NL8600349A - Spoelbak. - Google Patents

Description

ί! 86 3006/1 e *

Korte aanduiding: Spoelbak.

De uitvinding heeft betrekking op een spoelbak, die met zijn bodem op een closetpot te bevestigen is.

Er zijn spoelbakken bekend, die in de bodem twee gaten bezitten, waardoor voor het bevestigen van de spoelbak, 5 schroeven aangebracht worden die in overeenkomstige gaten in de closetpot vastgezet worden. Aangezien de afstanden van de gaten in de closetpotten niet uniform zijn, moeten spoelbakken met verschillende gatafstanden op voorraad gehouden worden, hetgeen omslachtig en duur is. Bij het vervangen van een defek-10 te spoelbak moet eerst het overeenkomstige closettype bepaald en de passende spoelbak uitgezocht worden.

Om deze nadelen te ondervangen worden niet geboorde spoelbakken aangeboden, die eerst op de plaats van montage geboord worden. Maar ook deze spoelbakken kunnen niet geheel vol-15 doen, aangezien de montage veel tijd vergt en omslachtig is.

Ook komt het vaak voor, dat deze spoelbakken fout geboord worden, waardoor ze waardeloos worden.

De uitvinding heeft daarom tot doel een spoelbak van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, die deze nadelen 2Q vermijdt en die desondanks funktioneel is en voordelig vervaardigd kan worden. Het doel wordt bereikt met een spoelbak die de in het kenmerk van conclusie 1 genoemde kenmerken bezit.

De spoelbak volgens de uitvinding heeft verder het 25 voordeel, dat lekken bij de doorgangen voor de bevestigings-elementen vermeden worden.

De uitvoeringsvormen volgens de onderconclusies 2 en 3 hebben het voordeel, dat de bodem van de spoelbak stijf uitgevoerd is, hetgeen een goede aanligging van de spoelbak op 30 de closetpot en een stabiele bevestiging waarborgt.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een aanzicht is van een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven spoelbak, 35 figuur 2 een helft van een spoelbak is van onderaf ge-- zien, figuur 3 een helft van een spoelbak zonder deksel is, j -· -j ,> j j -2- s $ van bovenaf gezien, figuur 4 een doorsnede is door een deel van de spoelbak en een deel van de closetpot, figuur 5 een gedeelte van de bodem van een spoelbak is, 5 in een weergave in perspektief, schuin van onderaf gezien.

De spoelbak 1 bezit een baklichaaam 2 uit kunststof met een bodem 2 en een deksel 4. In de bodem is in het midden een ronde opening 13 uitgespaard, waarin een hier niet weergegeven uitstroomklep is aangebracht.

IQ De bodem 3 bezit twee verankeringssleuven 14, waarin de beugels 7 zijn aangebracht, die in de lengterichting van de sleuven 14 verschuifbaar zijn en die met hun beide einden in de sleuven 14 grijpen. De beugels 7 zijn uit metaal en bezitten elk een ongeveer dwars op de verschuivingsrichting ver-15 lopend sleufgat 8. In elk sleufgat 8 is een schroef 5 aangebracht, waarvan de kop in de overeenkomstige sleuf 14 is aangebracht. De schroeven 5 kunnen dus zowel in de lengtalchting van de sleuven 14 als ook dwars daarop verschoven worden.

De verankeringssleuven 14 zijn naar binnen toe volledig 2Q gesloten en worden gevormd door T-vormige uitsparingen 14 in een onderste bodemdeel 12a en loodrecht daarop staande zijwanden 10 alsmede een naar binnen toe versprongen bodemdeel 18. Het onderste bodemdeel 12a vormt het aanlegvlak 12 van de spoelbak 1 en gaat in een een ongeveer langwerpige recht-25 hoek vormende rand 20 over in de zijwand van het baklichaam 2.

De bodem bezit naar binnen toe open verdiepingen 17 en naar buiten toe open verdiepingen 15. De verdiepingen 17 zijn om een aan de bodem van een verdieping 16 aangebrachte flens 3Q 19 gegroepeerd en strekken zich in radiale richting vanaf de opening 13 naar buiten toe uit. De verdiepingen 15 zijn om de verankeringssleuven 14 gegroepeerd en in bovenaanzicht ongeveer vierkant uitgevoerd, De openingen 15 en 17 vormen ribben 9 en 11, die loodrecht op het aanlegvlak 12 staan en 35 die samen een honingraatachtige struktuur vormen. De ribben 9 en 11 alsmede de zijwanden 10 vormen tezamen met de wanddelen 12a en 18 de bodem 3, die dankzij zijn driedimensionale struktuur buitengewoon stijf is.

Om de spoelbak 1 op een closetpot 21 te bevestigen, ^ v * sj -3- worden de schroeven 5 in hun verank erings s1euven 14 verschoven, totdat hun afstand overeenkomt met die van de openingen in de closetpot. De spoelbak wordt dan op de closetpot gezet, waarbij de schroeven 5 door de openingen in de pot gesto-5 ken worden. Aangezien de schroeven 5 vrij in de verankerings-sleuven 14 verschuifbaar zijn, kan de spoelbak 1, indien dit vereist is, naar behoeven op de closetpot 21 verschoven en uitgericht worden. De spoelbak I wordt dan met vleugelmoeren 22 vastgezet. Aangezien de bodem 3 zeer stijf uitgevoerd is, 10is ook een ten opzichte van de closetpot stabiele bevestiging van de uitstroomklep gewaarborgd, hetgeen voor de dichtheid van de aansluiting alsmede ook voor de funktionaliteit van de uitstroomklep van belang is.

- Conclusies - ' ' * l/

Claims (5)

1 ,fc -4- - Conclusies -

1. Spoelbak uit kunststof, die met zijn bodem op een closetpot te bevestigen is, met het kenmerk, dat in de bodem (3) twee van buitenaf toegankelijke verankeringssleuven (14) een zijn aangebracht, waarbij in elk daarvan in lengterichting 5 van de bijbehorende sleuf (14) verschuifbare verankeringsstrip (7) is aangebracht, welke verankeringsstrippen (7) elk een ongeveer dwars op de lengterichting van de sleuf (14) verlopend sleufgat (8) bezitten, waarin een bevestigingselement (5) verschuifbaar is aangebracht. IQ 2. Spoelbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verankeringssleuven (14) loodrecht op het aanlegvlak (12) van de bodem (3) verlopende zijwanden (10) bezitten, die aan een naar binnen toe versprongen bodemdeel (18) aangevormd zijn.

3. Spoelbak volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan het naar binnen toe versprongen bodemdeel (18) dwars op de lengterichting van de verankeringssleuven (14) verlopende verstijvingsribben (9) aangevormd zijn.

4. Spoelbak volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, 20 dat aan het naar binnen toe verzonken bodemdeel (18) radiaal ten opzichte van de opening (13.) in de bodem van de spoelbak verlopende verstijvingsribben(n) aangebracht zijn, die verbonden zijn met een flens (19) voor de bevestiging van een uitstroomklep.

5. Spoelbak volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 25 de radiale verstijvingsribben (11) aan het bodemdeel (12a) dat het aanlegvlak (12) van de spoelbak vormt, aangevormd zijn. e ·; • -j