NL8600080A

NL8600080A - Staafsectie voor een ruimtelijk gestel.

Info

Publication number: NL8600080A
Application number: NL8600080A
Authority: NL
Original assignee: Gte Prod Corp
Priority date: 1985-02-05
Filing date: 1986-01-16
Publication date: 1986-09-01
Also published as: NL191371C; GB2170523A; AU577631B2; AU4911685A; DE3538479A1; NZ213965A; US4562681A; NL191371B; GB2170523B; FR2603638A1; GB8526419D0; FR2603638B3; CA1255069A

Description

. * '*

Staafsectie voor een ruimtelijk gestel.

Gebied van de uitvinding.

Deze uitvinding heeft betrekking op een ruimtelijk, gestel- Zij heeft meer in het bijzonder betrekking op een ruimtelijk gestel van de soort met een dubbele 5 laag en een vlak rooster, voorzien van koorden, die door meerdere staafsecties met elkaar zijn verbonden.

Achtergrond, van de uitvinaing.

Ruimtelijke gestellen zijn algemeen 10 bekend en worden op grote schaal gebruikt bij de constructie van gebouwen, zoals tentoonstellingshallen, theaters en dergelijke,waar grote oppervlakken vrij van draagkolommen moeten worden afgedekt. %or dergelijke doeleinden geven architecten gewoonlijk de voorkeur aan ruimtelijke gestellen 15 van de soort met^een dubbele laag en een vlak rooster, waar bij een dergelijke constructie is voorzien van een bovenste vierkant roostersamenstel van koorden op afstand boven een onderste vierkant roostersamenstel van koorden, waarbij snijpunten van het bovenste en onderste rooster met elkaar 20 zijn verbonden door diagonale schoren of staafelementen, zodat het ruimtelijk gestel bestaat uit een combinatie van piramidevormen met een vierkante basis.

De economie van ruimtelijke gestellen van deze soort is bijzonder gevoelig voor de kosten van 25 de knooppuntverbindingen van de elementen die het rooster ï*> i*' 0 0 P ^ ’-J v v v/ W y i 'ï -2- vormen. Een groot aantal uiteenlopende verbindingselementen zijn ontworpen om op elk' knooppunt van de constructie de koorden en de diagonale schoren met elkaar te verbinden.

5 Een typische wijze van vervaardiging van een ruimtelijk gestel is het vervaardigen van de staafvormigeelementen en de verbindingsstukken als afzonderlijke onderdelen en het met bouten aan elkaar bevestigen daarvan op het bouwwerk. Bij sommige systemen worden pira-10 midevormige modulen gebruikt, die op de bouwplaatsworden geassembleerd.

Deze systemem hebben drie belangrijke bezwaren: 1. Kosten - Wanneer men afzonderlijke 15 knooppunten en veel verbindingen van elementen heeft, zijn de kosten van de onderdelen hoog.

2. Opsteltijd en de moeilijkheden daarbij -Hoe meer onderdelen er zijn, hoe langer de montagetijd op de bouwplaats is.

20 3, Blootliggende bevestigingselementen -

Zij zijn onogelijk en hebben de neiging tot corroderen.

Samenvatting van de uitvinding.

Bij het ruimtelijk, gestel volgens de 25 onderhavige uitvinding wordt een nieuwe en unieke staaf-sectie gebruikt in combinatie met koorden, waarbij een afzonderlijke knooppuntverbinding overbodig is en daardoor de montagetijd op de bouwplaats wordt verkort. Bovendien zijn de bevestigingselementen verborgen binnen de onderlinge 30 verbinding van de staaf sectie en de koorde elementen volgens de onderhavige uitvinding, waardoor de corrosie van de bevestigingselementen tot een minimum wordt beperkt.

Λ ·- Λ fi A 3 A

cc? v w L ^ - i i -3-

Overeenkomstig een aspect van de onderhavige uitvinding omvat een nieuwe en verbeterde staafsectie voor een ruimtelijk gestel een staafelement, een eerste knooppuntelement, en een tweede knooppuntelement. Het eerste 5 knooppuntelement is één kwart van een eerste knooppuntsectie van het ruimtelijk gestel. Het ruimtelijk gestel heeft een eerste vlak niveau van koordennen een tweede vlak niveau van koorden, die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn. De eerste knooppuntsectie van het ruimtelijk gestel is een 10 onderlinge verbinding van vier staafsecties en koorden uit het eerste vlakke niveau van koorden van het ruimtelijk gestel. Het tweede knooppuntelement van de staaf sectie is één kwart van een tweede knooppuntsectie van het ruimtelijk gestel. De tweede knooppuntsectie is een onder-15 linge verbinding van vier staafsecties en koorden uit het tweede vlakke niveau van koorden van het ruimtelijk gestel.

Het staafelement heeft een eerste en een tweede einde. Het eerste einde van het staafelement is bevestigd aan het eerste knooppuntelement en het tweede einde van het staaf-20 element is bevestigd aan het tweede knooppuntelement, om de staafsectie te vormen. Het staafelement van de staafsectie — is niet evenwijdig aan en staat niet loodrecht op de koorden van het ruimtelijk gestel.

Volgens een ander aspect van de onder-25 havige uitvinding hebben het eerste knooppuntelement en het tweede knooppuntelement elk een eerste vlakéLement, een tweede vlakéLement, en een derde vlakéLement. Elk vlak element van het eerste knooppuntelement staat loodrecht op en is bevestigd aan elk ander vlak élement van het eerste knooppunt-30 element. Elk vlak element van het tweede knooppuntelement staat loodrecht op en is bevestigd aan de andere vlakke elementen van het tweede knooppuntelement. Het eerste, tweede, en derde vlakke element van het eerste knooppunt-

u v =; * *„· j U

S· » -4- element zijn in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste, tweede, respectievelijk derde vlakke element van het tweede knoop-puntelement. Het eerste vlakke element van het eerste en het tweede knooppuntelement heeft een buiten- en binnenoppervlak, 5 en het staafelement heeft een eerste einde en een tweede einde. Het eerste einde van het staafelement is bevestigd aan het buitenoppervlak van het eerste vlakke element van het eerste knooppuntelement en het tweede einde van het staafelement is bevestigd aan het buitenoppervlak van het 10 eerste vlakke element van het tweede knooppuntelement.

Het staafelement sluit een scherpe hoek in met het buitenoppervlak van het eerste vlakke element van het eerste knooppuntelement en van het tweede knooppuntelement. Het staafelement van de staafsectie onderschept een geprojecteerd 20 vlak van het tweede en het derde vlakke element van het eerste en het tweede knooppuntelement van de staafsectie, en het tweede en derde vlakke element van het eerste en het tweede knooppunt hebben een bevestigingsmiddel.

25 Korte beschrijving van de tekening.

Figuur 1 is een zijaanzicht van de een staafsectie volgens-de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen van een staafsectie in combinatie 30 met acht koorden, die ten dele zijn getekend,om een gedeelte van een ruimtelijk gestel volgens de onderhavige uitvinding te vormen,zoals in deel A van figuur 7 is getekend.

Figuur 3 is een bovenaanzicht van de onderlinge verbinding van vier staafsecties met vier koorden 35 volgens de onderhavige uitvinding, gelegen in het eerste vlakke niveau van koorden 510 in deel A, dat in figuur 7 is getekend.

ft Π - 3 Π 'hi ^ “nj f 4 -5-

Figuur 4 is een zijaanzicht van figuur 3 en toont de plaats van een beschermende afdekking.

Figuur 5 is een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van vier staafsectie met vier koorden 5 volgens de onderhavige uitvinding, gelegen in het tweede vlakke nievau van koorden 620 in deel A, dat in figuur 7 is getekend.

Figuur 6 is een zijaanzicht van figuur 5 en toont de plaats van een beschermende afdekking.

10 Figuur 7 is een bovenaanzicht van het ruimtelijk gestel volgens de onderhavige uitvinding, waarin vier delen A, B, C en D zijn aangegeven, die gedetailleerd zijn weergegeven in de figuren 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 en 10.

Figuur 8 is een bovenaanzicht van een 15 andere uitvoeringsvorm van de aiderhavige uitvinding en toont de onderlinge verbinding van twee staafsecties met drie koorden, aangegeven als deel C van het ruimtelijk gestel, dat in figuur 7 is getekend.

Figuur 9 is een bovenaanzicht van een 20 andere uitvoervingsvorm van de onderhavige uitvinding en toont de onderlinge verbinding van vier staafsecties met twee koorden, aangegeven als deel B van het ruimtelijk gestel dat in figuur 7 is getekend.

Figuur 10 is een bovenaanzicht van nog 25 een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding en toont de onderlinge verbinding van vier staafsecties met drie koorden, aangegeven als deel D van het ruimtelijk gestel, dat in figuur 7 is getekend.

Figuur 11 is een bovenaanzicht van een 30 variant van de uitvoeringsvorm volgens figuur 3.

Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding, tezamen met andere en verdere doeleinden, voordelen en capaciteiten daarvan, wordt verwezen naar de volgende

3 “ 5* ** Λ Λ A O j ; j - v 4<> iJ

-6- beschrijving en bijgaande conclusies aan de hand van de boven beschreven tekening.

Gedetailleerde beschrijving van de 5 uitvinding._ Eén aspect van de uitvinding, dat in figuur 1 is getekend, is een staafsectie 10. De staafsectie 10 omvat een staafelement 20, een eerste knooppuntelement 30 en een tweede knooppuntelement 40. Het eerste knooppunt-10 element 30 van de staafsectie 10 is één kwart van een eerste knooppuntseetie 35, die in figuur 3 is getekend, van een ruimtelijk gestel 600, dat in figuur 7 is getekend. Het ruimtelijk gestel 600 heeft een eerste vlakniveau van koorden 610 en een tweede vlakniveau van koorden 620, die 15 in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn. De eerste knooppunt- sectie 35 van het ruimtelijk gestel 600 is een onderlinge verbinding van vier staafsecties 30, 31, 32 en 33 en koorden 300, 310, 320 en 330, die in de figuren 2, 3 en 7 zijn getekend. Het tweede knooppuntelement 40 van de staafsectie 20 10 is één kwart van een tweede knooppuntseetie 45, die in figuur 5 is getekend, van het ruimtelijk gestel 600, dat in figuur 7 is getekend. De tweede knooppuntseetie 45 is een onderlinge verbinding van vier staafsecties 40, 41, 42 en 43 en koorden 400, 410, 420 en 430,die in de figuren 2, 5 25 en 7 zijn getekend. Het staafelement 20 heeft een eerste einde 150 en een tweede einde 160, die in figuur 1 zijn getekend. Het eerste einde 150 is bevestigd aan het eerste knooppuntelement 30 en het tweede einde 160 is bevestigd aan het tweede knooppuntelement 40, om de staafsectie 10 te vor-30 men, die in figuur 1 is getekend. Het staafelement 30 van de staafsectie 10 is niet evenwijdig aan en staat niet loodrecht op het eerste en het tweede vlakke niveau van koorden 610, respectievelijk 620.

8300080 «- ♦ -7-

Ook is in figuur 1 aangegeven, dat het eerste knooppuntelement 30 en het tweede knooppuntelement 40 zijn voorzien van een eerste vlak element 50 respectievelijk 60, een tweede vlak element 70 respectievelijk 80 5 en een derde vlak element 90 respectievelijk 100. Het eerste vlakke element 50 staat loodrecht op en is bevestigd aan het tweede vlakke element 70 en het derde vlakke element 90, en het eerste vlakke element 60 staat loodrecht op en is bevestigd aan het tweede vlakke element 80 en het derde 10 vlakke element 100. Het tweede vlakke element 70 staat loodrecht op en is bevesticrd aan het eerste vlakke element 50 en het derde vlakke element 90, en het tweede vlakke element 80 staat loodrecht op en is bevestiqd aan het eerste vlakke element 60 en het derde vlakke element 100. De 15 vlakke elementen 50, 70 en 90 zijn in hoofdzaak evenwijdig aan de vlakke elementen 60, 80 respectievelijk 100.

Het eerste vlakke element 50 van het eerste knooppuntelement 30 heeft een buitenoppervlak 110 en een binnenoppervlak 130 en het eerste vlakke element 60 20 van het tweede knooppuntelement 40 heeft een buitenopper vlak 120 en een binnenopprvlak 140, zoals in figuur 1 is getekend.

Het staafelement 20 heeft een eerste einde 150 en een tweede einde 160. Het eerste einde 150 is 25 bevestigd aan het buitenoppervlak 110 van het eerste vlakke element 50 van het eerste knooppuntelement 30 en het tweede einde 160 is bevestigd aan het buitenoppervlak 120 van het eerste vlakke element 60 van het tweede knooppuntelement 40, om een uit één geheel bestaande staaf sectie te vormen.

30 Het staafelement 20 staat onder een scherpe hoek 170 en 180 ten opzichte van het buitenoppervlak 110 respectievelijk 120, en het staafelement 20 onderschept geprojecteerde vlakken van de tweede en derde vlakke elementen -8- 70, 80, 90 en 100. De vlakke elementen 70, 80, 90 en 100 hebben bevestigingselementen zoals openingail 90, 200, 210, 220, 230, 240, 250 en 260.

In figuur 7 is een bovenaanzicht van 5 het ruimtelijk gestel 600 volgens de onderhavige uitvinding getekend. Het ruimtelijk gestel 600 omvat meerdere koorden, die liggen in twee evenwijdige vlakken, een eerste vlak niveau van koorden 610,en een tweede vlak niveau van koorden 620, onderling verbonden door meerdere staafsecties, zoals 10 de staafsectie 10. De staafsectie 10 en de bijbehorende koorden 300, 310, 320, 330, 400, 410, 420 en 430 zijn in de figuren 2, 3, 4, 5, 6 en 7 getekend.. Het eerste vlakke element 50 van het eerste knooppuntelement 30, dat in figuur 3 is getekend, en het eerste vlakke element 60 van het 15 tweede knooppuntelement 40 van de staafsectie 10, dat in figuur 6 is getekend, zijn evenwijdig aan het eerste vlakke niveau van koorden 610 en het tweede vlakke niveau van koorden 620, zoals in figuur 7 is getekend. Het tweede vlakke element 70 van het eerste knooppuntelement 30 van de staaf-20 sectie 10 is bevestigd aan de koorde 330 van het eerste vlakke niveau van koorden 610, dat in figuur 7 is getekend, door middel van koordebevestigingselementen zoals een bout 332, een constructieplaat 333, een constructieplaat 331 en een moer 334, vastgelast aan een kopplaat 335 van de koorde 25 330.

Ook is in figuur 3 een derde vlak element 90 van het eerste knooppuntelement 30 van de staafsectie 10 getekend, dat is bevestigd aan de koorde 320 van het eerste vlakke niveau van koorden 610, dat in figuur 30 7 is getekend, door middel van koordebevestigingselementen zoals een bout 322, een constructieplaat 323, een constructieplaat 321 en een moer 324, vastgelast aan een kopplaat 325 van 0 A :Λ g Λ V V./ v ij \j -9- de koorde 320 w Zoals in figuur 4 is getekend, is een beschermend deksel 500 aan de knoopuntverbinding van de knooppunten 30, 31, 32 en 33 bevestigd door middel van een clip 501, die samenwerkt met de bouten 301, 302, 303 en 304,. 5 om de bouten te beschermen tegen corrosie als gevolg van het weer en om het uiterlijk van het ruimtelijk gestel 600 te verbeteren.

In figuur 5 is het tweede vlakke element 80 van het tweede knooppuntelement 40 van de staafsectie 10 10 getekend,dat is bevestigd aan een koorde 410 van het tweede vlakke niveau van koorden 620, dat in figuur 7 is getekend, door middel van koordebevestigingselementen, zoals een bout 412, een constructieplaat 413, een constructieplaat 411, en een moer 414, vastgelast aan een kopplaat 415 van 15 de koorde 410. .

In figuur 5 is ook een derde vlak element 100 van het tweede knooppuntelement 40 van de staafsectie 10 getekend, dat is bevestigd aan een koorde 400 van het tweede vlakke niveau van koorden 620, dat in figuur 7 is 20 getekend, door middel van koordebevestigingselementen zoals een bout 402, een constructieplaat 403, een constructieplaat 401 en een moer 404,vastgelast aan een kopplaat 405 van de koorde 400. In figuur 6 is een beschermend deksel 502 getekend, dat is bevestigd aan de knooppuntsectie 45, een 25 combinatie van knooppunten 40, 41, 42 en 43, door middel van een clip 503, die samenwerkt met bouten zoals 425 en 426, om de bouten te beschermen tegen corrosie als gevolg van het weer en om het uiterlijke van het ruimtelijk gestel 600 te verbeteren.

30 Deel B van het ruimtelijk gestel 600, dat in figuur 7 is getekend, is gedetailleerd weergegeven in figuur 9 en toont de bevestiging van een hoekknooppunt-element 840 voor het afdekken van één van de hoeken van het · 3 ij o · -10- tweede vlakke niveau van koorden 620. Het hoekafdekelement 840 is op dezelfde geconstrueerd als het eerste knooppunt-element 40, behalve dat daaraan geen staafelement is bevestigd. Het hoekknooppuntelement 840, dat in fiquur 9 5 is getekend, is aan het knooppuntelement 830 en aan het knooppuntelement 850 bevestigd door het eindhoekelement 860 aan de knooppuntelementen 830 en 850 te bevestigen met bouten 861, 862, 863 en 864. De constructieplaat 865 ligt boven op het knooppuntelement 850 en het'hoekknooppuntele-10 ment 840, om de draagcapaciteit te vergroten en is daaraan bevestigd met bouten 861 en 862, die zijn geschroefd in van schroefdraad voorzien gaten in het eindhoekelement 860.

En de constructieplaat 866 ligt boven op het knooppuntelement 830 en het hoekknooppuntelement 840 en is daaraan bevestigd 15 met bouten 863 en 864, die ook zijn geschroefd in van schroef draad voorziene gaten in het eindhoekelement 860, zoals in figuur 9 is getekend. Het beschermende deksel 505 bedekt de knooppuntverbindingen door middel van de clip 506, die samenwerkt met bouten in de verbinding, waardoor de bouten worden 20 beschermd tegen blootstelling aan het weer, dat over een lange periode corrosie veroorzaakt, en om het uiterlijk van het ruimtelijk gestel 600 te verbeteren.

Het deel C van het ruimtelijk gestel 600, dat in figuur 7 is getekend, is gedetailleerd in figuur 8 25 weergegeven en toont de verbinding van drie koorden 700, 710 en 720 met twee staafsecties 730 en 740 en de bevestiging van een eindknooppuntelement 750 aan de koorde 710 en 720, om de knooppuntverbinding af te werken. Het eindknooppunt-elememt 750 is aan de koorde 710 bevestigd door bouten 711 30 en aan de koorde 720 door bouten 721. Een constructieplaat 761 ligt op het knooppuntelement 760 en het eindknooppunt-element 750, dat aanligt tegen het knooppuntelement 760.

De constructieplaat 761, het knooppuntelement 760 en het

Q R A n o A

O \j y 1i Q tj β · -11- eindknooppuntelement 750 zijn aan de koorde 720 bevestigd door bouten 721 en 722. De constructieplaat 761 vergroot de draagcapaciteit van de verbinding. Een beschermend deksel 504, dat in figuur 7 is getekend en soortgelijk is aan het 5 beschermende deksel 505, bedekt de knooppuntverbindingèn 750, 760 en 770, om de bouten 711, 712, 721 en 722 te beschermen tegen corrosie onder invloed van het weer en om het uiterlijk van de het ruimtelijk gestel te verbeteren, door eventuele blootliggende uitwendige bevestigingselementen 10 weg te werken.

Het deel D van het ruimtelijk gestel 600, dat in figuur 7 is getekend, is gedetailleerd in figuur 10 weergegeven. Figuur 10 toont de verbinding van drie koorden 900, 910 en 920 met vier knooppuntelementen 930, 940, 950 15 en 960 van vier staafsecties en een eindconstructieplaat 970.

De eindconstructieplaat 970 verbindt het knooppuntelement 940 met het aanliggende knooppuntelement 950 door het con-structie-element 971, dat op de knooppuntelementen 940 en 950 ligt, met bouten 972 en 973 te bevestigen aan de eind-20 constructieplaat 970. Een beschermend deksel 507 is aan de verbinding van de knoopunten 930, 940,950 en 960 bevestigd door een clip 508, die samenwerkt met bouten in de verbinding, soortgelijk aan het beschermende deksel 5Ö2, dat in figuur 6 is getekend.

25 Figuur 11 toont een andere uitvoerings vorm van een verbinding van vier koorden en vier knooppuntelementen, waarin het constructieve-element 980 een buisvormig element is, dat wordt gebruikt om de draagcapaciteit van de verbinding te vergroten.

30 Het constructiemateriaal van het gestel volgens de onderhavige uitvinding kan een willekeurig geschikt constructiemateriaal zijn, zoals staal, aluminium, magnesium, hout, en dergelijke.

-f», _ r': Λ -·· V t* -12-

De vorm van de koorden en staafelementen kan variëren afhankelijk van constructieve en esthetische vereisten, dat wil zeggen.rond, vierkant, elliptisch, enzovoorts .

5 Ofschoon hierboven is beschreven en in de tekening is weergegeven datgene, wat thans wordt beschouwd als de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, zal het voor deskundigen duidelijk zijn, dat daarin talrijke veranderingen en wijzingen kunnen worden aangebracht, zonder 10 buiten de omvang van de uitvinding te gaan, die in de bijgaande conclusies is neergelegd.

Een staafsectie voor een ruimtelijk gestel is aan beide einden van het staafelement voorzien van een knoopuntelement, dat daaraan is bevestigd. Een knooppunt-15 sectie van het ruimtelijke gestel is opgebouwd uit vier staafsecties, die de koorden van het ruimtelijke gestel met elkaar verbinden. Elk knooppuntelement van de staafsectie is één vierde van de knooppuntsectie van het ruimtelijke gestel. Het ruimtelijke gestel, waarin deze staafsecties 20 zijn toegepast, heeft twee niveau's van koorden, die door de staafsecties met elkaar zijn verbonden. De knooppuntsectie is voorzien van een beschermende afdekking voor het afdekken en beschermen van de bevestigingselementen, om corrosie te verhinderen, evenals om het uiterlijk van het 25 ruimtelijke gestel te verbeteren door eventuele blootliggen de uitwendige bevestigingselementen weg te werken.

%?()& A β 0 ^ V & \tf v*

Claims

1. Staafsectie voor een ruimtelijk gestel, omvattende een staafelement, een eerste knooppuntelement, en een tweede knooppuntelement, welk eerste knooppuntelement één vierde is van een eerste knooppuntsectie van het ruim-5 telijke gestel, welk ruimtelijke gestel is voorzien van een eerste vlak niveau van koorden en van een tweede vlak niveau van koorden, dat evenwijdig is aan het eerste vlakke niveau van koorden, welke eerste knooppuntsectie een onderlinge verbinding is van vier staafsecties en koorden uit het 10 eerste vlakke niveau van koorden van het ruimtelijke gestel, welk tweede knooppuntelement van de staafsectie één vierde is van een tweede knooppuntsectie van het ruimtelijke gestel, welke tweede knooppuntsectie een onderlinge verbinding is van vier staafsecties en koorden uit het tweede vlakke niveau 15 van koorden van het ruimtelijke gestel, welke staafelement een eerste en een tweede einde heeft, waarbij het eerste einde van het staafelement is bevestigd aan het eerste knooppuntelement en het tweede einde van het staafelement is bevestigd aan het tweede knooppuntelement, om de staafsectie 20 te vormen, welk staafelement van de staafsectie niet even wijdig is aan en niet loodrecht staat op de koorden van het ruimtelijke gestel.

2. Staafsectie voor een ruimtelijk gestel, omvattende een staafelement, een eerste knooppuntelement 25 en een tweede knooppuntelement, welk eerste knooppuntelement en welk tweede knooppuntelement zijn voorzien van een eerste ^ - v ,· j '3 0 -9- „ · vlak element, een tweede vlak element, en een derde vlak element, waarbij elk vlak element van het eerste knooppuntelement loodrecht staat op en is bevestigd aan elk ander vlak element van het eerste knooppuntelement, 5 waarbij elk vlak element van het tweede knooppuntelement loodrecht staat op en is bevestigd aan elk ander vlak element van het tweede knooppuntelement, welk eerste, tweede en derde vlakke element van het eerste knooppuntelement in hoofdzaak evenwijdig is aan het eerste, tweede respectievelijk 10 derde vlakke element van het tweede knooppuntelement, welk eerste vlakke element van het eerste en hét tweede knooppuntelement een buiten- en een binnen-oppervlak hebben, waarbij het staafelement een eerste en een tweede einde heeft, welk eerste einde van het staafelement is bevestigd aan het 15 buitenoppervlak van het eerste vlakke element van het eerste knooppuntelement, welk tweede einde van het staafelement is bevestigd aan het buitenoppervlak van het eerste vlakke element van het tweede knooppuntelement, waarbij het staafelement onder een scherpe hoek staat ten opzichte van het 20 buitenoppervlak van het eerste vlakke element van het eerste knooppuntelement en van het tweede knooppuntelement, waarbij het staafelement van de staafsectie een .geprojecteerd vlak van het tweede en derde vlakke element van het eerste en het tweede knooppuntelement van de staafsectie onder-25 schept en waarbij het tweede en derde vlakke element van het eerste en tweede knooppunt zijn voorzien van een bevestigingsmiddel .

3. Ruimtelijk gestel, omvattende meerdere koorden en staafsecties, waarbij elke staafsectie is uit- 30 gevoerd overeenkomstig conclusie 1.

4. Ruimtelijk gestel, omvattende meerdere koorden en staafsecties, waarbij elke staafsectie is uitgevoerd overeenkomstig conclusie 2, welke koorden met elkaar P P Λ ^ Λ P /1 j y dl; i. -e Hf- zijn verbonden door de staafsecties, om een eerste en een tweede vlak niveau van de koorden te vormen, welk eerste vlakke niveau in hoofdzaak evenwijdig is aan het tweede vlakke niveau van de koorden, welk eerste vlakke element 5 van het eerste knooppuntelement en het tweede knooppunt- element van de staafsectie in hoofdzaak evenwijdig zijn aan het eerste en het tweede niveau van de koorden, welk tweede vlakke element van het eerste knooppuntelement van de staafsectie aan een koorde-element van het eerste vlakke 10 niveau van koorden is bevestigd door koordebevestigings- middelen, welke derde vlakke element van het eerste knooppuntelement van de staafsectie aan een ander koorde-element van het eerste vlakke niveau van koorden is bevestigd door koordebevestigingsmiddelen; welk tweede vlakke element van 15 het tweede knooppuntelement'van de staafsectie aan een koorde- element van het tweede vlakke niveau van koorden is bevestigd door koordebevestigingsmiddelen? en welk derde vlakke element van het tweede knooppuntelement van de staafsectie aan een ander koorde-element van het tweede vlakke niveau van 20 koorden is bevestigd door koordebevestigingsmiddelen. , V* W *./ V ,.A.· p J