NL8601252A - Een projectiel van hoge snelheid. - Google Patents

Description

* »

Een projectiel van hoge snelheid TECHNISCH GEBIED

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een projectiel, dat geschikt is voor hoge snelheden, waarbij dit hier geacht moet worden snelheden van bijvoorbeeld 400 m/s en hoger te betekenen. Het nieuwe projectiel moet een vermogen hebben voor het 5 doorboren van doelen die zowel geringe als grote weerstand tegen doorboring bieden. In dit geval moet het projectiel in werking te stellen zijn voor het exploderen van de nuttige lading van het projectiel na doordringing tot in het doel. Voorts is het projectiel van het type, dat een voorste afsluiting van materiaal van hoge 10 sterkte, bijvoorbeeld staal, omvat. Het omvat ook een schokbuis, die ontploft bij de stoot tegen elk willekeurig soort doel en werkt door hetzij hoge gevoeligheid bij de stoot tegen een doel van geringe weerstand tegen doorboring, hetzij door vertraagde werking, die explosie van de nuttige lading veroorlooft zodra het projectiel 15 tot in het doel doorgedrongen is.

DE STAND VAN DE TECHNIEK

Het is op zichzelf op dit gebied bekend om te voorzien in projectielen die geëxplodeerd kunnen worden bij de stoot tegen 20 zwakke doelen en doelen met hoge weerstand tegen doorboring. Bij dergelijke projectielen wordt de voorste afsluiting aangewend om deel te nemen in de doorboringsfunctie. In dergelijke gevallen kan de schokbuis geacht worden te bestaan uit een voorste gedeelte (stootonderdeel) dat zich voor de afsluiting bevindt, en een 25 achterste gedeelte (activeringsgedeelte) dat zich achter de afsluiting bevindt. Het voorste gedeelte is gevoelig en reageert op de stoot tegen zwakke doelen. Bij de stoot tegen hoge weerstand bezittende doelen, bijvoorbeeld doelen met 12 mm pantserbeplating, wordt het voorste gedeelte van de schokbuis vernield, met het 30 gevolg dat dit voorste gedeelte geen daadwerkelijke functie heeft in dergelijke gevallen. Het activeringsgedeelte van de schokbuis J5 01 2-5 2 * 4 - 2 - is er op berekend om ook in dit geval in werking te treden en om de explosie met vertraagde werking van de nuttige lading van het projectiel teweeg te brengen. Het achterste gedeelte van de schok-buis functioneert dus bij de stoot tegen zowel zwakke doelen als bij 5 de stoot tegen hardere doelen.

Het is cruciaal dat de losbarsting van het projectiel niet plaats vindt tot na de totale doorboring en nadat het projectiel tot in het doel doorgedrongen is over een afstand van ongeveer 1,5 -3 m.

10

KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING TECHNISCH PROBLEEM

Teneinde het beoogde effect tot het realiseren van een 15 doelmatige losbarsting bij de ontsteking van de nuttige lading van het projectiel na doordringing van het projectiel tot in het doel te verkrijgen, is het van vitaal belang om de schokbuis zo te ontwerpen dat de exacte losbarsting plaats vindt wanneer dit gewenst is, en op hetzelfde tijdstip, zodat onbedoelde losbarsting op doel-20 treffende wijze voorkomen wordt.

OPLOSSING

Het voornaamste oogmerk van de onderhavige uitvinding is om een inrichting en uitvoering te realiseren, die deze en andere probleemconstructies oplost. Hetgeen in hoofdzaak als kenmerkend 25 geacht kan worden voor een projectiel volgens de onderhavige uitvinding is dat de schokbuis een lading met vertraagde werking omvat, die zich achter de afsluiting bevindt en waaraan een zodanige plaats is toegekend dat deze goed beschermd is tegen het ontploffen daarvan door schokgolven, die in de voorste materiaalgedeelten van 30 het projectiel voortgebracht worden; en dat de lading met vertraagde werking blootgesteld is aan een eenheid, die tussen de afsluiting en de lading met vertraagde werking geplaatst is, waarbij deze eenheid bij de ontploffing van de schokbuis een bedrijfszekere ontsteking van de lading met vertraagde werking tot stand brengt.

@601252 * > - 3 -

Bij verdere ontwikkelingen van het hier geopenbaarde uitvindingsbeginsel wordt voorgesteld dat de lading met vertraagde werking opgenomen wordt in een gedeelte van holle cilindrische vormgeving dat op meegevende wijze gemonteerd is in de achterste 5 gedeelten van de schokbuis. Deze monteringswijze kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door middel van ringvormige onderdelen (O-ringen) van elastisch materiaal. De montering is in dit geval zodanig ontworpen dat het holle cilindrische gedeelte op veerkrachtige wijze meegeven kan bij zowel axiale als radiale bewegingen. Bij 10 één voorkeursuitvoering rusten de achterste gedeelten van het holle cilindrische gedeelte tegen een schijfring van kunststof of gelijkwaardig materiaal. In een dergelijk geval kan de schijfring opgenomen zijn in een ruimte die voorzien is voor een ontsteking-veiligheidsorgaan dat zich in de schokbuis bevindt.

15 Op zijn beurt is het holle cilindrische gedeelte in zekere mate meegevend gemonteerd in het achterste gedeelte vein de schokbuis. Dit achterste gedeelte omsluit de lading met vertraagde werking en in het voorgaande genoemde eenheid in samenhang met het ontstekingveiligheidsorgaan en de bodemschroef met daarmee samen-20 hangende drijflading en oog. Het achterste gedeelte is bij voorkeur van licht materiaal, bijvoorbeeld aluminium. Naar elkaar toegekeerde eindoppervlakken van de in het voorgaande genoemde afsluiting en het in het voorgaande genoemde achterste gedeelte worden tegen elkaar aan gedreven door tussenkomst van een ring van lood of 25 ander zacht, meegevend materiaal.

Bij een verdere voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding is de eenheid ontworpen met een mondstuk dat afvoert in een ruimte waaraan de lading met vertraagde werking verbonden is door tussenkomst van een eindoppervlak. De eenheid is werkzaam om 30 gas en thermische energie uit voorste gedeelten in de schokbuis over te brengen om zodoende een aanhoudende doeltreffende ontstekings-impuls voor de lading met vertraagde werking te realiseren. Dit wordt gerealiseerd doordat de eenheid door tussenkomst van het mondstuk een hoge druk in de ruimte opwekt, die tegen het einde van 35 de ontstekingsimpuls opgevoerd wordt. De eenheid kan ook zijn eigen §601252 * * - 4 - lading omvatten, die het energiegehalte van de gassen uit de voorste gedeelten van de schokbuis opdrijft. Het volume van de ruimte bedraagt 1-6 cm3, bij voorkeur ongeveer 3-4 cm3 . De diameter van het mondstuk bedraagt 0,2-0,6 mm, bij voorkeur tussen 0,3 en 5 0,5 mm.

Het stootonderdeel van de schokbuis is bij voorkeur ontworpen met twee opeenvolgende slaghoedjes die met elkaar in verbinding staan via een kanaal. Het voorloop-slaghoedje kan tot ontploffing gebracht worden door middel van een slagpin op een 10 op zichzelf bekende wijze. Het achteraankomende slaghoedje staat in verbinding met de in het voorgaande genoemde eenheid door tussenkomst van een kanaal dat zich door de in het voorgaande genoemde afsluiting uitstrekt.

De slagpin wordt in werking gesteld door middel van een 15 stootonderdeel dat samenwerkt met een stang die op zijn beurt op de slagpin inwerkt. De samenwerking tussen het stootonderdeel en de stang komt tot stand door tussenkomst van een komvormig oppervlak op het stootonderdeel en een bolvormig oppervlak op de stang.

20 Bij de stoot tegen een zwak doel wordt het gevoelige voorste gedeelte van de schokbuis geactiveerd en dit voorste gedeelte stelt op zijn beurt de achterste gedeelten van de schokbuis in werking door tussenkomst van de in het voorgaande genoemde afsluiting. Bij de stoot tegen harde doelen wordt het voorste 25 gedeelte vernield. Wanneer het voorste gedeelte vernield wordt, wordt het achterste slaghoedje tot ontploffing gebracht en brengt dit op zijn beurt het achterste gedeelte van de schokbuis tot ontploffing.

VOORDELEN

30 Als gevolg van de in het voorgaande voorgestelde ver beteringen zal er een projectiel gerealiseerd worden, waarbij de ontsteking en losbarsting op nauwkeurige en doeltreffende wijze plaats vinden, ongeacht het soort doel. Schokgolven in de voorste gedeelten van het projectiel kunnen geen verkeerd overhalen van de 35 losbarstingslading van het projectiel teweeg brengen.

8601252 - 5 -

Als een verder gevolg van de voorgestelde constructie kunnen de voorste gedeelten van het projectiel uit verschillende soorten materialen bestaan, waarbij dit een dempingseffect op de in het voorgaande beschouwde schokgolven heeft. Zodoende wordt de 5 op meegevende wijze gemonteerde lading met vertraagde werking beschermd door verscheidende uiteenlopende middelen tegen deze schokgolven. In de eerste plaats wordt deze op meegevende wijze gedragen in het in het voorgaande genoemde achterste gedeelte van de schokbuis. Op zijn beurt wordt het achterste gedeelte in aanzien-10 lijke mate op meegevende wijze gedragen in de afsluiting. De verschillende materiaalsoorten in het in het voorgaande genoemde achterste gedeelte, de afsluiting en de voorste gedeelten van het projectiel zijn omvat in de beschermingsfuncties voor de lading met vertraagde werking.

15 Als gevolg van de specifieke uitvoering met de in het voorgaande genoemde eenheid, die voorzien is van het in het voorgaande besproken mondstuk, zal een doeltreffende druk van de ontstekings-gassen opgewekt worden in de ruimte die naar het ontstekingsopper-vlak van de lading met vertraagde werking voert. De ontstekings-20 impuls voorde lading met vertraagde werking zal aanhouden en een drukverhoging zal verzekerd zijn aan het einde van de ontstekings-impuls. De opdrijflading van de eenheid zelf vormt een waarborg voor een langdurige ontstekingsimpuls van het hier beschouwde type.

Het specifieke stootonderdeel in de neus van het 25 projectiel waarborgt een doeltreffende stootfunctie zelfs wanneer de botsingshoek tussen de langsas van het projectiel en het oppervlak van het doel klein is.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE BIJGAANDE TEKENINGEN

De aard van de onderhavige uitvinding en de van beteke-30 nis zijn de aspecten daarvan zullen gemakkelijker begrepen worden uit de volgende korte beschrijving van de bijgaande tekeningen, en de bespreking van één betreffende voorkeursuitvoering.

In de bijgaande tekeningen is: fig. 1 een zijaanzicht van een projectiel van hoge 35 snelheid volgens de onderhavige uitvinding; en 8601252 V « - 6 - fig. 2 een doorsnede door voorste gedeelten van het projectiel, die van belang zijn voor de onderhavige uitvinding, volgens fig. 1.

beschrijving van de voorkeursuitvoering 5 In de tekeningen toont fig. 1 een projectiel van hoge snelheid, dat bestemd is om een mondstuk-tot-doel-bereik in de orde van grootte van 20 kilometers te hebben. De snelheid bij de inslag ligt tussen 400 en 500 meter per seconde. In beginsel is het projectiel opgedeeld in twee delen, 1 en 2, waarbij het deel 1 10 meer in detail weergegeven is in fig. 2. Het deel 2, dat de nuttige lading draagt, kan van een op zichzelf bekend type zijn.

Blijkens fig. 2 is de schokbuisfunctie opgenomen in het voorste gebied 1 van het projectiel. De schokbuisfunctie kan geacht worden te bestaan uit een stootonderdeel 3 en een activeringsonder-15 deel 4. Deze onderdelen 3 en 4 zijn gescheiden door een afsluiting die bij de onderhavige uitvoering bestaat uit een buisvormig romp-bestanddeel van staal van hoge sterkte. Het stootonderdeel 3 is aan de afsluiting verbonden via het vooreinde daarvan. Het onderdeel 4 is vast verankerd aan de afsluiting 5 ter plaatse van het 20 achtereinde daarvan. De afsluiting of het buisvormige bestanddeel 5 is vast opgenomen in de kast 6, bijvoorbeeld door schroefdraad 7 op het rompbestanddeel of de kast respectievelijk, waarbij de kast bovendien afgedicht is door een ring 8 van elastisch materiaal. Een omhulling voorde voorste gedeelten van het projectiel is met 25 9 aangegeven. Deze omhulling is van licht metaal. De omhulling 9 is vast opgenomen op het buisvormige rompbestanddeel 5, bijvoorbeeld door middel van schroefdraad 10, afgedicht door een afdichting 11 van een type corresponderende met de afdichting 8. De neus-kegel 12 van het projectiel is vastgeschroefd aan de voorste 30 gedeelten van de omhulling 9 door tussenkomst van schroefdraad 13.

De neuskegel kan uit licht metaal of gelijkwaardig materiaal bestaan. Een afdichting 14 is ook hier aangebracht. Een voorste buisvormig rompbestanddeel 15 is vastgeschroefd in de omhulling 9 door tussenkomst van schroefdraad 16. Het buisvormige rompbestanddeel 15 om-35 sluit een eerste slaghoedje 17 en een slagpin 18 voor het slaghoedje.

8801252 — 7 — • i

De slagpin 13 is voorzien van een vertrager van een op zichzelf bekend type dat niet meer in detail beschreven zal worden in deze openbaring. Voor het in werking stellen van de slagpin is er een in langsrichting verplaatsbare stang 20 aangebracht, die geactiveerd 5 wordt door een stootonderdeel 21, dat opgencmen is in de neus van het projectiel. De stang vertoont een bolvormig oppervlak 20a, dat samenwerkt met een corresponderend komvormigoppervlak 21a op het stootonderdeel.

Het buisvormige rompbestanddeel 15 vormt ook een houder 10 voor een tweede slaghoedje 22, dat voor de afsluiting 5 geplaatst is. Het slaghoedje 22 strekt zich tot in een centrale uitsparing 5a op het buisvormige rompbestanddeel uit. Het slaghoedje 22 is ingezet in een opsluiting 22a, 22b, waarbij het opsluitingsgedeelte 22a zich tot in de in het voorgaande genoemde uitsparing 5a uit-15 strekt en het opsluitingsgedeelte 22b vastgeschroefd of vast gemonteerd is op een corresponderende wijze in een uitsparing in het buisvormige rompbestanddeel 5. Een natuurlijk breekpunt wordt zodoende gecreëerd in het door de pijlen A weergegeven vlak dat zich loodrecht op het vlak van tekening van fig. 2 uitstrekt. In 20 samenhang met het in het voorgaande genoemde breekpuntsvlak A zijn er twee splinterladingen 23, 24 in het slaghoedje opgenomen, waarvan de splinterlading 24 tegen het eindoppervlak van de ont-stekingslading van het slaghoedje aan ligt.

Het buisvormige rompbestanddeel, dat de afsluiting 5 25 vormt, is ontworpen met een flens 5b, waarvan het omtreksopper-vlak verbonden is aan of deel uitmaakt van het omtreksoppervlak van het projectiel. Een kanaal 25 is aangebracht tussen de slaghoedjes 7 en 22, door tussenkomst waarvan door het slaghoedje 17 voortgebrachte ontstekingsgassen de ladingen 23, 24 van het slag-30 hoedje 22 bereiken kunnen. Het buisvormige rompbestanddeel 5 is ontworpen met een centraal kanaal 26 door tussenkomst waarvan door het slaghoedje 22 voortgebrachte gassen naar achter gevoerd kunnen worden naar het gedeelte 4 achter de afsluiting 5. .

Het gedeelte 4, dat een kastgedeelte 27 omvat, kan uit 35 aluminium of gelijkwaardig materiaal bestaan. Het kastgedeelte 27 8 5 *} f 2 52 - 8 - is vastgeschroefd in het buisvormige rompbestanddeel door tussenkomst van schroefdraad 28. Naar elkaar toegekeerde einden 5c en 27a van de gedeelten 5 en 27 respectievelijk liggen tegen elkaar aan door tussenkomst van een schijfring 29 van lood of correspon-5 derend slagmateriaal. De gedeelten 5 en 27 zijn afgedicht door middel van een ring 30 van. elastisch materiaal. Het kastgedeelte 27 omvat een eenheid 31, die in het vooreinde daarvan opgenomen is, een hol cilindrisch gedeelte 32, een ontsteking 33 en een bodem-schroef 34 met het daarmee samenhangende oog 35 en de drijflading 10 36. De bodemschroef 34 is afgedicht tegen het kastgedeelte 27 door een afdichtingsring 37 van elastisch materiaal. Het kastgedeelte 27 strekt zich tot in een ruimte 38 in het projectiel uit en het eind-oppervlak van de drijflading 36 is naar de hoofdlading of nuttige lading 39 van het projectiel toegekeerd. De ontsteking 33 is van een 15 op zichzelf bekend type, dat de lading 33a omvat, die er op berekend is om verdraaid te worden, van de in fig. 2 voorgestelde zijpositie naar een wapeningpositie in uitgericht verband met het oog 35. Het kastgedeelte 27 omvat een centrale uitsparing 27a waarin het holle cilindrische gedeelte 32 op meegevende wijze opgehangen is in 20 elastische onderdelen die bij de onderhavige uitvoering uitgevoerd zijn in de vorm van drie 0-ringen 40, 41 en 42. Het holle cilindrische gedeelte 32 ligt door tussenkomst van het achtereinde daarvan tegen een schijfring 43 van kunststof of gelijkmatig materiaal aan. De in het voorgaande genoemde 0-ringen zijn er op berekend 25 om zowel axiale als radiale bewegingen te dempen. Het holle cilindrische gedeelte 32 is voorzien van ringvormige omtreksgroeven voor de O-ringen 40 en 41. De O-ring 42 ligt aan tegen een schuin vooroppervlak op het holle cilindrische gedeelte en een binnenste aanslagoppervlak op het kastgedeelte 27.

30 Het holle cilindrische gedeelte draagt centraal een lading 44 met vertraagde werking, die van een op zichzelf bekend type kan zijn, waarvan het eindoppervlak uitkomt in een ruimte 45 van een volume van 1-6 cm3, bij voorkeur 3-4 cm3 .

De eenheid 31 is voorzien van een mondstuk 31a, waarvan 35 de opening 0,2-0,6 mm, bij voorkeur 0,3-0,4 mm, in diameter is. De 3801252 - 9 - eenheid omvat ook. een opdrijf lading 46. De inlaatopening voor de eenheid is met 31b aangegeven en staat in verbinding met een ruimte 5d in de afsluiting 5. De eenheid 31 is werkzaam om aan de ruimte 45 ontstekingsgas toe te leveren voor de lading 44 met vertraagde 5 werking. In dit geval oefent de eenheid een druk op de gassen uit, die tenminste tegen het einde van de ontstekingsimpuls stijgt. De eenheid is er op ingericht om de gassen uit het kanaal 26 te leiden maar kan dankzij zijn eigen opdrijflading 46 zijn eigen gassen voortbrengen.

10 De ontstekingsvolgorde van het projectiel is als volgt:

Bij de stoot tegen een zwak doel wordt de stootkracht afgetast door het stootonderdeel 21 dat de stang 20 in langsrichting verplaatst.

De vertrager 19 wordt hier verondersteld vrijgegeven te worden, met het gevolg dat de stang. 20 de slagpin 18 inwerking stelt. De 15 slagpin brengt de ontstekingslading 17 tot ontploffing, die zodoende ontstekingsgassen voortbrengt, die naar buiten geleid worden tot in het kanaal 25 naar het slaghoedje 22. Dit wordt door deze gassen tot ontploffing gebracht en brengt op zijn beurt gassen voort, die verder geleid worden door het kanaal 26 naar de eenheid 31. De eenheid 20 brengt zodoende de in het voorgaande beschouwde doeltreffende ontsteking van de lading 44 met vertraagde werking teweeg. Verondersteld wordt hier dat de rotatiebescherming in 33 geactiveerd en zo afgesteld wordt dat de ontsteking 33a in uitgericht verband met het oog 35 ingesteld wordt. Als gevolg hiervan zorgt de lading met 25 vertraagde werking voor de ontsteking van de ontstekingspatroon 33a, die op zijn beurt de ladingen 35 en 36 overhaalt, welke tenslotte de hoofdlading 39 ontsteken.

Bij de stoot tegen hard materiaal zal het voorste gedeelte 3 van de schokbuisfunctie vernield worden. In dit geval kan het 30 opbreken verwacht worden plaats te vinden in het vlak A, met het gevolg dat de splinterladingen 23 en 24 tot ontploffing gebracht worden. Dit brengt zodoende de activering van het slaghoedje 22 met zich mee, waarna de volgende volgreeks dezelfde zal zijn als de voorgaande. Zelfs indien het opbreken niet in het deelvlak A op-35 treedt, zal de bij de stoot voortgebrachte thermische energie het 1 9 ; 9 - 10 - slaghoedje tot ontploffing brengen zodat het beoogde effect hetgeen in het voorgaande beschreven is zal zijn.

De ontsteking van de slaghoedjes 17, 22, de eenheid 31 en de lading 44 met vertraagde werking worden zodanig gekozen dat 5 de ontsteking van de hoofdlading plaats vindt nadat het projectiel het doel doorboord heeft en over een afstand van ongeveer 1,5 -3,0 m daarin doorgedrongen is. De vertraagde werking wordt gekozen in afhankelijkheid van de snelheid vein het projectiel en de afstand waarover het projectiel in het doel doordringen moet voor explosie 10 optreedt. De constructie zoals in het voorgaande beschreven is voornamelijk geschikt voor projectielen van hoge snelheid.

In fig. 1 is een doel met M aangegeven en de voor de explosie van de hoofdlading van het projectiel te bereiken door-dringingsafstand is met a aangegeven. Wanneer het projectiel 15 dikwandige doelen, bijvoorbeeld 12 mm pantserbeplating, doorboort neemt de afsluiting 5 als een doeltreffend element deel in de doorborings functie,

Kort samengevat heeft het hier geopenbaarde betrekking op een projectiel, dat bestemd is voor doordringing tot in doelen 20 van zowel geringe als grote weerstand tegen doordringing. Het projectiel is ook werkzaam voor het exploderen van de nuttige lading vah het projectiel na doordringing. Het· projectiel omvat een voorste afsluiting van materiaal van hoge sterkte en een schokbuis die bestemd is om ontstoken te worden bij de stoot 25 tegen doelen van elk betreffend type. Deze schokbuis werkt met hoge gevoeligheid bij de stoot tegen doelen van geringe weerstand tegen doordringing en door vertraagde werking die explosie van de nuttige lading 39 van het projectiel na doordringing veroorlooft.

Een lading 44 met vertraagde werking, die in de schokbuis opgenomen 30 is, is achter de afsluiting 5 geplaatst en hieraan is een beschermde positie toegekend, waar het door schokgolven, die in de voorste materiaalgedeelten van het projectiel optreden, overhalen of in werking stellen van de lading met vertraagde werking verhinderd | wordt. De lading met vertraagde werking is blootgesteld aan een ; 35 eenheid 31, die tussen de afsluiting 5 en de lading met vertraagde 8891252 - 11 - werking geplaatst is, waarbij de eenheid, wanneer de schokbuis tot ontsteking gebracht wordt, een bedrijfszekere ontsteking van de lading met vertraagde werking teweeg brengt. De figuren geven een voorstelling van de nieuwe inrichting.

5 De onderhavige uitvinding moet niet geacht worden beperkt te zijn tot hetgeen in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven is, daar velerlei wijzigingen denkbaar zijn zonder buiten de geest en het kader van de hieraan toegevoegde conclusies of het uitvindingsbeginsel zoals hier geopenbaard te treden.

.8601252

Claims (11)

1. Een projectiel van hoge snelheid, dat berekend is op doordringing in doelen (M) van zowel geringe als grote weerstand tegen doordringing en voor het tot ontploffing brengen van de nuttige lading (39) van het projectiel na doordringing, waarbij 5 het projectiel een voorste afsluiting (5) van materiaal van hoge sterkte, bijvoorbeeld staal, omvat en een schokbuis, die te ontsteken is bij de stoot tegen elk betreffend doel en werkt door hetzij door hoge gevoeligheid bij de stoot tegen vlakke doelen, hetzij door vertraagde werking, die explosie van de hoofdlading 10 na doordringing veroorlooft, met het kenmerk, dat de schokbuis een lading (44) met vertraagde werking omvat, die zich achter de afsluiting bevindt, en waaraan een positie toegekend is, waar deze goed beschermd is tegen het ontsteken daarvan door schokgolven, die in de voorste materiaalgedeelten van het projectiel voort-15 gebracht worden, en dat de lading (44) met vertraagde werking blootgesteld is aan een eenheid (31) , die tussen de afsluiting en de lading met vertraagde werking geplaatst is, waarbij de eenheid bij de ontstoken toestand van de schokbuis een bedrijfs-zekere ontsteking van de lading met vertraagde werking teweeg 20 brengt.

2. Het projectiel zoals omschreven in conclusie 1, met het kenmerk, dat de lading met vertraagde werking opgenomen is in een hol cilindrisch gedeelte (32), dat op meegevende wijze gemonteerd is in een achterste gedeelte (27) van de schokbuis.

3. Het projectiel zoals omschreven in conclusie 2, met het kenmerk, dat het holle cilindrische gedeelte (32) op meegevende wijze gemonteerd is door middel van ringvormige onderdelen (40, 41, 42) van elastisch materiaal; en dat het holle cilindrische gedeelte aan de onderdelen op zodanige wijze aangebracht zijn dat 30 het holle cilindrische gedeelte op meegevende wijze gemonteerd is in zowel axiale als radiale richtingen.

4. Het projectiel zoals omschreven in conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het achterste gedeelte (27) vastgehouden 5601252 ' ~ 13 - wordt in het genoemde gedeelte (5), dat de afsluiting vormt; en dat het achterste gedeelte (27) bestaat uit een materiaal, bijvoorbeeld aluminium, dat van het materiaal van het genoemde afsluiting-vormende gedeelte (5) verschilt.

5. Het projectiel zoals omschreven in conclusie 4, met het kenmerk, dat de naar elkaar toegekeerde eindoppervlakken (Sc, 27a) van het genoemde afsluiting-vormende gedeelte (5) en het genoemde achterste gedeelte (27) naar elkaar toe gedreven worden door tussenkomst van een tussenliggende ring (29) van lood 10 of ander meegevend materiaal.

6. Het projectiel zoals omschreven in elke willekeurige van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat het achteropper-vlak van het holle cilindrische gedeelte tegen een schijfring (43) van kunststof of dergelijke aan ligt; en dat de genoemde schijf- 15 ring een centrale uitsparing heeft.

7. Het projectiel zoals omschreven in elke willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheid voorzien is van een mondstuk (31a), dat afvoert in een ruimte (45), waaraan de lading (44) met vertraagde werking verbonden is; en 20 dat de eenheid door middel van het mondstuk berekend is op het realiseren van een tijdelijk opgevoerde druk in de ruimte.

8. Het projectiel zoals omschreven in conclusie 7, met het kenmerk, dat de eenheid een lading (46) omvat, die de uit voorste gedeelten van de schokbuis verkregen ontstekingstrocm 25 opdrijft.

9. Het projectiel zoals omschreven in elke willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schokbuis twee slaghoedjes (17, 22) omvat, die in onderlinge volgorde en voor de genoemde afsluiting opgenomen zijn; dat de uitlaat van het 30 voorloop-slaghoedje in verbinding staat met de inlaat van het achteraankomende slaghoedje? en dat de uitlaat van het achteraankomende slaghoedje door tussenkomst van een kanaal (26) in het afsluiting-vormende gedeelte (5) in verbinding staat met de inlaat van de genoemde eenheid (31).

10. Het projectiel zoals omschreven in elke willekeurige S6Ö1252 - 14 - van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorste gedeelten van de schokbuis een stootonderdeel· (21) omvatten, dat een stang (20) voor het inleiden van de beweging van een slagpin (18) in werking stelt; en dat het stootonderdeel (21) 5 een komvormig oppervlak (21a) vertoont, dat samenwerkt met de stang door tussenkomst van een bolvormig oppervlak (20a) daarop.

11. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening. 3 6 0 12 5 2