NL8700098A

NL8700098A - Draadspindelvergrendeling.

Info

Publication number: NL8700098A
Application number: NL8700098A
Authority: NL
Original assignee: Andre Fiege
Priority date: 1987-01-16
Filing date: 1987-01-16
Publication date: 1988-08-16

Description

* « 60.77.950

A. Fiege te Uithoorn DRAADSPINDELVERGRENDBLING

De uitvinding heeft betrekking op een draadspindelvergrendeling, voorzien van een huis dat kan worden vastgezet aan een lagersteun voor een draadspindel, waarbij het aandrijfeinde van de draadspindel tot in het huis 5 reikt, en van een koppelingselement opgenomen in het huis voor het aangrijpen op een aandrijfeinde van de draadspindel.

Een dergelijke draadspindelvergrendeling is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-P 3.540.245. Deze * 10 bekende draadspindelvergrendeling wordt op draadpennen waarop autowielen worden gemonteerd, vastgezet om diefstal van deze autowielen te verhinderen. De constructie van de bekende draadspindelvergrendeling is zodanig dat het huis 24 beweegbaar is ten opzichte van het koppe-15 lingselement 14, ook wanneer het huis 24 met behulp van een tang 37 samengeknepen wordt. Door deze constructie wordt voorkomen dat dieven door draaiing van het huis 24 ook het koppelingselement 14 van de draadspindel 16 losdraaien en zo het autowiel kunnen stelen. Bij 20 conventionele koppelingselementen wordt in bovengenoemd Amerikaans octrooischrift voorgesteld eventueel een bus 38 tussen het huis 24 en het koppelingselement 14 te plaatsen, zodat de relatieve beweegbaarheid van het huis 24 ten opzichte van het koppelingselement 14 25 gewaarborgd blijft.

Een bezwaar van deze bekende draadspindelvergrendeling is dat deze niet geschikt is voor het vergrendelen van een draadspindel van bijvoorbeeld een voetverstelling voor met name een caravan. Een gebruikelijke voetver- P ;

* V V

-2- «*> $ t stelling van bijvoorbeeld een caravan bevat een draad-spindel met behulp waarvan door draaiing de voet naar boven of naar beneden bewogen kan worden. Hierdoor kan de caravan of vouwwagen e.d. in parkeer- of in rijstand 5 worden gebracht. Om te verhinderen dat dieven de voet kunnen verstellen, kan een draadspindelvergrendeling op de draadspindel van de voetverstelling vastgezet worden. De bekende draadspindelvergrendeling is voor een dergelijk doel echter niet geschikt, daar immers 10 het huis 24, het koppelingselement 14 en de bus 38 eerst van de draadspindel 16 losgemaakt dienen te worden, voordat deze draadspindel met behulp van bijvoorbeeld een tang ter verstelling van de voet van de caravan gedraaid kan worden. Bij deze zeer om-15 siachtige manier kunnen de handen gemakkelijk bevuild worden. Bovendien zal de bekende draadspindelvergrendeling in parkeerstand van de caravan in vastgezette toestand het aandrijfeinde van een draadspindel in het algemeen niet geheel omsluiten, zodat dieven de draad-20 spindel gemakkelijk kunnen doorknippen en de caravan of vouwwagen kunnen stelen door het aldus verbroken zijn van de vergrendeling.

Het is het doel van de uitvinding een draadspindelvergrendeling te verschaffen, waarbij op een efficiënte 25 manier de draadspindel van bijvoorbeeld een caravan-voetverstelling in ontgrendelde toestand gedraaid kan worden zonder dat daarbij de handen bevuild worden en waarbij het aandrijfeinde van de draadspindel nagenoeg geheel omsloten is.

30 Een draadspindelvergrendeling van de in de aanhef vermelde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het

f *'' V C 9 B

- * -3- kenmerk dat het koppelingselement is voorzien van een opneemeinde voor een slinger voor het verdraaien van de draadspindel, waarbij in het huis axiaal tegenover het aandrijfeinde van de draadspindel een opening is 5 aangebracht, waardoor de slinger kan reiken, een met het koppelingselement verbonden blokkeerdeel dat in de blokkeerstand het koppelingselement met het aandrijf-einde van de draadspindel ten opzichte van het huis tegen verdraaiing borgt, waarbij de verdraaiingsblok-10 kering van het blokkeerdeel is opgeheven in een stand waarin de slinger werkzaam is verbonden met het koppelingselement, en een slot ter afsluiting van de opening in het huis voor de slinger in de blokkeerstand van het blokkeerdeel. Wanneer de voet van bijvoorbeeld een 15 caravan versteld dient te worden, wordt het slot dat de opening in het huis voor de slinger afsluit, bijvoorbeeld met behulp van een sleutel, uit het huis genomen.

Daarna wordt de slinger werkzaam verbonden met het koppelingselement waarbij de verdraaiingsblokkering van 20 het koppelingselement met het aandrijfeinde van de draadspindel ten opzichte van het huis wordt opgeheven.

De draadspindel kan nu met behulp van de slinger gedraaid worden, waardoor de voet versteld kan worden.

Bij een juiste stand van de voet wordt de slinger uit 25 het huis genomen, zodat het koppelingselement met het aandrijfeinde ten opzichte van het huis tegen verdraaiing wordt geborgd. Tenslotte dient de opening voor de slinger in het huis door het slot weer te worden afgedekt .

30 Een uitvoeringsvorm van een draadspindelvergrendeling volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat bij vastzetting van het huis aan de lagersteun, tenminste een wf* -5 -4- deel van het huis reikt tot onder een aandrijfkop op de draadspindel, waarbij het huis is voorzien van ten opzichte van de lagersteun uitstekende delen voor een radiale borging van het huis ten opzichte van de 5 lagersteun. Hierdoor wordt het huis stevig aan de lagersteun vastgezet. Eventueel is een losneembaar deel van het huis van deze uitstekende delen voorzien, welk deel door middel van breekpennen of schroeven met de rest van het huis verbonden is.

10 Een verdere uitvoeringsvorm van een draadspindelver- grendeling volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het blokkeerdeel is gevormd door een nok op het koppe-lingselement en dat is voorzien in een in het huis opgenomen verend lichaam dat het koppelingselement axiaal 15 van de aandrijfkop van de draadspindel wegduwt, waarbij het koppelingselement wel verbonden blijft met de aandrijfkop van de draadspindel, terwijl de nok van het koppelingselement valt tegen corresponderende vlakken binnen in het huis, terwijl de slinger in de aandrijf-20 stand het koppelingselement met de nok van de genoemde vlakken vrijmaakt, zodanig dat dit koppelingselement vrij kan draaien. Op deze manier wordt een in de praktijk goed functionerende blokkeeruitvoering van de draadspindelvergrendeling verkregen.

25 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, in welke tekening figuur 1 .een op een draadspindel van een voetverstel-ling vastgezette draadspindelvergrendeling toont; . V'* -5- figuur 2 een lengtedoorsnede van een draadspindelvergrendeling weergeeft; figuur 3 een vooraanzicht van een slot van de draadspindelvergrendeling van figuur 2 toont vol-5 gens de lijn I-I; figuur 4 een vooraanzicht van een huis van de draad-spindelvergrendeling van figuur 2 weergeeeft volgens de lijn. II-II.

In figuur 1 is een voetverstelling jL voor bijvoorbeeld 10 een caravan of vouwwagen e.d. weergegeven, welke verstelling JL een draadspindel 2 bevat. Op het aandrijf-einde van de draadspindel 2 is een draadspindelvergren-deling 3 vastgezet. In ontgrendelde toestand van de draadspindel kan door draaiing daarvan de voet volgens 15 de pijl 4 versteld worden. In parkeerstand van de caravan zal de draadspindel 2 niet door dieven van buitenaf kunnen worden verdraaid, daar de vergrendeling dit effectief verhindert. De vergrendeling zelf is geheel gesloten, en kan slechts met grof geweld worden 20 aangetast.

Figuur 2 toont een draadspindelvergrendeling die voorzien is van een slot 4, een huis j>, een koppelings-element 6_ en een veer 7. De draadspindelvergrendeling kan worden vastgezet op een draadspindel 8 die voorzien 25 is van een aandrijfkop 9 (in dit geval een moer) en die bij deze aandrijfkop is gelagerd in een lagersteun 10 die op zijn beurt aan de caravan of dergelijke is bevestigd. Het koppelingselement £ bestaat hier uit twee uitwendige, in hoofdzaak cilindrische secties 11,

Λ t'x (S

- t O

t* V- -6- 12 die een onderling verschillende diameter bezitten, waarbij de sectie 11 met de grootste diameter een zeskantige opening 13 heeft voor het ontvangen van de aandrijfkop 9, en de sectie 12 met de kleinste diameter 5 een opening 14 heeft voor het ontvangen van het aan-drijfeinde van een slinger (niet getekend). De moer 9 is met een pen 15 vastgezet op de draadspindel 8. Het huis £ is ten opzichte van de lagersteun 10 vastgezet door middel van een huisdeksel 16. Deze huisdeksel 16 10 is voorzien van uitstekende oren 17 die langs de lagersteun 10 reiken, wanneer, zoals getekend, deze huisdeksel 16 onder de moer 9 is aangebracht. De huisdeksel 16 en het huis _5 zijn van corresponderend schroefdraad 18 respectievelijk 18' voorzien. Het koppelingselement 15 £ wordt in het huis 5_ opgenomen, waarbij de veer 7 aanligt tegen de aandrijfkop of moer 9 en het binnen-uiteinde van de zeskantige opening 13 in de koppelings-element-sectie 11 met de kleinste diameter. Na plaatsing van de huisdeksel 16, veer 7 en het koppelings-20 element £ wordt het huis £ door middel van schroefdraad 18' vastgeschroefd op de huisdeksel 16. Het huis £ wordt dan onlosmakelijk verbonden met de huisdeksel 16, eventueel door middel van breekpennen 19, en wel zodanig dat het geheel niet meer te demonteren valt.

25 In figuur 3 is het slot £ met een met behulp van een sleutel draaibaar slotdeel 23 getoond dat door middel van een pen 24 met het slot £ vast is verbonden. Het huis 5 bevat inwendig een met dit slotdeel 23 corresponderend deel 25 (zie figuur 2). Wanneer het slotdeel 30 23 tegen het deel 25 van het huis £ valt, is het slot £ uit het huis £ losneembaar, terwijl het slot £ hiermee vast is verbonden, wanneer het slotdeel 23 zich tegen- ;· ' f: n r, n

e.f J V

-7- over het deel 25 bevindt. Het slot 4^ is tevens van een lip 26 voorzien die past in een corresponderende uitsparing 27 in het huis 5^ (zie figuur 4) .

In figuur 4 is weergegeven dat het koppelingselement £ 5 op de sectie 12 ervan is voorzien van een nok 20/ waarvan de diameter iets groter is dan de diameter van de cilindrische sectie 12 zelf. Het huis 5^ is inwendig van een met de nok 20 corresponderend deel 22 voorzien (zie ook figuur 2). Wanneer de nok 20 tegen het deel 22 10 van het huis 15 valt, kan het koppelingselement ([ niet worden verdraaid ten opzichte van dit huis 5_. Wel is het koppelingselement £ dan nog steeds verbonden met de 1 aandrijfkop 9, zodat ook de draadspindel 8 is geblok keerd. In de aandrijfstand zal de slinger tegen de 15 veerwerking van de veer 7 het koppelingselement £ van het deel 22 wegduwen, zodanig dat het koppelingselement vrij kan draaien. Doordat het koppelingselement ([ nog steeds is verbonden met de draadspindel 8, zal deze draadspindel 8 tezamen met het koppelingselement £ 20 worden verdraaid.

f: '' f;

Claims

1. Draadspindelvergrendeling, voorzien van een huis dat kan worden vastgezet aan een lagersteun voor een draadspindel, waarbij het aandrijfeinde van de draadspindel tot in het huis reikt, en van een 5 koppelingselement opgenomen in het huis voor het aangrijpen op het aandrijfeinde van de draadspindel, met het kenmerk, dat het koppelingselement is voorzien van een opneemeinde voor een slinger voor het verdraaien van de draadspindel, 10 waarbij in het huis axiaal tegenover het aan dri jfeinde van de draadspindel een opening is aangebracht, waardoor de slinger kan reiken, een met het koppelingselement verbonden blokkeerdeel dat in de blokkeerstand het koppelingselement met 15 het aandrijfeinde van de draadspindel ten opzichte van het huis tegen verdraaiing borgt, waarbij de verdraaiingsblokkering van het blokkeerdeel is opgeheven in een stand waarin de slinger werkzaam is verbonden met het koppelingselement, en een 20 slot ter afsluiting van de opening in het huis voor de slinger, in de blokkeerstand van het blokkeerdeel.

2. Draadspindelvergrendeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij vastzetting van het huis aan 25 de lagersteun ten minste een deel van het huis reikt tot onder een aandrijfkop op de draadspindel, waarbij het huis is voorzien van ten opzichte *·* tv -¾ * ’ -9- van de lagersteun uitstekende delen voor een radiale borging van het huis ten opzichte van de lagersteun.

3. Draadspindelvergrendeling volgens conclusie 1 of 2 5 met het kenmerk, dat het blokkeerdeel is gevormd door een nok op het koppelingselement.

4. Draadspindelvergrendeling volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat is voorzien in een in het huis opgenomen verend lichaam dat het koppe- 10 lingselement axiaal van de aandrijfkop van de draadspindel wegduwt, waarbij het koppelingselement wel verbonden blijft met de aandrijfkop van de draadspindel, terwijl het blokkeerdeel van het koppelingselement valt tegen corresponderende 15 vlakken binnen in het huis, terwijl de slinger in de aandrijftoestand het koppelingselement met het blokkeerdeel van de genoemde vlakken vrijmaakt, zodanig dat het koppelingselement vrij kan draaien. 20

5. Draadspindelvergrendeling volgens conclusie 1, 2, 3 of 4 met het kenmerk, dat het huis uit een aantal delen is opgebouwd die onderling door breekpennen of schroeven zijn verbonden. 1 ' ' ? s