het koppelelement 12 van de koppeling 8 uit in een flensdeel 21 met openingen 21' voor de bevestiging van het 10 koppelelement 12 met een daarbij passend element, waarbij bouten door de openingen 21' worden gebracht. Het vrije einddeel 11' van het koppelelement 11 in figuur 7, is cilindrisch uitgevoerd en verbonden met een cilindrisch einddeel 22' van een asvormig element 22, door middel van een om de delen 11' en 21' gekrompen bus 22' 15

In figuur 8 is het koppelelement 12 opgebouwd uit een massief gebogen deel 12'''' waarvan de uiteinden worden gevormd door de bolvormige tapdelen 12', en een busvormig deel 23 dat met één van zijn kopvlakken, bij 23' aan het gebogen deel 12''1 is vastgelast.

20

Bij de uitvoeringsvorm getoond in figuur 9 is het koppelelement 12 opgebouwd uit twee identieke delen 24 die met hun platte kanten 24' tegen elkaar aanliggen en die door een daaromheen gekrompen busvormig orgaan 25 tegen elkaar aan worden gehouden. Het koppelelement 11 in 25 figuur 9 loopt uit in een gespleten ring 26 voor het daarin vastklemmen van een asvormig element.

*7 03 0 33

Claims (9)

1. Koppeling voor het zodanig met elkaar koppelen van twee in het algemeen asvormige elementen, dat een rotatiemoment van het ene naar het andere element kan worden overgebracht waarbij de hartlijnen van 5 deze elementen verschillende hoeken met elkaar kunnen maken, in het bijzonder voor toepassing in de stuurkolom van een voertuig, omvattende een tussenelement dat in het algemeen een eindloos gevormd deel of ringvormig is en twee zwaaibaar daarmee verbonden koppelelementen die elk zijn of kunnen worden verbonden met een betreffend asvormig element 10 en die elk twee, binnen het ringvormige tussenelement radiaal ten opzichte van de hartlijn van het koppelelement naar buiten uitstekende en in eikaars verlengde liggende, in wezen vaste delen van het koppelelement vormende tapdelen omvatten die elk draaibaar om tenminste hun hartlijn in een van binnenuit in het ringvormige tussenelement 15 aangebrachte uitsparing zijn opgenomen, een en ander zodanig dat het ene koppelelement in één vlak en het andere koppelelement in een loodrecht daarop staand vlak ten opzichte van het tussenelement kan zwaaien, met het kenmerk, dat het ringvormige tussenelement (8) tenminste twee binnen elkaar gelegen, in wezen een buiten- (9) en een 20 binnenring (10) vormende delen omvat.

2. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenring (10) uit een aantal delen (13, 14, 15)is opgebouwd.

3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenring uit een non-ferro metaal bestaat.

4. Koppeling volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de buitenring (9) is voorzien van, tussen de uitsparingen in de binnenring (10), naar 30 binnen uitstekende elementen (9', 9* *)-

5. Koppeling volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de binnenring uit tenminste vier delen (15) van een enigszins elastisch materiaal is 8703033 -8- » opgebouwd, die elk een uitsparing omvatten en die elk tussen twee van de uitstekende elementen (9'') van de buitenring (9) zijn gevat.

6. Koppeling volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de randen 5 (9M) van de buitenring om de binnenring (10) heen zijn gefelsd.

7. Koppeling volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat tenminste één van de koppelelementen (11, 12) wordt gevormd door een in wezen massief asvormig deel waaraan bij het ene eind twee bolvormige tapdelen (11', 10 12') zijn gevormd en dat bij het andere eind is voorzien van bevestigingsmiddelen.

8. Koppeling volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het massieve asvormige deel uit twee, met hun platte kanten (24') tegen elkaar 15 aanliggende, elk de axiale helft van een cilinder vormende delen (24) bestaat, die door middel van een daaromheen grijpend busvormig element (25) tegen elkaar aan worden gehouden en die elk in wezen één geheel vormen met een bolvormig tapdeel (12').

9. Koppeling volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat tenminste één van de koppelelementen wordt gevormd door een massief gebogen deel (12*'* *) waarvan de uiteinden worden gevormd door twee diametraal tegenover elkaar gelegen bolvormige tapdelen (12') en een in het algemeen busvormig deel (23) dat met één van zijn kopvlakken aan het 25 gebogen deel is vastgelast, op een plaats in het midden van de tapdelen aan de convexe kant daarvan. 87030 35