NL8600985A - Verbeterd hoeksamenstel voor een kartonnen doos. - Google Patents

Description

Verbeterd hoeksamenstel voor een kartonnen:doos

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterd hoeksamenstel voor een kartonnen doos,dat voor versterkingsdoeleinden en voor het bevorderen van het stapelen van de dozen is bestemd.

Dit type dozen wordt meestal voor het transporteren van 5 vruchten en andere beperkt houdbare produkten gebruikt, en is steeds meer het onderwerp van nieuwe ideëen geworden, die een aanzienlijke vereenvoudiging van de vorm en de samenstelling ervan beogen teneinde de kosten van het afgewerkte artikel te reduceren, waarbij deze ideëen in samenhang met verbeteringen 10 met de vervaardigingsmethode van het gebruikte ruwe materiaal zijn toegepast zoals bijvoorbeeld golfkarton.

Deze verbeteringen zijn zoveel mogelijk met het oog op de meest belangrijke eigenschap van de sterkte uitgevoerd, en wel in het bijzonder wanneer aan de op elkaar gestapelde 15 dozen de eis wordt gesteld, dat deze tegen het gewicht van de dozen met hun inhouden er boven bestand moeten zijn. Voor dit doel is regelmatig van ontwerpen van hoekstijlen gebruik gemaakt, die een hoge weerstand tegen het in elkaar drukken ervan bieden, terwijl verder ook een grote verscheidenheid van op-20 lossingen beschikbaar is gekomen die ten doel hadden om het inéén storten van de stapel te voorkomen doordat bepaalde hoger geplaatste dozen van de lager geplaatste dozen afglijden. Wat dit betreft zijn reeds de oplossingen békend, die in de Spaanse gebruiksmodellen no. 260 715 en 266 431 ten name van aanvrager 25 zijn beschreven. Deze oplossingen bieden de mogelijkheid om te bewerkstelligen dat voor de in elkaar gemonteerde doos van materiaal met een enkelvoudige dikte wordt gebruik gemaakt, waarvan echter de hoeken zijn uitgezonderd, waar de pilaren door het dubbel over elkaar heen aanbrengen en het op elkaar plaatsen van 30 een reeks platte vlakken zijn uitgevoerd, die zich over de zijkant van de doos uitstrekken en die uit tweemaal of driemaal dikke lagen bestaan.

ί Λ Λ Γ, - - - ' w y h j-. -¾ - 2 -

Bij het samenstellen van de doos kan van de bewerkingen van het vastlijmen van de zijkanten en de voorkant bij elke hoek worden afgezien, omdat de bovenste gedeelten van de onderdelen van elke pilaar nauwkeurig in een bus uit kunststof zijn samen-5 gesteld, die de vorm van een prisma met een driehoekvormige basis en een ingang aan de onderzijde bezit, welke zodanig is uitgevoerd dat hierin de noodzakelijk hierbij behorende delen van de pilaar kunnen worden opgenomen.

Bij het verbeterde hoeksamenstel volgens de uitvinding 10 zijn dezelfde basisprincipes als bij de eerder genoemde gebruiks-modellen behouden, waarbij echter een bepaald aantal variaties is toegepast waardoor een aantal voordelen worden verkregen. Het voor- en een achtervlak van de doos zijn van een reeks flappen voorzien, die in elkaar zijn gevouwen om op deze wijze driehoekige 15 hoekpilaren te verkrijgen.

Hierdoor wordt het mogelijk om een maximale ontplooiing van de doos over een rechthoekige figuur te verkrijgen, waarin het met het oog op de omtrek mogelijk is om verkwisting van materiaal te voorkomen, waardoor tot nog toe de kosten van de doos 20 hoger werden. De doos is van doelmatige middelen voorzien om een onderling verband van de boven elkaar geplaatste dozen te bewerkstelligen en mogelijke beschadigingen ervan te voorkomen.

De tot het hoeksamenstel van de dozen behorende lusvormige delen zijn verlengd om de afstand ervan vanaf de doos naar boven 25 te vergroten. Dit betekent dat van een produkt met een grotere hoogte kan worden gebruik gemaakt zonder dat het nodig is om de afmetingen van de plano in de ontplooide toestand en dientengevolge de hoogte van de zijkanten of het voor- en achtervlak te vergroten.

In elke hoek bevindt zich een lege driehoekvormige pilaar, 30 waarvan elke zijde uit materiaal van de dikte bestaat.

De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden beschreven.

Fig. 1 geeft in perspectief de vier hoekdelen van de plano van de doos tijdens het samenvouwen weer.

Q & Λ Λ ^ .» »

νυν V S' O

- 3 - 5" *

Pig. 2 geeft in perspectief de hoek van fig. 1 tijdens het samenstellen weer om één van de vier hoekpilaren van de doos te verkrijgen.

Pig. 3 geeft een aanzicht van bovenaf van de montage-5 cassette weer, die versterkingsribbenbevat, alsmede het platform met de in stukken verdeelde dop en verder één van de vasthoud -tanden.

Pig. 4 geeft een bovenaanzicht op de montagecassette van fig. 3 weer, waarin de verdeling van alle elementen ervan is 10 te zien.

Pig. 5 geeft een aanzicht in perspectief van de in één lijn vallende hoeken van drie op elkaar gestapelde dozen weer.

Deze zijn ter plaatse van de hoek van de bovenste doos van driehoekige cassettes in de vorm van een prisma voorzien, waarbij 15 hierin een uitgesneden gedeelte is aangebracht om het waarnemen van de inwendige ruimte ervan te vergemakkelijken, waarin een van groeven voorziene opening is te zien, die met de in stukken verdeelde afgeknot kegelvormige dop van de driehoekige cassette in de vorm van een prisma van de onmiddelijk hieronder gelegen 20 doos is samengesteld.

üit fig. 1 blijkt, dat de ene zijkant 1 een uitstekend deel 2 bezit, dat door middel van een vouwlijn 3 ten opzichte van een lip 4 van dezelfde hoogte is gescheiden, die door middel van een snijlijn ten opzichte van de zijkant 1 afgezonderd.

25 Deze zijkant 1 is door middel van een zich in de lengte richting uitstrekkende vouwlijn 6 van het bodemvlak 5 gescheiden, waarom de zijkant naar binnen kan worden gevouwen, en welke vouwlijn gelijk is aan die waardoor het bodemvlak 5 van het voorvlak 7 is gescheiden; terwijl deze zijkant aan het einde van de zijkant 30 1 door een snijlijn 8 is afgescheiden, waarbij deze eindrand verder nog door het uitgesneden gedeelte 9 is uitgebreid.

Het voorvlak bezit aan de rand een lip 10, van dezelfde hoogte als het uitstekende deel 2 van het zijvlak 1.

De lip van het voorvlak 7 is in de drie hierop volgende

Λ * .-1 N

j j * o - 4 - vlakken. 11, 12 en 13 verlengd, die onderling ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het voorvlak door evenwijdige lijnen van elkaar zi jn gescheiden, waarom deze delen naar binnen kunnen worden gevouwen.

5 In het bodemvlak 5 en in elke hoek ervan bevindt zich op een diagonaal een van groeven voorzien gat 15, waardoor een fundamentele functie voor het centreren en de stabiliteit van de verschillende op elkaar geplaatste dozen wordt vervuld.

In de trapvormig verlopende gedeelten die een uitstekend 10 deel 2 of, een lip 10 in de zijkant 1 resp. het voorvlak 7 bezitten, zijn hoekvormig ingesneden gedeelten uitgevoerd, die tijdens het onder druk samenstellen met de driehoekige cassette 17 in de vorm van een prisma samenwerken.

Door deze cassette wordt de hoek gevormd, waarvan de 15 onderdelen op de plaatsen komen, zoals dit in fig. 2 is afgebeeld, waarbi j de op elkaar volgende vlakken 11, 12 en 13 naar binnen zijn gevouwen, zodat hierdoor een driehoekig prima wordt gevormd, en het eindvlak 13 dan tegen het binnenvlak van de uitstekende lip 10 aanligt, zodat hier een laag met een dubbele dikte van 20 één van de zijvlakken van een rechte hoek van het driehoekige prisma wordt gevormd, waaruit de hoekpilaar bestaat, terwijl de andere zijde van de rechte hoek door het op elkaar plaatsen van het vlak 11 op het uitstekende deel 2 van de zijkant 1 wordt gevormd, en de hypotenusa van de rechthoek door het op elkaar 25 plaatsen van de lip 4 van de terug naar het vlak 13 gevouwen zijkant wordt gevormd.

Zoals uit de figuur blijkt is deze driehoekige hoekpilaar hol, en wordt in het vervolg van het samenstellen met z'n ondereinde boven het van groeven voorziene gat 15 op het bodemvlak 5 30 geplaatst, terwijl het boveneinde van deze holle pilaar op passende wijze in de inwendige ruimte van de ... _____montagecassette 17 wordt gestoken, die in de figuren 3, 4 en 5 is afgebeeld, waarbij deze bovenkant tot aan de bovenste binnenranden 18 komt te reiken, welke door het inwendige gedeelte van een platform 19 wordën ‘v J } %j ύ v +- £ - 5 - gevormd, dat van twee zijdelings naar voren stekende gedeelten 20 en van versterkingsribben 21 is voorzien, waardoor deze zijn omgeven, terwijl dit platform door middel van een in stukken verdeelde afgeknot kegelvormige dop 22 naar boven steekt, waardoor 5 het meetkundige middelpunt van de cassette 17 in beslag wordt genomen.

De rechthoekige montagecassette 17 in de vorm van een prisma is door middel van een vormproces uit kunststof met een zeer licht soortelijk gewicht verkregen en bezit dunne 10 wanden. Hierdoor wordt een zeer goedkoop element gevormd, waarvan voor het samenstellen van een hoek van de doos kan worden gebruik gemaakt en welke op het driehoekige uitstekende gedeelte past, zodat de doos op perfecte wijze kan worden gevouwen.

Deze cassette 17 is inwendig van twee vasthoud^anden 23 15 voorzien, die vanuit de wanden naar buiten steken, waardoor de twee zijden van de rechte hoek worden gevormd, en die bij het samenstellen met de hoekvormig ingesneden gedeelten 16 samenwerken, die in het uitstekende deel 2 van de zijkant 1 en het trapvormig verlopende gedeelte van het vlak 11 van het voorvlak 7 (zie fig. 2) 20 zijn aangebracht, waarbij deze tanden in horizontale richting in de hoekvormig uitgesneden gedeelten 16 grijpen.

Wanneer een voor het vasthouden bestemde driehoekige, in de figuren 3 en 4 afgeheelde cassette 17 in de vorm van een prisma met een hoek van de in fig. 2 afgeheelde doos wordt samen-25 gesteld, wordt hierdoor een voordeel met betrekking tot de hoogte van de doos in de opéén gestapelde toestand gevormd, omdat de hoek aan de onderkant van de op een andere doos geplaatste doos over de zijdelings naar boven stekende gedeelten of de pilaar 20 van de cassette 17 van de onderste doos zal passen. Hierdoor wordt 30 een juiste bepaling van de stand van de dozen verzekert, zodat een mogelijke neiging tot glijden door het opnemen van de in de stukken verdeelde afgeknot kegelvormige doppen 22 in de gegroefde openingen 15 van het bodemvlak 5 zal worden voorkomen, dat tot de bovenste doos behoort, hetgeen in fig. 5 is af geheeld.

8 % S) λ .

** w V V w >J J

- 6 -

Op deze wijze kan de scheiding tussen de dozen met behulp van de afstand tussen het vlak ter hoogte van de bovenste binnenranden. 18 en het bovenvlak van het platform 19 worden vergroot, die voor elke cassette 18 even groot is, 5 zonder dat het hierbij nodig is om de afmetingen van de plano van de dops hierbij te veranderen om een grotere hoogte van de door de hoek gevormde pilaren te verkrijgen, omdat deze hoogte door de cassettes wordt verschaft.

De grootte, de vorm en het materiaal van elk element 10 dat deel van de samengestelde doos uitmaakt, kan binnen het kader van de uitvinding op verschillende wijzen worden gekozen.

•13 s f) n ..?i η %

Claims (5)

1. Hoeksamenstel voor een kartonnendoos, die een sterke pilaar bevat, die door het bijeenvouwen van drie flappen is gevormd, welke zich parallel aan de voor- of achterwand van de doos uitstrekken, waarbij het ondereinde in de bodem van de 5 doos grijpt, terwijl het boveneinde in een uit kunststof vervaardigde cassette past, die aan de onderkant open is en de vorm van een driehoekig prisma bezit dat van een uitstekend deel is voorzien, waarop in een juiste uitgerichte stand een zich hierboven bevindende doos kan worden geplaatst wanneer de dozen op 10 elkaar worden gestapeld, met het kenmerk, dat de drie flappen, die zich parallel aan het voor- of achtervlak van de doos uitstrekken, onderling door middel van vouwlijnen van elkaar zijn gescheiden, zodat deze vlakken naar binnen kunnen worden gevouwen en zich op een zodanige afstand van elkaar bevinden dat door de 15 ene flap de ene zijde van een rechthoekige driehoek wordt gevormd, terwijl door een ander de hypotenusa.. wordt gevormd en door de derde een vèrsterkingsdeei, dat binnen in een trapvormig verlopend gedeelte past, dat vanaf de voorwand naar buiten steekt en vanaf welke wand de flappen zich uitstrekken, waarbij door 20 dit uitstekende gedeelte bij het samenstellen de andere zijde van de rechte hoek van het driehoekige prisma wordt gevormd,waaruit de pilaar bestaat, terwijl het boveneinde van deze pilaar door delen is versterkt, die vanaf de zijkant van de doos naarhiiten steken om op elke zijde van de drie zijden lagen materiaal van 25 dubbele dikte te verkrijgen.

2. Hoeksamenstel volgens conclusie i, met het kenmerk, dat de genoemde uit de zijkanten van de doos stekende delen een trapvormig verlopend uitsteeksel bevatten, dat zich verder aan de buitenzijde van de flap voorzet, waardoor de ene zijde van de 30 rechte hoek wordt gevormd, en een flens die zich vanaf dit trapvormig verlopende gedeelte en langs de buitenkant van de flap uitstrekt, waardoor de hypotenusa, wordt gevormd. J -·*-«; V J 0 »* - 8 -

3. Hoeksamenstel.volgens conclusie 1 of 2, met-het kenmerk, dat elke hoek van de bodem van de doos van een zich diagonaalsgewijze uitstrekkend gat is voorzien, dat ten tijde van het samenstellen onder de holle driehoekige pilaar wordt 5. geplaatst, zodat het bij het opeenstapelen van een aantal dozen mogelijk is om een doos in een uitgerichte stand, passend op het deel te plaatsen,, dat. vanuit de cassette naar boven steekt, waardoor de pilaar van de doos er onder is bedekt.

4. Hoeksamenstel volgens één van de voorafgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de trapvormig verlopende, naar buitenstekende delen van de zijkant en de voor en achterwand van hoekvormig ingesneden gedeelten zijn voorzien, die zich bij het samenstellen ter plaatse van de zi jden van dë driehoekige pilaar bevinden teneinde de samengestelde cassette vast te 15 houden en als plaatsbepalingspunten voor de twee tanden op de buitenvlakken van de binnenwanden, van de cassette dienst te doen.

5. Hoeksamenstel volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenste deel van elke 20 driehoekige pilaar passend over een afstand in de bijbehorende cassette steekt, die door een inwendig plat onderdeel is bepaald, dat door de drie trapvormig verlopende gedeelten van de hoeken van de cassette wordt gevormd en verder door de bodemdelen van drie uit een dragend onderdeel uitgesneden gedeelten, 25 welk onderdeel zich boven de cassette uitstrekt, waarbij deze uitgesneden onderdelen zich radiaal vanuit een uitsteeksel ter plaatse van het meetkundige middelpunt van het dragende onderdeel naar buiten uitstrekken en in het midden van elke zijde van de drie zijden eindigen, waarbij de drie wanden van het 30 dragende onderdeel, die zich ter plaatse van de trapvormig verlopende hoekdelen van de cassette bevinden, door middel van twee onder een hoek verlopende delen aan de buitenkant zijn versterkt. -o-o-o-o—o-o- .fyê' s ·> λ « λ ··> s