NL8600068A

NL8600068A - Inrichting voor het overbrengen van blikken van een pallet op een transportband of omgekeerd.

Info

Publication number: NL8600068A
Application number: NL8600068A
Authority: NL
Original assignee: Speciaalmachinefabriek Van Uit
Priority date: 1986-01-15
Filing date: 1986-01-15
Publication date: 1987-08-03
Also published as: EP0231534B1; DE3672995D1; EP0231534A1; ES2016559B3; GR3001028T3; ATE54903T1

Description

Inrichting voor het overbrengen van blikken van een pallet op een transportband of omgekeerd.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen van een laag naast elkaar staande blikken van een pallet en het overbrengen daarvan op een transport- t band of omgekeerd.

5 Bij bekende inrichtingen van dit type wordt gewerkt net grijpers of dergelijke zodat de blikken aan een aanmerkelijke belasting kunnen worden blootgesteld.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te vangen door erin te voorzien, dat de inrichting bestaat uit een 10 eerste transportband, die zich in een in hoofdzaak horizontale richting uit kan strekken boven een pallet met daarop gestapelde lagen magnetiseerbare blikken, waarbij boven het onderste part van deze eerste transportband tenminste twee plaatvormige magneten, met een grootte i 15 tenminste overeenkomend met het oppervlak van het pallet, in de bewegingsrichting van de transportband naast elkaar zijn aangebracht, zodanig dat de ene plaatvormige magneet zich, onder tussenkomst van het onderste part van de transportband, boven het pallet met de magnetiseerbare 20 blikken kan bevinden en middelen aanwezig zijn om de bovenste laag blikken tegen het onderste part van de transportband aan te trekken, waarna de transportband deze laag blikken verplaatst tot onder de tweede plaatvormige magneet, waarbij zich onder de tweede plaatvormige magneet een tweede 25 transportband bevindt op zodanige hoogte, dat de door de tweede magneet gedragen blikken zich op geringe afstand boven deze tweede transportband bevinden, waarbij is voorzien in middelen waardoor de blikken, aangekomen boven de tweede transportband, door de tweede plaatvormige magneet 30 kunnen worden losgelaten en op de tweede transportband kunnen worden neergezet om door deze te worden afgevoerd, waarbij de middelen voor het aantrekken en loslaten van de blikken door de plaatvormige magneten zodanig zijn uitgevoerd, dat ook verplaatsing van de blikken in omgekeerde 35 richting kan plaats vinden.

Op deze wijze wordt een bijzonder eenvoudige en betrouwbaar werkende inrichting verkregen, die ook weinig Ti * Λ £ ,3 €5 v v υ v 0 α - Ai -2- lawaai maakt.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de plaatvormige magneten permanente magneten zijn en in hoofdzaak in vertikale richting boven het onderste 5 part van de eerste transportband verplaatsbaar zijn.

Het zal duidelijk zijn, dat wanneer de permanente magneten zich dicht boven het part van de transportband bevinden blikken zullen kunnen worden aangetrokken, terwijl bij het daarna omhoog bewegen van de magneet de blikken 10 door de transportband zullen worden tegen gehouden zodat zij vrij van de magneet zullen komen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat de plaatvormige magneten elektromagneten zijn, die gestuurd bekrachtigbaar zijn.

15 Hierbij kan dus de stroom naar de magneten in- en uit worden geschakeld, zodat de magneten blikken vast kunnen houden daijwel loslaten.

Om het neerzetten van een aantal blikken op de tweede transportband op zo goed mogelijke wijze te doen 20 verlopen, ook wanneer de afstand tussen de beide transportbanden groter is dan de hoogte van de blikken, kan erin worden voorzien, dat onder het bovenste part van de tweede transportband een plaatvormige magneet is aangebracht op een plaats nagenoeg vertikaal onder de tweede plaatvormige 25 magneet van de eerste transportband.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan erin worden voorzien, dat de eerste transportband continu beweegt met een snelheid liggend tussen 1 en i 40 m/min. en het tijdstip waarop een laag blikken door de 30 tweede magneet wordt losgelaten wordt bepaald door een aftaster, waarbij de snelheid van de tweede transportband tenminste gelijk is aan die van de eerste transportband.

Het is echter eveneens mogelijk dat de eerste transportband discontinu beweegt en door een aftaster stil 35 wordt gezet wanneer een laag blikken tot boven de tweede transportband is gebracht waarna de blikken op de tweede transportband worden neergezet.

Daar in het algemeen de tweede transportband een vaste plaats in zal nemen, zal er bij voorkeur in worden 40 voorzien, dat de inrichting een ondersteuning voor een S A n A o Ö a

V U d v t* U O

-3- pallet omvat/ welke ondersteuning in hoogte verstelbaar is zodanig dat een pallet op die hoogte kan worden gebracht waarbij de bovenste blikken op het pallet zich dicht bij het onderste part van de eerste transportband bevinden.

5 Om de inrichting geschikt te maken voor verschil lende typen blikken, kan erin worden voorzien, dat de vertikale afstand tussen de eerste en de tweede transportband instelbaar is.

Hoewel de eerste transportband zich in de meeste 10 gevallen in een nagenoeg horizontale stand zal bevinden, is het ook mogelijk deze stand over + 20° te variëren.

In het bijzonder zal voor de besturing van de inrichting gebruik gemaakt worden van een relais- of een PLC -besturing.

15 De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in zijaanzicht schematisch is weergegeven in de tekening.

De in de tekening weergegeven inrichting omvat enkele vast opgestelde steun poten 1, waarover verdere 20 poten 2 verschuifbaar zijn, die een steunplaat 3 dragen, waarop zich een pallet 4 bevindt waarop een aantal lagen 5 van blikken 6 zijn gestapeld.

De steunplaat 3 is in vertikale richting op en neer beweegbaar, zoals aangegeven met de pijl P. Deze 25 verplaatsing kan bijvoorbeeld plaats vinden, doordat de poten 1 en 2 hydraulisch of mechanisch uit elkaar en in elkaar kunnen worden geschoven.

Een eindloze transportband 7 loopt over omkeer-rollen 8 waarvan er tenminste ëën zal worden aangedreven, 30 en over geleidingsrollen 9 en boven het onderste part 10 van de transportband bevinden zich twee plaatvormige magneten 11 en 12, die direct op elkaar aansluiten.

Zoals reeds boven gezegd kunnen de magneten 11 en 12 elektromagneten zijn, maar ook kunnen zij in verti-35 kale richting verplaatsbaar zijn, zoals aangegeven met de pijlen R. Wanneer zij zich dan ver genoeg van het onderste part 10 van de transportband 7 af bevinden zullen zij de blikken 6 loslaten.

Bij het gebruik van de inrichting beweegt de 40 transportband 7 zich in de richting van de pijl S en de — ' Λ Λ ^ 'j, y lJ ^ J J Ó -4- magneet 11 zal worden bekrachtigd ofwel zal zich zo dicht boven het part 10 van de transportband 7 bevinden dat de bovenste laag 5 van blikken 6 door de magneet 11 wordt aangetrokken en door de transportband 7 wordt meegenomen 5 totdat de laag zich onder de magneet 12 bevindt, zoals aangeduid met 5a.

Door uitschakeling van de magneet 12, wanneer dit een elektromagneet is, of door omhoog brengen van de magneet 12 indien dit een permanente magneet is, kan de 10 laag 5a van de magneet worden vrijgemaakt en zal hij worden neergezet op de tweede transportband 13, waarvan in de tekening slechts een deel is weergegeven en die loopt over de omkeerrol 14.

Onder het bovenste part 14a van de tweede transport-15 band 13 kan nog een magneet 15 zijn aangebracht om de blikken in de juiste stand op te nemen» Bij voorkeur zal de magneet 15 een permanente magneet zijn, daar de blikken bij het bewegen van de transportband 13 in de richting van de pijl T automatisch vrij van de magneet 15 zullen 20 komen.

Voor de besturing van de inrichting kan allereerst gebruik worden gemaakt van een taster 16, die waarneemt of de steunplaat 3 zodanig omhoog is gebracht, dat de blikken door de magneet 11 kunnen worden aangetrokken. De 25 taster 16 kan gelijk dienen voor de besturing van de in hoogte verstelbare steunplaat 3. De taster kan van het mechanische type zijn, maar bijvoorbeeld ook worden gevormd door een lichtbron met bijbehorende opnemer.

Om waar te nemen of de door de transportband 30 7 meegenomen blikken zich in de stand bevinden boven de tweede transportband 13 kan gebruik gemaakt worden van een taster 17, die er dan voor zorgt, dat de blikken op de tweede transportband worden neergezet.

Een verdere taster 18 kan nog aanwezig zijn, 35 om waar te nemen dat een laag blikken 5 voldoende ver naar rechts toe is verplaatst als gezien in de tekening, om de steunplaat 3 weer naar boven toe te brengen om de volgende laag blikken aan de magneet 11 toe te voeren.

Al deze en verdere mogelijkheden zullen echter voor een 40 deskundige duidelijk zijn en het behoeft evenmin toelich- 8600063 -5- ting, dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

-conclusies- 4

'v . v w - υ O

Claims

1. Inrichting voor het opnemen van een laag naast elkaar staande blikken van een pallet en he.t overbrengen daarvan op een transportband of omgekeerd, met het k e n m e r k, dat de inrichting bestaat uit een eerste 5 transportband (7), die zich in een in hoofdzaak horizontale richting uit kan strekken boven een pallet (4) met daarop gestapelde lagen (5) magnetiseerbare blikken (6), waarbij boven het onderste part (10) van deze eerste transportband (7) tenminste twee plaatvormige magneten (11, 12), met 10 een grootte tenminste overeenkomend met het oppervlak van het pallet (4),in de bewegingsrichting van de transportband (7) naast elkaar zijn aangebracht, zodanig dat de ene plaatvormige magneet (11) zich, onder tussenkomst van het onderste part (10) van de transportband (7), 15 boven het pallet (4) met de magnetiseerbare blikken (6) kan bevinden en middelen aanwezig zijn om de bovenste laag blikken tegen het onderste part (10) van de transportband (7) aan te trekken, waarna de transportband (7) deze laag blikken verplaatst tot onder de tweede plaat-20 vormige magneet (12),waarbij zich onder de tweede plaatvormige magneet (12) een tweede transportband (13) bevindt op zodanige hoogte, dat de door de tweede magneet (12) gedragen blikken zich op geringe afstand boven deze tweede transportband (13) bevinden, waarbij is voorzien in middelen 25 waardoor de blikken (6), aangekomen boven de tweede transportband (13), door de tweede plaatvormige magneet (12) kunnen worden losgelaten en op de tweede transportband (13) kunnen worden neergezet om door deze te worden afgevoerd, waarbij de middelen voor het aandrijven en loslaten van de 30 blikken door de plaatvormige magneten (11, 12) zodanig zijn uitgevoerd, dat ook verplaatsing van de blikken in omgekeerde richting kan plaats vinden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met hetken-35 me r k, dat de plaatvormige magneten (11, 12) permanente magneten zijn en in hoofdzaak in vertikale richting boven het onderste part (10) van de eerste transportband (7) 83 0 0 0 5 8 -7- -1 « verplaatsbaar zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaatvormige magneten (11, 12) 5 elektromagneten zijn, die gestuurd bekrachtigbaar zijn.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder het bovenste part (143 van de tweede transportband (13) een plaatvormige * 10 magneet (15) is aangebracht op een plaats nagenoeg vertikaal onder de tweede plaatvormige magneet (12) van de eerste transportband (7).

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de eerste transportband (7) continu beweegt met een snelheid liggend tussen 1 en 40 m/min en het tijdstip waarop een laag (5) blikken (6) door de tweede magneet (12) wordt losgelaten wordt bepaald door een aftaster (17), waarbij de snelheid van de tweede 20 transportband (13) tenminste gelijk is aan die van de eerste transportband (7).

6. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de eerste transportband (7) 25 discontinu beweegt en door een aftaster (17) stil wordt gezet wanneer een laag blikken tot boven de tweede transportband (13) is gebracht waarna de blikken op de tweede transportband (13) worden neergezet.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een ondersteuning (1, 2, 3) omvat voor een pallet (4), welke ondersteuning in hoogte verstelbaar is zodanig dat een pallet (4) op die hoogte kan worden gebracht waarbij de bovenste blikken (6) 35 op het pallet zich dicht bij het onderste part (10) van de eerste transportband (7) bevinden.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vertikale afstand tussen 40 de eerste en de tweede transportband (7, 13) instelbaar is. r* - *' ' ' « · > * " * -8— r

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stand van de eerste transportband (7) vanuit de horizontale stand over + 20° kan worden gevarieerd. 5

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de besturing van de inrichting gebruik wordt gemaakt van een relais- of een PLC-besturing. 10

11. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8. y O ö o 8