NL8600892A

NL8600892A - Inrichting voor het steunen van het gestel van een opneem- en/of weergeefapparaat op een positioneeroppervlak.

Info

Publication number: NL8600892A
Application number: NL8600892A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-04-09
Filing date: 1986-04-09
Publication date: 1987-11-02
Also published as: BR8701593A; JPS62164689U; EP0241092A1; US4749163A; JPH0452875Y2

Description

i -¾ b 1 b PHN 11.726 1 "Inrichting voor het steunen van het gestel van een opneem- en/of weer-geefapparaat op een positioneeroppervlak."

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het steunen van het gestel van een opneem- en/of weergeefapparaat op een g positioneeroppervlak, omvattende een aantal steunen uit elastisch materiaal, welke elk een ongeveer eylindrisch buitendeel bezitten dat met het gestel verbonden is en coaxiaal gelegen is ten opzichte van een centraal opgesteld voetdeel, waarmee de steun op het positioneeroppervlak plaatsbaar is, welk voetdeel en buitendeel een eenheid vormen.

10 Het is in het algemeen van belang bij het steunen van een opneem- en/of weergeefapparaat op een positioneeroppervlak, zoals een tafel, rekening te houden met storende trillingen en stoten, welke zowel vanuit het apparaat veroorzaakt kunnen worden, de zogenaamde dreun, als ook buiten het apparaat opgewekt kunnen worden en via het positio-15 neeroppervlak aan het apparaat doorgegeven worden. Veelal is een oorzaak van de trillingen, afkomstig van buiten het apparaat, veroorzaakt door de zogenaamde microfonie, hetgeen betekent dat via een luidspreker versterkte signalen, afkomstig vanaf het apparaat, via de steunen van het apparaat worden teruggeleid naar het apparaat. Bijvoorbeeld in het 20 geval van een platenspeler kan door bovengenoemde oorzaken de naald uit de groef van de plaat springen, waardoor de goede afspeelwerking verstoord wordt.

Een inrichting van de hierboven genoemde soort is bekend uit het Amerikaanse octroolschrift 4.396.177 (PHO 79-510). Bij een derge-25 lijke inrichting is elke steun uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber, samengesteld. Bij de bekende inrichting bezit het buitendeel van de steun een relatief grote dikte, waardoor deze steun niet geschikt is om trillingen en stoten, met name die veroorzaakt door de zogenaamde microfonie, effectief op te vangen.

30

Het is bekend uit het Amerikaanse oetrooischrift 2.572.718 om een relatief slappe steun toe te passen voor het steunen van het gestel van een platenspeler op een positioneeroppervlak. Een dergelijke ‘s ·',*'·

* H* v V

<·* * PHN 11.726 2 slappe ondersteuning is op zichzelf wel geschikt voor het dempen van trillingen, veroorzaakt door de zogenaamde microfonie, en van stoten.

Deze slappe voet is evenwel niet geschikt om dreun op te vangen, welke bij voorbeeld geproduceerd wordt door de motor van het apparaat. Vooral 5 bij het toepassen bij apparaten met een gestel met een geringe massa, zoals bij een kunststof gestel, raakt het gestel gemakkelijk in een eigen resonantie·, welke aldus veroorzaakte trillingen bij een relatief slappe steun onvoldoende gedempt worden.

De uitvinding beoogt, bij een inrichting van genoemde soort 10 op goedkope en eenvoudige wijze een ondersteuning van het gestel te verkrijgen, welke ondersteuning op effectieve wijze in staat is om de hiervoor vermelde dreun, microfonie en stoten goed op te vangen.

De uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt doordat elke steun als een elastische bus uitgevoerd is, waarbij het buitendeel op de bo-15 dem van de bus aansluit., in welke bodem het voetdeel als een plaatselijk verdikking is uitgevoerd, het gestel een uitsteeksel draagt, dat zich tot in de bus uitsteekt en met het vrije einde steunt tegen een binnen de bus gelegen eindwand van het voetdeel.

»

Aldus is het buitendeel voldoende elastisch om met name sto-20 ten en microfonie goed te kunnen dempen. Het uitsteeksel dat tegen het verdikte voetdeel steunt zorgt ervoor dat optredende dreun die via het gestel naar het uitsteeksel wordt geleid effectief geneutraliseerd wordt. Verder is het voetdeel in staat om andere stoten en trillingen, dan veroorzaakt door dreun, op te vangen. Door de uitvoering van de 25 steun als elastische bus laat zich de steun gemakkelijk op het gestel van het apparaat aanbrengen. Hierbij kan het aantal toe te passen onderdelen geminimaliseerd zijn.

Opgemerkt wordt dat een met een uitsteeksel verbonden bus-vormige steun bij een opneem- en/of weergeefapparaat op zich bekend is 30 uit GB 2160696a (PHF 84.540). Bij deze steun is voor het dempen van stoten en trillingen op het uitsteeksel een uit dempend materiaal gevormd buisvormig stuk aanwezig dat met de bodem van de steun verbonden is. De eigenlijke steun is uit relatief star kunststof vervaardigd en is weinig geschikt voor het dempen van trillingen en stoten. Bovendien 35 is deze bekende steun niet geschikt om met een voetdeel een gestel op een positioneervlak af te steunen.

Een voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding,

, ' ..! V

. i -.‘.j 4e -x ΡΗΓΓ Π.726 3 waarbij het voetdeel penvormig is, wordt gekenmerkt doordat het voet-deel zich ten opzichte van de aangrenzende bodemwand van de bus zowel in binnen- alsook in buitenwaartse richting uitstrekt. Hierdoor bezit het voetdeel een axiale afmeting, welke voldoende is om trillingen en 5 stoten in axiale richting op voldoende effectieve wijze te danpen. Verder is hierdoor het voetdeel in staat eventueel optredende oneffenheden in het positioneeroppervlak effectief op te vangen.

In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het buitendeel nabij 1Q het van de bodem afgekeerde axiale einde een verdikte rand bezit, waarmee de steun tussen klemmiddelen op het gestel geklemd ligt. Door gebruik te maken van een verdikte rand is het mogelijk de steun uitsluitend nabij de rand op het gestel vast te klemmen. Hierdoor kan de steun ten opzichte van het uitsteeksel en overige delen op het gestel gemak-15 kelijk vervormen, hetgeen van voordeel is voor het dempen van trillingen en of stoten.

Nog een voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de verdikte rand aan de zijde van genoemd axiale einde van het buitendeel een ongeveer konisch verloop bezit.

20 Door de conische vorm van het axiale einde van het buitendeel Is de steun op eenvoudige wijze op het gestel aan te brengen.

Een andere voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het gestel radiaal gerichte eerste ribben draagt en het uitsteeksel een centraal gelegen einddeel is van 25 een aantal eerste ribben, waarbij het vrije einde van het uitsteeksel een afgeronde vorm bezit. Door het uitsteeksel centraal op te stellen ten opzichte van genoemd aantal radiaal gerichte eerste ribben en het uitsteeksel te voorzien van een afgeronde vorm laat zich de steun effectief uitrichten ten opzichte van het uitsteeksel, waarbij de ribben 30 tevens bruikbaar zijn voor het bevestigen van de steun.

In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het uitsteeksel gelegen is op een viertal, gezien in axiale richting, kruisvormig opgestelde eerste ribben. Het toepassen van in kruisvorm opgestelde ribben 35 biedt het voordeel dat deze gemakkelijk in kunststof te spuiten te zijn. In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm van een uitvinding gekenmerkt doordat een verder viertal eerste ribben aanwezig is, die ^ 0 PHN 11.726 4 gezien in axiale richting ook in kruisvorm opgesteld zijn. Door het toepassen van twee verzamelingen van een viertal eerste ribben ligt de steun goed gecentreerd ten opzichte van het voetdeel terwijl de steun desondanks gemakkelijk over de ribben aan te brengen is.

5 ffog een voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvin ding wordt gekenmerkt doordat de radiale afmeting van de eerste ribben gerekend in de richting van de vrije einde van van het uitsteeksel afneemt. Doordat de eerste ribben nabij het vrije einde een geringere radiale afmeting bezitten ligt de steun nabij het vrije einde vrij van de 10 randen van de ribben. Hierdoor kan de steun op enige afstand onder verdikte rand een beweging uitvoeren ten opzichte van de eerste ribben, hetgeen van voordeel is voor het dempen van trillingen en stoten.

Ben verdere voorkeursvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de eerste ribben elk in de richting 15 van het gestel aansluiten op een ten opzichte van het uitsteeksel radiaal gerichte· basisrib, welke met het gestel verbonden is en een in het verlengde van de eerste rib gelegen tweede radiaal opgestelde rib draagt, waarbij tussen de naar elkaar toegerichte randen van de eerste en tweede rib een sleuf gelegen is en genoemde randen de klemmiddelen 20 voor de steun vormen. Door deze uitvoering met eerste en tweede ribben laat de verdikte rand van de steun zich gemakkelijk vastklemmen zonder dat hiervoor additionele onderdelen nodig zijn. Het aanbrengen van de steun laat zich nog verder vereenvoudigen indien de van de basisrib afgekeerde eindrand van elke tweede rib aan de zijde van de eerste rib 25 afgeschuind is.

Het toepassen van ribben, waarbij de eerste, tweede en basisribben als eenheid met het gestel gevormd zijn, heeft als voordeel dat de ribben door spuitgieten direct aan de onderzijde van een in het zicht liggend gesteldeel meegevormd kunnen worden. De bovenzijde van 30 genoemd gesteldeel kan hierdoor ondanks het meespuiten van de ribben aan de onderzijde geheel vlak uitgevoerd zijn.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm. Hierbij tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht op een apparaat, gevormd 35 door een platenspeler met een inrichting volgens de uitvinding, voorzien van een viertal steunen;

Fig. 2 een onderaanzicht op een deel van het gestel van de **S -s ' * ·>· —* 1 .

* PHN 11.726 5 platenspeler volgens fig. 1 en een daarop aanwezige steun?

Fig. 3 een doorsnede en een aanzicht volgens de lijnen III-III in fig. 2;

Fig. 4 een doorsnede en een aanzicht volgens de lijnen IV-IV

5 in fig. 3-

Het in fig. 1 weergegeven opneem- en/of weergeefapparaat wordt bij wijze van voorbeeld weergegeven door een platenspeler, voorzien van een gestel 1, dat uit kunststof is vervaardigd en kastvormig is uitgevoerd. Het gestel 1 draagt onder meer een draaitafel 3, een ^ toonarm 4 en bedientoetsen 5.

Het gestel 1 bezit aan de bovenzijde een gestelplaat ia, die nabij de vier hoeken van het gestel een achttal ribben 6 draagt, waarop een steun 7 geklemd ligt (zie fig. 2 tot 4). De ribben 6 zijn direct tegen de onderkant van de gestelplaat 1a door spuitgieten aangebracht 15 en strekken zich in de vorm van basisribben 8 vanaf de gestelplaat la naar onderen uit. De basisribben 8 zijn radiaal gericht ten opzichte van een hartlijn 9, welke tevens de hartlijn is van de steun 7, welke als cylindrische bus is uitgevoerd. De basisribben 8 zijn onder te verdelen in twee viertallen, waarbij elk viertal ribben in kruisvorm opge-steld is. Elke basisrib 8 sluit aan op een daarmee in het verlengde liggende eerste rib 10 en een tweede rib 11. Tussen de naar elkaar toe gerichte randen 10a en 11a van de eerste respectievelijk tweede rib is een sleuf aanwezig. Op nog te beschrijven wijze vormen de randen klem-middelen voor het vastklemmen van de steun 7. De van de basisrib afge-keerde eindrand van de tweede rib 11 bezit een af geschuinde rand 11b. Deze vergemakkelijkt het aanbrengen van de steun 7 in de sleuf tussen de randen 10a en 11a. Verder neemt de radiale afmeting van de eerste rib 10 in de richting van het vrije einde van de ribben af. Dit is gunstig voor het gemakkelijk kunnen bewegen van aangrenzende delen van 30 de steun 7 ten opzichte van de ribben. Op de vrije einden van een viertal eerste ribben 10 is een uitsteeksel 10b aanwezig dat centraal gelegen is en dat een afgeronde vorm bezit. Het uitsteeksel 10b is binnen de steun 7 gelegen en drukt tegen een binnen de bus gelegen eindwand 12a van een voetdeel 12 van de steun 7. Het voetdeel 12 strekt zich ten 35 opzichte van de aangrenzende bodemwand 13 van de steun 7 zowel in binnen- als ook in buitenwaartse richting uit. Op de bodemwand 13 van de steun 7 sluit een buitendeel 14 aan dat een relatief geringe dikte be- PHN 11.726 6

'O

zit en dat nabij het van de bodem afgekeerde axiale einde een verdikte rand 14a bezit, waarmee de steun 7 tussen de randen 10a en 11a geklemd ligt. Teneinde het aanbrengen van de steun 7 op de ribben 6 te vergemakkelijken bezit de verdikte rand 14a aan de zijde van het axiale ein-de een conisch verloop, weergegeven door het verwijzingscijfer 14b.

De steun 7 is vervaardigd uit een elastisch materiaal, waarbij in de weergegeven uitvoeringsvorm het materiaal chloropreen-rubber is toegepast. Dit materiaal verschaft de steun een goede dempingskarak-teristiek en bezit een lage prijs, terwijl bij het glijden over een op-pervlak zoals dat van een tafel geen strepen geproduceerd worden.

Het in fig. T weergegeven apparaat, gevormd door een platenspeler, is op effectieve wijze ondersteund met behulp van de nabij de vier hoekpunten van het gestel aanwezige ribben 6 en steunen 7. Van belang bij deze constructie is dat de ondersteuning telkens uit slechts 15 twee delen bestaat, waarbij de ribben 6 reeds bij het spuiten van het gestel 1 meegevormd zijn als eenheid. Hierdoor behoeft men uitsluitend nog de steunen 7 over de eerste ribben 10 te schuiven, waarna de ondersteuning gereed is. De hierbovenbeschreven constructie van elke steun is niet. alleen goedkoop, doch werkt ook uiterst effectief voor het dem-pen van trillingen en stoten. Van belang hierbij is dat de steun in we-ze alleen ter plekke van de verdikte rand 14a geklemd ligt, waardoor, mede ten gevolge van de afnemende radiale maat van de eerste ribben 10, de buitenwand 14 van de steun 7 beweegbaar opgesteld is ten opzichte van de ribben 10. De puntvormige ondersteuning door middel van het uit-25 steeksels 10_b is verder van voordeel, daar hierdoor in het apparaat optredende trillingen, bijvoorbeeld veroorzaakt door de met het gestel 1 verbonden aandrijfmotor, de zogenaamde dreunverschijnselen, goed geneutraliseerd kunnen worden. Deze dreun wordt via de gestelplaat 1a en de ribben 6 geleid naar het verdikte voetdeel 12 en daarmee naar het posi-30 tioneeroppervlak en aldus geneutraliseerd. -Het is hierbij van belang dat het uitsteeksel 10b goed aanligt tegen het voetdeel 12. Met deze ondersteuning van het gestel 1 is aldus een effectieve neutralisering te bereiken tegen dreun, microfonie en stoten.

Opgemerkt wordt dat de hiervoor omschreven inrichting voor 35 het steunen van het gestel 1 niet alleen met voordeel toepasbaar is bij het steunen van een apparaat gevormd door een platenspeler, waarbij de weergave geschiedt door middel van een naald, welke de plaat aftast. De : ; v ' j 2 » * PHN 11.726 7 inrichting volgens de uitvinding is ook met voordeel toepasbaar bij andere apparaten, zoals optisch werkende platenspelers, gevoelige mag-neetbandapparatuur, etc., bij welke trillingen en stoten de goede werking kunnen verstoren.

5 10 15 20 25 30 35

J

Claims

1. Inrichting voor het steunen van het gestel van een opneem- en/of weergeefapparaat op een positioneeroppervlak, omvattende een aantal steunen uit elastisch materiaal, welke elk een ongeveer cylindrisch 5 buitendeel bezitten dat met het gestel verbonden is en coaxiaal gelegen is ten opzichte van een centraal opgesteld voetdeel, waarmee de steun op het positioneeroppervlak plaatsbaar is, welk voetdeel en buitendeel een eenheid vormen, met het kenmerk, - elke steun als een elastische bus uitgevoerd is, waarbij het buiten-Itt deel op de bodem van de bus aansluit, in welke bodem het voetdeel als een plaatselijk verdikking is uitgevoerd, - het gestel een uitsteeksel draagt, dat zich tot in de bus uitsteekt en met het vrije einde steunt tegen een binnen de bus gelegen eind-wahd van het voetdeel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waar bij het voetdeel pen vormig is, met het kenmerk, dat het voetdeel zich ten opzichte van de aangrenzende bodemwand van de bus zowel in binnen- alsook in buitenwaartse richting uitstrekt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 20 het buitendeel nabij het van de bodem afgekeerde axiale einde een verdikte rand bezit, waarmee de steun tussen kleramiddelen op het gestel geklemd ligt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verdikte rand aan de zijde van genoemd axiale einde van het buitendeel een 25 ongeveer konisch verloop bezit.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel radiaal gerichte eerste ribben draagt en het uitsteeksel een centraal gelegen einddeel is van een aantal eerste ribben, waarbij het vrije einde van het uitsteeksel een afgeronde vorm be- 30 zit.

6·. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het uitsteeksel gelegen is op een viertal, gezien in axiale richting, kruisvormig opgestelde eerste ribben.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een 3S verder viertal eerste ribben aanwezig is, die gezien in axiale richting ook in kruisvorm opgesteld zijn. '· : ί ·Λ- 'ï ·λ, -1 ΡΗΝ 11.726 9 . η

8. Inrichting volgens een der conclusies 5 tot en met 7, met het kenmerk, dat de radiale afmeting van de eerste ribben gerekend in de richting van de vrije einde van van het uitsteeksel afneemt.

9. Inrichting volgens een der conclusies 5 tot en met 8, met 5 het kenmerk, dat de eerste ribben elk in de richting van het gestel aansluiten op een ten opzichte van het uitsteeksel radiaal gerichte basisrib, welke met het gestel verbonden is en een in het verlengde van de eerste rib gelegen tweede radiaal opgestelde rib draagt, waarbij tussen de naar elkaar toegerichte randen van de eerste en tweede rib 10 een sleuf gelegen is en genoemde randen de klemmiddelen voor de steun vormen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de van de basisrib afgekeerde eindrand van elke tweede rib aan de zijde van de eerste rib afgeschuind is.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de eerste, tweede en basisribben als eenheid met het gestel gevormd zijn. 20 25 30 V 'J 35