NL8601061A - Meettoestel voor stortgoedstroming. - Google Patents
Meettoestel voor stortgoedstroming. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8601061A NL8601061A NL8601061A NL8601061A NL8601061A NL 8601061 A NL8601061 A NL 8601061A NL 8601061 A NL8601061 A NL 8601061A NL 8601061 A NL8601061 A NL 8601061A NL 8601061 A NL8601061 A NL 8601061A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bulk material
- measuring device
- material flow
- diameter
- flange
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/05—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
- G01F1/20—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
- G01F1/206—Measuring pressure, force or momentum of a fluid flow which is forced to change its direction
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/05—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
- G01F1/20—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
- G01F1/28—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by drag-force, e.g. vane type or impact flowmeter
- G01F1/30—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by drag-force, e.g. vane type or impact flowmeter for fluent solid material
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Measuring Volume Flow (AREA)
- Geophysics And Detection Of Objects (AREA)
Description
ί - «V- Ν.Ο. 33804 1
Meettoestel voor stortgoedstroming.
De uitvinding heeft betrekking op een meettoestel voor een stortgoedstroming met een meetruimte die door een scheidingswand gescheiden is van een transportruimte, een in de transportruimte schuin in de val-weg van het te meten stortgoed aangebrachte botsplaat en met een hori-5 zontaai verstelbare drager voor de botsplaat, die een door een opening in de scheidingswand stekend stangvormig verbindingsgedeelte bezit.
Een meettoestel voor een stortgoedstroming van dit soort is bijvoorbeeld uit DE-A- 31 49 715 bekend. Het scheiden van de meetruimte van de transportruimte heeft ten doel de in de meetruimte aangebrachte 10 gevoelige bestanddelen van het meettoestel voor de stortgoedstroming te beschermen tegen het in de transportruimte voorkomende vuil en stof, aangezien de werking van deze gevoelige bestanddelen door stof en vuil sterk worden beïnvloed, hetgeen tot meetfouten of zelfs tot het totaal uitvallen van het apparaat kan leiden.
15 Bij meettoestellen voor een stortgoedstroming van het aan het be gin genoemde soort bestaat echter het probleem, dat in de scheidingswand een opening voor de doorvoer van een stangvormig verbindingsdeel dat de botsplaat draagt, moet zijn aangebracht. Deze opening moet zo grote afmetingen bezitten, dat hij de maximale verplaatsing van het 20 verbindingsdeel toestaat. Derhalve bestaat er noodzakelijkerwijze een spleet, waardoor nog steeds stof en vuil in de meetruimte kunnen dringen, wanneer geen aanvullende afdichting wordt verschaft.
De afdichting van de opening in de scheidingswand vormt in zoverre een probleem wanneer de verplaatsing van het verbindingsdeel dwars ten 25 opzichte van de opening geschiedt, zoals dat in het bijzonder bij meettoestellen voor een stortgoedstroming het geval is, waarbij de drager voor de botsplaat door een rechte geleiding lineair verplaatsbaar is en de botsplaat zijdelings naast de drager voor de botsplaat is aangebracht . In dit geval moet de afdichting zo uitgevoerd zijn, dat hij de 30 dwarsbeweging van het stangvormige verbindingsdeel toestaat, zonder dat hij daarop een weerstand uitoefent die de gemeten grootheid vervormt.
Bovenal is echter gebleken, dat de meetnauwkeurigheid van dergelijke meettoestellen voor een stortgoedstroming nadelig wordt beïnvloed wanneer de drukschommelingen, die in de transportruimte door het val-35 lende stortgoed worden opgewekt, in de meetruimte worden overgedragen.
De gebruikelijke afdichtingen, welke de beweging van het stangvormige verbindingsdeel slechts weinig tegenwerken, zoals flexibele manchetten, dragen deze drukschommelingen praktisch zonder ze af te zwakken over.
5 ' ·* - A .j
* 1 -r : . J
2
ί IT
Doel van de uitvinding is een meettoestel voor een stortgoedstro-ming van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen, dat een zeer eenvoudige en robuuste beschermingsinrichting tegen stof bezit, die een volledige scheiding van de meetruimte en de transportruimte verschaft, 5 en die de overdracht van drukschommelingen tussen de transportruimte en de meetruimte verregaand verhindert en elke verplaatsing van de drager van de botsplaat, in het bijzonder ook dwars ten opzichte van de opening toelaat, zonder merkbare weerstands- of terugstelkrachten uit te oefenen, die het meetresultaat kunnen vervormen.
10 Volgens de uitvinding wordt dit doel bij een meettoestel voor een stortgoedstroming van het in de aanhef genoemde soort bereikt doordat het door de opening in de scheidingswand stekende gedeelte van het stangvormige verbindingsdeel over een gedeelte van zijn lengte omgeven is door een stijve buis, waarvan de diameter groter is dan de diameter 15 van het stangvormige verbindingsdeel, dat het ene uiteinde van de stijve buis door een eerste buigzaam membraan stofdicht verbonden is met de scheidingswand en dat het andere uiteinde van de stijve buis door een tweede buigzaam membraan stofdicht met het stangvormige verbindingsdeel is verbonden.
20 Bij het meettoestel voor een stortgoedstroming volgens de uitvin ding is de in de scheidingswand aangebrachte opening door de uit de buis en de beide membranen bestaande beschermingsinrichting volledig tegen stof afgesloten, zodat het indringen van vuil of stof uit de transportruimte in de meetruimte wordt verhinderd. De beide membranen 25 zijn over de lengte van de buis ten opzichte van elkaar verschoven, zodat zij elke beweging van het stangvormige verbindingsdeel ten opzichte van de opening, in het bijzonder ook dwars ten opzichte van de as van de opening, zonder merkbare weerstand toelaten. Een dergelijke dwarsbe-weging veroorzaakt slechts het kiepen van de buis, hetgeen door het 30 verbuigen van de beide membranen wordt toegelaten. Membranen zijn in het bijzonder geschikt om zulke Verbuigingen onder lage krachtsontwikkeling en, zonder dat hun sterkte nadelig wordt beïnvloed, met een bijna onbeperkt aantal malen uit te voeren.
Drukverschillen die tussen de transportruimte en de meetruimte 35 heersen kunnen slechts via de ringvormige membraanvlakken worden overgedragen, die enerzijds tussen de stijve buis en de scheidingswand en anderzijds tusen de stijve buis en het stangvormige verbindingsdeel aanwezig zijn. Deze ringvormige membraanvlakken kunnen zeer smal worden gehouden, aangezien zij slechts de kiepbeweging van de stijve buis die 40 overeenkomt met de maximale uitwijking van de drager van de botsplaat, $ ·.’ ·- - - i
V JT . , J
$ ζ 3 behoeven op te nemen. De maximale uitwijking van de drager van de bots-plaat bedraagt bij de gebruikelijke meettoestellen voor een stortgoed-stroming van dit soort slechts enkele millimeters, zodat ook de radiale breedte van de ringvormige membraanvlakken in de orde van grootte van 5 enkele millimeters kan worden gehouden. Daarentegen kan via het mantel-vlak van de stijve buis, die het grootste gedeelte van het oppervlak van de beschermingsinrichting tegen stof dat blootgesteld is aan het drukverschil vormt, geen drukoverdracht plaats vinden.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding volgen uit de 10 volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in de tekening afgebeeld is.
Figuur 1 toont een schematisch zij-aanzicht van een meettoestel voor een stortgoedstroming, waarbij de uitvinding kan worden toegepast.
15 Figuur 2 toont een bovenaanzicht op het meettoestel voor een stortgoedstroming van figuur 1 waarbij de bovenzijde van het huis dat de meetruimte omsluit, is weggenomen.
Figuur 3 toont een vergrote afbeelding van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de beschermingsinrichting tegen stof van het meettoestel 20 voor een stortgoedstroming van de figuren 1 en 2 in de ruststand van de botsplaat.
Figuur 4 toont een overeenkomstige afbeelding van de beschermingsinrichting tegen stof van figuur 3 bij de maximale uitwijking van de botsplaat.
25 Figuur 5 toont een vergrote afbeelding van een tweede uitvoerings voorbeeld van de beschermingsinrichting tegen stof.
Figuur 6 toont een vergrote afbeelding van een derde uitvoeringsvoorbeeld van de beschermingsinrichting tegen stof.
Het in de figuren 1 en 2 zeer schematisch afgebeelde meettoestel 30 10 voor een stortgoedstroming bezit een huis 12, dat een meetruimte 14 omgeeft, en een botsplaat 16, die buiten het huis 12 in een transport-ruimte 18 is aangebracht. De botsplaat 16 ligt schuin in de valweg van het stortgoed 20, waarvan de doorgevoerde hoeveelheid moet worden gemeten en dat op een willekeurige geschikte wijze, bijvoorbeeld via een 35 glijbaan 22, toegevoerd wordt aan de transportruimte 18. De botsplaat 16 wordt door een in het inwendige van het huis 12 geplaatste drager 24 van de botsplaat gedragen, welke zo uitgevoerd is, dat hij een horizontale Verplaatsing van de botsplaat 12 toelaat. De in figuur 2 als voorbeeld afgebeelde drager 24 van de botsplaat bezit daartoe een balk 26, 40 die in een uit als omlijstingen uitgevoerde zijdelen 28, 30 en verbin- ' ' : : 1 4 dingsdelen 32, 34 gevormd gestel 36 axiaal verschuifbaar aangebracht is. Veren 42 en 44, die de balk 26 met het gestel 36 verbinden, trachten de balk 26 in een bepaalde ruststand te houden en verzetten zich met een progressieve veerkracht tegen een verplaatsing van de balk 26 5 uit deze ruststand.
Tot de drager 24 van de botsplaat hoort verder een draagstang 26, die dwars ten opzichte van de langsas van de balk 26 door een opening 48 in de voorwand 50 van het huis 12 is geleid. De draagstang 46 is in de meetruimte 14 stijf met de balk 26 verbonden, terwijl aan het naar 10 buiten in de transportruimte 18 stekende uiteinde van de draagstang 46 de botsplaat 16 is bevestigd. De draagstang 46 dient derhalve als een stangvorraig verbindingsdeel tussen de balk 26 en de botsplaat 16.
Overeenkomstig de bekende werkingswijze van meettoestellen voor een stortgoedstroming van dit soort oefent het op de schuine botsplaat 15 16 van de stortgoed een loodrecht ten opzichte van de botsplaat gerich te impulskracht I uit, die ontbonden kan worden in een horizontale component H en vertikale component V (figuur 1). De horizontale krachts-component H tracht de botsplaat 16 en de daarmee stijf verbonden drager 24 van de botsplaat tegen de kracht van de veren 42, 44 te verplaatsen. 20 De grootte van de horizontale krachtscomponent resp. de daardoor veroorzaakte verplaatsingweg vormen een maat voor de op de botsplaat uitgeoefende impulskracht, die weer bij een bekende valhoogte en dichtheid van het stortgoed 20 een maat voor de doorgevoerde hoeveelheid is. Een in de meetruimte 14 aangebrachte kracht- of wegsensor 52 treedt tenge-25 volge van de uitgeoefende horizontale krachtcomponent resp. op van de daardoor veroorzaakte verplaatsingsweg in werking en verschaft derhalve een uitgangssignaal, dat een maat voor de doorgevoerde hoeveelheid vormt.
Het huis 12 heeft ten doel de meetruimte 14 en de zich daarin be-30 vindende bestanddelen van het meettoestel voor een stortgoedstroming te beschermen tegen het in de transportruimte 18 voorkomende vuil en stof. De vorming van afzettingen van stortgoed, vuil en stof kunnen meetfou-ten veroorzaken of tot het totaal uitvallen van het apparaat leiden.
De enige verbinding tussen de meetruimte 14 en de transportruimte 35 18 komt voor op de plaats van de opening 48 in de voorste scheidings wand 50. Deze opening moet zo grote afmetingen bezitten, dat hij de maximale verplaatsing van de draagstang 46 toelaat.
Om het indringen van vuil en stof via de opening 48 te verhinderen, is een beschermingsinrichting 60 tegen stof voorzien, waarvan de 40 verschillende uitvoeringsvormen in de figuren 3 tot en met 6 op grotere < « - · j ^ l
V w -J KJ J
5 schaal zijn afgeheeld.
In de figuren 3 tot en met 6 is het gedeelte van de voorwand 50 van het huis 12 te zien dat de opening 48 omgeeft, welke de scheidingswand tussen de meetruimte 14 en de transportruimte 18 vormt, alsmede de 5 door de opening 48 gestoken draagstang 46.
Bij de in de figuren 3 en 4 afgebeelde uitvoeringsvorm wordt de beschermingsinrichting tegen stof 60 door een stijve buis 62 en twee buigzame membranen 64 en 66 gevormd. De stijve buis 62 bestaat uit metaal of een stijve kunststof en omgeeft het uit de opening 48 stekende 10 gedeelte van de draagstang 46 over een bepaalde lengte. Zijn diameter is groter dan de diameter van de draagstang 46, doch kleiner dan de diameter van de opening 48. Het membraan 64 verbindt het uiteinde van de buis 62, dat naar de opening 48 gekeerd is, stofdicht met de rand van de opening 48. Het membraan 66 verbindt het andere uiteinde van de 15 buis 62 stofdicht met de draagstang 46. Elk van de beide membranen 64 en 66 is derhalve ringvormig en bezit zodanige afmetingen, dat hij de ringvormige spleet tussen de buis 62 en de rand van de opening 48 resp. de omtrek van de draagstang 46 volledig bedekt.
Figuur 3 toont de delen van de beschermingsinrichting 60 tegen 20 stof in de ruststand van de drager 24 voor de botsplaat, dat wil zeggen wanneer geen kracht door stortgoed op de botsplaat 16 wordt uitgeoefend. De draagstang 46 staat dan ongeveer in het midden van de opening 48, en de membranen 64 en 66 houden de buis 62 ongeveer coaxiaal ten opzichte van de draagstang 46.
25 In figuur 4 nemen dezelfde delen de stand in, die overeenkomt met de maximale verplaatsing van de drager 24 van de botsplaat. De draag-. stang 46 is dan ten opzichte van de hartlijn van de opening 48 naar de zijkant verschoven. Daarbij is de langsas van de buis 62 ten opzichte van zijn ruststand gekiept over een hoek a. Dit kiepen wordt door het 30 meegeven van de membranen 64 en 66 mogelijk gemaakt. De membranen oefenen daarbij op de draagstang 46 een zekere terugstelkracht, welke de meetkracht tegenwerkt en niet gewenst is, aangezien daardoor het meetresultaat wordt vervormd. De terugstelkracht is een functie van de ' eigenschappen van het membraan, in het bijzondere van het toegepaste 35 membraanmateriaal, het eigen gewicht van de buis en de geometrische afmetingen van het totale systeem.
Met betrekking tot de geometrische afmetingen is in figuur 4 te zien, dat de inwendige diameter van de buis 62 zodanige afmetingen moet bezitten, dat de draagstang 46 bij de grootst mogelijk voorkomende uit-40 wijking nog niet tegen de buis 62 aanstoot.
A J& 6
Ter verkrijging van een zo klein mogelijke terugstelkracht is het toepassen van meegevende membranen gunstig, doch in dit opzicht worden beperkingen gevormd door de eisen van een voldoende mechanische sterkte en duurzaamheid. Bij voorkeur bestaan de membranen uit siliconenrubber.
5 Hun randgedeelten kunnen met de scheidingswand 50, de buis 62 en de draagstang 46 door klemmen zijn verbonden.
Bij overigens dezelfde voorwaarden zijn de terugstelkrachten des te kleiner alnaar gelang de buis 62 langer is. De buislengte L kan echter met het oog op de bestaande ruimteverhoudingen niet willekeurig 10 groot worden gemaakt. Voor het overige is de verkleining van de terugstelkracht bij een toenemende buislengte steeds kleiner, zodat vanaf een bepaalde buislengte geen merkbare winst meer kan worden verkregen.
Wanneer tussen de meetruimte 14 en de transportruimte 18 aan beide zijden van de scheidingswand 50 een drukverschil bestaat, zijn de vrije 15 ringvormige vlakken van de membranen 64 en 66 de enige vlakken van de beschermingsinrichting 60 tegen stof, via welke het drukverschil kan worden overgedragen, aangezien een drukoverdracht via het mantelvlak van de stijve buis 62 niet mogelijk is. Met betrekking tot het probleem van de drukoverdracht is het derhalve gunstig, de radiale breedten van 20 de vrije ringvormige vlakken van de membranen 64 en 66, dus de breedte Bi van het membraan 64 en de breedte B2 van het membraan 66, zo klein mogelijk te maken. Ook deze breedten BI en B2 worden bepaald door de maximale uitwijking van de draagstang 46. Daarbij wordt opgemerkt dat de afbeelding in de figuren 3 en 4 niet maatgevend is en dat in het 25 bijzonder de in figuur 4 afgebeelde uitwijking van de draagstang 46 in verband met de duidelijkheid zeer overdreven is. Hij bedraagt in werkelijkheid slechts enkele millimeters wanneer de sensor 52 een wegsensor is, en is praktisch nul wanneer de sensor 52 een krachtsensor is. De radiale breedten BI en B2 van de membranen 64 resp. 66 kunnen derhalve 30 eveneens in de orde van grootte van enkele millimeters worden gehouden. Ze zijn in elk geval zeer klein in verhouding tot de lengte L van de stijve buis 62. Bijvoorbeeld kan bij een buislengte L van ongeveer 200 millimeter elke breedte BI en B2 tussen ongeveer 5 en 15 mm bedragen.
Figuur 5 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van de beschermings-35 inrichting tegen stof. Hier is aan het randgebied van de scheidingswand 50, dat de opening 48 omgeeft, een ringvormige flens 70 stofdicht met de scheidingswand 50 verbonden. Dit kan geschieden met elke bekende verbinding die de stofdichtheid verzekert. De flens 70 is zo aangebracht, dat zijn opening 72 in een vlak ligt met de opening 48 van de 40 scheidingswand 50. De van de scheidingswand 50 afgekeerde kopkant van :·· · . : 31 7 de flens 70 bezit een schotelvormige uitsparing 74..
Een verdere ringvormige flens 76 is stofdicht met de draagstang 46 verbonden. De naar de flens 70 toegekeerde kopkant van de flens 76 bezit een schotelvormige uitsparing 78. De beide flenzen 70 en 72 bezit-5 ten ongeveer dezelfde uitwendige diameter.
Tussen de beide flenzen 70 en 72 is een stijve buis 80 aangebracht die de draagstang 46 omgeeft, waarvan de lengte ongeveer gelijk is aan de afstand tussen de beide flenzen 70 en 76. De inwendige diameter van de buis 80 is aanzienlijk groter dan de diameter van de draagstang 46, 10 en zijn uitwendige diameter is kleiner dan de uitwendige diameter van elke flens 70, 72.
Een slangvormig omhulsel 82 van meegevend membraanmateriaal, bijvoorbeeld siliconenrubber, omsluit de stijve buis 80 alsmede de mantel-vlakken van de beide flenzen 70 en 76 zodanig dat hij daar nauwsluitend 15 tegenaan ligt, met welke flenzen het slangvormige omhulsel 82 om de onttrek heen stofdicht verbonden is. Het slangvormige omhulsel 82 vormt derhalve een doorgaande stofdichte afsluiting vanaf de scheidingswand 50 tot aan de flens 76.
Een tussen het mantelvlak van de flens 77 en de stijve buis 80 in 20 wezen radiaal verlopend ringvormig gedeelte van het omhulsel 82, dat de schotelvormige uitsparing 74 van de flens 70 overspant, vormt een eerste buigzaam membraan 84. Op dezelfde manier vormt een tussen het mantelvlak van de flens 76 en de stijve buis 80 in wezen radiaal verlopend ringvormig gedeelte van het omhulsel 82, dat de schotelvormige uitspa-25 ring 78 van de flens 76 overspant, een tweede buigzaam membraan 86.
Direct is te zien dat de ophanging van de stijve buis 80 aan de beide buigzame membranen 84 en 86 een verschuiving in dwarsrichting van de draagstang 46 waarbij de stijve buis 80 kantelt, op dezelfde wijze toelaat zoals het in figuur 4 voor de eerste uitvoeringsvorm afgebeeld 30 is. Het kantelen van de stijve buis 80 wordt door de schotelvormige uitsparingen 62, 70 en 78 in de flenzen 70 en 76 toegelaten.
Bij de uitvoeringsvorm van figuur 5 liggen de beide membranen 84 en 86 tegen de buitenzijde van de stijve buis 80 en de naar elkaar toegekeerde kopkanten van de flenzen 70, 76 aan. De radiale breedten Bl 35 van het membraan 84 en B2 van het membraan 86, die bij de afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden even groot zijn, moeten in verband met het verkleinen van het probleem van de drukoverdracht weer zo klein mogelijk worden gehouden, zoals dit hiervoor aan de hand van het uitvoerings-voorbeeld van de figuren 3 en 4 werd toegelicht.
40 Figuur 6 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld van de beschermings— * * . - 5 8 inrichting tegen stof, dat gevormd is door het veranderen van de uit-voeringsvoorbeeld van figuur 5. Zoals daar is aan de scheidingswand 50 de met de schotelvormige uitsparing 74 uitgeruste ringvormige flens 70 stofdicht aangebracht en wel zo, dat zijn opening 72 in een vlak ligt 5 met de opening 48 in de scheidingswand 50. Verder is weer een tweede flens 88 stofdicht met de draagstang 46 verbonden, doch nu is de uitwendige diameter van de tweede flens 88 kleiner dan de uitwendige diameter van de eerste flens 70.
De stijve buis 90 is verdeeld in meerdere (in het afgebeelde voor-10 beeld 3) ringvormige buisgedeelten 91, 92, 93 met verschillende diameters. De diameter van de buisgedeelten nemen met toenemende afstand van de scheidingswand 50 stapsgewijze af, waarbij de grootste diameter, dus de diameter van het buisgedeelte 91 kleiner is dan de diameter van de ringvormige flens 70 en de kleinste diameter, dus de diameter van het 15 buisgedeelte 93, groter is dan de diameter van de flens 88. De som van de lengten van de buisgedeelten 91, 92 en 93 is in wezen gelijk aan de afstand tussen de flenzen 70 en 88. De uitwendige vlakken van de buisgedeelten 90, 92, 93 alsmede de mantelvlakken van de flenzen 70 en 88 worden weer omsloten door een nauw aansluitend slangvormig omhulsel 94 20 van meegevend membraanmateriaal, bijvoorbeeld van siliconenrubber, en de eindgedeelten van het slangvormige omhulsel 94 zijn met de mantelvlakken van de flenzen 70 en 88 om hun omtrek heen stofdicht verbonden. De in wezen radiaal verlopende ringvormige gedeelten van het slangvormige omhulsel 94, welke de tussenruimten tussen de mantelvlakken van de 25 flenzen en de buitenste buisgedeelten 91, 93 alsmede de tussenruimten tussen de aparte buisgedeelten 91-92 en 92—93 overspannen, vormen buigzame ringvormige membranen 95, 96, 97, 98, die wederom de dwarsver-schuiving van de draagstang 46 toelaten waarbij de buisgedeelten 91, 92, 93 kantelen. Het werkzame membraanoppervlak is in dit geval bepaald 30 door de som van alle radiale breedten BI, B2, B3, B4 van de membranen 95, 96, 97, 98, waarvoor wederom de hiervoor toegelichte regel voor het bepalen van de afmetingen bestaat.
De beschreven beschermingsinrichting tegen stof is natuurlijk niet beperkt tot de toepassing bij het slechts als voorbeeld gekozen meet-35 toestel voor een stortgoedstroming. In het bijzonder is hij onafhankelijk van de constructie van de toegepaste drager van de botsplaat en de daarmee samenhangende bewegingssoort van het door de opening 48 gestoken stangvormige verbindingsgedeelte. Hij is bijvoorbeeld net zo goed geschikt voor een meettoestel voor een stortgoedstroming, waarbij de 40 drager voor de stortplaat niet evenwijdig wordt verschoven, doch een
v ,1 V J
9 draaibeweging rond een in de meetruimte liggende as uitvoert.
• ' ' ' i ' J „ - : -- 1
Claims (11)
1. Meettoestel voor een stortgoedstroming met een van de transpor truimte door een scheidingswand gescheiden meetruimte, een in de transportruimtes schuin in de valweg van het te meten stortgoed ge- 5 plaatste botsplaat en met een horizontaal verplaatsbare drager voor de botsplaat, die een door een opening in de scheidingswand stekend stang-vormig verbindingsgedeelte bezit, met het kenmerk dat het door de opening (48) in de scheidingswand (50) stekende gedeelte van het stangvor-mige verbindingsdeel (46) over een deel van zijn lengte omgeven wordt 10 door een stijve buis (62; 80; 90), waarvan de diameter groter is dan de diameter van het stangvormige verbindingsdeel (46), dat het ene uiteinde van de buis (62; 80; 90) door een eerste buigzame membaan (64; 84; 95) stofdicht met de scheidingswand (50) verbonden is en dat het andere uiteinde van de buis (62; 80; 90) door een tweede buigzaam membraan 15 (66; 86; 98) stofdicht met het stangvormige verbindingsdeel (46) ver bonden is.
2. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de stijve buis (62) door het eerste membraan (64) met de rand van de opening (48) in de scheidingswand (50) verbonden is, en 20 dat de diameter van de buis (62) kleiner is dan de diameter van de opening.
3. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 1 met het kenmerk dat met de scheidingswand (50) de ringvormige flens (70), die de opening (48) omgeeft, stofdicht verbonden is, en dat de stijve 25 buis (80; 90) door het eerste membraan (84; 95) met de omtrek van de eerste flens (70) verbonden is.
4. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 3 met het kenmerk dat met het stangvormige verbindingsdeel (46) een tweede flens (76; 88) stofdicht verbonden is, en dat de stijve buis (80; 90) 30 door het tweede membraan (86; 98) met de omtrek van de tweede flens (76; 88) verbonden is.
5. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de diameter van de stijve buis (80) kleiner is dan de diameter van elke flens (70; 76).
6. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de beide flenzen (70, 76) aan de naar elkaar toegekeerde kopkanten voorzien zijn van schotelvormige uitsparingen (74, 78).
7. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de diameter van de tweede flens (88) kleiner is dan de 40 diameter van de eerste flens (79), en dat de diameter van de stijve ï' P '· > .? *1 v ; . ... « i buis (90) tussen de diameters van de beide flenzen (70, 88) ligt.
8. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens een van de voor-gaande conclusies met het kenmerk dat de stijve buis (90) verdeeld is in meerdere buisgedeelten (91, 92, 93) met verschillende diameters, en 5 dat de buisgedeelten (91, 92, 93) door buigzame membranen (96, 97) stofdicht aan elkaar verbonden zijn.
9. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens een van de voorgaande conclusies gekenmerkt door een slangvormig omhulsel (82; 94) van meegevend membraanrnateriaal dat het uitwendige vlak van de stijve buis 10 (80; 90) omsluit, dat aan beide uiteinden met de scheidingswand (50) en het stangvormige verbindingsdeel (46) resp. de daaraan aangebraehte flenzen (70, 76; 70, 88) stofdicht verbonden is en waarvan de in wezen radiaal verlopende gedeelten die de tussenruimte overspannen, de membranen (84, 86; 95, 96, 97, 98) vormen.
10. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de radiale breedten (BI, B2, B3, B4) van de vrije ringvormige vlakken van de membranen (64, 66; 84, 86; 95, 96, 97, 98) zeer klein zijn in verhouding tot de lengte van de stijve buis (62; 80; 90).
11. Meettoestel voor een stortgoedstroming volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de membranen (64, 66; 84, 86; 95, 96, 97, 98) uit siliconenrubber bestaan. *********** 'i ' 1 . . ' * I
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19853514987 DE3514987A1 (de) | 1985-04-25 | 1985-04-25 | Schuettstrommesser |
DE3514987 | 1985-04-25 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8601061A true NL8601061A (nl) | 1986-11-17 |
NL191100B NL191100B (nl) | 1994-08-16 |
NL191100C NL191100C (nl) | 1995-01-16 |
Family
ID=6269126
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8601061A NL191100C (nl) | 1985-04-25 | 1986-04-24 | Toestel voor het meten van het debiet van een stortgoedstroom. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4718284A (nl) |
JP (1) | JPS61281919A (nl) |
AU (1) | AU561966B2 (nl) |
CA (1) | CA1302983C (nl) |
CH (1) | CH670155A5 (nl) |
DE (1) | DE3514987A1 (nl) |
FR (1) | FR2581181B1 (nl) |
GB (1) | GB2174502B (nl) |
IT (1) | IT1189464B (nl) |
NL (1) | NL191100C (nl) |
SE (1) | SE461356B (nl) |
ZA (1) | ZA862600B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8621056U1 (de) * | 1986-08-06 | 1986-10-16 | Dr. Johannes Heidenhain Gmbh, 8225 Traunreut | Gekapselte Positionsmeßeinrichtung |
US4955270A (en) * | 1987-09-21 | 1990-09-11 | Beta Raven Inc. | Dry flow sensor |
US5752545A (en) * | 1995-12-22 | 1998-05-19 | Comptrol Computer Control, Inc. | Flow control device and flowmeter for granular material or the like |
JP2015068721A (ja) * | 2013-09-30 | 2015-04-13 | 株式会社イシダ | 計量ユニット |
CN104620998A (zh) * | 2015-03-07 | 2015-05-20 | 西北农林科技大学 | 一种投喂机下料板 |
CN107014446A (zh) * | 2017-03-17 | 2017-08-04 | 合肥固泰自动化有限公司 | 一种冲板固体物料流量计 |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1166568B (de) * | 1961-03-17 | 1964-03-26 | Siemens Ag | Dichtungsanordnung zwischen einer Welle und einer Gehaeusedurchfuehrung |
DE1178268B (de) * | 1962-06-05 | 1964-09-17 | Danfoss As | Hebelwerk zur UEbertragung einer Schwenk-bewegung durch eine Wand eines in einer Abdichtmembran gelagerten Schwenkhebels, insbesondere fuer ein schwimmergesteuertes, elektrisches Kontaktsystem |
US3269181A (en) * | 1964-01-23 | 1966-08-30 | Halliburton Co | Flow responsive devices |
US3557616A (en) * | 1967-09-29 | 1971-01-26 | Combustion Eng | Particle flow sensing device |
JPS5157673U (nl) * | 1974-10-31 | 1976-05-06 | ||
CH590459A5 (nl) * | 1975-03-05 | 1977-08-15 | Buehler Ag Geb | |
DE2534096A1 (de) * | 1975-07-30 | 1977-02-17 | Siemens Ag | Kraftmesseinrichtung |
JPS57189013A (en) * | 1981-05-16 | 1982-11-20 | Sankyo Dengiyou Kk | Impact type flowmeter of pulverulent body |
SE434679B (sv) * | 1982-07-01 | 1984-08-06 | Asea Ab | Anordning vid hermetiskt slutna lastceller for eliminering av inverkan pa metverdet av en skillnad mellan trycket i ett givarrum och atmosferstrycket |
US4538471A (en) * | 1983-03-28 | 1985-09-03 | Beta Ii, Incorporated | Impulse momentum dry flow sensor with linear force transducer and suspension therefor |
US4550619A (en) * | 1983-03-28 | 1985-11-05 | Beta Ii, Incorporated | Suspension for a linear force transducer |
-
1985
- 1985-04-25 DE DE19853514987 patent/DE3514987A1/de active Granted
-
1986
- 1986-04-08 ZA ZA862600A patent/ZA862600B/xx unknown
- 1986-04-16 US US06/852,425 patent/US4718284A/en not_active Expired - Fee Related
- 1986-04-16 AU AU56184/86A patent/AU561966B2/en not_active Ceased
- 1986-04-18 SE SE8601786A patent/SE461356B/sv not_active IP Right Cessation
- 1986-04-18 IT IT20149/86A patent/IT1189464B/it active
- 1986-04-23 FR FR868605861A patent/FR2581181B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1986-04-24 CA CA000507424A patent/CA1302983C/en not_active Expired - Fee Related
- 1986-04-24 CH CH1673/86A patent/CH670155A5/de not_active IP Right Cessation
- 1986-04-24 NL NL8601061A patent/NL191100C/nl not_active IP Right Cessation
- 1986-04-25 JP JP61094945A patent/JPS61281919A/ja active Granted
- 1986-04-25 GB GB08610107A patent/GB2174502B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8601786L (sv) | 1987-10-19 |
CA1302983C (en) | 1992-06-09 |
GB2174502B (en) | 1988-08-10 |
SE461356B (sv) | 1990-02-05 |
FR2581181A1 (fr) | 1986-10-31 |
GB2174502A (en) | 1986-11-05 |
NL191100B (nl) | 1994-08-16 |
DE3514987A1 (de) | 1986-10-30 |
IT8620149A0 (it) | 1986-04-18 |
DE3514987C2 (nl) | 1988-05-26 |
FR2581181B1 (fr) | 1990-08-03 |
IT8620149A1 (it) | 1987-10-18 |
CH670155A5 (nl) | 1989-05-12 |
JPS61281919A (ja) | 1986-12-12 |
IT1189464B (it) | 1988-02-04 |
JPH0529048B2 (nl) | 1993-04-28 |
GB8610107D0 (en) | 1986-05-29 |
US4718284A (en) | 1988-01-12 |
ZA862600B (en) | 1987-07-29 |
AU5618486A (en) | 1986-11-06 |
AU561966B2 (en) | 1987-05-21 |
SE8601786D0 (sv) | 1986-04-18 |
NL191100C (nl) | 1995-01-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Gollin et al. | Performance of PIV and PTV for granular flow measurements | |
RU2510048C1 (ru) | Устройство формирования рентгеновского изображения и способ формирования рентгеновского изображения | |
NL8601061A (nl) | Meettoestel voor stortgoedstroming. | |
US20040129077A1 (en) | Sensor | |
US3640135A (en) | Device for measuring flow rates of powdery and granular materials | |
US5913247A (en) | Transducer for a vortex flowmeter | |
EP0299033A1 (en) | TAPPING DEVICE, ESPECIALLY FOR COPYING MACHINES. | |
EP0120813B1 (fr) | Procédé de pesage en continu de produits divisés et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procédé | |
US9024212B2 (en) | Load sensing system with flexure plate | |
NL7907159A (nl) | Verschildruksonde. | |
US5734110A (en) | Temperature compensated, easily installed bolt-on strain sensor | |
US5315373A (en) | Method of measuring a minute displacement | |
EP2187184B1 (en) | Coriolis mass flow meter with optically reflective motion sensor | |
US4825069A (en) | Relative movement sensor | |
US2826911A (en) | Apparatus for detecting defects in sheet materials | |
JP2017053772A (ja) | 変位測定装置 | |
US3592054A (en) | Structural load cell | |
EP1205737A2 (en) | Arrangement by apparatuses for measuring mass flow | |
EP0331538B1 (fr) | Viscodensimètre à éléments vibrants pour liquides | |
AU2006222696B1 (en) | Impact style flow meter with physically isolated transducer | |
JPS58150804A (ja) | 光学的位置検出装置 | |
EP1447659A2 (en) | A nuclear gauge for measuring a characteristic of a sheet material with sheet position and alignment compensation | |
JP4270841B2 (ja) | 衝撃式流量計 | |
JP2929731B2 (ja) | カルマン渦流量計及びその製造方法 | |
SU1534321A1 (ru) | Устройство дл измерени расхода жидкостей и тонкодисперсных сыпучих материалов |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19991101 |