NL8702969A - Bouwstellage systeem. - Google Patents

Bouwstellage systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL8702969A
NL8702969A NL8702969A NL8702969A NL8702969A NL 8702969 A NL8702969 A NL 8702969A NL 8702969 A NL8702969 A NL 8702969A NL 8702969 A NL8702969 A NL 8702969A NL 8702969 A NL8702969 A NL 8702969A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
construction
threaded rod
rod member
scaffolding system
wall
Prior art date
Application number
NL8702969A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hein Douwinus Voskamp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hein Douwinus Voskamp filed Critical Hein Douwinus Voskamp
Priority to NL8702969A priority Critical patent/NL8702969A/nl
Publication of NL8702969A publication Critical patent/NL8702969A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/24Safety or protective measures preventing damage to building parts or finishing work during construction
    • E04G21/26Strutting means for wall parts; Supports or the like, e.g. for holding in position prefabricated walls
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/14Conveying or assembling building elements
    • E04G21/16Tools or apparatus
    • E04G21/18Adjusting tools; Templates
    • E04G21/1841Means for positioning building parts or elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3261Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/3276Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/328Arrangements on buildings for connecting safety-lines fastened to the roof covering or insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/04Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/04Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
    • E04G5/046Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffoldings on walls

Description

* β-
Bouwstellagesysteem
De uitvinding heeft betrekking op een bouwste1lagesysteem.
Bij het optrekkenvan bouwcasco's worden bouwstellagesystemen in velerlei uitvoeringsvormen toegepast, en wel in de vorm van reformladders, opsteekladders, schuif ladders, al of niet 5· voorzien van ladderbankjes of laddervoetsteunen, en voorts trappen, hangbruggen of -ladders, opbouw- of metselsteigers, werksteigers en daksteigers, en voorts nog zogenaamde werkplanken van aluminium met houten vloer. Het gevolg hiervan is een grote investering voor een aannemer voor dit 10. veelsoortig materiaal, de noodzaak van omvangrijke opslagruimtes en een tijdrovende montage van steigers met de nodige dwars- en diagonaal verlopende verbindingen, hetgeen als een nadeel van het voorkomen van de traditionele bouwstellagesystemen wordt ervaren.
Daarnaast hebben steigers als bouwstellagesysteem het nadeel, dat zij hinderlijke obstakels vormen voor het personeel in dienst van gemeentelijke/regionale energie- en waterleidingbedrijven, dat voor het leggen van gas-, electriciteits- en waterleidingen sleuven in de bodem naar 20. zo'n bouwcasco moet graven, hetgeen dan onder de bouwsteigers door moet gebeuren. Daarbij komt het dikwijls voor, dat bii een zachte of oneffen bodem het bouwpersoneel planken op de bodem laat leggen als basis voor de op te trekken steiger, hetgeen het graven van een sleuf nog meer bemoeilijkt. Dit 25· wordt dan ook als een nadeel van een traditioneel op te zetten steiger ervaren.
Voorts zal met name bij renovatiebouw een bouwsteiger op een bestaand trottoir moeten worden geplaatst, en dient het voetgangersverkeer daarbij over de weg te worden geleid met 30, alle verkeersrisico1s vandien, hetgeen als een volgend nadeel van een traditionele bouwsteiger dient te worden aangemerkt.
Uit kostenoverwegingen is het in de bouw steeds meer 87029 69 2.
”, gebruikelijk om binnenmuren uit kalkzandsteen blokken of ööHbetonb lokken op te trekken; Daal'· een der ge lijke muur door verlijming van de blokken in één dag tot verdiepinghoogte kan worden opgetrokken, bestaat het gevaar, dat bij een 5. sterke wind de gehele muur zal omwaaien, waardoor mensen daaronder bedolven kunnen raken, hetgeen reeds meerdere malen een dodelijke afloop heeft gehad. De reeds aangegeven soorten van bouwstellagesystemen zijn geen van alle geschikt deze muren te schragen en ze bij een sterke wind overeind te 10. houden, hetgeen als een nadeel van de bestaande bouwstellagesystemen dient te worden aangemerkt.
Voorts lopen bouwstellagesystemen, welke op de werkvloer opgesteld worden, voordat het bouwmateriaal i.c. de kalkzandsteenblokken of gasbetonblokken, aangevoerd is, de 15# kans, door het transportmateriaal zoals bouwkranen, van hun plaats weggeduwd of zelfs omvergereden te worden. Met name is dit het geval bij het gebruik van stelprofielen, welke immers bij de aanvang van het oplijmen van de muren, markeringsposities dienen aan te geven, ten opzichte waarvan 20. het optrekken van de muren zal plaatsvinden. Juist het aanstoten van stelprofielen leidt daarna tot hernieuwde werkzaamheden van de stelploeg, die dan de stelprofielen opnieuw te lood moet stellen.
De uitvinding beoogt voor al deze nadelen een oplossing te 25# ?even, en wel door het invoeren van een bouwste1lagesysteem, dat enerzijds geschikt is om het nadeel van het omwaaien van muren te ondervangen, en anderzijds als basisconstructie fungeert ter verkrijging van een totaal bouwstellagesysteem, waarmee ook de overige nadelen worden ondervangen.
30. Overeenkomstig de uitvinding wordt een dergelijk bouwstellagesysteem gekenmerkt door een stelprofiel met tenminste één doorboring en door een, een draadstangorgaan met opsluitmiddelen omvattende verbindingsconstructie ter verkrijging van een klemmende samenwerking tussen het 35, stelprofiel en een bouwwand bij doorvoer van het 87029 69„' 3.
draadstangorgaan door genoemde doorboring en een daarop aansluitende doorvoeropening in de bouwwand.
Met voordeel kan bij het bouwstellagesysteem gebruik worden gemaakt van een bodemplaat of stelvoet aan de onderzijde van 5· het stelprofiel, daar aldus het scheefstoten van stelprofielen als gevolg van het aan- en afrijden met een bouwkraan voor de aanvoer van het bouwmateriaal op de bouwvloer wordt voorkomen.
Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van een 10, bouwstellagesysteem overeenkomstig de uitvinding wordt verkregen, indien een dergelijk, op de bouwvloer opgesteld systeem als basissysteem wordt toegepast voor het, onder gebruikmaking van genoemde opsluitmiddelen klemvast tegen de buitenzijde van de spouwmuur aankoppelen van een boven de 15· ffrond op te stellen draagconstructie zoals een bouwplatform ten behoeve waarvan genoemde verbindingsconstructie nog is voorzien van een over het draadstangorgaan aan te brengen afstandsbusdee1.
De uitvinding zal nu nader aan de hand van de bijgaande 20. figuren worden uiteengezet, waarbij
Fig.1 een uitvoeringsvorm van de basisconstructie van het bouwstellagesystéem overeenkomstig de uitvinding weergeeft; Fig.2 een tweede uitvoeringsvorm van een tot het bouwstellagesysteem behorende constructie weergeeft; 25· Fig.3 een volgende uitvoeringsvorm van de in Fig.2 weergegeven constructie toont;
Fig.4 een gedeelte van een gunstige uitvoeringsvorm van het bouwstellagesysteem weergeeft; Fïg.5 een practische toepassing van het in Fig.4 weergegeven 30. bouwstellagesysteem weergeeft;
Fig.6 een bijzondere uitvoeringsvorm van een gedeelte van een andere tot het bouwstellagesysteem behorende constructie toont; 8702969
Fig.7 een bijzondere uitvoeringsvorm van een ander gedeelte y , 4.
van de in fig.6 weergegeven constructie toont;
Fig.8 een andere uitvoeringsvorm van genoemde tot het bouwstellagesysteem behorende constructie weergeeft;
Fig.9 weer een andere uitvoeringsvorm van genoemde tot het 5. bouwste1lagesysteem behorende constructie weergeeft;
Fig.10 nog een andere uitvoeringsvorm van genoemde tot het bouwstellagesysteem behorende constructie weergeeft;
Fig.11 een hulporgaan voor het bouwstellagesysteem overeenkomstig de uitvinding weergeeft.
10. Fïg.12 een andere uitvoeringsvorm toont van het in Fig.4 weergegeven bouwstellagesysteem; en Fig.13 een hulpelement ten behoeve van het in Fig.12 weergegeven bouwste1lagesysteem toont.
In Fig.1 is een uitvoeringsvorm van een basisconstructie van 15. een bouwste1lagesysteem weergegeven, hetwelke wordt gebruikt voor het ondersteunen en afschoren van nieuw opgetrokken muurdelen, in het bijzonder wanneer daarbij kalkzandsteenblokken of gasbetonblokken worden toegepast.
Een dergelijk bouwstellagesysteem omvat een stelprofiel 1, 20. hetwelke onder gebruikmaking van schoorlatten 2 loodrecht op de betonvloer 3 moet worden opgesteld.
Het stelprofiel 1 kan onder gebruikmaking van een aan het benedenuiteinde gesitueerde houten klos, hetwelke voor een deel in het stelprofiel 1 is opgenomen, op de betonvloer 3 25. worden vastgespijkerd. Met voordeel kan evenwel gebruik worden gemaakt van een stelvoet of grondplaat 4, welke spijkerbaar of schroefbaar op de betonvloer 3 kan worden bevestigd. Ook de schoorlatten 2 kunnen met behulp van een grondplaat 5 op de betonvloer 3 worden bevestigd. Het 30· stelprofiel 1 is voorts voorzien van aangelaste montageplaatjes 6, waaraan de schoorlatten 2 scharnierend zijn gekoppeld. Daarnaast is het ook moge lijk om een stelprofiel 1 als omschreven is in de nederlandse octrooiaanvrage 8000783 te gebruiken om de schoorlatten 2 35· tijdens het te lood stellen van het stelprofiel 1 eraan te 87029fig » ' 5.
j* bevestigen.
Wanneer een muur 7 van kalkzandsteenblokken of gasbetonblokken is opgetrokken, dient ter voorkoming van het omwaaien van de muur, de muur te worden gestut met het 5· bouwstellagesysteem als hiervoor is omschreven. Hiertoe wordt de omschreven stelprofiel 1 tegen de muur aan met behulp van genoemde schoorlatten 2 te lood gesteld, en dient de stelprofiel 1 op een bepaalde hoogte te zijn voorzien van een dwars op de muur gerichte doorboring 8. Hoewel de doorboring 10· 8 als een rond gat kan worden uitgevoerd, zal toch in de praktijk de voorkeur worden gegeven aan een sleufvormige doorboring 8. In het verlengde van de doorboring 8 moet dan nog in de muur 7 een doorvoeropening 9 worden aangebracht.
Met behulp van een verbindingsconstructie 10, welke een 15· draadstangorgaan 11 met opsluitmiddelen 12 omvat, waarbij het draadstangorgaan 11 door de doorboring 8 en doorvoeropening 9 wordt heengestoken, kan een klemmende samenwerking tussen de stelprofiel en de muur worden verkregen.
Een eerste moge lijke uitvoeringsvorm van genoemde 20. verbindingsconstructie 10 voor de bevestiging van genoemd stelprofiel 1 aan de muur 7 van kalkzandsteen is in Fig.2 weergegeven. In deze uitvoeringsvorm is het draadstangorgaan 11 aan één uiteinde voorzien van een loodrecht daarop geplaatst balkconstructiedeel 13. Nadat in het verlengde van 25· de doorboring 8 van het stelprofiel 1 tevens in de muur 7 een doorvoeropening 9 is aangebracht, dient het vrije uiteinde van het draadstangorgaan 11 eerst door de opening 9 in de muur 7 en vervolgens door de doorboring 8 in het stelprofiel 1 te worden geschoven, waarna opsluitmiddelen 12 zoals een 30. moer op het draadstangorgaan 11 worden aangebracht teneinde een klemmende samenwerking tussen het stelprofiel 1 en de muur 7 te verkrijgen. Bij voorkeur dient het balkconstructiedeel 13 in verticale stand tegen de muur te worden gepositioneerd.
35· Om te voorkomen, dat de te gebruiken lijmen het 8702369
P
6.
balkconstructiedee1 13 aan de muur doen vastkitten, is het van voordeel het balkconstructiedeel 13 H- of U-vormig uit te voeren, waarbij de benen van zo'n balkconstructiedeel 13 naar de muur 7 toe gericht zijn.
5. In de praktijk zal het gebruikelijk zijn het stelprofiel 1 op nog een tweede plaats met een dergelijke verbindingsconstructie aan de muur 7 te bevestigen.
Het gebruik van een losneembare stelvoet of grondplaat 4 aan het benedenuiteinde van het stelprofiel 1 heeft belangrijke 10. voordelen, hetgeen duidelijk wordt wanneer een stelprofiel 1 mét een stelvoet of grondplaat 4 in het gebruik met één zonder zo'n stelvoet of grondplaat 4 wordt vergeleken.
Bij gebruik van een stelprofiel 1 zonder stelvoet of grondplaat 4 zal een stelploeg op meerdere plaatsen op de 15· betonvloer 3, waar de muren van kalkzandsteen dienen te verrijzen, beginnen met het plaatsen van stelprofielen 1. Wanneer vervolgens het bouwmateriaal i.c.
kalkzandsteenblokken met een bouwkraan worden aangevoerd en op de bestemde plaatsen worden geplaatst, is het haast 20* onvermijdelijk, dat één of meerdere stelprofielen 1 door < zo'n bouwkraan worden aangestoten. Hierdoor dient de stelploeg opnieuw te verschijnen om de uit het lood gestoten stelprofielen 1 weer in het lood te krijgen, hetgeen extra tijd en geld kost. Wanneer vervolgens de lijmploeg de blokken 25. tot op verdiepingshoogte boven op elkaar heeft gelijmd, dienen de muren 7 te worden gestut, hetgeen met behulp van de reeds omschreven bouwstellagesystemen zal geschieden. Daarna wordt de verdiepingsvloer aangebracht, en zal weer de stelploeg verschijnen om de steIprofielen op de eerste 30# verdieping te lood te stellen en te schoren. De bouwkraan, welke op de begane grond staat, zal het bouwmateriaal, i.c. kalkzandsteenblokken, ophalen, bij de bouwplek omhoog tillen en vervolgens op de aangegeven plaats op de eerste verdieping neerzetten. Daar de bedieningsman van de bouwkraan geen goed 35» zicht heeft op de stelprofielen 1 op de eerste verdieping, 87029 63
. V
7.
bestaat er nu een grotere kans, dat hier meerdere stelprofielen 1 uit het lood worden gestoten dan op de begane vloer. Nadat eerst weer de stelploeg is verschenen en de uit het lood gestoten stelprofielen 1 heeft rechtgezet, kan de 5* lijmploeg beginnen met het op elkaar lijmen van de blokken.
Wordt daarentegen gebruik gemaakt van stelprofielen 1 met een stelvoet of grondplaat 4, dan geschiedt het bouwen van de kalkzandsteenmuren 7 als volgt:
De stelploeg plaatst de stelvoeten 4 op de juiste plaatsen op I0i-de betonvloer 3 met bijv. pluggen en houtdraadbouten in geboorde gaten in de vloer. Daar er nu nog geen stelprofielen 1 met schoorlatten 2 staan opgesteld, loopt men nu niet de kans dat deze worden scheefgereden, wanneer de bouwkraan af-en aan zal rijden om de kalkzandsteenblokken op de juiste 15· plaatsen op de betonvloer 3 te plaatsen. Hierna kunnen de stelprofielen 1 op de stelvoeten 4 worden geplaatst en worden afgeschoord, hetgeen eenvoudig en probleemloos door de lijmploeg kan worden uitgevoerd. Nadat de muren 7 door de lijmploeg tot verdiepingshoogte zijn gebracht, kunnen de 20. stelprofielen 1 met behulp van meerdere verbindingsconstructies 10 van draadstangorganen 11 met opsluitmiddelen 12 aan de pas gemetselde muren 7 worden bevestigd. Vervolgens kan de verdiepingsvloer worden gestort, waarna de stelploeg de stelvoeten 4 plaatst, de 25· kraanmachinist het materiaal naar de eerste verdieping hijst en vervolgens de lijmploeg de muren 7 metselt en deze met behulp van de stelprofielen 1 op de stelvoeten 4 en onder gebruikmaking van schoorlatten 2 doet ondersteunen.
Wanneer de bouwwerkzaamheden volgens deze werkwijze worden 30. uitgevoerd, worden er geen stelprofielen meer scheefgereden.
Het gebruik van een stelvoet of grondplaat 4 heeft nog een volgend voordeel: Het verdient de voorkeur de doorvoeropening 9 ter plaatse van een voeg in de kalkzandsteenmuur 7 aan te brengen. Het kan daarbij voorkomen, dat ter hoogte van een 35· sleufvormige doorboring 8 van het stelprofiel 1 zich geen 8702969 6.
* voeg in de muur 7 bevindt. Door het stelprofiel 1 in geringe mate omhoog te schuiven ten opzichte van de stelvoet 4, kan dit probleem eenvoudig worden opgelost.
Van de weergegeven verbindingsconstructie 10 met een 5» draadstangorgaan 11 zijn nog twee andere uitvoeringsvormen moge lijk, welke in Fig.2 en 3 zijn weergegeven.
Fig.2 geeft een verbindingsconstructie 10 weer, waarbij op het middendeel van het draadstangorgaan 11 een flensring of flensbalk 14 loodrecht op het draadstangorgaan 11 is 10. bevestigd, en waarbij aan de zijde van het stelprofiel 1 de opsluitmiddelen 12, i.c. een moer op het draadstangorgaan 12 worden aangedraaid.
Fig.3 geeft een derde uitvoeringsvorm van een verbindingsconstructie 10 weer, welke veel gelijkt op die, 15· welke in Fig.1 is toegepast, maar waarbij evenwel het draadstangorgaan 11 eerst door de doorboring 8 van het stelprofiel 1 en daarna door de doorvoeropening 9 wordt gestoken. Over het draadstangorgaan 11 wordt vervolgens een grote flensring of flensbalk 14 geschoven, waarna met 20. opsluitmiddelen 12, zoals een moerring en moer, het stelprofiel 1 en de kalkzandsteenmuur 7 tegen elkaar worden geklemd.
Wanneer een dergélijk bouwstellagesysteem aan de binnenzijde van de tot de spouwmuur behorende en reeds op hoogte gebouwde 25· binnenmuur van kalkzandsteen staat opgesteld, is een dergelijke bouwstellagesysteem uitstekend geschikt om als basisconstructie te fungeren voor het aan de buitenzijde van de tot die spouwmuur behorende buitenmuur klemvast aankoppelen van een aldaar boven de grond aan te brengen 30. draagconstructie, zoals een steigerplatform, hetwelke een groot voordeel blijkt te hebben boven de op traditionele wijze op te richten platform- en steigerconstructies, hetgeen nader zal worden uiteengezet.
Wanneer de buitenmuur tot een zekere hoogte is 35* opgemetseld,zal voor een hoger optrekken van de buitenmuur 87029 69 9.
een bouwsteiger geconstrueerd moeten worden. Bij een op traditionele wijze te bouwen steiger zal een afzonderlijke draagconstructie bestaande uit stempels en dwarsstangen, opgericht moeten worden, waarboven dan een werk- of 5. loopsteiger kan worden aangebracht. Met het bouwstellagesysteem overeenkomstig de uitvinding is een draagconstructie van dat type niet nodig. Immers wanneer het draadstangorgaan 11 van de verbindingsconstructie 10 wat langer wordt uitgevoerd, d.w.z. een grotere lengte heeft dan 10. de dikte van de spouwmuur buitenmaats gemeten, is het moge lijk een aan de buitenzijde van de buitenmuur op te stellen steigerplatform als werk- of loopsteiger aan het draadstangorgaan 11 te koppelen, hetgeen aan de hand van Fig.4 zal worden toegelicht.
15· In Fig.4 is een situatieschets gegeven van een spouwmuur, waarbij de bouwstellageconstructie tegen de binnenmuur 7 van kalkzandsteen staat opgesteld. Zoals reeds uiteengezet is, omvat deze bouwstellageconstructie een stelprofiel 1 met voetplaat 4 en schoorlatten 2, waarbij het stelprofiel 1 en 20. de daartegenaan opgetrokken muur 7 van kalkzandsteen met behulp van een verbindingsconstructie 10 klemmend aan elkaar zijn bevestigd. In tegenstelling tot de toepassing van de verbindingconstructie 10 in Fig.1 is het draadstangorgaan 11 hier eerst door de opening 8 van het stelprofiel 1 en 25. vervolgens door de doorvoeropening 9 van de kalkzandsteenmuur 7 gestoken. Door het draadstangorgaan 11 een grotere lengte te geven en ter plaatse één of meer stenen uit de buitenmuur 15 weg te laten of te verwijderen, hetgeen een nis 16 in de muur op levert, steekt het vrije uiteinde van het 30. draadstangorgaan 11 ook door die buitenmuur van de spouwmuur. Op een dergelijk draadstangorgaan 11 dient een draagconstructie 17 zoals een bouw- of steigerplatform te worden bevestigd. Daar rekening gehouden moet worden met de eis, dat de cementspecie in de buitenmuur 15 nog onvoldoende 35. uitgehard is, en derhalve door de draagconstructie 17 ontzet 87029 69 10.
% kan worden, is het van voordeel de verbindingsconstructie 10 te voorzien van een afstandsbusdee 1 1Θ, welke over het draadstangorgaan 11 dient te worden geschoven.
Bij voorkeur dient het draadstangorgaan 11 aan één uiteinde 5· te zijn voorzien van een loodrecht op het draadstangorgaan 11 te positioneren flensring of flensbalk 19. Ook dient hier de flensbalk 19 na het doorvoeren door de horizontaal verlopende nis 16 in verticale stand te worden gedraaid. Daarna kan de draagconstructie 17 op de plaats, waar een tegen de muur 15 10. te plaatsen steunbalk 20 van constructie 17 een doorboring 21 omvat, over het uit de muur stekende gedeelte van het draadstangorgaan 11, en tegen het afstandsbusdee1 18 worden aangeschoven en vervolgens middels een moerverbinding worden bevestigd. Het is uit constructief oogpunt gewenst, dat de 15. draagconstructie 17 ook op twee plaatsen met behulp van een dergelijke verbindingsconstructie 10 aan de combinatie van binnenmuur 7 en stelprofiel 1 wordt bevestigd, zoals in Fig.4 ook is weergegeven. De draagconstructie 17 is nog aan de , bovenzijde voorzien van een horizontaal gerichte draagbalk 20. 22, waarop plankdelen of plaatvormige elementen 23 (zoals traanplaten) zijn aangebracht. Afgezien van het feit, dat de draagconstructie 17 tenminste een horizontale draagbalk 22 en een verticale steunbalk 20 omvat, welke tegen de buitenmuur 15 dient te worden bevestigd, is de draagconstructie 17 voor 25· het overige gedeelte niet aan vormgeving gebonden.
Met minimaal twee bouwstellagesystemen overeenkomstig de uitvinding is het moge lijk, tegen de buitenmuur 15 een bouuw-of loopsteiger op te richten,waarbij geen draagconstructies van stempels en dwarsstangen onder het platform 17 worden 30. vereist. Het voordeel van een dergelijke bouwsteiger doet zich vooral gelden, naarmate de bouwsteiger op grotere hoogte dient te worden aangebracht. Wanneer bijvoorbeeld met de dakconstructie van een huis dient te worden begonnen, behoeft men slechts tegen de binnenmuren van de daaronder gelegen 87029 69 0 11.
spouwmuren bouwstellageconstructies overeenkomstig de uitvinding op te stellen.
Een dergelijk gebruik van een bouwstellageconstructie met platformbevestiging is in Fig.5 weergegeven.
5* Uit veiligheidsoverwegingen kan een dergelijk steigerplatform 17 aan de buitenzijde met voordeel worden voorzien van ballusters 24, welke loodrecht en vast of losmakelijk (bijvoorbeeld middels een kokerbusverbinding) op het steigerplatform 17 bevestigd. Door elk van deze ballusters 24 10· aan de naar de muur toe gerichte zijde te voorzien van haakvormige organen 25, is het moge lijk hieraan bouwladders of veiligheids ladders te hangen, waardoor wordt voorkomen, dat iemand van de bouwsteiger zal vallen.
Een verstelbare bevestigiging van de haakvormige organen aan 15. de ballusters 24 wordt verkregen middel^ een schuifboutverbinding, waarbij in de kokervormige of buisvormige bal luster 24 een gleufvormige opening is aangebracht, waardoor een schroefbout met het schroefdraadgedeelte naar buiten steekt.
20, Wanneer twee steigergedeeltes op een hoek van een muur op elkaar dienen aan te sluiten, moet haaks op het einde van het steigergedeelte het andere steigergedeelte gekoppeld worden.
Door genoemde ladder aan de ballusters 24 van laatstgenoemde steigergedeelte te verplaatsen in de richting van het 25· eerstgenoemde steigergedeelte, wordt een doorlopende ballustrade bij de hoekomgang verkregen. Voorts dient elk steigergedeelte langs de onderzijde van de ballusters 24 te zijn voorzien van een verticale kantplank 26 om te voorkomen, dat voorwerpen van de steiger kunnen worden afgeschopt. Zo'n 30, kantplank 26 kan met behulp van vaste of verstelbare haken aan de ballusters worden omklemd, zoals in Fig.5 is weergegeven.
Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van een steigerplatform als hiervoor is omschreven, is in Fig.6 35· weergegeven en wordt verkregen door op de draagbalken 22 van 87029 89 12.
·» * de draagconstructie 17 plaatvormige elementen 23 zoals traanplaten aan te brengen, waarbij elk der aan de langszijden gelegen randdelen tweemaal is omgezet, waarmee U-vormige profielruimtes 27 worden verkregen. Het plaatvormig 5# element 23 met de dubbele omgezette randen wordt op de draagconstructie op z’n plaats gehouden door middel van een, in Fig.1 weergegeven, een draadstangorgaan 11 met opsluitmiddelen 12 omvattende verbindingsconstructie 10, waarbij het balkconstructiedeel 13 van een zodanige lengte 10. is, dat de uiteinden ervan binnen de U-vormige omgezette profielruimtes 27 aanliggen. Nadat het vrije uiteinde van het draadstangorgaan 11 door een ronde of sleufvormige doorboring 28 in de horizontale draagbalk 22 is gestoken en vervolgens is voorzien van moerdelen, kan het steigerplatform 15. 17 klemvast op de draagbalk 22 worden bevestigd. Een dergelijke koppeling van de plaatvormige elementen 23 aan de draagbalken 22 van de draagconstructie 17 heeft het voordeel van een vrije positionering dezer delen. De aldus beschreven koppeling van plaatvormige elementen 23 op de draagbalken 22 20. vereist evenwel een draagconstructie 17 nabij ieder uiteinde f van zo'n plaatvormig element 23, zodat telkenmale bij het in de langsrichting tegen elkaar plaatsen van twee aldus uitgevoerde plaatvormige elementen 23 twee draagconstructies 17 dicht bij elkaar voorkomen. Een dergelijke opstelling van 25. draagconstructies 17 is een kostbare en tijdvergende aangelegenheid.
Een oplossing voor deze nadelen zal aan de hand van Fig/], worden uiteengezet en wordt verkregen door gebruik te maken van kokervormige elementen of balkdelen 29, welke ten dele in 30.-5 de U-vormige prof ielruimtes aan één uiteinde van het plaatvormige element 23 zijn opgenomen en welke een zodanige doorsnede bezitten, dat zij nauwsluitend in de profielruimtes 27 gefixeerd kunnen worden. Van het hierop aan te sluiten plaatvormige element 23 van overeenkomstige constructie kan 35· nu het vrije uiteinde, alwaar de kokervormige elementen of 87029 69 13* balkdelen 29 ontbreken, over de uitstekende delen van de kokervormige elementen of balkdelen 29 worden geschoven. Alhoewel de uitstekende delen van de kokervormige elementen of balkdelen 29 en het daaroverheen geschoven plaatvormige 5* element 23 middels een boutverbinding aan elkaar kunnen worden bevestigd, wordt zulks niet nodig geacht, daar laatstgenoemde element 23 nabij het andere uiteinde reeds een fixering op de aldaar aanwezige draagconstructie 17 middels een, een draadstangorgaan 11 met opsluitmïddelen 12 10* omvattende verbindingsconstructie 10 kent. Het spreekt voor zich, dat de randvlakken 30 van de U-vormige profielruimtes 27 aan de onderzijde van het plaatvormig element 23 op diverse plaatsen middels stripvormige elementen 31 ter verstijving van het geheel zijn overbrugd, hetgeen de 15* deugdelijkheid van het plaatvormig element 23 ten goede komt. Een dergelijke verbinding tussen twee aansluitend te positioneren plaatvormige elementen 23 vereist ter plaatse slechts één enkele draagconstructie 17, waarbij het niet van belang is onder welk plaatvormig element 23 de 20# draagconstructie 17 gepositioneerd wordt. In de breedte van het steigerplatform 17 kan zowel één enkele alswel twee plaatvormige elementen worden aangebracht.
Het is voorts moge lijk om bij het aanbrengen van bovengenoemd steigerplatform het stelprofiel 1 van de 25* bouwstellageconstructie aan de bovenzijde nog te voorzien van zogenaamde optopmiddelen met een daarop voorkomend schroefspindelmechanisme, zoals beschreven is in de nederlandse octrooiaanvrage 8000783 en waarmee het moge lijk is het stelprofiel klemvast tussen de bodemvloer en de 30· verdiepingsvloer op te stellen. Een dergelijke verlenging van een stelprofiel met optopmiddelen met afsluitend schroefspindelmechanisme is met name van belang, indien een stelprofiel ten behoeve van het aankoppelen van een draagconstructie 17 zoals een steigerplatform voor een
870296S
14.
raamopening moet worden opgesteld. Het afstandsbusdeel 18 dient dan wel over een steenbreedte te worden verlengd, hetgeen moge lijk is onder gebruikmaking van een buisvormig hulpstuk.
5, Van de in Fig.4 weergegeven uitvoeringsvorm van een verbindingsconstructie 10 ten behoeve van een draagconstructie 17 zijn ook andere uitvoeringsvormen mogelijk, welke achtereenvolgens in Fig.8 en Fig.9 zullen worden beschreven.
10. Bij de in Fig.8 weergegeven verbindingsconstructie 10 is op het middengedeelte van het draadstangorgaan 11 een ring- of schijfvormig orgaan of een balkconstructuedeel 14 middels een lasverbinding bevestigd. Het alhier weergegeven draadstangorgaan 11 dient na het optrekken van de 15. kalkzandstenen muur door de doorvoeropening 9 van de kalkzandsteenmuur 7 en vervolgens door de doorboring 8 van het stelprofiel 1 te worden gestoken en vastgedraaid ter ondersteuning van de muur 7, wanneer tenminste na het opmetselen van de buitenmuur 15 een draagconstructie 17 aan 20. het draadstangorgaan 11 wordt bevestigd. In dat geval dient vooraf een afstandsbusdeel 18 zonder flensring of iets dergelijks over het draadstangorgaan 11 te worden heengeschoven, hetgeen in Fig.8 is weergegeven.
Een andere uitvoeringsvorm van een verbindingsconstructie 25. 10 is in Fig.9 weergegeven, alwaar een afstandsbusdeel 18 aan één uiteinde is voorzien van een flensring 19, en tenminste aan beide uiteinden is voorzien van een inwendinge schroefdraad, waardoor enkelvoudige draadstangen 11 en 32 aan beide uiteinden in het afstandsbusdeel 18 kunnen worden 30. gedraaid.
Wanneer de spouwmuurisolatie reeds tegen de kalkzandsteenmuur zit, zoals bij bestaande huizen het geval kan zijn, kan de flensring of flensbalk 19 de isolatielaag ter plaatse samendrukken. Het is dan ook raadzaam om bij het aanbrengen 35. van een afstandsbusdeel 18 tegen de binnenmuur 7 het 87029 69 , · 15.
afstandsbusdeel 18 en derhalve de flensring of flensbalk 19 te laten voorafgaan door een schijfvormig orgaan 33 met een goed warmteisolerend vermogen. Bij voorkeur zal hiervoor kunststof worden gebruikt. Door het orgaan 33 en de flensring 5. of flensbalk 19 van overeenkomstig geprofileerde kontaktvlakken te voorzien, wordt bereikt, dat bij het draaien van de flensring of flensbalk 19 over een hoek van 90 graden het orgaan 33 meedraait. Door het orgaan 33 met een lijmstof in te smeren blijft het permanent tegen de 10* isolatielaag zitten, ook wanneer de verbindingsconstructie 10 verwijderd wordt. Bij voorkeur kan dit orgaan 33 van kunststof zijn vervaardigd.
Een tweede uitvoeringsvorm van een dergelijk orgaan 33 is weergegeven in Fig.10 en wordt verkregen door dit orgaan 33 15. te voorzien van een busvormig verlengstuk 34 van bij voorkeur hetzelfde materiaal. Door de diameter van de doorboring 9 enigszins kleiner te nemen dan de buitendiameter van het buisvormig verlengstuk 34 wordt bereikt, dat dit verlengstuk 34 klemvast in de doorboring 9 wordt getrokken. In een later i 20. stadium kan de binnenruimte van het busvormig verlengstuk 34 nog met isolatieschuim worden afgedicht, waarmede het gevaar van een warmte lek wordt voorkomen.
Het kan voorkomen, dat een draagconstructie 17 op een zodanige hoogte tegen de buitenmuur 15 moet worden bevestigd, 25. dat één of beide doorboringen 21 in de steunbalk 20 teveel in hoogte verschillen met de doorboringen 8 in het stelprofiel 1. Hoewel een extra doorboring in het stelprofiel 1 een oplossing kan bieden, doet zulks toch afbreuk aan de sterkte van het stelprofiel. Het verdient dan ook de voorkeur 30. om in dergelijke omstandigheden een smal brugstuk 35 toe te passen, dat enerzijds nauwsluitend en schuifbaar op het stelprofiel 1 ( of stelvoet 4 ) past, teneinde profijt te trekken van de relatieve fixering van het stelprofiel ten opzichte van de muur van kalkzandsteen, en dat anderzijds 35, middels een doorboring 36 in het brugvlak van het brugstuk 35 87029 69 16.
de opnamemogelijkheid voor het draadstangorgaan 11 overneemt van het stelprofiel 1. Een moge lijke uitvoeringsvorm van een dergelijk . brugstuk 35 is als een dubbel U-vormig profielstuk uitgevoerd, zoals in Fig.11 is weergegeven.
5· Een andere uitvoeringsvorm van een bouwstellagesysteem voorzien van een draagconstructie 17 zoals een steigerplatform is in Fig.12 weergegeven, en wordt verkregen met behulp van in Fïg.13 weergegeven kokerbalkdraagsteunen 37 met elk een afstandhouder 38 en een grondplaat 39, waarbij de 10*' grondplaat 39 middels een schroefverbinding aan de zijkanten van de bodemvloer en de verdiepingsvloeren wordt bevestigd.
In de kokerbalkdraagsteunen kunnen kokerbalkdelen 40 zoals een stelprofiel met optopdelen nauwsluitend worden gepositioneerd. Daar de kokerbalkdelen 40 eveneens zijn 15. voorzien van doorboringen 8, kan volgens de aangegeven wijze een draagconstructie 17 zoals een steigerplatform tegende kokerbalkdelen 40 met behulp van een, een draadstangorgaan 11 met opsluitmiddelenl2 omvattende verbindingsconstructie 10 worden bevestigd. Bij voorkeur kan nog een wand van het , 20. kokervormig gedeelte van de draagsteun 37 worden vervangen door een grendelmechanisme.
87029 69

Claims (20)

1 Bouwstellagesysteem gekenmerkt door een stelprofiel roet tenminste één doorboring en door een, in deze doorboring aanliggende, een draadstangorgaan met opsluïtmiddelen omvattende verbindingsconstructie voor een klemmende 5· samenwerking tussen het stelprofiel en een bouwwand bij doorvoer van de draadstang door een wanddoorvoeropening.
2 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het stelprofiel aan een uiteinde is voorzien van een voet- of bodemplaat. 10.
3 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het stelprofiel aan een uiteinde is voorzien van een schroef spinde lmechanisme.
4 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het stelprofiel is ingericht voor het aanbrengen van 15· schoormiddelen. t
5, U-vormige profielruimtes zijn aangebracht.
5 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de opsluïtmiddelen van het draadstangorgaan een aan één uiteinde van het draadstangorgaan en loodrecht daarop gesitueerd balkconstructiedeel omvatten. 20·
6 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de opsluïtmiddelen van het draadstangorgaan een op het middendeel van het draadstangorgaan en loodrecht daarop gesitueerd balkconstructiedeel omvatten.
7 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 5 of 6 met het 25· kenmerk, dat het balkconstructiedeel U- of H-vormig geprofileerd is, waarbij het middenstuk van het balkconstructiedeel met het draadstangorgaan samenwerkt. 87029 69 18. < *
8 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat genoemde verbindingsconstructie een over het draadstangorgaan aan te brengen afstandsbusdeel omvat, en dat het bouwstellagesysteem voorts is voorzien van een 5, draagconstructie, hetwelke is ingericht om klemvast te worden bevestigd op het draadstangorgaan onder gebruikmaking van genoemde opsluitmiddelen.
9 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat het afstandsbusdeel aan één uiteinde is voorzien van 10. een flensring of flensbalk.
10 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het afstandsbusdeel is voorzien van een volgens de schroefdraad van het draadstangorgaan verlopende inwendige schroefdraadstructuur, en dat het afstandsbusdeel aan het 15. andere einddeel is voorzien van een draadstanggedeelte.
11 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat genoemde draagconstructie als een platformeenheid is uitgevoerd.
12 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 8 met het kenmerk, 20. dat de draagconstructie is uitgevoerd met tenminste één ba1luster.
13 Bouwstellagesysteem volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de bal luster is voorzien van tenminste één hak— of beugelvormig draagorgaan. 25.
14 Draadstangorgaan met een aan één uiteinde ervan en loodrecht daarop gesitueerd balkconstructiedeel in het bijzonder om met opsluitmiddelen te worden toegepast als verbindingsconstructie bij een bouwstellagesysteem, voorzien 87029 69 19. van een stelprofiel met tenminste één doorboring.
15 Draadstangorgaan volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat het balkconstructiedeel U- of H-vormig geprofileerd is uitgevoerd. 5,
16 Draadstangorgaan met een op het middendeel ervan en loodrecht daarop gesitueerd balkconstructiedeel in het bijzonder om te worden toegepast als verbindingsconstructie bij een bouwstellagesysteem.
17 Een als platformeenheid uitgevoerde draagconstructie in 10· bet bijzonder om onder gebruikmaking van een, een draadstangorgaan met afstandhouder en opsluïtmiddelen omvattende verbindingsconstructie te worden bevestigd aan een van een doorboring voorziene stelprofiel in een bouwstellagesysteem volgens conclusie 1. 15.
18 Een als platformeenheid uitgevoerde draagconstructie volgens conclusie 17, welke platformeenheid is voorzien van * een daarop aan te brengen plaatvormig element met het kenmerk, dat bij het plaatvormig element de aan de langszijden gelegen randdelen zijn voorzien van U-vormige 20. profielruimtes, en dat de draagconstructie voorts is voorzien van een verbindingsconstructie met een volgens conclusie 14 uitgevoerde draadstangorgaan, waarvan het balkconstructiedeel in genoemde U-vormige profielruimtes aanligt, en waarvan het draadstangorgaan in een in de draagbalk aangebrachte 25· doorboring is doorgevoerd en van opsluïtmiddelen is voorzien. 87029 63 20.
17. Η
19 Een als platformeenheid uitgevoerde draagconstructie volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de plaatvormige eenheid aan één uiteinde is voorzien van kokervormige of balkvormige delen, welke nauwsluitend ten dele in de
20 Afstandsdeel, hetwelke over tenminste één einddeel is voorzien van inwendige schroefdraadstructuur en het andere einddeel is voorzien van een draadstanggedeelte. i 8702969
NL8702969A 1987-12-09 1987-12-09 Bouwstellage systeem. NL8702969A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702969A NL8702969A (nl) 1987-12-09 1987-12-09 Bouwstellage systeem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702969A NL8702969A (nl) 1987-12-09 1987-12-09 Bouwstellage systeem.
NL8702969 1987-12-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8702969A true NL8702969A (nl) 1989-07-03

Family

ID=19851061

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702969A NL8702969A (nl) 1987-12-09 1987-12-09 Bouwstellage systeem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8702969A (nl)

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0606948A1 (en) * 1993-01-11 1994-07-20 Hein Douwinus Voskamp Universal supporting construction
FR2755165A1 (fr) * 1996-10-30 1998-04-30 Dimos Dispositif d'ancrage
NL1034183C2 (nl) * 2007-07-24 2009-01-27 Calduran Kalkzandsteen B V Schoor met begrenzingsmiddelen.
CN102839814A (zh) * 2012-09-27 2012-12-26 无锡久一重工机械有限公司 落地式悬挂机构
CN104164970A (zh) * 2014-07-04 2014-11-26 中建四局第一建筑工程有限公司 可回收钢丝绳拉环的施工方法及装置
CN111962891A (zh) * 2020-08-25 2020-11-20 福建建工亚鹰建筑科技发展有限公司 一种装配式建筑搭建用辅助固定机构

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0606948A1 (en) * 1993-01-11 1994-07-20 Hein Douwinus Voskamp Universal supporting construction
FR2755165A1 (fr) * 1996-10-30 1998-04-30 Dimos Dispositif d'ancrage
EP0839975A1 (fr) * 1996-10-30 1998-05-06 Dimos, Société Anonyme Dispositif d'ancrage
NL1034183C2 (nl) * 2007-07-24 2009-01-27 Calduran Kalkzandsteen B V Schoor met begrenzingsmiddelen.
CN102839814A (zh) * 2012-09-27 2012-12-26 无锡久一重工机械有限公司 落地式悬挂机构
CN102839814B (zh) * 2012-09-27 2014-11-19 无锡久一重工机械有限公司 落地式悬挂机构
CN104164970A (zh) * 2014-07-04 2014-11-26 中建四局第一建筑工程有限公司 可回收钢丝绳拉环的施工方法及装置
CN111962891A (zh) * 2020-08-25 2020-11-20 福建建工亚鹰建筑科技发展有限公司 一种装配式建筑搭建用辅助固定机构

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5839239A (en) Apparatus and method for building construction
US7228661B2 (en) Rapid steel frame assembly
US7627995B1 (en) Post frame building bracket and method of use
TW200809061A (en) Stairway for use on building sites
HU212217B (en) Balkony-construction
US20020026767A1 (en) Post-frame building
US7325362B1 (en) Steel roof truss system
NL8702969A (nl) Bouwstellage systeem.
NL9300044A (nl) Universele afsteunconstructie.
ATE360736T1 (de) Betonschalung mit seitlicher abstützung
GB2428434A (en) Modular floor units
CN114215333B (zh) 一种高层建筑外挑檐快速施工方法
US20020104272A1 (en) Method of forming concrete building modules
JP4044893B2 (ja) 吊り足場
CA2592820A1 (en) Composite floor and composite steel stud wall construction systems
EP0072814B1 (en) A beam-like building component of curable material, a method of manufacturing such a building component, and a method for producing a frame or structure for a building or part of a building with the use of such building material
BE1017137A3 (nl) Leuningsteunen en bijhorende leuningankers als randbeveiliging bij bo uwwerken.
NL2005368C2 (nl) Werkwijze voor het uitbreiden van een gebouw, draagelement, modulaire bouwkundige eenheid en gebouw met dergelijke eenheid.
RU2598615C1 (ru) Способ реконструкции и надстройки зданий
US20090226253A1 (en) Method and Apparatus for Providing a Walkway
JPH0145301Y2 (nl)
CN218117349U (zh) 用于预制楼梯间的钢爬梯
JP3233531B2 (ja) 組み立て階段
CN211622341U (zh) 一种装配式模块化楼梯结构
HRP20010056A2 (en) The flat-soffit large-span industrial building system

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed