NL8701293A - Werkwijze voor het steriel verpakken van een produkt in houders, alsmede inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Description

/ NL 34.31O-Vo/hp *

Werkwijze voor het steriel verpakken van een produkt in houders, alsmede inrichting voor het uitvoeren van deze werkwij ze

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het steriel verpakken van een produkt in houders, waarbij de te vullen, inwendig steriele en hermetisch gesloten houders in een steriele vulruimte worden voorzien van een 5 vulopening, vervolgens worden gevuld met het produkt en tenslotte opnieuw worden gesloten. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze, met een inwendig steriele vulruimte waarin zich middelen voor het aanbrengen van de vulopening, middelen voor 10 het vullen van de houders en middelen voor het sluiten daarvan bevinden en met een transportvoorziening voor het door de inrichting transporteren van de houders.

Bij een bekende werkwijze van de in de aanhef genoemde soort moet er voor worden gezorgd, dat de houders, 15 wanneer deze de steriele vulruimte binnentreden, aan hun buitenzijde steriel zijn. Hiertoe is het mogelijk, dat de houders, voorafgaande aan het binnentreden van de steriele vulruimte in een speciale invoersluis aan de buitenzijde worden gesteriliseerd. Een andere manier om te garanderen, dat de 20 buitenzijde van de houders bij het binnentreden van de steriele vulruimte steriel is, bestaat hieruit, dat de houders vanaf een produktie-eenheid, alwaar de houders onder steriele omstandigheden zijn vervaardigd, via een steriele transportbaan, zoals een tunnel of dergelijke, in de steriele vulruim-25 te worden gebracht.

Deze bekende werkwijze bezit een aantal nadelen.

Het aan de buitenzijde steriliseren van de houders leidt tot een extra arbeidsstap, die niet alleen tot een hoger energieverbruik leidt, maar die tevens het gebruik van milieu-on-30 vriendelijke chemicaliën vereist. Daarnaast leidt deze bekende werkwijze tot een uitgebreide constructie, die speciale eisen stelt aan het transport en de behandeling van de houders voorafgaande aan het in de steriele vulruimte brengen daarvan. Veelal leidt dit tot de eis, dat de inrichting voor 35 het uitvoeren van deze bekende werkwijze dient te worden geplaatst in speciale ruimten, waarin strikte klimaatcondities 870 1293.

-2- moeten worden gehandhaafd.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee deze nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn opgeheven.

5 Hiertoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat tijdens het aanbrengen van de vulopening, het vullen en het sluiten slechts het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening zich in de steriele vulruimte bevindt.

10 Doordat volgens de uitvinding het grootste gedeelte van de houders de steriele vulruimte niet binnentreedt, is het niet langer noodzakelijk, om dit gedeelte van de houders te steriliseren. Doordat slechts een klein gedeelte van de houders, namelijk het gedeelte in de onmiddellijk nabijheid 15 van de vulopening, de steriele vulruimte binnentreedt, is het besmettingsgevaar tijdens het vullen van het produkt in de houders aanzienlijk gereduceerd.

Volgens een handige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt, voorafgaande aan het aanbren-20 gen van de vulopening, het in de steriele vulruimte te brengen gedeelte van de houders uitwendig gesteriliseerd.

Op deze wijze wordt er voor gezorgd, dat het relatief kleine gedeelte van de houders, dat de steriele vulruimte binnentreedt, onder steriele condities wordt aangevoerd.

25 Elk besmettingsgevaar wordt hierdoor vermeden. Verder zal, vergeleken met de bekende werkwijze, een aanzienlijke reductie van het gebruik van chemicaliën voor het steriliseren optreden. Bij de bekende werkwijze moest de gehele buitenzijde van de houders met dergelijke chemicaliën worden behan-30 deld, hetgeen tevens een nabehandeling van de houders noodzakelijk maakte om de resten van deze chemicaliën na het vullen van de houders te verwijderen.

Doordat volgens de uitvinding slechts een klein gedeelte van de houders de steriele vulruimte zal binnentreden, 35 is het van weinig belang, wat de vorm is van het resterende gedeelte van de houders. Dit verschaft de mogelijkheid om een grote verscheidenheid aan houders te kunnen toepassen. Het maakt hierbij geen verschil, of deze houders rechtstreeks afkomstig zijn uit een produktie-eenheid voor deze houders, of 40 dat de houders reeds op een andere locatie zijn vervaardigd.

8701293 r -3-

Tevens wordt thans de toepassing van houders die in een samengevouwen toestand worden aangevoerd mogelijk. Samengevouwen toestand betekent in dit geval een toestand, waarin de houders aanvankelijk zelfs nagenoeg geen lucht bevatten. In 5 een dergelijke toestand bezitten de houders een veelal geplooide of gevouwen vorm, welke het onmogelijk maakt, om de gehele buitenzijde van de houders te behandelen met steriliserende chemicaliën. Met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding vormt dit echter geen bezwaar, aangezien een der-10 gelijke behandeling van de buitenzijde van de houders overbodig is, en slechts een klein gedeelte van deze houders eventueel wordt behandeld.

De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding bezit als kenmerk, dat de transport-15 voorziening de houders zodanig transporteert, dat tijdens het aanbrengen van de vulopening, het vullen en het sluiten slechts het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening zich in de steriele vulruimte bevindt.

20 De inrichting volgens de uitvinding bezit derhalve, vergeleken met de bekende inrichting, een uitermate eenvoudige vormgeving, waarbij echter als voordeel is bereikt, dat een grote verscheidenheid aan houders door de inrichting kan worden verwerkt.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de transportvoorziening een transportband, die een gedeelte van de begrenzingswand van de steriele vulruimte vormt en die is voorzien van uitsparingen door welke de houders tijdens het aanbrengen van de vulope-30 ning, het vullen en het sluiten met hun van de vulopening te voorzien gedeelte in de steriele vulruimte steken.

Op deze wijze wordt op uitermate eenvoudige wijze bereikt, dat slechts het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening de steriele vulruimte 35 binnentreedt. De transportband vormt een begrenzingswand van de steriele vulruimte. De transportband vormt een zeer effectieve afscheiding tussen deze steriele vulruimte en de omgeving, wanneer op op zichzelf bekende wijze de steriele vulruimte een inwendige overdruk bezit. Hierdoor zal een lucht-40 stroming van steriele lucht vanuit de steriele vulruimte 8701293 -4- langs de transportband naar buiten optreden, waardoor het binnentreden van omgevingslucht in de vulruimte op effectieve wijze wordt vermeden.

Het is verder van voordeel, wanneer de uitsparingen 5 de corresponderende gedeelten van de houders klemmend aangrijpen. Hierbij is het mogelijk, dat elke uitsparing een centraal cirkelvormig deel en een aantal regelmatig over de omtrek hiervan verdeelde en zich loodrecht op deze omtrek uitstrekkende sleuven omvat. Op deze wijze kan een grote ver-10 scheidenheid van houders op geschikte wij ze door de transportband worden vastgehouden en door de vulruimte worden getransporteerd .

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld 15 van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont de schematische opbouw van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, en fig. 2 toont een gedeelte van een transportband voor toepassing in de inrichting volgens fig. 1.

20 De in fig. 1 getoonde inrichting voor het steriel verpakken van een produkt in houders 1 omvat een inwendig steriele vulruimte 2, in welke de houders worden voorzien van een vulopening, vervolgens worden gevuld met het produkt en tenslotte opnieuw worden gesloten.

25 Het transport van de houders 1 door de vulruimte 2 wordt bewerkstelligd door een transportband 3. Een slechts schematisch weergegeven toevoerinrichting voor de houders zoals een hydraulische of pneumatische inrichting 4 brengt de houders 1 aan op het transportband 3. De houders 1 bezitten 30 hiertoe een kop 5 die klemmend kan worden aangebracht in geschikte uitsparingen van de transportband 3. Deze uitsparingen zijn weergegeven in fig. 2.

De uitsparingen bezitten elk een centraal cirkelvormig deel 6 en een aantal regelmatig over de omtrek hiervan 35 verdeelde en zich loodrecht op deze omtrek uitstrekkende sleuven 7. In fig. 2 zijn vier sleuven 7 toegepast. De oriëntatie van de sleuven 7 kan op niet nader getoonde wijze bij opeenvolgende uitsparingen verschillen ten behoeve van de sterkte van de transportband. De aldus gevormde uitsparing 40 bezit enige veerkracht, waardoor het aanbrengen van de kop 5 870 U93 -5- * van een houder 1 in deze uitsparing mogelijk wordt, terwijl toch een klemmend aangrijpen van deze uitsparingen op de kop 5 van de houders 1 wordt bewerkstelligd, en een houder 1 stevig wordt vastgehouden.

5 Wanneer de hydraulische of pneumatische inrichting 4 de houders 1 met hun kop 5 aldus in de transportband 3 heeft aangebracht worden deze houders 1 door de transportband met hun kop 5 eerst in een ruimte 8 geleid, waarin zich een spuitkop 9 bevindt voor het met een steriliserend middel be-10 handelen van de bovenzijde van de transportband 3 en de kop 5 van de houders 1.

Tijdens de voortgaande beweging van de transportband 3 treedt de kop 5 van elke houder 1 binnen in de steriele vulruimte 2 van de inrichting. De steriele vulruimte 2 is 15 door een scheidingswand 10 gescheiden van de ruimte 8. Om te voorkomen, dat lucht uit de ruimte 8 binnentreedt in de steriele vulruimte 2 wordt de vulruimte 2 onder inwendige overdruk gehouden, zodat een luchtstroming onder de scheidingswand 10 door vanuit de steriele vulruimte 2 in de richting 20 van de ruimte 8 zal plaatsvinden.

In de steriele vulruimte 2 passeren de koppen 5 van de houders 1 eerst een snij-orgaan 11, bijvoorbeeld een roterend mes, dat een gedeelte van de kop 5 van elke houder 1 verwijdert en een vulopening voor het aanbrengen van het pro-25 dukt in de houders 1 vormt. Naast het snij-orgaan 11 bevindt zich een afzuigmondstuk 12 dat het afgesneden gedeelte van de kop 5 en eventueel snij-afval afzuigt. Het is echter ook mogelijk dat het afzuigmondstuk een deel vormt van het snij-orgaan, dat bijvoorbeeld hol is uitgevoerd en een inwendige on-30 derdruk bezit.

Zoals duidelijk blijkt uit fig. 1 transporteert de transportband 3 de houders 1 zodanig, dat tijdens het aanbrengen van de vulopening door het snij-orgaan 11 slechts het gedeelte van de houders 1 in de onmiddellijke nabijheid van 35 de vulopening zich in de steriele vulruimte 2 bevindt. Het resterende gedeelte van de houders strekt zich uit beneden de transportband 3 en komt niet in contact met de steriele vulruimte 2.

Nadat aldus een vulopening is aangebracht in de 40 houders 1 passeren deze een vulorgaan 13, dat op op zichzelf 8701293 -6- % bekende wijze het produkt in de houders 1 aanbrengt. Tenslotte passeren de gevulde houders 1 een sluitinrichting 14 die de vulopening afsluit met een afsluitdop 15 of dergelijke. Hierna verlaten de houders 1 de steriele vulruimte 2.

5 De inwendige overdruk van de steriele vulruimte 2 zorgt niet alleen voor een luchtstroming vanuit deze steriele vulruimte 2 naar de ruimte 8, doch eveneens langs de transportband 3 en door de uitsparingen in de transportband 3 en vanuit de steriele vulruimte 2 rechtstreeks naar de omgeving 10 aan de afvoerzijde van deze vulruimte 2.

Onder een gedeelte van de transportband 3 is een synchroon met de transportband meebewegende afvoermat 16 aangebracht, die zich in de transportrichting van de transportband 3 verwijdert. Door het op geschikte wijze openen van 15 de uitsparingen in de transportband 3 komen de houders 1 op deze afvoermat 16 te rusten en worden ze van de transportband 3 verwijderd.

In fig. 1 zijn de aan- en afvoerleidingen van de diverse bewerkingsinrichtingen in de ruimte 8 en de steriele 20 vulruimte 2 slechts schematisch weergegeven. Zo kan de aan-voerleiding 17 van de spuitkop 9 zijn aangesloten op een waterstofperoxidebron of dergelijke. Verder is in fig. 1 nog een leiding 18 weergegeven, welke dient voor het onder een inwendige overdruk houden van de vulruimte 2.

25 Voor de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding is het niet van belang, of de houders 1 stijf of flexibel zijn. De enige voorwaarde is, dat een kop 5 aanwezig moet zijn, die stevig kan worden aangebracht in de transportband 3. Tevens zijn de afmetingen van de houders van geen be-30 lang.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

8701293

Claims (12)

1. Werkwij ze voor het steriel verpakken van een produkt in houders, waarbij de te vullen, inwendig steriele en hermetisch gesloten houders in een steriele vulruimte worden voorzien van een vulopening, vervolgens worden gevuld met 5 het produkt en tenslotte opnieuw worden gesloten, met het kenmerk, dat tijdens het aanbrengen van de vulopening, het vullen en het sluiten slechts het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening zich in de steriele vulruimte bevindt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat, voorafgaande aan het aanbrengen van de vulopening, het in de steriele vulruimte te brengen gedeelte van de houders uitwendig wordt gesteriliseerd.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 15 volgens conclusie 1 of 2, met een inwendig steriele vulruimte waarin zich middelen voor het aanbrengen van de vulopening, middelen voor het vullen van de houders en middelen voor het sluiten daarvan bevinden en met een transportvoorziening voor het door de inrichting transporteren van de houders, met 20 het kenmerk, dat de transportvoorziening de houders zodanig transporteert, dat tijdens het aanbrengen van de vulopening, het vullen en het sluiten slechts het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening zich in de steriele vulruimte bevindt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de transportvoorziening een transportband omvat, die een gedeelte van de begrenzingswand van de steriele vulruimte vormt en die is voorzien van uitsparingen door welke de houders tijdens het aanbrengen van de vulopening, 30 het vullen en het sluiten met hun van de vulopening te voorzien gedeelte in de steriele vulruimte steken.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de uitsparingen de corresponderende gedeelten van de houders klemmend aangrijpen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elke uitsparing een centraal cirkelvormig deel en een aantal regelmatig over de omtrek hiervan verdeelde en zich loodrecht op deze omtrek uitstrekkende 8701293 4 -8- sleuven omvat.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke uitsparing vier sleuven bezit.

8. Inrichting volgens een der conclusies 3-7, 5met het kenmerk, dat middelen zijn toegepast voor het, voorafgaande aan het bereiken van de steriele vul-ruimte, op de transportvoorziening aanbrengen van de houders en het, na het passeren van de steriele vulruimte, van de transportvoorziening verwijderen van de houders.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor het aanbrengen van de houders een hydraulische of pneumatische inrichting bevatten.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwijderen 15 van de houders een synchroon met de transportvoorziening meebewegende afvoermat omvatten, die zich in de transportrich-ting van de transportvoorziening verwijdert.

11. Inrichting volgens een der conclusies 3-10, met het kenmerk, dat middelen zijn toegepast 20 voor het voorafgaande aan het aanbrengen van de vulopening met een steriliserend middel behandelen van de transportvoorziening en het gedeelte van de houders in de onmiddellijke nabijheid van de vulopening.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het 25 kenmerk, dat een sproeikop voor H2O2 of dergelijke is toegepast. 8701293