NL8603036A - Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal. - Google Patents

Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8603036A
NL8603036A NL8603036A NL8603036A NL8603036A NL 8603036 A NL8603036 A NL 8603036A NL 8603036 A NL8603036 A NL 8603036A NL 8603036 A NL8603036 A NL 8603036A NL 8603036 A NL8603036 A NL 8603036A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
input
output
switching means
coupled
circuit
Prior art date
Application number
NL8603036A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8603036A priority Critical patent/NL8603036A/nl
Priority to US07/118,092 priority patent/US4870511A/en
Priority to EP87202311A priority patent/EP0272726B1/en
Priority to DE8787202311T priority patent/DE3772356D1/de
Priority to AT87202311T priority patent/ATE66551T1/de
Priority to JP62296256A priority patent/JP2659200B2/ja
Priority to KR87013408A priority patent/KR960003168B1/ko
Publication of NL8603036A publication Critical patent/NL8603036A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03DDEMODULATION OR TRANSFERENCE OF MODULATION FROM ONE CARRIER TO ANOTHER
    • H03D3/00Demodulation of angle-, frequency- or phase- modulated oscillations
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G3/00Gain control in amplifiers or frequency changers without distortion of the input signal
    • H03G3/20Automatic control
    • H03G3/30Automatic control in amplifiers having semiconductor devices
    • H03G3/34Muting amplifier when no signal is present or when only weak signals are present, or caused by the presence of noise signals, e.g. squelch systems
    • H03G3/345Muting during a short period of time when noise pulses are detected, i.e. blanking
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03DDEMODULATION OR TRANSFERENCE OF MODULATION FROM ONE CARRIER TO ANOTHER
    • H03D3/00Demodulation of angle-, frequency- or phase- modulated oscillations
    • H03D3/001Details of arrangements applicable to more than one type of frequency demodulator
    • H03D3/002Modifications of demodulators to reduce interference by undesired signals
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/91Television signal processing therefor
    • H04N5/93Regeneration of the television signal or of selected parts thereof
    • H04N5/94Signal drop-out compensation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)
  • Channel Selection Circuits, Automatic Tuning Circuits (AREA)
  • Filters And Equalizers (AREA)
  • Noise Elimination (AREA)
  • Circuits Of Receivers In General (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)

Description

PHN 11.953 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Inrichting voor het demoduleren van een FM-gemoduleerd signaal.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het demoduleren van een FM-gemoduleerd signaal, met een ingangsklem voor het ontvangen van het FM-gemoduleerde signaal en een uitgangsklem voor het afgeven van een gedemoduleerd signaal, voorzien van een hoofdsignaalweg 5 tussen de ingangsklem en de uitgangsklem, bevattende - een demodulatorschakeling, voor het demoduleren van het FM-gemoduleerde signaal, met een ingang gekoppeld met de ingangsklem, en een uitgang, - een laagdoorlaatfilter, bevattende een kapacitief element, 10 - een houdschakeling, met een signaalingang, een stuursignaalingang en een uitgang die is gekoppeld met de uitgangsklem, welke houdschakeling ten minste bevat eerste stuurbare schakelmiddelen, met een ingang en een uitgang gekoppeld met de ingang respektievelijk uitgang van de houdschakeling, en een stuuringang gekoppeld met de stuursignaalingang 15 van de houdschakeling, en een eerste kondensator gekoppeld tussen de uitgang van de houdschakeling en een eerste punt van konstante potentiaal, waarbij de houdschakeling is ingericht voor het tenminste ongeveer vasthouden van het signaal toegevoerd aan zijn ingang, onder invloed van een stuursignaal toegevoerd aan de stuursignaalingang en dat 20 de eerste schakelmiddelen daartoe zijn ingericht voor het gedurende een eerste tijdinterval T1 onderbreken van de inwendige verbinding tussen hun ingang en uitgang, onder invloed van dit stuursignaal. Een dergelijke inrichting kan bij voorbeeld zijn opgenomen in een videorekorder voor het, na het uitlezen van een registratiedrager, 25 demoduleren van een audiosignaal dat FM-gemoduleerd in de sporen op de registratiedrager is ingeschreven, welke inrichting daartoe verder bevat - twee of meer op een roteerbare koptrommel aangebrachte leeskoppen, - schakelmiddelen, met twee of meer ingangen, een uitgang en een stuuringang, welke schakelmiddelen zijn ingericht voor het koppelen van 30 één van de ingangen met de uitgang onder invloed van een aan de stuuringang toe te voeren stuursignaal, waarbij een uitgang van elk van de twee of meer leeskoppen is gekoppeld met een bijbehorende ingang van 8603036 * 4 PHN 11.953 2 de twee of meer ingangen van de schakelmiddelen, en de uitgang van de schakelmiddelen is gekoppeld met de ingang van de demodulatorschakeling.
De inrichting is bedoeld voor het ondervangen van 5 momentane storingen in het ingangssignaal van de demodulatorschakeling. De momentane storingen zijn die storingen die de regelmaat in het voornoemde signaal beïnvloeden. Men kan daarbij denken aan bij voorbeeld drop-outs of drop-ins in het ingangssignaal van de demodulatorschakeling, of aan fasesprongen in dit ingangssignaal die 10 ontstaan ten gevolge van het overschakelen van het uitlezen van de registratiedrager met de ene leeskop, naar het uitlezen met een andere leeskop (de zogenaamde "headswitch“). Deze momentane verstoringen hebben tot gevolg dat de demodulatorschakeling ontregeld wordt, waardoor (hoorbare) storingen optreden in het door de demodulatorschakeling 15 gedemoduleerde signaal.
Het laagdoorlaatfilter dat in de bekende inrichting direkt achter de demodulatorschakeling is geplaatst heeft ten doel storende signaalkomponenten, zoals intermodulatieprodukten, draaggolfresten en ruis boven de audioband, en die worden gevormd in de 20 demodulatorschakeling, weg te filteren. Een typische waarde voor de afsnijfrekwentie van een dergelijke filter is bij voorbeeld 100 è 150 kHz. Het nadeel van dit laagdoorlaatfilter is, dat de verstoringen aan de uitgang van de demodulatorschakeling, in de tijd tot grotere lengte worden uitgesmeerd. Zo worden storingen die het gevolg zijn van een 25 kopoverschakeling en die een lengte van ongeveer 4,5 ys kan hebben, door een laagdoorlaatfilter met afsnijfrekwentie in de orde van grootte van 100 kHz, uitgesmeerd tot een lengte van ongeveer 8 è 10 με. Dit betekent dat de eerste schakelmiddelen gedurende het tijdinterval , ongeveer gelijk aan deze 8 è 10 ps, geopend (moeten) zijn. Het zuiver 30 periodieke karakter van de bekrachtiging van de houdschakeling (het openen van de schakelmiddelen) met de frekwentie van de kopovername, tesamen met de grote lengte van het tijdinterval zorgt voor een zeer storende bijdrage in het uitgangssignaal van de inrichting.
De uitvinding beoogt nu een inrichting te verschaffen met 35 een veel lagere verstoringskomponent in het signaal aan de uitgangsklem.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat ten minste het kapacitieve element van het
860 3 03 S
* A.
PHN 11.953 3 laagdoorlaatfilter in de houdschakeling is opgenomen en dat achter de eerste stuurbare schakelmiddelen in de hoofdsignaalweg is geplaatst, dat in de verbinding van de ingang van de houdschakeling naar de niet met het punt van konstante potentiaal gekoppelde klem van de kondensator een 5 eerste impedantie is aangebracht, en dat het laagdoorlaatfilter ten minste gevormd wordt door deze eerste impedantie en het kapacitieve element, en de eerste kondensator deel uitmaakt van het kapacitieve element.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het opnemen 10 van het kapacitieve element van het laagdoorlaatfilter in de houdschakeling een veel kortere houdtijd (tijdinterval T^) mogelijk maakt. Door namelijk het kapacitieve element van het laagdoorlaatfilter in de hoofdsignaalweg achter de eerste schakelmiddelen te plaatsen, en de eerste kondensator deel van het kapacitieve element van het 15 laagdoorlaatfilter te laten zijn wordt bereikt dat er in de hoofdsignaalweg vóór de eerste schakelmiddelen geen uitsmering in de tijd van de verstoringen meer kan optreden, zodat een veel kortere houdtijd (het tijdinterval T^) mogelijk is. In het voornoemde voorbeeld wordt een houdtijd gerealiseerd van 4 4 5 με, hetgeen een 20 aanzienlijk kortere houdtijd is dan de houdtijd van ongeveer 8 a 10 ps zoals die in de bekende inrichting noodzakelijk was. De kortere houdtijd heeft tot resultaat dat veel minder verstoring in het uitgangssignaal van de inrichting aanwezig is. Bovendien kan een demodulatorschakeling worden gerealiseerd met veel minder komponenten. De eerste impedantie 25 kan bij voorbeeld worden gerealiseerd door middel van de parasitaire weerstand van de eerste schakelmiddelen, zodat geen aparte impedantie nodig is.
Het zij vermeld dat in de Europese octrooiaanvrage nr.
180.717 een schakeling is beschreven waarbij eveneens gepoogd wordt de 30 storingen in het uitgangssignaal ten gevolge van kopoverschakelingen te verminderen. De schakeling werkt echter op een ander principe. Bovendien is het kapacitieve element van het laagdoorlaatfilter niet in de houdschake1ing opgenomen.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de 35 eerste impedantie is gekoppeld tussen de uitgang van de eerste schakelmiddelen en de niet met het punt van konstante potentiaal gekoppelde klem van de kondensator, en dat een tweede kondensator is 860303e ΡΗΝ 11.953 4 * ,Λ geschakeld tussen de uitgang van de eerste schakelmiddelen en het punt van konstante potentiaal. Hierdoor kan worden bereikt dat de nog overgebleven verstoring, die het gevolg is van de over de eerder genoemde kortere houdtijd geopend zijnde schakelmiddelen, verder wordt 5 verminderd. Door in de verbinding van de ingang van de houdschakeling naar de niet met het punt van konstante potentiaal gekoppelde klem van de tweede kondensator een tweede impedantie op te nemen, wordt een verdere onderdrukking bereikt van hoogfrekwente ruis- en intermodulatiekomponenten die het gevolg zijn van de demodulator. Deze 10 tweede impedantie kan bij voorbeeld worden gerealiseerd door middel van de parasitaire weerstand van de eerste schakelmiddelen, zodat geen aparte impedantie noodzakelijk is.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat een hulpsignaalweg is parallelgeschakeld aan ten minste de eerste 15 impedantie, welke hulpsignaalweg tweede stuurbare schakelmiddelen bevat met een ingang en een uitgang en die zijn ingericht voor het realiseren van een inwendige koppeling van deze ingang naar deze uitgang ten minste gedurende een tweede tijdinterval T2, volgend op het eerste tijdinterval T^. Hierdoor kan weer een verdere verlaging van de 20 verstoring worden gerealiseerd.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt doordat de beide uiteinden van de eerste weerstand zijn gekoppeld met de inverterende respektievelijk de niet-inverterende ingang van een verschilversterker, waarvan een uitgang via een serieschakeling van tweede schakelmiddelen 25 en een spanning-naar-stroomomzetter is gekoppeld met de uitgang van de houdschakeling, en dat het verbindingspunt tussen de tweede schakelmiddelen en de spanning-naar-stroomomzetter via een tweede kondensator is gekoppeld met het punt van konstante potentiaal. Hierdoor wordt de inrichting volgens de uitvinding verder voorzien van een (op 30 zich bekende) extrapolator waardoor een verdere reduktie van de verstoring kan worden bereikt.
De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Elementen in de verschillende figuren die eenzelfde 35 referentiecijfer bezitten, zijn dezelfde.
In de figuurbeschrijving toont figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld, 860 3 03 6 \ ή PHN 11.953 5 figuur 2 een aantal signalen als funktie van de tijd aanwezig op een aantal punten in de schakeling van figuur 1, figuur 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld, figuur 4 een aantal signalen als funktie van de tijd 5 aanwezig op een aantal punten in de schakeling van figuur 3, figuur 5 een derde uitvoeringsvoorbeeld, figuur 6 een aantal signalen als funktie van de tijd aanwezig op een aantal punten in de schakeling van figuur 5, figuur 7 een vierde uitvoeringsvoorbeeld, en 10 figuur 8 een aantal signalen als funktie van de tijd aanwezig op een aantal punten in de schakeling van figuur 7.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting in een toepassing bij een videorekorder. Een aantal (in dit geval twee) op een roteerbare koptrommel (niet getekend) aangebrachte leeskoppen 1 15 en 2 zijn gekoppeld met ingangen 3 respektievelijk 4 van schakelmiddelen 5. De uitgang 6 van de schakelmiddelen is gekoppeld met de ingangsklem 7 van de inrichting. De schakelmiddelen 5 zijn ingericht voor het koppelen van één van de ingangen 3, 4 met de uitgang 6 onder invloed van een aan een stuuringang 8 toe te voeren stuursignaal. Dit stuursignaal kan 20 worden geleverd door een besturingseenheid (niet getekend) die dit stuursignaal kan afleiden van een interne klok in de besturingseenheid, die op de een of andere manier kan worden gesynchroniseerd met het door de leeskoppen van een magnetische registratiedrager (niet getekend) uitgelezen signaal.
25 De ingangsklem 7 van de inrichting, waaraan het van de magnetische registratiedrager uitgelezen FM-gemoduleerde signaal wordt aangeboden, is via een hoofdsignaalweg gekoppeld met een uitgangsklem 9. De hoofdsignaalweg in figuur 1 bevat een demodulatorschakeling 10, waarvan de ingang 11 is gekoppeld met de ingangsklem 7, een 30 laagdoorlaatfilter, dat hierna nader zal worden besproken, en een houdschakeling 12, met een stuursignaalingang 22, een ingang 13 gekoppeld met de uitgang 14 van de demodulatorschakeling 10, en een uitgang 15. De uitgang 15 is via een bufferversterker 16, die ervoor zorgt dat de na de bufferversterker 16 in de hoofdsignaalweg gekoppelde 35 schakeling geen belasting voor de eerste (of houd-)kondensator 24 vormen, gekoppeld met laagdoorlaatfilter 17. Dit laagdoorlaatfilter 17 voorkomt dat stoorkomponenten die buiten het audiogebied liggen de 8603036 4 PHN 11.953 6 ft volgende schakelingen bereiken. De uitgang van het laagdoorlaatfilter 17 is gekoppeld met de uitgangsklem 9.
De houdschakeling 12 bevat eerste stuurbare schakelmiddelen 18, met een ingang 19 en een uitgang 20 gekoppeld net de 5 ingang 13 respektievelijk de uitgang 15 van de houdschakeling. De schakelmiddelen 18 bezitten verder een stuuringang 21 gekoppeld met de stuursignaalingang 22. De uitgang 20 van de stuurbare schakelmiddelen 18 is via een eerste impedantie 23, in de vorm van een weerstand R1f gekoppeld met de uitgang 15 van de houdschakeling 12. De uitgang 15 is 10 verder via een eerste kondensator 24 gekoppeld met een punt van konstante potentiaal (aarde).
In bekende inrichtingen voor het demoduleren van een ΓΜ-gemoduleerd signaal is er tussen de uitgang 14 van de demodulatorschakeling 10 en de ingang 13 van de houdschakeling 12 een 15 laagdoorlaatfilter aangebracht, en is de impedantie 23 niet aanwezig.
Dit tussengeschakelde laagdoorlaatfilter heeft een afvalfrekwentie van ongeveer 100 a 150 kHz en is bedoeld om storende signaalkomponenten zoals intermodulatieprodukten, draaggolfresten en ruis boven de audioband, weg te filteren.
20 Het nadeel van dit laagdoorlaatfilter is dat het de storingen in het uitgangssignaal van de demodulatorschakeling 10, die veroorzaakt worden door de overschakeling in de schakelmiddelen 5 van het lezen met de ene leeskop, bij voorbeeld leeskop 1, naar het lezen met de andere leeskop, in dat geval leeskop 2, in de tijd worden 25 verlengd. De schakelmiddelen 18 moeten dus gedurende een relatief lange tijd open staan. De afvalfrekwentie van 100 è 150 kHz van het laagdoorlaatfilter kan niet (veel) lager gekozen worden, omdat dat een uitsmering uitsmering van de storingen over een nog veel langere tijd tot gevolg zou hebben. Het voorstel is nu om, ten minste het kapacitieve 30 deel van het laagdoorlaatfilter in de hoofdsignaalweg te verschuiven naar achter de schakelmiddelen 18. Daardoor wordt in feite het kapacitieve element van het laagdoorlaatfilter in de houdschakeling 12 opgenomen. Het laagdoorlaatfilter wordt in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 gevormd door de eerste impedantie (weerstand R^) 23 en de 35 eerste kondensator 24 (C^), die bovendien als houdkondensator voor de houdschakeling 12 funktioneert.
Doordat ten minste het kapacitieve deel van het 86 0 3 0 3 0 PHN 11.953 7 laagdoorlaatfilter 23, 24 na de schakelmiddelen 18 in de hoofdsignaalweg is geschakeld treedt er geen verlenging van de storingen in het uitgangssignaal van de demodulatorschakeling 10 op. Dit ondat de energie-inhoud van de verstoring het kapacitieve element van het 5 laagdoorlaatfilter, ten gevolge van de geopende schakelmiddelen, niet kan bereiken.
Het gevolg is dat de schakelmiddelen 18 daardoor ook over een kortere tijd (het tijdinterval T^, zie figuur 2b) geopend behoeven te zijn, hetgeen dus een kleinere verstoring in het uitgangssignaal aan 10 de uitgangsklem 9 betekent. wordt daardoor verkort van ongeveer 8 è 10 ps naar 4 4 5 ps, zoals hiervoor reeds is aangegeven.
De werking van de schakeling van figuur 1 wordt door middel van figuur 2 verder uitgelegd. Figuur 2a toont twee signalen A en B als funktie van de tijd, aanwezig op de punten A en B in figuur 1. Ten 15 gevolge van de vertraging veroorzaakt door het laagdoorlaatfilter 23, 24 loopt het signaal op het punt B enigszins achter op het signaal aanwezig op het punt A. Figuur 2b toont het stuursignaal dat via de stuursignaalingang 22 wordt aangeboden aan de stuuringang 21 van de schakelmiddelen 18. Een stuursignaal dat logisch "1" is, betekent dat de 20 schakelmiddelen 18 gesloten zijn en een stuursignaal dat logisch "O" is, betekent dat de schakelmiddelen 18 geopend zijn.
Op het moment t=tQ wordt overgeschakeld van het lezen met de ene leeskop naar het lezen met de andere leeskop. De fasesprong die daardoor in het ingangssignaal van de demodulatorschakeling 10 25 optreedt zorgt ervoor dat er gedurende een zekere tijd na het tijdstip tQ een verstoring optreedt in het uitgangssignaal van de demodulatorschakeling. Deze verstoring is, zeg, maximaal een tijdinterval lang. Gedurende het tijdinterval na t=t^ worden de schakelmiddelen 18 geopend. Dit is in figuur 2b zichtbaar doordat het 30 stuursignaal gedurende dit tijdinterval logisch *0" is. Gedurende dit tijdinterval blijft de spanning over de kondensator 24 min of meer konstant en neemt alleen een klein beetje af ten gevolge van lek, zie figuur 2a de kurve B.
De spanning op het punt A in figuur 1 valt na het openen 35 van de schakelmiddelen 18 terug op de spanning aanwezig op het punt B.
Na het sluiten van de schakelmiddelen 18 op het moment t=tQ+T^ springt de spanning op het punt A in de schakeling van figuur 1 weer 8603036 '•4 PHN 11.953 8 terug naar de waarde die op dat moment aan de uitgang 14 van de demodulatorschakeling 10 aanwezig is. Het signaal op het punt B in figuur 1 zal na het tijdstip t=tQ+T1 langzaam naar de met een onderbroken lijn aangegeven voortzetting vanaf t=tQ van de kurve B, 5 toelopen. Het met een schuine arcering aangegeven oppervlak 0^, dat wordt omsloten door de werkelijke kurve B vanaf t=tQ en de met een onderbroken lijn aangegeven voortzetting van de kurve B vanaf t=t0, is de uiteindelijke verstoring in het uitgangssignaal aan de uitgang 15 van de houdschakeling 12. Deze verstoring is echter kleiner dan de 10 verstoring die zou optreden bij de bekende inrichting, waarbij het laagdoorlaatfilter vóór de schakelmiddelen 18 in de hoofdsignaalweg is aangebracht. De weerstand 23 kan eventueel, in plaats van na de schakelmiddelen 18, vóór de schakelmiddelen 18 worden geplaatst. Dit doet aan de werking van de schakeling niets af.
15 Het laagdoorlaatfilter 17 zal een afvalfrekwentie van ongeveer 20 kHz hebben. Afhankelijk van de mate van onderdrukking die men voor frekwenties boven 20 kHz wil bereiken kan men voor het filter 17 een eerste -, tweede -, of hogere orde filterkarakteristiek nemen.
Het is bekend om, ter verdere onderdrukking van de 20 storingen die ontstaan ten gevolge van het openen van de eerste schakelmiddelen, een extrapolator aan te brengen. Een dergelijke extrapolator is in de schakeling van figuur 1 ook mogelijk. Eén mogelijk uitvoeringsvoorbeeld van een extrapolator wordt hierna beschreven. De beide uiteinden van de impedantie 23 zijn gekoppeld met 25 de inverterende respektievelijk de niet-inverterende ingang van een verschilversterker (niet getoond). De uitgang van deze verschilversterker is via een serieschakeling van tweede schakelmiddelen en een spanning-naar-stroomomzetter (beide niet getoond) gekoppeld met de uitgang 15 van de houdschakeling. Bovendien is er een kondensator 30 (eveneens niet getoond) geschakeld van de uitgang van de tweede schakelmiddelen naar het punt van konstante potentiaal.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld dat veel overeenkomsten vertoont met het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1. Het verschil is dat in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 een 35 hulpsignaalweg 26 is parallelgeschakeld aan ten minste de eerste impedantie 23 (weerstand R) en dat de leeskoppen 1, 2 en de schakelmiddelen 5 zijn weggelaten. De hulpsignaalweg 26 bevat tweede 860 3 0 3 δ & PHN 11.953 9 stuurbare schakelmiddelen 27. Verder is in serie met de schakelmiddelen 27 nog een (derde) iapedantie (weerstand) 28 in de hulpsignaalweg 26 geschakeld. De schakelaiddelen 27 worden bestuurd door een stuursignaal dat aan een stuuringang 29 van de schakelaiddelen 27 wordt toegevoerd.
5 Een stuursignaal dat logisch “1“ is betekent dat de schakelaiddelen 27 gesloten zijn, en een stuursignaal dat logisch "O* is betekent dat de schakelaiddelen 27 geopend zijn.
De stuursignaalingang 22 van de houdschakeling 12' is via een blok 30 gekoppeld aet de stuuringang 29. De werking van de 10 schakeling van figuur 3, in het bijzonder ook de werking van het blok 30, zal aan de hand van figuur 4 worden uiteengezet.
Figuur 4a toont weer de signalen op de punten A en B in de schakeling van figuur 3, als funktie van de tijd, en de figuren 4b en 4c tonen de stuursignalen die worden aangeboden aan de stuuringangen 21 15 respektievelijk 29 van de schakelaiddelen 18 respektievelijk 27.
De schakelaiddelen 18 werken op dezelfde wijze, zoals reeds aan de hand van figuren 1 en 2 is uitgelegd. Het signaal A in figuur 4a en het stuursignaal van figuur 4b zijn dus gelijk aan de betreffende signalen in figuur 2a respektievelijk 2b.
20 Als op het aoaent t=tQ+T1 de eerste schakelmiddelen 18 weer gesloten worden, wordt er door het blok 30 een stuursignaal, zie figuur 4c, afgeleid waardoor de tweede schakelmiddelen 27 gedurende een tijdinterval T2 kortstondig gesloten zijn. Gedurende dit tijdinterval bevindt zich op het verbindingspunt tussen de schakelmiddelen 27 en de 25 weerstand 28 dezelfde spanning als op het punt A. De spanning op het punt B zal dus oplopen en de met de onderbroken lijnen aangegeven voortzetting van de kurve B vanaf t=tQ, kruisen. Nadat de schakelmiddelen 27 weer geopend zijn loopt de spanning op het punt B weer terug naar de met de onderbroken lijn aangegeven voortzetting van 30 de kurve B vanaf t=t0.
De met de schuine arceringen aangegeven oppervlakken 02 en Og, die worden omgeven door de werkelijke kurve B onder respektievelijk boven de met een onderbroken lijn aangegeven voortzetting en de onderbroken lijn zelf, geven weer de uiteindelijke 35 verstoring aan, aanwezig aan de uitgang 15. Daar de verstoring nu is opgebouwd uit twee deelverstoringen aan weerszijden van de voortzetting, is deze verstoring perceptief gezien, minder hoorbaar, en dus minder 8603036 PHN 11.953 10 storend. Men zal verder de schakeling van figuur 3 bij voorkeur zodanig dimensioneren dat de oppervlakken 02 en 03 van dezelfde orde van grootte zijn.
Voor de werking van de schakeling maakt het niet uit of 5 de hulpsignaalweg 26 parallel is geschakeld met enkel de weerstand 23, of is parallelgeschakeld met zowel de schakelmiddelen 18 als de weerstand 23. Ook kan de weerstand 23 hier eventueel vóór de schakelmiddelen 18 zijn geschakeld.
Figuur 5 toont weer een ander uitvoeringsvoorbeeld. Het 10 verschil met het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 is, dat hier een tweede kondensator 33 (C2) is aangebracht tussen de uitgang 20 van de eerste schakelmiddelen 18 en het punt van konstante potentiaal (aarde).
In de keten van de uitgang 14 van de demodulatorschakeling 10 naar het punt A is een tweede impedantie 15 opgenomen. Dit kan een aparte weerstand zijn, bij voorbeeld weerstand R2, doch men kan ook eventueel de inwendige weerstand van de schakelmiddelen 18 als zodanig benutten.
De werking van de schakeling van figuur 5 wordt weer duidelijk met behulp van de signalen weergegeven in figuren 6a en b.
20 Figuur 6a toont weer de signalen aanwezig op de punten A en B in figuur 5 en figuur 6b toont het stuursignaal dat wordt aangeboden aan de schakelmiddelen 18.
Het gearceerde oppervlak O4 tussen de kurve B en de met de onderbroken lijn vanaf t=tQ aangegeven voortzetting, geeft weer de 25 verstoring aan ten opzichte van het gewenste signaal, welke verstoring aanwezig is aan de uitgang 15 van de houdschakeling 12". Indien de tijdkonstante van het RC-filter gevormd door de elementen R2, C2 kleiner is dan de tijdkonstante R^C^ van het filter van figuur 1 dan zal het oppervlak 0^ uit figuur 6 kleiner zijn dan het oppervlak 0^ 30 in figuur 2. Dat betekent dat de verstoring in de schakeling van figuur 5 kleiner is dan de verstoring in de schakeling van figuur 1.
Figuur 7 toont nog een ander uitvoeringsvoorbeeld. Het toont in feite het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 5, waaraan de hulpsignaalweg 26 van figuur 3 is toegevoegd. Figuur 8a toont weer de 35 signalen op de punten A en B in figuur 7, als funktie van de tijd, en de figuren 8b en c tonen weer de stuursignalen voor de schakelmiddelen 18 respektievelijk 27.
8603038 «i PHN 11.953 11
In figuur 8a toont de kurve B een gedrag dat veel lijkt op het gedrag van de kurve B in figuur 4a. Er ontstaat een verstoring die resulteert in afwijkingen van het gewenste signaal naar een kleinere signaalamplitude (het oppervlak 05) en naar een grotere 5 signaalamplitude (het oppervlak 0g). Zoals reeds bij figuur 4 is gezegd is het ook in figuur 8 zo dat deze verstoring, perceptief gezien, minder hoorbaar en dus winder storend is dan de verstoring verkregen met de schakeling van figuur 5. Bovendien levert de schakeling van figuur 7 een lagere verstoring dan de schakeling van figuur 3, vergelijk daartoe 10 met elkaar de grootte van de oppervlakken O2 en O3 met Og respektievelijk 0g.
Het zij vermeld dat de uitvinding niet beperkt is tot enkel de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. De uitvinding is eveneens van toepassing op die inrichtingen die zich op niet op de uitvinding 15 betrekking hebbende punten van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden verschillen. Zo is het bij voorbeeld mogelijk de eerste impedantie 23 (Rj) in de figuren 3 en 7 te splitsen in twee delen, één deel te schakelen tussen de uitgang 20 van de schakelmiddelen 18 en het punt A en het tweede deel tussen de punten A en B te schakelen. Ook zou men in 20 dat geval in de schakeling van figuur 7 de hulpsignaalweg 26 dan parallel kunnen schakelen aan enkel het tweede deel van .
8603036

Claims (7)

1. Inrichting voor het demoduleren van een FM-gemoduleerd signaal, met een ingangsklem voor het ontvangen van het FM-gemoduleerde signaal en een uitgangsklem voor het afgeven van een gedemoduleerd signaal, voorzien van een hoofdsignaalweg tussen de ingangsklem en de 5 uitgangsklem, bevattende - een demodulatorschakeling, voor het demoduleren van het FM-gemoduleerde signaal, met een ingang gekoppeld met de ingangsklem, en een uitgang, - een laagdoorlaatfilter, bevattende een kapacitief element, 10. een houdschakeling, met een signaalingang, een stuursignaalingang en een uitgang die is gekoppeld met de uitgangsklem, welke houdschakeling ten minste bevat eerste stuurbare schakelmiddelen, met een ingang en een uitgang gekoppeld met de ingang respektievelijk uitgang van de houdschakeling, en een stuuringang gekoppeld met de stuursignaalingang 15 van de houdschakeling, en een eerste kondensator gekoppeld tussen de uitgang van de houdschakeling en een eerste punt van konstante potentiaal, waarbij de houdschakeling is ingericht voor het tenminste ongeveer vasthouden van het signaal toegevoerd aan zijn ingang, onder invloed van een stuursignaal toegevoerd aan de stuursignaalingang en dat 20 de eerste schakelmiddelen daartoe zijn ingericht voor het gedurende een eerste tijdinterval onderbreken van de inwendige verbinding tussen hun ingang en uitgang, onder invloed van dit stuursignaal, met het kenmerk, dat ten minste het kapacitieve element van het laagdoorlaatfilter in de houdschakeling is opgenomen en achter de eerste 25 stuurbare schakelmiddelen in de hoofdsignaalweg is geplaatst, dat in de verbinding van de ingang van de houdschakeling naar de niet met het punt van konstante potentiaal gekoppelde klem van de kondensator een eerste impedantie is aangebracht, en dat het laagdoorlaatfilter ten minste gevormd wordt door deze eerste impedantie en het kapacitieve element, en 30 de eerste kondensator deel uitmaakt van het kapacitieve element.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste impedantie is gekoppeld tussen de uitgang van de eerste schakelmiddelen en de niet met het punt van konstante potentiaal gekoppelde klem van de kondensator, en dat een tweede kondensator is 35 geschakeld tussen de uitgang van de eerste schakelmiddelen en het punt van konstante potentiaal.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in 860 3 03 6 Λ ί ΡΗΝ 11.953 13 de verbinding van de ingang van de houdschakeling naar de niet net het punt van konstante potentiaal gekoppelde kien van de tweede kondensator een tweede inpedantie is opgenonen.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met 5 het kennerk, dat een hulpsignaalweg is parallelgeschakeld aan ten minste de eerste impedantie, welke hulpsignaalweg tweede stuurbare schakelniddelen bevat net een ingang en een uitgang en die zijn ingericht voor het realiseren van een inwendige koppeling van deze ingang naar deze uitgang ten minste gedurende een tweede tijdinterval 10 T2, volgend op het eerste tijdinterval T^.
5. Inrichting volgens conclusie 4, net het kenmerk, dat in de hulpsignaalweg een serieschakeling van de tweede stuurbare schakelniddelen en een derde inpedante is opgenomen.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 beide uiteinden van de eerste weerstand zijn gekopppeld net de inverterende respektievelijk de niet-inverterende ingang van een verschilversterker, waarvan een uitgang via een serieschakeling van tweede schakelniddelen en een spanning-naar-stroomomzetter is gekoppeld net de uitgang van de houdschakeling, en dat het verbindingspunt tussen 20 de tweede schakelniddelen en de spanning-naar-stroononzetter via een tweede kondensator is gekoppeld net het punt van konstante potentiaal.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kennerk, dat de inrichting is opgenomen in een videorekorder voor het, na het uitlezen van een registratiedrager, demoduleren van een 25 (audio)signaal dat FN-genoduleerd op de registratiedrager is ingeschreven, dat de inrichting daartoe verder bevat - twee of neer op een roteerbare koptronmel aangebrachte leeskoppen, - schakelniddelen, met twee of meer ingangen, een uitgang en een 30 stuuringang, welke schakelniddelen zijn ingericht voor het koppelen van één van de ingangen net de uitgang onder invloed van een aan de stuuringang toe te voeren stuursignaal, waarbij een uitgang van elk van de twee of neer leeskoppen is gekoppeld net een bijbehorende ingang van de twee of neer ingangen van de schakelniddelen, en de uitgang van de 35 schakelniddelen is gekoppeld met de ingang van de demodulatorschakeling. 660 3 636
NL8603036A 1986-11-28 1986-11-28 Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal. NL8603036A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8603036A NL8603036A (nl) 1986-11-28 1986-11-28 Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.
US07/118,092 US4870511A (en) 1986-11-28 1987-11-05 Device for demodulating a frequency-modulated signal
EP87202311A EP0272726B1 (en) 1986-11-28 1987-11-25 Device for demodulating a frequencymodulated signal
DE8787202311T DE3772356D1 (de) 1986-11-28 1987-11-25 Demodulator fuer moduliertes signal in frequenz.
AT87202311T ATE66551T1 (de) 1986-11-28 1987-11-25 Demodulator fuer moduliertes signal in frequenz.
JP62296256A JP2659200B2 (ja) 1986-11-28 1987-11-26 周波数変調信号復調用装置
KR87013408A KR960003168B1 (en) 1986-11-28 1987-11-27 Device for demodulating a frequency-modulated signal

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8603036A NL8603036A (nl) 1986-11-28 1986-11-28 Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.
NL8603036 1986-11-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8603036A true NL8603036A (nl) 1988-06-16

Family

ID=19848910

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8603036A NL8603036A (nl) 1986-11-28 1986-11-28 Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4870511A (nl)
EP (1) EP0272726B1 (nl)
JP (1) JP2659200B2 (nl)
KR (1) KR960003168B1 (nl)
AT (1) ATE66551T1 (nl)
DE (1) DE3772356D1 (nl)
NL (1) NL8603036A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2602342B2 (ja) * 1990-04-26 1997-04-23 日本電気アイシーマイコンシステム株式会社 スイッチングノイズ除去装置
NL9002004A (nl) * 1990-09-12 1991-01-02 Philips Nv Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.
JP3465434B2 (ja) * 1995-09-06 2003-11-10 ソニー・プレシジョン・テクノロジー株式会社 レーザードップラー速度計

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3689845A (en) * 1969-11-01 1972-09-05 Philips Corp Circuit arrangement for suppressing interferences in a receiver of electrical signals
AT308209B (de) * 1971-07-15 1973-06-25 Philips Nv Schaltungsanordnung zur Dropout-Kompensation bei der Wiedergabe von auf einem Aufzeichnungsträger gespeicherten Signalen
US4184178A (en) * 1972-11-30 1980-01-15 Basf Aktiengesellschaft Drop-out compensator for sound reproducing apparatus during tape reversal
AT369605B (de) * 1981-02-06 1983-01-25 Philips Nv Wiedergabegeraet
JPS58121882A (ja) * 1982-01-16 1983-07-20 Sony Corp 映像及び音声信号再生装置
JPS59119511A (ja) * 1982-12-27 1984-07-10 Pioneer Electronic Corp 情報再生装置
JPS59231708A (ja) * 1983-06-14 1984-12-26 Sony Corp 信号処理装置
DE3440969A1 (de) * 1984-11-09 1986-05-15 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig holländ. Stiftung & Co KG, 8510 Fürth Anordnung zur beseitigung der kopfumschaltstoerungen in videorecordern
JPS61149491U (nl) * 1985-03-08 1986-09-16
US4704642A (en) * 1985-05-01 1987-11-03 Victor Company Of Japan, Ltd. Noise reduction circuit for reducing pulse noise in audio signal reproduced from a recording medium

Also Published As

Publication number Publication date
EP0272726B1 (en) 1991-08-21
JP2659200B2 (ja) 1997-09-30
DE3772356D1 (de) 1991-09-26
KR880006836A (ko) 1988-07-25
EP0272726A1 (en) 1988-06-29
US4870511A (en) 1989-09-26
JPS63142907A (ja) 1988-06-15
ATE66551T1 (de) 1991-09-15
KR960003168B1 (en) 1996-03-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002004A (nl) Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.
US4032966A (en) Drop out compensation device
JPS5980010A (ja) プログラマブルアツテネ−タ
US4106063A (en) Circuit arrangement for a dropout detector
NL8603036A (nl) Inrichting voor het demoduleren van een fm-gemoduleerd signaal.
NL192907C (nl) Zendontvanger.
NL8201394A (nl) Inrichting voor bewerking van een videosignaal.
JPH01237963A (ja) ドロップアウト補償装置
KR890016850A (ko) 모드 판별회로
JP2960729B2 (ja) 検出回路
US4648118A (en) Apparatus for reducing noise in audio signals
KR900018978A (ko) 비데오 신호 기록 및 재생 장치
US4628371A (en) Drop-out compensator for a recorded signal playback system
JPH04243058A (ja) ノイズ低減装置
JPS5846563Y2 (ja) 負帰還形位相検波器の不要信号除去装置
JP2626102B2 (ja) Fm復調器
JPH04342315A (ja) バースト信号受信回路
JPS6354083A (ja) ドロツプアウト補償装置
GB2132859A (en) Audio information reproducing system
JPH0335473A (ja) 磁気記録再生装置
JPS6325544B2 (nl)
JPH02126706A (ja) Fm復調回路
JPS62188005A (ja) 磁気記録再生装置
JPS61274507A (ja) 可変減衰回路
JPS6057555A (ja) ビデオディスクプレ−ヤのピックアップ回路

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed