NL8600036A - Schokbreker en werkwijze en apparaat voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

ί . '£

Schokdempende voering en werkwijze en inrichting voor de vervaardiging daarvan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op schokdempende verpakkinsmaterialen of voeringen van kunststof en pp een werkwijze en een inrichting voor de vervaardiging van dergelijke schokdempende verpakkingsmaterialen uit een 5 kunststof folie. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op verpakkingsmaterialen met volummineuze, geëxpandeerde , holle eenheden, waarin gas is opgesloten en op een werkwijze en een inrichting voor de vorming van dergelijke materialen.

10 Bekend zijn verscheidene vormen van schokdempende materialen van kunststof, die niet holle lichamen bevatten met een bolvorm of de vorm van spaghetti, welke vervaardigd zijn van schuimkunaistof. Dergelijke verpakkingsmaterialen verschaffen geen volledige schokdempende werking en zijn vaak hydro-15 dynamisch werkzaam, zodat het verpakte voorwerp onderworpen kan zijn aan een ongewenste beweging en krimping wanneer het verpakkingsmateriaal zelf vervormd. Bovendien verschaffen dergelijke materialen vaak onbevredigende schokdempende eigenschappen, zij zijn moeilijk te hanteren en zij zijn kostbaar 20 vanwege de extra kunststof die vereist is vanwege het niet hol zijn van het verpakkinsgmateriaal.

Eventueel hebben de bekende verpakkingsmaterialen, waarbij men tracht een hol in plaats van een schuimlichaam te gebruiken, vormen die niet gemakkelijk toelaten dat ruimten 25 rondom het te verpakken voorwerp volledig en doelmatig worden gevuld en waarbij geschikte schokdempende vermogeis over een ruim gebied van temperaturen tijdens het transport niet geheel kunnen worden gehandhaafd, Als gevolg daarvan zijn meer werkeenheden vereist met als gevolg een verminderde schokdempende samen-30 drukking en vervorming.

De uitvinding verschaft een schokdempend verpakkings- 360003? ί » t - 2 - materiaal dat is vervaardigd uit een kunststof folie en dat een reeks van in wezen driehoekig gevormde, gasgevulde eenheden bevat, die onder warmte worden afgedicht en die worden gebruikt voor het vullen van de gebieden rondom het te verpakken voorwerp 5 en waarbij eveneens geschikte schokdempende eigenschappen over een ruim gebied van temperatuuromstandigheden worden gehandhaafd· Een gewenste werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingsmaterialen bevat de vorming van een buisvormig lichaam van kunststof, het inbrengen van een afgekoeld gas in het buis-10 vormige lichaam en de vorming van in wezen driehoekig gevormde afzonderlijke eenheden die opgesloten gas bevatten door het onder een hoek door middel van warmte afdichten van het buisvormige lichaam van afstand op afstand.-Et wordt eveneens een inrichting verschaft voor de vorming van een kunststof folie 15 tot een reeks van gas gevulde, in wezen driehoekig gevormde eenheden, door middel van het gebruik van vinafdichtEolleiH. voor de afdichting van de overlappende zijranden van de folie voor de vorming van een buisvormig lichaam, vervormbare rollen stroomopwaarts of stroomafwaarts van de vinafdichtrollen voor 20 het grijpen van de zijdelen en de verplaatsing van het buisvormige lichaam stroomafwaarts, een leiding voor het inspuiten van koelgas in het buisvormige lichaam, en zijdelingse of horizontale en vertikale afdichtorganen die in een reeks stroomafwaarts van de sponsvormige rollen zijn geplaatst voor het onder warmte 25 afdichten van het buisvormige lichaam tot een de voorkeur verdienende vorm voor het verpakken en dempen van schokken.

Het is daarom een onderwerp van de onderhavige uitvinding schokdempende verpakkingsmaterialen te verschaffen die een voortreffelijke demping van schokken en verpakkende werking 30 hebben, tot stand gebracht in één lichaam door een aantal verbonden eenheden die een gas bevatten.

Nog een ander onderwerp van de uitvinding is het verschaffen van schokdempend materiaal dat in massa kan worden vervaardigd met geringe kosten en door middel van een vereenvou- 8300336 * i - 3- digde inrichting.

Ook verschaft de onderhavige uitvinding een zeer volummineus verpakkingsmateriaal dat de ruimten van het voorwerp, dat verpakt wordt, doelmatig kan vullen, waardoor de onbescherm-5 de gebieden rondom het verpakte voorwerp worden verkleind.

Nog een ander onderwerp van de uitvinding is het verschaffen van verpakkingsmateriaal dat over een ruim gebied van bedrijfstemperaturen z’n zeer gewenste schokdempende eigenschappen kan handhaven.

10 Bovendien zijn de werkwijze en de inrichting voor het vervaardigen van de onderhavige verpakkingsmaterialen economisch, zij zijn werkzaam met grotere snelheden bij de vervaardiging en zij kunnen doelmatig zeer gewenste verpakkingsmaterialen vervaardigen die een verbeterde verpakking en schokdemping 15 verschaffen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

De figuren 1 en 2 tonen schematisch een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een schokdem-20 pend verpakkingsmateriaal volgens de onderhavige uitvinding uit een vel van kunststof.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het schokdempende verpakkingsmateriaal van de uitvinding.

25 Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het schokdempende verpakkingsmateriaal, dat is voorzien van een snede of kerflijn in een onder warmte afgedicht gedeelte daarvan.

Figuur 5 toont schematisch de wijze waarop het schok-30 dempende verpakkingsmateriaal volgens de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt voor het doelmatig verpakken van een voorwerp.

Figuur 6 toont schematisch een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het bewerken en het gebruik van een

· v V

» r - 4 - vlak folie voor de vervaardiging van een schokdemper volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een aanzicht, gelijk aan dat van figuur 6, van andere bijzonderheden van de inrichting voor 5 het vervaardigen van de onderhavige verpakkingsmaterialen.

Figuur 8 toont een bovenaanzicht van de inrichting van figuur 7.

Figuur 9 toont een aanzicht van de inrichting van figuur 7.

10 Figuur 10 toont een uitvoeringsvorm van het gewenste verpakkingsmateriaal, dat behandelt is met behulp van de inrichting welke getoond is in de figuren 6 tot en met 9.

Figuur 11 toont de tijdsvolgorde van de horizontale en vertikale afdichtorganen van de getoonde inrichting, zodat 15 een gas kan worden ingespoten en in de gevormde volummineuze, holle schokdempende eenheden van het verpakkingsmateriaal worden gehouden.

Figuur 12 toont een grafiek waarin de mate van vervorming is aangegeven van een schokdempend verpakkingsmateriaal 20 volgens de uitvinding, waarin de met gas gevulde eenheden gas bevatten dat is ingespoten bij omgevingstemperatuur, tegen een meer wenselijke temperatuur van 22°C onder omgevingsomstandigheden .

Figuur 13 toont een grafiek van de samengedrukte 25 energieniveaus voor schokdempende verpakkingsmaterialen welke gas bevatten dat wordt ingespoten bij omgevingsgesteldheid tegen 22°C onder omgevingsomstandigheden.

Ofschoon elk aantal kunststof folies bij de toepassing van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt, verdient 30 een \gelaagde folie die vervaardigd is van twee soorten kunststoffen, die verschillende smeltpunten hebben, de voorkeur. Kunststof folie worden gekozen op basis van sterkte, elasticiteit en smeltpunt. De meeste voorkeur verdient een ‘gelaagde folie die is samengesteld uit polyethyleen en polyester of polyamide (nylon).

8500036 c £ - 5 -

Ia het bijzonder de dikte van de folie is niet beperkt en kan normaliter worden gekozen uit een gebied van ongeveer 10 tot ongeveer 50 microns voor polyetheen, ongeveer 10 tot ongeveer 20 microns voor polyester en ongeveer 10 tot ongeveer 20 microns 5 voor polyamide. Echter is gebleken dat de meest gewenste folies een dikte hebben in het gebied van 9 tot 30 microns welke dikte geschikt is voor het verschaffen van een structureel geheel met minimale kosten. Wanneer een polyethyleen-polyethyleen-tereftalaat wordt toegepast wordt een gecombineerde dikte in 10 het gebied van 12 tot 30 microns gebruikt. Wanneer een folie met 3 lagen en met een polyethyleen met geringe dichtheid/ polyethyleen met grote dichtheid en polyethyleentereftalaat wordt gebruikt bij respectievelijke foliedikten 10-10-12 micron,waEdteen totale dikte van 32 microns gebruikt.

15 Gebleken is dat bijvoorbeeld een door co-extrusie verkregen kunststof folie, vervaardigd door de Dai Nippon Printing Company en gevormd uit lineair polyethyleen met geringe dichtheid, met een smeltpunt gelegen tussen ongeveer 160°C en 180°C en een polyethyleentereftalaat met een smeltpunt tussen 20 ongeveer 230°C en 240°C, samen verbonden met behulp van een polyethyleenlijn met geringe dichtheid, gewenst is als een foliemateriaal dat bruikbaar is bij de toepassing van de onderhavige uitvinding. Het polyethyleen met lager smeltpunt is behulpzaam bij de vorming van de afdichting in het verkregen 25 produkt, terwijl het polyethyleentereftalaat behulpzaam is bij het handhaven van een laag. Het gebruik van samengestelde folies, vervaardigd van afzonderlijke folies met verschillende smeltpunten, is behulpzaam bij het verschaffen van een geschikte afdichting en de vormeigenschappen voor het verkregen verpakkingsma-30 teriaal.

De middellijn van het cylindrische lichaam, gebruikt bij de vorming van het verpakkingsmateriaal volgens de uitvinding, is niet op speciale wijze beperkt en wordt normaliter gekozen uit een gebied van ongeveer verscheidene centimeters tot 3500036 * y 9 - 6 - verscheidene tienden van centimeters, waarbij 4 tot 10 centimeters meer de voorkeur verdient. Bovendien wordt het persen onder warmte bij voorkeur uitgevoerd op afstanden van verscheidene centimeters tot verscheidene tienden van centimeters, waar-5 bij 4 tot 10 centimeters meer de voorkeur verdient.

Ofschoon het gewenst is dat elk aantal inerte gassen bij de toepassing van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt, verdient lucht het meest de voorkeur omdat deze gemakkelijk verkrijgbaar is en goedkoop is. Eventueel kan stik-10 stof worden gebruikt omdat deze in vloeibare vorm kan worden verkregen, goedkoop is en in vloeibare vorm zich in gekoelde toestand bevindtklaarvoor inspuiting zonder extra koeling. Een gas, geregeld op een temperatuur die lager is dan de temperatuur van de omgevingslucht, bij voorkeur gekoeld op ongeveer 15 10°C tot 20°C of meer onder de temperatuur van de omgevingslucht, verschaft de gewenste schokdempende resultaten. Dat wil zeggen dat in gevallen, waarin de temperatuur van het gas dat is afgedicht in een cylindrisch lichaam, gelijk is aan die van de open lucht, bijvoorbeeld omgevingsomstandigheden, waarbij het gas 20 enigszins expandeert bij warmte op het ogenblik van persen onder warmte. Daarom kunnen, wanneer de temperatuur in de holle eenheden, gevormd door vertikale en horizontale onder warmte tot stand gebrachte afdichtingen, gelijk wordt aan die van de open lucht in de omgeving, de holle eenheden enigszins leeglo-25 pen. In tegenstelling hiermede wordt, wanneer een gas koeler wordt gemaakt dan de open lucht, mettertijd de temperatuur binnen de holle eenheden verhoogd tot die van de omgeving zodat het gas aldus kan expanderen. Als gevolg hiervan zwellen de holle eenheden tot een rcrrdachtige vorm, waardoor de schok-30 demping wordt vergroot.

Meer in bijzonderheden is vastgesteld dat de temperatuurverschil tussen de omgevingsomstandigheden, waaronder de werkwijze normaliter plaats heeft, en de temperatuur waarbij het gas wordt ingespoten voor de vorming van de holle, met B 6 8 0 ö .1 § s V i - 7 - gas gevulde eenheden, de eigenschappen van het verkregen schok-dempende verpakkingsmateriaal van kunststof kan beïnvloeden.

Het is gewenst dat de temperatuurverschil voldoende groot is voor het verschaffen van een volledig gezwollen, stijve eenheids-5 structuur met daaruit verkregen grote schokdemping over een ruim werkgebied van verpakkingsomstandigheden. Bij temperatuurverschillen van 10°C verschaffen bijvoorbeeld de met gas gevulde eenheden een rendachtige vorm met geschikte schokdemping.

Bij temperatuurverschillen van 15°C wordt door het zwellen van 10 de eenheid een nog verder verbeterde schokdemping verkregen.

Bij temperatuurverschillen van 20°C is de vorm van de met gas gevulde eenheden stijf en worden gewenste schokdempende eigenschappen verkregen. Temperatuurverschillen van zelfs groter dan 20°C verschaffen zeer bevredigende resultaten, zij zijn echter 15 niet gewenst vanwege de extra kosten van de noodzaak van een verdere koeling van het ingespoten gas.

Natuurlijk is, omdat het moeilijk is een toestand onder druk in de afzonderlijke met gas gevulde eenheden tot stand te brengen door middelman inspuiting van gas bij tempera-20 turen boven atmosferische omstandigheden, de inspuiting van een gekoeld gas, zoals lucht, bij of iets boven atmosferische omstandigheden, waarvan vervolgens de temperatuur kan toenemen in afzonderlijk onder druk staande met gas gevulde eenheden, zeer gewenst. Zo wordt bijvoorbeeld het ingesloten gas ingespo-25 ten bij een druk iets groter is dan de atmosferische druk, tussen ongeveer 10 mm waterkolom tot 10 mm waterkolom en bij voorkeur tussen ongeveer 20 en 35 mm waterkolom. Bij drukken boven 100 mm waterkolom wordt het moeilijker de afzonderlijke eenheden op juiste wijze af te dichten, terwijl bij drukken onder 30 10 m waterkolom het soms moeilijker wordt de afzonderlijke een heden op juiste wijze te expanderen tot hun juiste opgeblazen bolvorm.

Een extra voordeel van het gebruik van koeler gas is dat dit de produktiviteit van de werkwijze voor het vervaar- Λ ^ Λ _

O U U o 3 S

* y ê - 8 - digen van verpakkingsmateriaal vergroot aangezien het gekoelde gas toelaat dat de onder warmte tot stand gebrachte afdichtingen sneller afkoelen, bijvoorbeeld de gesmolten naaddelen die de grenzen voor elke afgedichte met gas gevulde eenheid vormen, 5 en elders het vasthechten van de naad versnellen. Zo is vastgesteld dat als gevolg hiervan bij werkomstandigheden de omgevingstemperatuur van 32°C (als basisvoorwaarde) een toeneming van de produktie van 9% is verkregen bij temperatuurverschillen van 12°C, 15% bij temperatuurverschillen van 17°C, 23% bij tem-10 peratuurverschillen van 22°C en 54% bij temperatuurverschillen van 32°C.

Ofschoon een afdichting onder warmte kan plaats hebben bij varieërende hoekconfiguraties, is het wenselijk dat de afdichting onder warmte nagenoeg vertikaal en horizontaal 15 plaats heeft. Het verdient de voorkeur dat de afdichting onder warmte afwisselend vertikaal en horizontaal plaats heeft. De aldus verkregen holle eenheden hebben een driehoekige vorm en een gezwollen en rondachtige dwarsdoorsnede wanneer een opgesloten gas koeler is dan de omgevingslucht.De driehoekige vorm 20 is volummineuzer hetgeen leidt tot een toeneming van de gewenste verpakkingseigenschappen, welke een verkleinende en verdunnende beweging van de omringde voorwerpen omvat.

Het is gewenst dat een afdichting onder warmte van de afzonderlijke eenheden wordt uitgevoerd bij een tempera-25 tuur en een druk die een accepteerbare afdichting verschaffen welke het ingespoten gas kan opsluiten. Wanneer een gelaagde samengestelde folie wordt gebruikt is de afdichtingstemperatuur tenminste hoger dan het smeltpunt van de kunststofcomponent met lagere smelttemperatuur, maar onder het smeltpunt van de com-30 ponent met hoger smeltpunt. Aldus heeft een gedeeltelijk smelten van de uit twee of drie componenten bestaande f olie van kunst--stofplaats, bijvoorbeeld er smelt slechts één component. In het geval van een samengestelde folie van polyethyleen-polyethyleen-tereftalaab.^^en^^Jied van ongeveer 130°C tot ongeveer 180°C

330003« - 9 - een accepteerbare afdichttemperatuur, terwijl een gebied van ongeveer 160°C tot ongeveer 180°C de voorkeur verdient.

Bij temperaturen boven ongeveer 180°C zal de component van polyethyleentereftalaat beschadigd worden, terwijl bij tempera-5 turen boven ongeveer 230°C de polyetheencomponent beschadigd zal worden. Zo worden drukken voor een afdichting onder warmte zo laag mogelijk ingesteld teneinde een kwaliteitsafdichting te verkrijgen. Indien een vergrote verblijfsperiode wordt toegepast kunnen de drukken aanzienlijk lager worden ingesteld, 2 10 bijvoorbeeld onder ongeveer 4 kg/cm . Bij drukken boven ongeveer , 2 10 kg/cm kan het randgedeelte van de afdichtingen worden beschadigd.

De in wezen driehoekige vorm, getoond in de figuren 3, 4 en 10, verschaft een zeer doelmatig verpakkings- en 15 schokdempend produkt. De verbonden eenheden, bijvoorbeeld in een reeks, verschaffen een hoge mate van schokdemping en zijn behulpzaam bij het vullen van de hoeken van de verpakkingshou-der. Bovendien is in wezen de driehoekige vorm behulpzaam bij het volledig omgeven van het verpakte voorwerp, de ledige 20 ruimten in de verpakkingshouder worden verminderd en de vorm past gemakkelijk in de hoekgebieden door de toegenomen mogelijkheid van plaatsing, zoals bijvoorbeeld in figuur 5 is ---getoond. Door de plaatsing van de holle, met gas gevulde, bolvormige eenheden met de einden aan elkaar, worden ledige ruimten en 25 hoeken gemakkelijker gevuld. Bovendien zorgt de verbinding van de afzonderlijke eenheden in een reeks ervoor dat de ontstane structuur minder beweegbaar wordt gemaakt, waardoor het rendement van de werkzaamheden wordt vergroot en de totale schok-dempende eigenschappen worden verbeterd.

30 Daarom is de gewenste vorm voor de met gas ge vulde bolvormige eenheden volgens de uitvinding een vorm welke de ledige ruimte en hoekgebieden in de verpakkingshouder doelmatig vult, het verpakte voorwerp volledig en doelmatig omgeeft en tegelijkertijd zeer doelmatige schokdempende eigenschappen 8)00036 - 10 - verschaft.

Ofschoon de driehoekig gevormde eenheden, getoond in de figuren 3, 4 en 10, de voorkeur verdienen omdat zij een toegenomen volume en schokdemping verschaffen terwijl vermeden 5 wordt dat de omgeven voorwerpen worden bewogen, moet worden opgemerkt dat andere vormen niet de doelmatige vul- en schok-dempende eigenschappen van de driehoekige vorm tot stand kunnen brengen, eveneens bruikbaar zijn bij de toepassing van de onderhavige uitvinding. Wanneer een cylindrisch lichaam met 10 kleinere middellijn wordt gebruikt kan bijvoorbeeld een tussen-vormige eenheid eveneens doelmatig blijken. In dergelijke gevallen kan een persen onder druk horizontaal en horizontaal plaats hebben voor de vorming van de kussenvormige eenheden of afwisselend vertikaal en vertikaal, ofschoon vertikaal-vertikaal 15 opstellingen soms de neiging hebben tot de vorming van onregelmatige afdichtingen. Eventueel kunnen de afdichtingen met hoek-variaties ten opzichte van de horizontaal of vertikaal worden uitgevoerd.

Wanneer voorafgaand kerven of sneden worden aange-20 bracht op de onder warmte afgedichte delen van de holle eenheden, zoals getoond is in figuur 4, is een loslaten van een lengte naar keuze mogelijk zonder het gebruik van messen of scharen en derhalve wordt de doelmatigheid van de werking opmerkelijk vergroot.

25 De sneden kunneibijvoorbeeld een naaisteekvormige snede omvatten, een sleufvormige snede, een kerflijn en dergelijke, met uitzondering van de beide einden. De perforaties, sneden of kerflijnen kunnen geplaatst zijn in elk onder warmte afgedicht gedeelte van het verkregen verpakkingsmateriaal, soms 30 het meest gewenst in elk onder warmte afgedicht gedeelte en op andere tijden in elk ander of elk vierde afgedicht gedeelte.

Een voorbeeld van een werkwijze die bruikbaar is voor het vervaardigen van een schokdempend verpakkingsmateriaal volgens de onderhavige uitvinding, zal worden uiteengezet met 8300038 - 11 - verwijzing naar de figuren 1 en 2. t Zoals getoond in figuur 1 wordt eerst een gelaagde folie op de gebruikelijke wijze klaargemaakt, vervolgens worden de randen van de gelaagde folie onder warmte af gedicht voor de 5 vorming van een continu cylindrisch lichaam 1. Zoals getoond is in figuur 2 wordt het aldus verkregen cylindrische lichaam 1 en vervolgens bij ia en lb onder warmte afgedicht op geschikte afstanden, zoals bijvoorbeeld getoond is in de vertikale en horizontale richtingen V respectievelijk H, teneinde daardoor 10 een schokdemper volgens de uitvinding te verkrijgen die een aantal in hoofdzaak driehoekig gevormde holle eenheden bevat die in een reeks zijn verbonden. Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de aldus verkregen schokdemper volgens de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur wordt 15 het persen onder warmte uitgevoerd bij een temperatuur die gelegen is tussen ongeveer 130°C en ongeveer 180°C onder een 2 2 druk tussen ongeveer 4 kg/cm en ongeveer 10 kg/cm gedurende ongeveer 0,3 tot ongeveer 0,7 seconden.

Natuurlijk is het ideaal dat de volumineuze, 20 met gas gevulde eenheden hun stevige vorm en hun doelmatige schokdempende eigenschappen handhaven over een ruim gebied van temperaturen waaraan het verpakte voorwerp wordt onderworpen. Nadat lucht, stikstof of elk ander geschikt gas is ingespoten en vervolgens ingesloten in de afzonderlijke eenheden van het 25 schokdempende verpakkingsmateriaal, zorgt de terugkeer naar de omgevingstemperaturen voor een toeneming van de druk in de met gas gevulde eenheden omdat het volume van de eenheid betrekkelijk constant is, gegeven het betrekkelijk niet elastisch zijn van de kunststof folie. Aldus zal bij stijging van de gastemperatuur 30 de druk stijgen. Elke holle met gas gevulde eenheid zal in de de voorkeur verdienende bolvorm z'n oorspronkelijke geëxpandeerde vorm behouden totdat de omgevingstemperatuur zodanig is verminderd dat de druk in elke eenheid is verminderd tot onder 2 de atmosferische druk, bijvoorbeeld 1,03 kg/m . Daarna zullen 8 S G ö 0 J 6 * ? - 12 - de eenheden bij benadering 10% van hun volume voor elke 30°C temperatuur vermindering verliezen. Vastgesteld is dat bij de bovengrens vande temperatuur temperaturen boven ongeveer 70°C ongewenst zijn en de praktische grens van de temperatuur bepalen 5 waaraan het verpakkingsmateriaal van kunststof tijdens feitelijk gebruik moet worden blootgesteld. Klaarblijkelijk willen de eenheden hun geexpandeerde, volledig onder druk staande toestand bij temperaturen die groter zijn dan de omgevingstemperatuur tijdens de vervaardiging behouden, en zoals boven is uiteengezet 10 zal het volume afnemen met een snelheid van bij benadering 10% voor elke temperatuurvermindering van 30°C onder de omgevingstemperatuur tijdens de vervaardiging. Indien het volume van de eenheden wordt verkleind tot 180% van hun maximaal, geexpandeerd volume, verliest het verkregen verpakkingsmateriaal snel z'n 15 gewenste schokdempende eigenschappen. Deze toestand ontstaat bijvoorbeeld wanneer de temperatuur, waaraan de met gas gevulde eenheden zijn blootgesteld, ongeveer 60°C of meer onder de temperatuur bedraagt, waarbij de gekoelde lucht was ingespoten.

20 Voorbeeld 1.

Een gelaagde folie met een polyetheenlaag "SUMIKASEty" vervaardigd door SUMMITOMO CHEMICAL CO., LTD, met een dikte van 20 micron en een polyesterlaag "LUMILAR" vervaardigd door TORAY INDUSTRIES, INC, met een dikte van 12 micron, werd verkre- 25 gen met een gebruikelijke werkwijze. Vervolgens werden, zoals getoond is in figuur 1, de openstaande randen van de gelaagde folie onder warmte zodanig geperst dat de polyethyleenlaag aan de binnenzijde bij een temperatuur van 150°C op een druk van , 2 5 kg/cm wordt gehouden teneinde daardoor een continu cylindrisch 30 lichaam 1 met een middellijn van ongeveer 6 cm te verschaffen.

Het verkregen cylindrische lichaam 1 werd onder warmte afwisselend vertikaal V en horizontaal H geperst op een afstand van ongeveer 7 cm, terwijl lucht in het cylindrische lichaam 8600036 - 13 - wordt geblazen. Deze werkwijze verschaft een schokdemper met een aantal in hoofdzaak driehoekig gevormde eenheden 2 die in een reeks zijn verbonden, waarbij elke eenheid een zijde heeft met een lengte van ongeveer 9 cm, zoals is aangegeven in de 5 figuren 2 en 3.

Voorbeeld 2.

Een gelaagde folie werd klaargemaakt welke een polyethyleenfolie "SUMIKASEN" met een dikte van 20 micron bevat en een polyamidefolie "AMILAN",vervaardigd door TORAY INDUS-10 TRIES, INC, met een dikte van 15 micron. Voor gebruik van de gelaagde folie werd een schokdemper op dezelfde wijze als met de werkwijze volgens voorbeeld 1 verkregen, behalve het feit dat de temperatuur van de lucht gevarieerd werd. De verkregen resultaten zijn in de tabel 1 aangegeven. De bovenbeschreven 15 werkwijze werd uitgevoerd bij ongeveer 10°Ccmderatmosferische druk.

Tabel 1

Temperatuur van ingespoten . Toestand van de koele, lucht (°C) met gas gevulde eenheid 20 wanneer de binnentempera tuur de temperatuur (10°C) van de omgevingslucht bereikt 10 Elasticiteit is gering en 25 de schokdemping is niet voldoende 5 Een nagenoeg driehoekige vorm wordt gehandhaaft maar de schokdemping is onbevredigend 0 De verwachte bolachtige vorm wordt benaderd, maar voldoende schokdemping -wordt, nog niet verkregen - 5 Een enigszins harde zwel ling treedt op en de schok- ^ ^ demping is infeitebevredigend öööu93e - 14 - - 10 Er treedt een aanzienlijk harde zwelling op met goede schokdemping

Voorbeeld 3.

5 Sleufvormige sneden of kerven 3 werden aangebracht op de onder warmte geperste delen V en H van de schokdemper, bereid in voorbeeld 2, waarin lucht, afgekoeld tot op 10°C onder de omgevingstemperatuur, werd opgesloten. Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van de schokdemper met daarin opge- 10 sloten gekoelde lucht.

Voorbeeld 4.

Zoals hierboven uiteengezet tonen de schokdempende verpakkingsmaterialen volgens & onderhavige uitvinding de meest gewenste schokdempende eigenschappen wanneer deze met 15 gas gevuld zijn met temperaturen van tenminste 10°C en bij voorkeur 20°C onder de omgevingstemperatuur tijdens de vervaardiging. Bij een ander voorbeeld geven de volgende gegevens de toestand aan van de afzonderlijke met gas gevulde eenheden bij variërende temperaturen van de gasvulling.

20 Tabel 2

Temperatuurverschil tussen omgevingslucht toestand van de koeleen verpakte lucht (°C) eenheid 0 Elasticiteit is gering en schokdemping is niet 25 voldoende 5 De nagenoeg driehoekige vorm wordtgéhandhaafd maar schokdemping is niet bevredigend 30 10 De verwachte bolvorm wordt aanzienlijk benaderdmaar voldoende schokdemping wordt nog niet verkregen 15 De zwelling is enigszins 35 hard en de schokdemping is in feite bevredigend 8@0003β .-15- 20 De zwelling is hard en de schokdemping is goed

Figuur 5 toont het gebruik van de schokdempende verpakkingsmaterialen 2 volgens de uitvinding. Het verwijzings-5 cijfer 4 is een té verpakken voorwerp en 5 is een verpakkings-houder waarin het voorwerp 4 wordt verpakt. Gebleken is dat het schokdempende verpakkingsmateriaal volgens de onderhavige uitvinding verbéterde statische en dynamische schokdempende eigenschappen heeft. Zo werden bijvoorbeeld valproeven uitge-10 voerd waarbij men een apparaat met een gewicht van 10 kg, verpakt in een houder van polycarbonaat met de verpakkingsmaterialen volgens de uitvinding, gedurende 8 uren en elke 90 seconden liet vallen vanaf een hoogte van 60 centimeter. Noch een vervorming ncch een beschadiging van het verpakkingsmateriaal werd 15 waargenomen en de schokdempende eigenschappen bleven ongewijzigd.

Zoals getoond is incfe figuren 13 en 14 onstaan eveneens verschillen in de schokdempende eigenschappen wanneer de temperatuur van het opgesloten gas tijdens het vullen wordt 20 gevarieerd. Zo treedt bijvoorbeeld, wanneer de verpakkingsmaterialen van de onderhavige uitvinding met gas zijn gevuld bij temperaturen van ongeveer 22 °C onder de omgevingstemperatuur (op het ogenblik van vervaardigen), tegen 0°C, een verschil op in de mate van samendrukking van het verkregen materiaal wanneer 25 onderworpen aan een belasting van 7,5 kg, bijvoorbeeld een samendrukking tot 15 centimeter (bij een verschil van 22°C> tegen een toegenomen samendrukking tot 12 centimeter (bij een verschil van 0°C)- In het kort kan het verkregen verpakkingsmateriaal geen belastingen weerstaan (het wordt in veel sterke-30 re mate samengedrukt) wanneer de temperatuurverschil bij het gas vullen 0eC bedraagt. Eveneens is onder de belastingsomstandigheden de vervorming van de met gas gevulde verpakkingsmaterialen bij vervorming onder belasting bij 22 °C temperatiuserschil (krommes) kleiner dan die welke optrad bij verpakkingsmaterialen Ο ^ ft - 16 - die in het gas zijn gevuld bij een temperatuurverschil van 0°C (kromme' B) .

Bovendien absorberen, onder gelijke vervormingsom-standigheden, de verpakkingsmaterialen die met gas zijn gevuld 5 bij een temperatuurverschil van 22 °C, meer samengedrukte energie en aldus hebben zij een sterkere schokdemping (figuur 13) .

Het verkregen schokdempende verpakkingsmateriaal heeft derhalve het voordeel dat het een economische vultstof is die met lage kosten een groot volume kan verschaffen. Het kan 10 vervaardigd worden op een werkplaats vanwege de betrekkelijke eenvoud van de voor de vervaardiging vereiste uitrusting. Bovendien verkleint het verkregen verpakkingsmateriaal de problemen van statische elektriciteit die verbonden zijn met andere verpakkingsmaterialen, bijvoorbeeld het )-zsweeftniet naar het plafond 15 of er heeft geen vasthechten plaats op een persoon wanneer de verpakking wordt geopend. Het kan herhaaldelijk worden gebruikt. Men kan er zich gemakkelijk van ontdoen door eenvoudig door de holle eenheden te steken en het opgesloten gas te laten ontsnappen. Bovendien verschaft het verpakkingsmateriaal van de 20 onderhavige uitvinding alle zeer gewenste verpakkings-vul- en schokdempende eigenschappen, die hier boven in meer bijzonderheden zijn beschreven.

Zbals in meer bijzonderheden is getoond in de hieronder staande tabel 3 beinvloedthet temperatuurverschil tus-25 sen de omgevingslucht en de verpakte of ingespoten lucht (op het ogenblik van inspuiten) zowel het volume van de holle met gas gevulde eenheid als de druk in elk zo’n eenheid.

8600036 - η -

Tabel 3

Temperatuur- Volume inge- Tempera- Theoretisch. Volume druk in verschil t.o.v spoten lucht tuur van luchtvolume van hel- koele omgeving (°C) (ml) omgevings- bij elk tem- le een- eenheid lucht (°C) peratuurni- heid (ml) (atm) veau (ml) 5 8 157,1 148 1.061 10 158.2 149 1.062 15 161 150 1.073 -10 147 20 163.8 151.5 1.081 25 166.6 152 1.096 10 30 169.4 153 1.107 35_172.2 153.5_1.122 8 154.1 148 1.041 10 155.2 149 1.042 15 158 150 1.053 15 -5 147 20 160.7 151.5 1.061 25 163.5 152 1.076 30 166.2 153 1.086 35 168.9 154 1.100 8 151.3 148 1.022 20 10 152.4 149 1.023 15 155.1 150 1.034 0 147 20 157.8 151.5 1.042 25 160.5 152 1.056 30 163.2 153 1.067 25 35_165.8 154_1.080 8 148.6 148 1.004 10 149.6 149 1.004 15 152.3 150 1.015 *5 147 20 154.9 151.5 1.022 30 25 157.6 152 1.039 30 160.2 153 1.047 35 162.9 153.5 1.061 ssoooji - 18 -

De figuren 6, 7, 8 en 9 tonen een uitvoeringsvorm van een machine waarin een reeks van opeenvolgende stappen worden uitgevoerd voor de vorming van de schokdempende verpakkingsmaterialen van de uitvinding. De getoonde machine bevat stations 5 waarin een folie wordt toegevoerd over een geleidingsrol 7 en tussen een paar toevoerrollen 8, 9 naar een tweede geleidingsrol 10. De folie wordt daarna voorwaarts of stroomafwaarts naar het volgende station geleid, een vormorgaan 11 welke de folie tot een buisvormig orgaan vormt.

10 Het vormorgaan 11 bevat een vertikale plaat 12 voor de opwaartse geleiding van de folie alsmede een taf elblad aan z' n boveneinde. Het vormorgaan 11 bevat eveneens driehoekigevauwpla-ten 13, 13 die zich stroomafwaarts van het boveneinde van de vertikale plaat 12 uitstrekken voor het opwaarts vouwen van 15 de zijranden van de folie, en een benedenplaat 14 voor het persen van het bovenoppervlak van de folie 6 welke zich stroomafwaarts uitstrekt tussen devouwplaten 13, 13.

Zoals getoond is in figuur 7 zijn een snijorgaan 15 en een elektrisch bediende solenoïde 16 aangebracht achter de 20 vertikale plaat 12. Het snijorgaan 15 wordt heen en weer bewogen door een solenoïde 16, dat de folie 6 in stroken kan snijden wanneer een bepaalde lengte van de folie wordt toegevoerd. Het snijorgaan 15 staat door een veer 17 van de folie 6af_;gericht onder voorspanning en wordt alleen voorwaarts verplaatst wanneer 25 een elektrische stroom door de solenoïde gaat. De solenoïde 16 wordt bestuurd door een niet getoonde opzamelteller.

Een trekrolinrichting bevat trekrollen 18, 18, een verwarmingsinrichting met voorverwarmingsstaven 19, 19 en een afdichtrolinrichting met vin-afdichtrollen 20, 20 zijn respectie-30 velijk achter-elkaar en stroomafwaarts geplaatst aan de voorzijde en boven het vormorgaan 11. De trekrollen 18, 18 trekken de folie 6 stroomafwaarts door middel van een grijpen van de zijranden van de folie, waarbij de voorverwarmingsstaven 19, 19 onder warmte de folie over nagenoeg z'n gehele lengte afdichten, terwijl de a 6 Ö π n T? a

W V « ï? y C V

- 19 - vin-af-.ichtroll.eii 20, 20 de folie over nagenoeg z'n gehele lengte in sterke mate afdichten.

Een inrichting voor de verplaatsing van een buisvormig lichaam, welke is voorzien van sponsvormige rollen 21, 21, 5 is aangebracht voor de verplaatsing van de folie 6. Sponsvormige rollen 21, 21 zijn aan de voorzijde van de vin-afdichtrollen 20, 20 geplaatst, welke zijn gemonteerd op vertikale assen 22. Rollen 21, 21 grijpen de zijranden van de folie 6 en verplaatsen continu de film stroomafwaarts. Een leiding 23, in verbinding 10 met een compressor (niet getoond), is verbonden met een inspuit-inrichting met een inspuitleiding 24 door een ultra-lage tempe-ratuurgenerator 25 voor het koelen van lucht of gas. Deze generator 25 dient voor de afkoeling van de lucht bij voorkeur op een temperatuur van ongeveer 20°C onder de atmosferische tempera-15 tuur wanneer de lucht of het gas in de folie wordt ingespoten.

De.leiding 24 strekt zich stroomafwaarts uit boven de hovenplaat 14 en de sponsvormige rollen 21, 21, uitmondend aan de voorzijde van de sponsvormige rollen. Een drukaftaster 26 en een temperatuuraftaster 27 zijn vlakbij de uitlaat van de 20 leiding 24 geplaatst voor de regeling van de inlaat van koele lucht.

Een horizontale onder warmte afdichtende inrichting bevat horizontale afdichtorganen 28, 28 met een inkeep of kerf-inrichting, is geplaatst aan de voorzijde van de rollen 21, 21.

25 Elk afdichtorgaan is aangebracht op een draaibare horizontale as 29. Een vertikale onder warmte afdichtende inrichting met vertikale afdichtorganen 30, 30 is geplaatst aan de voorzijde van de horizontale onder warmte afdichtende inrichting. Vertikale afdichtorganen 30, 30 zijn aangebracht op draaibare assen 31 in 30 een vertikaal gekruiste standten opzichte van de horizontale afdichtorganen 28, 28. Een afvoertransporteur 32 en een stortkoker 33 zijn aan de voorzijde van de afdichtorganen 30, 30 geplaatst.

Tijdens bedrijf wordt de folie 6 ontwikkeld door de toevoerrollen 8, 9 en door het vormorgaan.11 gevormd tot een buis- 8600038 - 20 - vormige configuratie. De overlappende randdelen van de buis worden verwarmd door de voorverwarmingsstaven 19, 19, die door de vin-afdichtrollen 20, 20 moeten worden geperst en stevig afgedicht. Aldus is de leiding 24 in de folie 6 geplaatst in z'n buisvor-5 mige configuratie. Hoewel de sponsachtige rollen 21, 21 op de eerste plaats beletten dat de toegevoerde lucht uit de buisvormige folie 6 lekt, grijpen zij eveneens de zijden van de folie, waarbij de folie stroomafwaarts wordt verplaatst. De rollen 21, 21 draaien met een snelheid die groter is dan de toevoersnelheid 10 van de folie 6 teneinde de folie zonder doorzakken toe te voeren.

De leiding 24, welke is omgeven door de buisvormige folie 6, voert samengeperste lucht toe welke ervoor zorgt dat de folie zwelt, welke lucht in voldoende mate koeler is dan de atmosfeer in het gedeelte van de buisvormige folie dat zich 15 uitstrekt voorbij de sponsvormige rollen 21, 21. Het vooreinde van de in voldoende mate gezwollen buisvormige folie 6 wordt volledig afgedicht door vertikale afdichtorganen 30, 30, waarna de folie wordt afgedicht door horizontale afdichtorganen 28, 28.

Horizontale afdichtorganen 28, 28, kerven gelijk-20 tijdig het onder warmte afgedichte gedeelte la, aangegeven met de kerflijn lb, zoals getoond is in figuur 10. Door het op deze wijze afwisselerdaanbrengen van de vertikale afdichtingen V en horizontale afdichtingen H op de folie, kan een reeks van driehoekige holle lichamen A worden vervaardigd, en worden dergelijke 25 lichamen door middel van de afvoertransporteur 32 en de stortkoker 33 uit de inrichting afgevoerd.

Telkens wanneer een bepaalde hoeveelheid folie 6 wordt toegevoerd gaat een elektrische stroom naar de solenoïde 6. die het snijorgaan 15 bedient waardoor het bepaalde foliegedeel-30 te A wordt gekerfd en/of ingekeept. Dien- overeenkomstig wordt het tellen van de holle bollingen (het deel A) vergemakkelijkt door de voltooide holle lichamen die op bepaalde afstanden zijn afgedicht· en ingekerfd.

Zoals blijkt uit figuur 11 wordt de werking van de β S A p © Q y ij y j C; - 21 - onderhavige inrichting verbeterd door het opnemen van een bepaalde tijdsvolgorde die een bestuurde werking van de beschreven componenten verschaft. Zoals getoond is het tijdsinterval de tijdsperiode gedurende welke een volledig gedeelte A wordt ge-5 vormd en afgedicht op beide einden. Het tijdsinterval t^ stelt de afdichting voor van één gedeelte A van de buisvormige folie 6 door vertikale afdichtorganen 30, 30. Het tijdsinterval t^ stelt de afdichting voor van hetzelfde gedeelte A door horizontale afdichtorganen 28, 28 die bij voorkeur plaats hebben in een korte 10 tijdsperiode nadat dit is afgedicht door vertikale afdichtorganen 30, 30. Dit type tijdsvolgorde maakt het mogelijk dat gas wordt opgesloten in elk gedeelte A nadat dit is gevormd en volledig is afgedicht. Hoewel een tijdsvolgorde, die allereerst voorziet in een vullen van de buisvormige folie en de daarna 15 plaatshebbende afdichting van elk gedeelte A, hierboven is beschreven, moet worden opgemerkt dat een verscheidenheid van toepasbare specifieke tijdsintervallen (dat wil zeggen t^ en t^) mogelijk is bij de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding.

20 Volgens de onderhavige uitvinding kan een reeks schokdempers in de vorm van afgedichte driehoekige lichamen automatisch worden vervaardigd. Voorts wordt afgekoeld en samengedrukt gas in elk der holle lichamen opgesloten. Dit verschaft de gewenste kwaliteit van verbeterde schokdemping aangezien 25 het opgesloten gas de neiging heeft te expanderen bij kamertemperatuur, waarbij een goed gezwollen schokdempend segment wqrdt verschaft, zoals getoond is met het gedeelte A in figuur 10.

Ofschoon horizontale afdichtorganen 28, 28 en vertikale afdichtorganen 30, 30 zijn aangegeven als draaibare afdicht-30 organen, is een verscheidenheid van afdichtorganen toepasbaar.

Deze afdichtorganen kunnen, echter niet hiertoe beperkt, afdichtorganen zijn met dubbele nokorganen en dergelijke, welke grote werksnelheden van de hierboven beschreven machine kunnen Verschaffen.

3600036

Claims (53)

1. Kunststofschokdemper voor een verpakking, gekenmerkt door een reeks holle kunststof lichamen met onder warmte geperste einddelen die een lichaam met een ander verbinden, welke einddelen geplaatst zijn op afwisselende horizontale en verti- 5 kale afstanden, zodanig dat elk lichaam een driehoekig gevormdehaLle eenheid vormt, waarbij elke eenheid is gevuld met een gas dat koeler is dan de omgevingslucht wanneer ingespoten in het genoemde kunststof lichaam.

2. Schokdemper volgens conclusie 1, met het kenmerk 10 dat het kunststof lichaam is vervaardigd van een gelaagde folie, die tenminste één materiaal bevat gekozen uit de groep die bestaat uit polyethyleen, polyester en polyamide.

3. Schokdemper volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het genoemde gas lucht is.

4. Schokdemper volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het genoemde gas tenminste 10eC koeler isdande omgevingslucht wanneer ingespoten in de genoemde holle kunststof lichamen.

5. Schokdemper volgens conclusie 4 met het kenmerk dat het genoemde gas tenminste 20°C koeler is dan de omgevings- 20 lucht.

6. Schokdemper volgens conclusie 1 met het kenmerk dat elk onder warmte geperst einddeel tenminste één snede en kerflijn heeft.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van een schokdem-25 per en voor een verpakking gekenmerkt door het onder warmte afdichten van een kunststof folie voor de vorming van een hol cylindrisch lichaam; en het onder warmte afdichten van het genoemde cylindrische lichaam op afwisselende horizontale en ver.tikale stroken op geschikte afstanden voor het verschaffen van driehoe-30 kig gevormde holle eenheden wanneer een gas in het genoemde cylindrische lichaam wordt geblazen, welk gas koeler is dan de omgevingslucht wanneer ingespoten in het genoemde cylindrische lichaam. 3690036 - 2ó-

8. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de genoemde kunststof folie een gelaagde folie is met tenminste één materiaal dat gekozen is uit de groep die bestaat uit polyethyleen/ polyester en polyamide.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk dat het genoemde gas lucht is.

10. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk dat het genoemde gas zodanig wordt geregeld dat dit voldoende koeler is dan de omgevingslucht wanneer ingespoten in het ge- 10 noemde cylindrische kunststof lichaam teneinde bolvormige driehoekig gevormde lichamen na verwarming op omgevingsomstandigheden te verschaffen.

11. Werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het genoemde gas zodanig wordt geregeld dat dit tenminste 15 10°C koeler is dan de omgevingslucht.

12. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk dat op bepaalde onder warmte geperste stroken een snede wordt aangebracht.

13. Schokdempend verpakkingsmateriaal/ uit een kunst- 20 stof foliemateriaal vervaardigd tot een langwerpige buisvormige configuratie en geschikt voor gebruik als een voering gekenmerkt door een aantal holle eenheden die in een bolvormige configuratie worden gehouden door het daarin opgesloten gas,· een aantal onder warmte afgedichte einddelen die opeenvolgende holle eenheden 25 begrenzen en verbinden; opeenvolgende onder warmte afgedichte einddelen die loodrecht op elkaar op afstand zijn geplaatst, en waarbij de genoemde op afstand geplaatste holle eenheden in afwisselende complementaire standen zijn geplaatst voor het vergemakkelijken van het gebruik van de schokdemper als voering.

14. Verpakkingsmateriaal volgens conclusie 13 met het kenmerk dat de genoemde holle eenheden een driehoekige vorm hebben.

15. Verpakkingsmateriaal volgens conclusie 13 met het kenmerk dat het opgesloten gas in de genoemde holle eenheden 88 0 0 3 3? -afwordt ingespoten bij temperaturen die in voldoende mate onder de omgevingstemperaturen liggen voor het verschaffen van een stevige, bolvormige, schokdempende constructie na <het verhogen van de temperatuur van het genoemde opgesloten gas tot omgevings-5 omstandigheden.

16. Verpakkingsmateriaal volgens conclusie 15 met het kenmerk dat het opgesloten gas in de holle eenheden wordt ingespoten bij temperaturen van ongeveer 10°C of meer onder de omgevingstemperaturen.

17. verpakkingsmateriaal volgens conclusie 15 met het kenmerk dat het opgesloten gas in de holle eenheden wordt ingespoten bij temperaturen van ongeveer 20°C of meer onder de omgevingstemperaturen.

18. Continu schokdempend verpakkingsmateriaal van 15 kunststof gekenmerkt door een aantal op afstand geplaatste met gas gevulde eenheden die in een bolvormige,opgeblazen configuratie worden gehouden door daarin opgesloten gas; en een aantal onder warmte afgedichte einddelen die de genoemde op afstand geplaatste eenheden scheiden en die geplaatst zijn op afwisselende afstanden; 20 ' waarbij elke eenheid is gevuld met een gas bij een temperatuur die in voldoende mate onder de omgevingstemperaturen ligt tijdens het inspuiten, zodanig dat de genoemde bolvormige, opgeblazen vorm wordt gehandhaafd bij temperaturen die tenminste 60°C onder de temperatuur liggen en waarbij· het genoemde gas wordt ingespo-25 ten.

19. Schokdempend verpakkingsmateriaal van kunststof volgens conclusie 18 met het kenmerk dat de met gas gevulde eenheden een driehoekige vorm hebben.

20. Schokdempend materiaal van kunststof volgens 30 conclusie 19 met het kenmerk dat het gas in de genoemde met gas gevulde eenheid wordt ingespoten bij een temperatuur van tenminste 10°c onder de omgevingstemperatuur.

21. Kunststof schokdemper volgens conclusie 20 met het kenmerk dat het gas lucht is en dat de temperatuur, waarbij -S 6 0 0 0 3 6 -ζς - het genoemde gas wordt ingespoten in de genoemde met gas gevulde eenheid, tenminste 20°C onder de omgevingstemperatuur bedraagt.

22. Kunststof schokdemper volgens conclusie 18 met het kenmerk dat het genoemde gas in de met gas gevulde eenheid 5 wordt ingespoten bij drukken die gelegen zijn tussen ongeveer 10 mm en 100 mm waterkolom.

23. Kunst schokdemper volgens conclusie 22 met het kenmerk dat de genoemde druk gelegen is tussen ongeveer 20 mm en 35 mm waterkolom.

24. Werkwijze voor het vervaardigen van een voering- schokdemper gekenmerkt door de vervaardiging vandedempkuit een ^ kunststof folie met een aantal bolvormige eenheden waarin gas is opgesloten, het vormen van een kunststof folie tot een buisvormig lichaam, het onder warmte vormen van een eerste afdichting 15 aan let dwars inde gelegen in de nabijheid van de voorrand van het buisvormige lichaam teneinde daardoor het genoemde einde af te sluiten, het inbrengen van een gas in het genoemde gedeelte van het buisvormige lichaam achterwaarts van de genoemde eerste dwaïsgeplaatste eindafdichting, het onder warmte vormen van een 20 tweede dwarsgeplaatste eindafdichting in het buisvormige lichaam achterwaarts van en op afstand van de genoemde eerste dwarsgeplaatste afdichting onder een hoek ten opzichte van de genoemde tweede eindafdichting teneinde daardoor een holle eenheid te vormen tussen de genoemde eindafdichtingen met daarin opgesloten 25 gas, het inbrengen van een gas in het gedeelte van het buisvormige lichaam achterwaarts van de genoemde tweede dwarsgeplaatste eindafdichting en de vorming onder warmte van een derde dwarsgeplaatste eindafdichting in het buisvormige lichaam achterwaarts van de genoemde tweede dwarsgeplaatste eindafdichting en de vor-30 ming onder warmte van een derde dwarsgeplaatste eindafdichting in het buisvormige lichaam achterwaarts en op afstand van de genoemde tweede dwarsgeplaatste eindafdichting onder een scherpe hoek ten opzichte van de tweede eindafdichting overeenkomend met de scherpe hoek tussen de genoemde eerste en tweede eindafdich- 8600036 -ié - tingen, teneinde daardoor een complementair gevormde holle eenheid te vormen tussen de genoemde tweede en derde eindafdichtingen met daarin opgesloten gas.

25. Werkwijze volgens conclusie 24 met het kenmerk 5 dat de eerste dwarsgeplaatste afdichting horizontaal is, dat de genoemde eindafdichting vertikaal is en dat de genoemde derde eindafdichting horizontaal is, en dat de eerste dwarsgeplaatste afdichting onder een scherpe hoek staat ten opzichte van de tweede eindafdichting.

26. Werkwijze volgens conclusie 24 met het kenmerk dat de gas lucht is en in het genoemde deel van het buisvormige lichaam wordt ingebracht bij temperaturen die tenminste gelegen zijn tussen ongeveer 10°C tot 20°C onder de omgevingstemperaturen.

27. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunst-15 stof verpakkingsmateriaal gekenmerkt door een reeks holle onderling verbonden kunststof eenheden die een gas bevatten, het vormen van een buisvormig lichaam uit een kunststof folie, het onder warmte afdichten van het buisvormige lichaam op bepaalde op afstand geplaatste afstanden voor de vorming van een reeks opeen- 20 volgende eenheden, en het inspuiten van een gas, afgekoeld op temperaturen onder de omgevingstemperatuur, in de genoemde eenheden voordat zij worden afgedicht teneinde aldus '.-.een.. reeks met gas gevulde bolvormige schokdempende eenheden te vormen.

28. Wêrkwijze volgens conclusie 27 met het kenmerk 25 dat de afdichting onder warmte wordt uitgevoerd op afwisselende tussenafstanden die ten opzichte van elkaar onder een hoek staan.

29. Werkwijze volgens conclusie 27 met het kenmerk dat de afdichting onder warmte van elk einddeel van elke kunststof eenheid wordt uitgevoerd onder een hoek van ongeveer 90° vanuit elk overstaand einddeel voor de vorming van een reeks 30 driehoekig gevormde eenheden.

30. Werkwijze volgens conclusie 29 met het kenmerk dat de warmteafdichting wordt uitgevoerd bij drukken tussen onge-, 2 veer 4 en 10 kg/cm gedurende ongeveer 0,3-0,7 seconden tussen 8600033 -τ afstanden van ongeveer 4 tot 10 cm.

31. Inrichting voor het vervaardigen van een voering-schokdemper uit een kunststof gekenmerkt door een aantal bolvormige holle eenheden waarin een gas is opgesloten, organen voor 5 de vorming van de kunststof tot een buisvormig lichaam; organen voor de vorming onder warmte van een eerste dwarsgeplaatste eind-afdichting in de nabijheid van het vooreinde van het genoemde buisvormige lichaam voor de afsluiting van het genoemde einde; organen voor het inbrengen van een gas in het gedeelte van het 10 buisvormige lichaam achterwaarts van de genoemde eerste dwarsgeplaatste eindafdichting; en organen voor de vorming onder warmte van een tweede dwarsgeplaatste eindafdichting in het buisvormige lichaam achterwaarts van en op afstand van de eerste dwarsgeplaatste afdichting en onder een scherpe hoek ten opzichte van de 15 eerste eindafdichting voor de vorming van een holle eenheid met daarin opgesloten gas tussen de genoemde eindafdichtingen.

32. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat de organen voor de vorming van het kunststof materiaal tot een buisvormig lichaam organen bevatten voor het stroomafwaarts 20 trekken van het genoemde kunststof materiaal.

33. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het genoemde orgaan voor de vorming van het kunststof materiaal tot een buisvormig lichaam organen bevat voor het onder warmte afdichten van het kunststof materiaal langs nagenoeg de 25 gehele longitudinale afmeting daarvan.

34. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het genoemde orgaan voor de vorming van het kunststof materiaal tot een buisvormig lichaam organen bevat voor het handhaven van druk op het genoemde kunststof materiaal teneinde daardoor 30 het genoemde kunststof materiaal langs nagenoeg de gehele longitudinale afmeting in sterke mate af te dichten.

35. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het orgaan voor de vorming van de genoemde eerste dwarsgeplaatste eindafdichting een eerste onder warmte werkzaam afdicht- 860003* c -IQ - orgaan bevat.

36. inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het genoemde orgaan voor het inbrengen van het genoemde gas een lage temperatuurgenerator bevat.

37. Inrichting volgens conclusie 35 met het kenmerk dat het eerste onder warmte werkzaam afdichtorgaan vertikaal is aangebracht.

38. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het orgaan voor het inbrengen van het gas een inspuitleiding ,_ bevat. 10

39. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het genoemde orgaan voor het inbrengen van het genoemde gas een drukaftaster en een temperatuuraftaster bevat.

40. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat het genoemde orgaan voor de vorming van de tweede dwarsge- 15 plaatste eindafdichting een tweede onder warmte werkzaam afdichtorgaan bevat.

41. Inrichting volgens conclusie 40 met het kenmerk dat het genoemde tweede onder warmte werkzaam afdichtorgaan 2Q een horizontaal onder warmte werkzaam afdichtorgaan is.

42. Inrichting volgens conclusie 40 met het kenmerk dat het genoemde onder warmte werkzame afdichtorgaan organen bevat voor het aanbrengen van tenminste éeninkeping of kerf lijn in de kunststof folie.

43. Inrichting volgens conclusie 31 met het kenmerk dat organen zijn aangebracht voor het continu stroomafwaarts verplaatsten van het buisvormige lichaam.

44. Inrichting volgens conclusie 43 met het kenmerk dat de organen voor de verplaatsing van het buisvormige lichaam een sponsvormige rol hebben.

45. Uit een aantal stations bestaande inrichting voor de vervaardiging van een schokdemper gekenmerkt door het gebruik van een kunststof folie met een aantal verbonden driehoekige bolvormige holle eenheden waarin een gas is opgesloten, orga- #.6 0 0 0 3 6 m \ -*9 - nen voor het stroomafwaarts trekken van de kunststof folie, organen voor het onder warmte afdichten\an de kunststof folie langs nagenoeg z'n gehele lengte teneinde daardoor de genoemde kunststof folie tot een buisvormig lichaam te vormen, organen 5 voor het handhaven van een druk langs de genoemde longitudinale afdichting van het buisvormige lichaam, organen voor het naar keuze in dwarsrichting onder warmte afdichten van de voorrand van het buisvormige lichaam teneinde het genoemde einde te sluiten; organen voor het iribrengen van gas in het gedeelte van het 10 buisvormige lichaam achterwaarts van de genoemde afdichting van de voorrand, organen voor het aftasten van de druk en de temperatuur van het genoemde gas wanneer dit in het buisvormige lichaam wordt gébracht; en organen voor het naar keuze in dwarsrichting onder warmte afdichten van het buisvormige lichaam achterwaarts 15 van en op afstand van de genoemde onder warmte aangebrachte afdichting van de voorrand en onder een scherpe hoek ten opzichte van de genoemde afdichting van de voorrand teneinde een reeks driehoekige holle eenheden te vormen tussen elk der genoemde onder warmte aangebrachte afdichtingen met daarin opgesloten gas. 20

46. Inrichting volgens conclusie 45 gekenmerkt door organen voor de continue stroomafwaarste verplaatsing van het buisvormige lichaam.

47. Inrichting volgens conclusie 46 met het kenmerk dat het orgaan voor de verplaatsing van het buisvormige lichaam 25 tenminste één sponsvormige rol is.

48. Inlichting volgens conclusie 46 met het kenmerk dat het orgaan voor de verplaatsing van het buisvormige lichaam een paar sponsvormige rollen bevat.

49. Inrichting volgens conclusie 45 met het kenmerk 30 dat het genoemde orgaan voor het naar keuze in dwarsrichting en onder warmte afdichten -en de voorrand van het buisvormige lichaam een vertikaal onder warmte werkzaam afdichtorgaan bevat.

50. Inrichting volgens conclusie 45 met het kenmerk dat het orgaan voor het naar keuze in dwarsrichting en onder #*> -·* .Λ coQ V ϋ ó* o -3Θ - warmte afdichten van het buisvormige lichaam achterwaarts en op afstand van de genoemcfe voorrand een horizontaal onder warmte werkzaam afdichtorgaan bevat.

51. Uit een aantal stations bestaande inrichting 5 voor het vervaardigen van een schokdemper gekenmerkt door het gebruik van een kunststof folie met een aantal bolvormige holle eenheden met daarin opgesloten gas, een trekrolconstructie voor het stroomafwaarts trekken van de kunststof folie, een verwarmings-inrichting voor het onder warmte afdichten van de kunststof folie 10 langs nagenoeg z'n gehele lengte teneinde daardoor de genoemde kunststof folie te vormen tot een buisvormig lichaam; een afdicht-rolconstructie voor het handhaven van een druk langs en in sterke mate afdichten van de longitudinale afdichting van het genoemde buisvormige lichaam; een rolconstructie voor de stroomafwaart-15 se verplaatsing van het buisvormige lichaam; een eerste onder warmte werkzame afdichtconstructie voor het naar keuze in dwars-richting onder warmte afdichten van de voorrand van het genoemde buisvormige lichaam teneinde daardoor het genoemde einde van de voorrand af te sluiten; een inspuitinrichting voor het inbrengen 20 van gas in het gedeelte van het genoemde buisvormige lichaam achteraf waarts. van de genoemde afdichting van de voorrand; en een tweede onder warmte werkzame afdichtinrichting voor het naar keuze in dwarsrichting onder warmte afdichten van de achterrand van het buisvormige lichaam achterwaarts van en op afstand ge-25 plaatst van de afdichting van de voorrand, teneinde daardoor gas tussen de genoemde afdichtingen, die een reeks bolvormige holle eenheden vormen, op te sluiten.

52. Uit een aantal stations bestaande inrichting volgens conclusie 51 met het kenmerk dat de genoemde eerste onder 30 warmte werkzame afdichtinrichting een vertikaal onder warmte werkzaam afdichtorgaan bevat, waarbij de genoemde tweede onder warmte werkzame afdichtinrichting een horizontaal onder warmte werkzaam afdichtorgaan bevat, waarbij de genoemde afdichting van de achterrand wordt gevormd onder een scherpe hoek ten opzichte 8600036 -31 - van de genoemde afdichting van de voorrand voor de vorming van een reeks driehoekige bolvormige holle eenheden.

53. Uit een aantal stations bestaande inrichting volgens conclusie 52 met het kenmerk dat de genoemde trekrolin-5 richting een paar trekrollen bevat welke afdichtrolconstructie bevat een paar afdichtrollen en dat de rolinrichting voor de verplaatsing van het buisvormige lichaam een paar sponsvormige rollen bevat. 6303035