NL8603134A

NL8603134A - Straalschuurinrichting.

Info

Publication number: NL8603134A
Application number: NL8603134A
Authority: NL
Original assignee: Ltc Int Bv
Priority date: 1986-12-09
Filing date: 1986-12-09
Publication date: 1988-07-01
Also published as: CA1306361C; ATE67956T1; DE3773480D1; ES2025147B3; EP0274783B1; EP0274783A1; US4984397A; GR3002830T3

Description

II

*

Hw/Mv/2 LTC NL 8603134/6-5-1987

Straalschuurinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van een oppervlak door middel van een schuurmiddel in een draag-luchtstroom met hoge snelheid, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een op het oppervlak te plaat-5 sen mondstuk, telkens voorzien van een op een drukbron aan te sluiten toevoerleiding met een inlaatopening voor het schuurmiddel, en een naar een stofvanger voerende, op een onder-drukbron aangesloten afvoerleiding.

Inrichtingen van het in de aanhef beschreven type worden 10 veelal gebruikt voor het schoonschuren van gewelfde oppervlakken, bijvoorbeeld scheepsrompen, autocarrosserieën,waarbij een hoge afnamecapaciteit wordt gevraagd.

Om de effectieve werktijd te verhogen stelt de uitvinding voor dat een stof-schuurmiddelscheider in de afvoerlei-15 ding is opgenomen en via een afsluitbaar poortmechanisme met een op de inlaatopening aangesloten voorraadbak voor het afgescheiden schuurmiddel is verbonden, zodat het schuurproces voortdurend kan doorgaan omdat het schuurmiddel, bijvoorbeeld grit, in een kringloop telkens naar de werkplaats wordt te-20 ruggevoerd. Het stof daarentegen wordt via de stofafscheider naar de stofvanger gebracht. Dit verhoogt de effectiviteit van de inrichting bijzonder.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het poortmechanisme een middels kleppen afsluitbaar luchtvat, dat via een leiding 25 met de drukbron in verbinding staat.

In een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de kleppen van het poortmechanisme onder invloed van de zwaartekracht werkende terugslagkleppen, waarbij het drukvat resp. de voorraadbak via een regelbare ontluchtingsleiding op de 30 stofvanger is aangesloten.

Hiermee wordt een bijzonder robuuste storingsvrije inrichting verkregen.

De stof- schuurmiddelscheider is volgens de uitvinding een vat met daarin aangebrachte keermiddelen, waarbij de naar 35 de stofvanger leidende afvoerleiding uitmondt onder het laagste keermiddel.

8603134 < -2- λ

Bij voorkeur steekt de afvoerleiding in het vat uit en is voorzien van een naar boven gerichte afschermplaat boven de invoeropening daarvan.

Tenslotte is het onderste keermiddel bij voorkeur ge-5 heel of gedeeltelijk als zeef uitgevoerd.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronder-staande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld.

De bijgaande figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

10 Met het cijfer 1 is in de figuur het blaas-mondstuk aan gegeven dat met de hand of op andere wijze over een te bestralen oppervlak O dient te worden voortbewogen. Het blaas-mondstuk 1 bestaat hier uit een huis voorzien van een op het oppervlak O rustende borstel 2, en bij het huis is aangeslo-15 ten op een toevoerleiding 3, welke door een drukbron 4 met perslucht wordt gevoed. Het huis 1 is tevens voorzien van een aansluitstomp 5, waarop een flexibele zuigslang 6 is aangesloten, die via een hieronder nader toe te lichten stofafscheider 7 leidt naar een hieronder nader toe te lichten 20 stofvanger 8.

De leiding 3 is voorzien van een inlaatopening 9, waarop een voorraadvat 10 voor het schuurmateriaal, bijvoorbeeld grit van willekeurige aard is opgeslagen. Dit vat 10 is uitgevoerd met een doseermechanisme 11 dat met de hand of andere 25 wijze is in te stellen. Daartoe is dit mechanisme voorzien van een handgreep 12.

Tussen de stofafscheider 7 en het voorraadvat 10 is een poortmechanisme 13 opgenomen dat bestaat uit een drukvat 14, dat met de stofafscheider 7 in verbinding staat via doorlaat-30 opening 15, en met het voorraadvat 10 in verbinding staat via doorlaatopening 16. Elke opening 15 resp. 16 is door middel van een klep 17 resp. 18 tegen de werking van de zwaartekracht in afsluitbaar.

Zowel het drukvat 13 als het voorraadvat 10 is via een 35 snelontluchtingsleiding 19 met een inlaatopening 20 van de stofvanger 8 verbonden. Tussen elk vat en de leiding 19 is een afsluitklep 21 resp. 22 aangebracht die wordt bestuurd door een leiding 23 welke een signaal van een handgreep 24 8603134 t * -3- bij het blaasmondstuk overbrengt. De leiding 23 is tevens aangesloten via een aftakleiding 25 op een regeleenheid 26, die is opgenomen als afsluiter in de toevoerdrukleiding 3, alsmede de verbinding met de drukbron 4 verzorgt via leiding 5 27 resp. 28 met het drukvat 13 en het voorraadvat 10.

De stofvanger 8 bestaat uit een huis 29 van voldoende groot volume, waarin een stoffilter 30 is gehangen. Binnen het stoffilter 30 is een ventilatormotor 31 gehangen, welke de in het vat 29 aanwezige lucht kan afvoeren.

10 De leiding 6' leidt naar een plaats in het huis 29 bui ten het stoffilter 30 evenals de retourleidingen 19 van drukvat 13 en voorraadvat 10.

Onder in het huis 29 is een lade 32 opgenomen voor het opvangen van het afgescheiden stof.

15 De stofafscheider 7 bestaat uit een huis 33 van eveneens passend volume in het bovendeel waarvan de leiding 6 uitmondt. Recht tegenover de uitmonding 34 is een veerkrachtige ketsplaat 35 van bijvoorbeeld rubber aangebracht. Onder deze ketsplaat 35 zijn keerplaten 36 alsmede een zeefplaat 37 zig-20 zaggewijs boven elkaar aangebracht. Onder de zeefplaat 37 is een afvoerstomp 38 geplaatst, welke een door een overstekend plaatdeel 40 beschermde inlaat 39 vertoont.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt.

Er wordt uitgegaan van de positie dat de regeleenheid 26 25 de leiding 3 in verbinding stelt met de drukbron 4, zodat in de leiding 3 een bepaalde volumestroom lucht ontstaat met een bepaalde druk. Het straalmedium loopt uit het voorraadvat 10 via opening 11 gedoseerd in de leiding 3 en komt met de luchtstroom bij het blaasmondstuk 1. Door de in het huis 1 30 aanwezige straalmondstuk, krijgt de luchtstroom met het straalmedium een bepaalde snelheid en ketst tegen het oppervlak 0 waardoor het een bepaalde schurende werking verkrijgt, welke het oppervlak 0 zal reinigen. In het huis 1 wordt een onderdruk opgewekt welke de hoeveelheid lucht met grit en 35 stof via stomp 5 en leiding 6 afvoert. Dit mengsel komt met een bepaalde snelheid in de stofafscheider 7 terecht, waarbij het grit en stof ketst tegen de plaat 35 die vanwege zijn elastische funktie een te grote slijtage van de binnenwand 8603134 -4- t ‘1 van het vat voorkomt. De niettemin aanwezige stootwerking veroorzaakt een scheiding tussen stof en gritdeeltjes welke vervolgens omlaagzakken over de keerplaten 36 in zigzagvormige wijze waarbij de zeef 37 de gritdeeltjes vanwege het ho-5 gere soortelijke gewicht doorzeven naar het onderste deel in het vat 7. De stofdeeltjes worden onder lage snelheid met de lucht afgevoerdvia leiding 6’ naar de stofvanger 8. De in-voeropening 39 is dankzij de afscherming 38 beschermd tegen het omlaagvallende grit, zodat deze niet of nauwelijks wordt 10 meegenomen met de afvoerluchtstroom via leiding 6'. In de stofvanger 8 zal het stof omlaagzakken in de bak 32, terwijl de lucht wordt gefilterd via filter 30 en afgevoerd door ventilator 31. Het stof kan regelmatig via de uittrekbare lade 32 worden afgevoerd.

15 De opgevangen gritdeeltjes in vat 7 kunnen via opening 15 in het drukvat 13 vallen, aangezien de klep 17 onder invloed van de zwaartekracht in de laagste positie verkeert. Hierbij wordt aangenomen dat oorspronkelijk in het vat 13 een atmosferische druk heerst en in het vat vervolgens de onder-20 druk van leiding 6* aanwezig is. Na enige tijd geregeld door de regeleenheid 26 wordt leiding 27 onder de persdruk van drukbron 4 gebracht, waarop het vat 13 de druk daarvan krijgt en de klep 17 onmiddellijk omhoogstuwt, zodat de opening 15 wordt afgesloten.

25 Vanwege de druk in leiding 3 heerst reeds in voorraadvat 10 de persdruk van drukbron 4 zodat klep 18 de opening 16 in de werkpositie gesloten hield. Deze druk wordt sneller in vat . 10 aangebracht via de leiding 28 welke door regeleenheid 26 direkt in verbinding met drukbron 4 is gebracht. Het opgevan-30 gen grit blijft voorlopig in drukvat 13 staan.

Zodra de bedieningspersoon de schakelaar 24 bij het blaasmondstuk omstelt, wordt de regeleenheid 26 zodanig gestuurd dat de leiding 3 van de drukbron 4 wordt afgesloten en het blaasnondstuk 1 buiten werking gesteld. In deze situatie 35 worden tevens de kleppen 21 en 22 in de ontlaadleiding 19 geopend en wordt de persdruk, die aanwezig is in de vaten 10 en 13 onmiddellijk omlaaggebracht. Hierdoor vallen de kleppen 17 resp. 18 onder invloed van de zwaartekracht omlaag en 8603134 ï -5- openen de doorlaatopeningen 15 en 16# waardoor het grit in het voorraadvat 10 kan vallen. Bij het opnieuw toevoeren van druk in leiding 3 wordt de regeleenheid 26 zodanig bestuurd dat leiding 27 en 28 opnieuw onder persdruk wordt gebracht en 5 zodoende de vaten 10 en 13 waardoor de kleppen 17 en 18 naar de sluitstand terugkeren.

Het zal uit bovenstaande duidelijk zijn dat het openen en sluiten van de kleppen 17 en 18 telkens plaatsvindt bij het in- resp. uitstellen van het blaadmondstuk 1r hetgeen 10 regelmatig zal gebeuren. Hierdoor wordt verzekerd dat het voorraadvat 10 altijd van voldoende gritmateriaal blijft voorzien, welk gritmateriaal via de stofafscheider 7 in een kringloop wordt gebracht. Hierdoor wordt het verlies aan gritmateriaal tot een minimum teruggebracht, en zal louter 15 het gritmateriaal vanwege slijtage en derhalve tot stofvorming worden verminderd. Dit tot stof gebrachte grit wordt normaal met het overige stof afgevoerd naar de stofvanger 8.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Zo kan het kleppensysteem 17 en 18 dóór 20 elke willekeurige andere klep zijn vervangen, bijvoorbeeld elektromagnetische of pneumatische uitvoeringen. In dit laatste geval zou het drukvat 13 kunnen worden weggelaten en kan de stofvanger 7 direkt op het voorraadvat 10 worden aangesloten.

25 Vanzelfsprekend kan de stofvanger 8 elke willekeurige passende uitvoeringsvorm hebben.

8603134

Claims

1. Inrichting voor het reinigen van een oppervlak door middel van een schuurmiddel in een draag-luchtstroom met hoge snelheid, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een op het oppervlak te plaatsen mondstuk telkens voorzien van een op een drukbron aan te sluiten toevoerleiding met een inlaat-opening voor het schuurmiddel en een naar een stofvanger voerende, op een onderdrukbron aangesloten afvoerleiding, met het kenmerk, dat een stof-schuurmiddelscheider in de afvoerleiding is opgenomen en via een afsluitbaar poortmecha-nisme met een op de inlaatopening aangesloten voorraadbak voor het afgescheiden schuurmiddel is verbonden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het poortmechanisme is uitgevoerd als een middels kleppen afsluitbaar luchtvat dat via een leiding met de drukbron in verbinding te stellen is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat d'e kleppen van het poortmechanisme onder invloed van de zwaartekracht werkende terugslagkleppen zijn waarbij het luchtvat resp. de voorraadbak via een regelbare ontluch-tingsleiding op de stofvanger is aangesloten.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stof-schuurmiddelscheider is uitgevoerd als een vat met daarin aangebrachte keermiddelen, waarbij de naar de stofvanger leidende afvoerleiding uitmondt onder het laagste keermiddel.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de in het vat stekende deel van de afvoerleiding is voorzien van een naar boven gerichte afschermplaat boven de invoeropening daarvan.

6. Inrichting volgens conclusie 4 en 5,* met het kenmerk, dat het onderste keermiddel geheel of gedeeltelijk als zeef is uitgevoerd.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het luchtvat alsmede het voorraadvat via een snelontluchtingsleiding met en inlaatopening van de stofvanger is verbonden. 8603134