NL8702828A - Absorberend wegwerpartikel, bijvoorbeeld een luier of een incontinentiebeschermingselement. - Google Patents

Description

\ -1- D HO/AM/7 Mölnlycke

ABSORBEREND WEGWERPARTIKEL·, BIJVOORBEELD EEN LUIER OP EEN INCONTINENTIEBESCHERMINGSELEMENT

De uitvinding betreft een absorberend wegwerpartikel, bijvoorbeeld een luier of een incontinentiebeschermings-element, dat bedoeld is om tijdens gebruik als een broek rond de gebruiker te sluiten en welke een absorberend lichaam om-05 vat, dat geplaatst is tussen een voor vloeistof ondoorlaatbare buitenlaag gericht van de gebruiker af en een voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag gericht naar de gebruiker toe, welke lagen met elkaar verbonden zijn ten minste langs de lange zijde van het voorwerp.

10 Als een voorbeeld van artikelen van dit type kunnen zogenoemde all-in luiers worden genoemd. Normaal hebben dergelijke luiers een smal kruisdeel en twee einddelen met aanzienlijk grotere afmetingen dan het kruisdeel. In het volgende wordt aan één van deze einddelen gerefereerd als het buik-15 deel en een andere als het zitdeel, welke beide delen aan elkaar zijn verbonden aan de zijden door middel van hechtstro-ken om een broekvormige passing rond het onderlijf van de gebruiker. Buiten de hechtstroken zijn er voor dit type broek geen extra hechtmiddelen nodig, zoals speciale babybroekjes 20 of luierondersteuningen.

Bij het ontwerp van luiers gaat het meest significante probleem gepaard aan een poging om een hoge beveiliging te verkrijgen tegen urinelek langs de beendelen en de taille-rand van de luier. Het eerstgenoemde type lek wordt bij voor-25 keur voorkomen door gebruik te maken van elastische organen, waardoor de randen van de luier stijf afdichten rond de benen van de gebruiker.

Lek aan de taillerend doet zich primair voor wanneer de gebruiker ligt vanwege de openingen die dan worden 30 gevormd tussen de luier en de rug of buik van de gebruiker.

Dankzij de dikte en de relatieve stijfheid van het absorbe- . 87 0 2 ö 2 8 m -2- rende lichaam kunnen deze openingen moeilijk worden vermeden zelfs bij luiers met elastische organen aan de taillerand. Voor het comfort van de gebruiker kan een uitrekkende kracht niet worden toegestaan een zekere mate te overschrijden.

05 Een andere manier om lek langs de taille te voorko men bestaat uit de eerder beschreven methode voor het vouwen van een deel van de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenlaag over de eindranden van het absorberende lichaam en over een bepaalde afstand erin tussen het absorberende lichaam en de 10 voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag aan de naar de gebruiker gerichte zijde. Op deze wijze wordt voorkomen dat lichaamsvocht naar buiten over de luierranden loopt door het absorberende materiaal of de voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag.

15 Bij de produktie van luiers met een omgeslagen rand van vloeistofdicht materiaal aan de taillebekleding, wordt een vooraf gevormd absorberend lichaam aangebracht op de vloeistofdichte buitenlaag, welke normaal gemaakt is van een kunststoflaag, waarna het vouwen geschiedt en de voor vloei-20 stof doorlaatbare binnenste laag aangelegd wordt op een wijze zodanig dat de omgeslagen delen van de vloeistofdichte buitenste laag eveneens worden bedekt. Bij de produktie van de luiers volgens de stand van de techniek voorzien van een omgebogen kunststofrand is dit een noodzakelijke procedure om 25 het gehele luieroppervlak gericht naar de huid van de gebruiker tijdens gebruik te doen bedekken met de voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag en omdat deze laag normaal van een textielweefsel is, zal voorkomen worden dat de huid van de gebruiker direct in contact komt met de omgeslagen kunst-30 stof delen.

Zoals reeds is genoemd, wordt een dergelijke all-in luier wat de delen betreft aan elkaar gefixeerd met behulp van hechtstroken bekleed met een voor druk gevoelige lijm, welke stroken aangebracht zijn aan de zijranden van het zit-35 gedeelte. Wanneer de luier wordt aangedaan, worden de hechtstroken naar voren gebracht over het buikgedeelte heen teneinde daaraan te worden gehecht. De voor vloeistof niet doorlaatbare buitenlaag van de luier die de buitenzijde van de .8702823 m -3- luier tijdens gebruik vormt, is echter meestal gemaakt van een dunne polyethyleenfilm, welke gemakkelijk kan scheuren wanneer deze wordt onderworpen aan trekspanningen. Om scheuring te voorkomen en om het mogelijk te maken dat de luier 05 wordt geopend en opnieuw wordt gesloten door middel van de hechtstroken is het bekend om het bovenste deel van de buitenste laag van het buikgedeelte van de luier te voorzien van een enigszins stijvere versterkende kunststofstrook.

Met de onderhavige uitvinding wordt een verbeterd 10 absorberend voorwerp verkregen van het type dat in de aanhef is vermeld. Het voorwerp volgens de uitvinding is in de eerste plaats onderscheidend doordat een strook gemaakt van een voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal en zich uitstrekkend in de dwarsrichting van het voorwerp is aangebracht aan ten 15 minste één einddeel ervan, welke strook een deel heeft dat gelegen is tussen het absorberende lichaam en de voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag alsmede een deel dat gevouwen is over de rand van het absorberende lichaam en dat is bevestigd aan de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag, waarbij 20 het voorwerp een vloeistofdicht versterkt randgedeelte wordt gegeven. Door de werkwijze volgens de uitvinding voor het vouwen van stroken van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal over de eindrand van het voorwerp wordt niet alleen een combinatie van een vloeistofbarrière op de taille van de ge-25 bruiker en een versterkende hechtzone aan het buikgedeelte van het voorwerp voor de hechtstroken verkregen, maar ook een aantal voordelen wat betreft de produktie ervan.

In feite zou het gebruik van stroken van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld kunst-30 stof een produktiemethode mogelijk maken door middel waarvan het absorberende lichaam in het voorwerp aangebracht kan worden aan de voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag van bijvoorbeeld textielvezel, waarna de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag op het absorberende lichaam wordt ge-35 plaatst.

Omdat de stroken van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal gehecht kunnen worden aan de voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag voor het aanbrengen van het absorbe- .8702828 •f ·? -4- rende lichaam daarop, wordt een vloeistofdichte rand bekle-dingslaag afgedekt met deze laag verkregen zelfs indien het voorwerp gemaakt wordt met de voor vloeistof doorlaatbare laag aan de benedenzijde. Aangezien de voor vloeistof door-05 laatbare laag vanzelfsprekend ook luchtdoorlatend is, kan het absorberende lichaam van het voorwerp worden verkregen met door lucht meegenomen vezels door het zogenoemd vormen van een mat op deze laag. Dit kan natuurlijk niet bij voorwerpen die worden gemaakt op de wijze zoals in de aanhef is beschre-10 ven en die een onderste kunststoflaag is welke voor vloeistof en lucht ondoorlaatbaar is, aangezien de toegevoerde lucht gedurende de vorming van de mat niet afgezogen kan worden door een dergelijke dichte laag.

Een ander voordeel voortvloeiend uit de produktie 15 van absorberende voorwerpen van het type zoals het is genoemd in de aanhef en die een onderste voor vloeistof doorlaatbare laag hebben, is dat lucht vervolgens uit het voorwerp uitgezogen kan worden door de voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag na het aanbrengen van de voor vloeistof ondoorlaat-20 bare buitenste laag op het voorwerp. Op deze wijze zal de bekleding van het voorwerp, dat wil zeggen de gecombineerde voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag en de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag dat het absorberende lichaam omringt, de neiging hebben om meer sluitend rond het 25 absorberende lichaam af te dichten waardoor de coherentie tijdens het gebruik van het voorwerp wordt bevorderd. Om een nauw contact te handhaven tussen de bekleding aan het absorberende lichaam tijdens gebruik van het voorwerp en om voorts de stabiliteit van het absorberende lichaam te bevorderen, 30 kan de bekleding of de behuizing eveneens worden gehecht aan het absorberende lichaam door middel van zogenoemd sproeilij-men met hete smeltende stof bijvoorbeeld.

Volgens één uitvoeringsvorm van de uitvinding correspondeert de verlenging van de voor vloeistof doorlaatbare 35 binnenste laag in langsrichting van het voorwerp in principe met die van het absorberende lichaam.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt ten minste één strook van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal elastisch gemaakt.

.8702828 u % -5-

Volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding verkeert het deel van de voor vloeistof ondoorlaatbare strook die omgebogen is rond de rand van het absorberende lichaam in vloeistofdicht contact met een deel van de voor 05 vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag, welke beide delen tezamen gevouwen worden over de rand van het absorptie-lichaam, terwijl ze zijn gehecht aan de voor vloeistof ondoorlaatbare laag aan de zijde van het voorwerp gericht van de gebruiker af.

10 De uitvinding zal meer in detail beschreven worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld volgens de bijgaande tekeningen, waarin: fig. 1 een eerste bovenaanzicht is van een luier die is gemaakt volgens de uitvinding gezien vanaf de zijde 15 gericht naar de gebruiker, welke in het volgende de binnenzijde wordt genoemd; fig. 2 een tweede bovenaanzicht is van de luier volgens fig. 1 gezien van de zijde van de gebruiker af, welke in het volgende de buitenzijde wordt genoemd; en 20 fig. 3 een doorsnede-aanzicht is, genomen in de langsrichting van de luier door de zone die het dichtst ligt bij één van de dwarsranden.

De luier 1 volgens de tekeningen is een zogenaamde all-in luier omvattende een vloeistofdichte buitenste laag 2 25 van een polyethyleenfilm aan de buitenzijde van de luier, een voor vloeistof doorlaatbare binnenste laag 3 van een textiel-weefsel aan de binnenzijde van de luier en een tussengelegen absorberend lichaam 4 van cellulosedonspulp. De luier heeft twee brede delen: het buikgedeelte 5 en het zitgedeelte 6, 30 die aangelegd kunnen worden over respectievelijk de buik en het zitvlak van de gebruiker. Tussen het buikgedeelte 5 en het zitgedeelte 6 bevindt zich een smal zogenoemd kruisdeel 7 dat tegen de benen van de gebruiker geplaatst moet worden.

De luier 1 is voorts voorzien van elastische orga-35 nen 8, 9 aangebracht in de vorm van een V tussen het absorp-tielichaam 4 en de voor vloeistof doorlaatbare textielweef-sellaag of binnenste laag 3. Aan elke zijde van het zitgedeelte 6 en dichtbij de taillerend 10 aan de achterzijde ge- .8702828 -6- durende het gebruik van de luier 1 zijn twee hechtstroken 11, 12 aangebracht, die dienst doen als bevestigingsmiddelen wanneer de luier op het lichaam van de gebruiker wordt aangelegd .

05 Volgens de uitvinding worden stroken 13, 14 van vloeistofdicht materiaal, bij voorkeur kunststof gevouwen rond de tailleranden 10, 15 van de buik respectievelijk de zitdelen 5 en 6 van de gebruiker. Dankzij de vloeistofdichte stroken die gebogen zijn over de tailleranden wordt wanneer 10 de luier aangelegd wordt op het lichaam van de gebruiker een voor vloeistof ondoorlaatbare bekleding verkregen rond de taille-opening van de luier. Volgens de uitvinding worden de vloeistofdichte kunststofstroken 13, 14 in feite aangelegd met hun respectievelijke deel 16 en 17 op de binnenzijde van 15 de luier tussen het absorptielichaam 4 en de voor vloeistof doorlaatbare textielweefsellaag 3, terwijl tegelijktijdig de respectievelijke delen 18 en 19 verbonden worden met de respectievelijke delen 20 en 21 van de voor vloeistof ondoorlaatbare kunststoflaag 2, die zich uitstrekt tot voorbij het 20 absorptielichaam 4, waarbij de delen 18, 19 en 20, 21 tezamen over de luiertailleranden 10 respectievelijk 15 worden gevouwen terwijl ze worden bevestigd aan de voor vloeistof ondoorlaatbare kunststoflaag 2 op de buitenzijde van de luier. Op deze wijze zal de kunststoflaag 2 op de buitenzijde van de 25 luier een versterkte zone 22 respectievelijk 23 worden gegeven aan elke van de beide tailleranden 10 en 15 welke zone 3 onderling verbonden kunststoflagen 2, 20, 18 respectievelijk 2, 21, 19 heeft. Tot voordeel kunnen deze drie lagen 2, 20, 18 en 2, 21, 19 tot een eenheid worden verenigd door middel 30 van zogenoemd sproeilijmen met hete smeltvloeistof teneinde op effectieve wijze vloeistofdichte barrières aan de tailleranden 10 en 15 van de luier te vormen.

Wanneer de in de tekening aangegeven luier aangelegd wordt op het lichaam van de gebruiker, worden de hecht-35 stroken 11, 12 die bevestigd zijn aan het zitgedeelte 6 gebruikt om de luier aan de zijden ten opzichte van elkaar te fixeren, zodat deze op een broekvormige wijze zal afdichten rond het onderlijf van de gebruiker. De elastische organen 8, .6702628 -7- 9 in de vorm van beklede draden bijvoorbeeld zullen dan het eenvoudig maken om de luier zich te laten aanpassen aan het onderlijf van de gebruiker waarbij lek rond de dijen wordt vermeden.

05 Om de luier aan elkaar te fixeren, worden de hecht- stroken 11, 12 aangebracht over het buikgedeelte 5 teneinde daaraan bevestigd te worden binnen de zone 22 die wordt versterkt door de kunststofstrook 13 welke gevouwen wordt over de taillerend 15 van het buikgedeelte. De drie tot een een-10 heid verenigde kunststof lagen 2, 20, 18 binnen deze zone 22 tezamen vormen een versterking van de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste kunststoflaag 2, die sterk genoeg is om scheuren erin gedurende normaal gebruik van de luier die het gevolg zijn van trekspanningen die optreden bij het bevesti-15 gen van de hechtstroken te voorkomen. De versterking is eveneens voldoende sterk om de hechtstroken los te kunnen maken van het kunststofstrookdeel 18 binnen de zone 22 en om ze opnieuw vast te maken zonder het risico dat het kunststofmate-riaal scheurt.

20 Alhoewel de beschreven uitvoeringsvorm betrekking heeft op een luier met omgebogen kunststofstroken aan de tailleranden van zowel het zitgedeelte als het buikgedeelte omvat het inventieve idee ook luiers met niet zo een omgebogen strook aan beide tailleranden. Als voorbeeld is het moge-25 lijk om slechts de voor vloeistof ondoorlaatbare laag op de buitenzijde van het buikgedeelte aan te brengen met een zone die is versterkt door middel van een gevouwen kunststofstrook omdat het buikgedeelte is waar de hechtstroken van het zitgedeelte bevestigd moeten worden wanneer de luier op de gebrui-30 ker aangelegd wordt. Een dergelijke versterkingsrand echter zal met voordeel ook verschaft kunnen worden aan de taillebe-kleding van het zitdeel, aangezien de hechtstroken voor hechting aan het zitdeel dan steviger vast zouden zitten.

De implementatie van de uitvinding vereist niet dat 35 de stroken gemaakt zijn van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal om te kunnen worden gebogen over de eindranden van het absorptielichaam tezamen met delen van de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag. Indien echter de verlenging in .8702828 * -8- langsrichting van deze laag in principe correspondeert met die van het absorptielichaam, worden slechts twee lagen materiaal binnen de zones aan de buitenzijden van het voorwerp dat door de stroken is versterkt verkregen, maar in veel ge-05 vallen zou dit steeds een voldoende mate van treksterkte voor de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag opleveren.

Een zwaarder materiaal zou bovendien kunnen worden gekozen voor de stroken indien een extra treksterkte wenselijk zou zijn.

10 Alhoewel de stroken van voor vloeistof ondoorlaat- baar materiaal in het voorgaande "kunststofstroken" zijn genoemd, is het duidelijk dat stroken van ander elastisch en rubbervormig materiaal mogelijk zouden kunnen zijn, aangezien het natuurlijk de voorkeur kan verdienen ten minste één elas-15 tische strook voor de luier te gebruiken om een meer effectieve afdichting rond de taille van de gebruiker te verkrijgen.

Tenslotte zouden de stroken als alternatief gemaakt kunnen worden van een opgeschuimd, vloeistofdicht materiaal 20 om het gemak van de gebruiker te vergroten en om de stabiliteit van het voorwerp te verbeteren.

De uitvinding is niet beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar een aantal modificaties zijn denkbaar binnen het raam van de conclusies.

. 87 0 2 E 2 8

Claims (4)

1. Absorberend wegwerpartikel (1), bijvoorbeeld een luier of een incontinentiebeschermingselement, dat bedoeld is om tijdens gebruik op een broekvormige wijze af te dichten rond het onderlijf van de gebruiker en omvattend een absorbe-05 rend lichaam (4) dat aangebracht is tussen een voor vloeistof ondoorlaatbare buitenlaag (2) gericht van de gebruiker af en een voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag (3) gericht naar de gebruiker toe, welke lagen tot een eenheid kunnen zijn verenigd ten minste langs de lange zijde van het artikel, met 10 het kenmerk, dat de strook (13, 14) van een voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal en zich uitstrekkend in de dwars-richting van het artikel is aangebracht aan ten minste één einddeel ervan, welke strook een deel (16, 17) heeft dat gelegen is tussen het absorptielichaam (4) en de voor vloeistof 15 doorlaatbare binnenlaag (3) alsmede een deel (18, 19) dat gevouwen is rond de rand (10, 15) van het absorptielichaam (4) en dat is bevestigd aan de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenste laag (2), waarbij het artikel daardoor een vloeistofdicht versterkt randgedeelte (22, 23) krijgt.

2. Artikel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verlenging van de voor vloeistof doorlaatbare binnenlaag (3) in de langsrichting van het artikel in principe correspondeert met die van het absorptielichaam (4).

3. Artikel volgens conclusie 1 of 2, met het ken-25 merk, dat ten minste één strook (13, 14) van voor vloeistof ondoorlaatbaar materiaal elastisch is.

4. Artikel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het deel (18, 19) van de voor vloeistof ondoorlaatbare strook (13, 14) die is gevouwen over de rand (10) 30 van het absorptielichaam in vloeistofdicht contact verkeert met een deel (20, 21) van de voor vloeistof ondoorlaatbare buitenlaag (2), waarbij de beide delen (18, 19 en 20, 21) tezamen worden gevouwen over de rand (10) van het absorptielichaam terwijl ze worden bevestigd aan de voor vloeistof 35 niet toelaatbare buitenste laag (2) aan de zijde van het artikel gericht van de gebruiker af. .8702828