NL8520386A - Inrichting en werkwijze voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8520386A NL8520386A NL8520386A NL8520386A NL8520386A NL 8520386 A NL8520386 A NL 8520386A NL 8520386 A NL8520386 A NL 8520386A NL 8520386 A NL8520386 A NL 8520386A NL 8520386 A NL8520386 A NL 8520386A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tape
- coil
- finger
- spool
- contact
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 12
- 238000004804 winding Methods 0.000 claims description 28
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 12
- 230000000977 initiatory effect Effects 0.000 claims description 6
- 238000009736 wetting Methods 0.000 claims description 5
- 238000009987 spinning Methods 0.000 claims 4
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 claims 1
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 14
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 7
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 7
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 description 6
- 210000002445 nipple Anatomy 0.000 description 4
- 238000002360 preparation method Methods 0.000 description 2
- 210000002159 anterior chamber Anatomy 0.000 description 1
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 1
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 1
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 description 1
- 238000000151 deposition Methods 0.000 description 1
- 238000013461 design Methods 0.000 description 1
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 239000012535 impurity Substances 0.000 description 1
- 238000012545 processing Methods 0.000 description 1
- 238000005086 pumping Methods 0.000 description 1
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H19/00—Changing the web roll
- B65H19/22—Changing the web roll in winding mechanisms or in connection with winding operations
- B65H19/28—Attaching the leading end of the web to the replacement web-roll core or spindle
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B23/00—Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
- G11B23/02—Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
- G11B23/113—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture of magazines or cassettes, e.g. initial loading into container
Landscapes
- Replacement Of Web Rolls (AREA)
Description
B5 2 O 6 VO 9154
Inrichting en werkwijze voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling.
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op verbeteringen van inrichtingen en werkwijzen voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling in machines voor het vullen van patronen of cassettes met magnetische band. Meer in het bijzonder heeft de uitvin-5 ding betrekking op dergelijke inrichtingen en werkwijzen die geschikt zijn gemaakt voor het inbrengen van het eerste eind van magnetische band van een voorraad naar het interieur van een in hoofdzaak gesloten patroon en om ervoor te zorgen dat het eerste eind aangrijpt op een aangedreven spoel binnenin de patroon om, aan het begin van een wikkel-10 handeling, door de spoel meegenomen te worden, bijvoorbeeld een patroon van het type als getoond in het Amerikaanse octrooischrift 4.510.553.
Het wikkelen van een spoel magnetische band in een patroon, die bijna geheel is gesloten, afgezien van een relatief kleine opening, die aan het eind van de wikkelhandeling wordt gesloten door een geleidings-15 blok, dat is bevestigd aan het laatste einde van de band en in de opening wordt geklikt, levert een aantal problemen op wat betreft het betrouwbaar meenemen van de band door de spoel aan het begin van de wikkelhandeling. Andere problemen doen zich voor bij het beheersen van de band op het moment dat de hoeveelheid band, die al in de patroon is gevoerd, 20 wordt afgescheiden van de bandvoorraad en het eerste eind van de band voor de volgende wikkelhandeling positief beheerst moet worden, voor het waarborgen van een betrouwbare werking van de wikkeImachine, zonder de voortdurende aandacht van een bediener te vereisen.
Het is derhalve een algemeen doel van de onderhavige uitvinding, 25 de efficiëntie en betrouwbaarheid van bandwikkelhandelingen te verbeteren.
Een meer specifiek doel is het verbeteren van de algemene efficiëntie van bandwikkelhandelingen in hoofdzakelijk gesloten patronen.
Een ander doel is het zodanig verbeteren van de beheersing van de band aan het begin en einde van elke bandwikkelhandeling in een band-30 wikkeImachine, dat de behoefte aan een bediener in wezen wordt weggenomen.
De voornoemde doelen worden volgens een aspect van de onderhavige uitvinding bereikt door een inrichting, voorzien van een verticaal heen en weer beweegbare vinger die geschikt is gemaakt voor het opvangen van het eerste eindgedeelte van de band, die tijdelijk wordt gehecht aan de -2- vinger door een vacuüm om het interieur van het patroon te worden ingevoerd, tot vlak bij een spoel waarop de band moet worden gewikkeld.
Voor dit doel is de vinger voorzien van een bovenste en een onderste stel openingen, die beide aansluitbaar zijn op een vacuümbron voor het aan-5 trekken en in contact met de vinger vasthouden van het eerste eindge-deelte van de band. Wanneer de vinger de bovengrens van zijn traject bereikt en het begin van de band bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van de spoel, wordt een draaibeweging aan de spoel gegeven en wordt het bovenste stel openingen verbonden met een persluchtbron, die de over-10 eenkomstig een ander aspect van de uitvinding, voorafgaand bevochtigde band in contact met de spoel dwingt om daardoor te worden meegenomen voor het beginnen van de wikkelhandeling.
Een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding betreft het meenemen van het eerste eind van de band door de spoel. Dit wordt be-15 reikt door het deponeren van een kleine hoeveelheid water, niet meer dan een enkele druppel, op het bandoppervlak dat in contact moet worden gebracht met de spoel, die dan wordt aangedreven door een algemeen gebruikelijke rotatie-aandrijfmotor. Het water op de band wordt verspreid over het oppervlak van de spoel en zorgt daardoor voor voldoende adhesie 20 tussen de band en de spoel, zodat de band wordt meegenomen om de wikkelhandeling te beginnen.
De voornoemde doelen en kenmerken samen met talrijke voordelen, die worden verkregen met de onderhavige werkwijzen en inrichtingen zullen duidelijker blijken uit de navolgende gedetailleerde beschrijving van 25 een illustratieve uitvoeringsvorm waarbij wordt verwezen naar de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht toont van een bandwikkelmachine, voorzien van een beheersingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding voor het op gang brengen van de wikkelhandeling en voor het beheersen van de band 30 aan het einde van de wikkelhandeling; fig. 2 ook een vooraanzicht toont, maar op een grotere schaal, van een gedeelte van de bandwikkelmachine volgens fig. 1, waaruit details van de inrichting duidelijker blijken; fig. 3 een gedetailleerd deelaanzicht toont in verticale door-35 snede, van een rotatiewikkelaandrijving en een nestmiddel voor het positioneren van patronen op een vulstation voor magnetische band; -3- fig. 4 een aanzicht overeenkomstig aan dat van fig. 3 evenzo in verticale doorsnede toont, van een rotatie-aandrijving en een nestmiddel voor het positioneren van patronen op een reinigingsstation, voorafgaand aan het vulstation; 5 fig. 5 een gedetailleerd aanzicht, gezien vanaf de onderkant van de machine, toont van het orgaan voor het bevestigen van het laatste eind van de band aan een geleidingsblok aan het einde van een patroon-vulhandeling; fig. 6 een deel-vooraanzicht toont van een gedeelte van het 10 mechanisme dat is getoond in fig. 5; fig. 7 een gedetailleerd aanzicht evenzo van de voorzijde toont, van het mechanisme, weergegeven in fig. 6, maar met een verwijderde afdekking voor het zichtbaar maken van de binnenconstructie; fig. 8 een bovenaanzicht toont van mechanismen die, gemonteerd 15 zijn op de achterzijde van een ondersteuningsplaat met een mes voor het afscheiden van de band aan het einde van een wikkelhandeling en een aan-voerapparaat voor het leveren van een kort stuk staaf aan het mechanisme van de figuren 5-7; fig. 9 een gedetailleerd vooraanzicht toont van een bandinbreng-20 mechanisme, voorzien van een vinger, die aan het begin van de wikkelhandeling het eerste eind van de band het interieur van de patroon invoert; fig. 10 een zijaanzicht van rechts toont van het mechanisme, weergegeven in fig. 9; 25 fig. 11 een vooraanzicht toont van een bandwikkelmachine, zoals getoond in fig. 1, maar waarbij de baan van de magnetische band van één van de twee voorraadrollen naar de inbrengvinger van fig. 9 en 10 wordt getoond en waarbij de band wordt getoond in de stand, die deze aan het begin van een patroonvulhandeling inneemt; 30 fig. 12 een vooraanzicht overeenkomstig aan dat van fig. 11 toont, maar waarbij het bevochtigen van de band voorafgaand aan het inbrengen in de patroon wordt getoond; fig. 13 een vooraanzicht op een grotere schaal dan fig. 11 en 12 toont, maar waarbij het door de bandinbrengvinger brengen van het eerste 35 eind van de band in de direkte nabijheid van de spoel in de patroon wordt getoond; -4- fig. 14 een aanzicht evenzo van de voorzijde toont overeenkomstig aan dat van fig. 13, waarbij het eerste eind van de band wordt getoond, dat in contact met de spoel is gedwongen aan het begin van de wikkelhan-deling; 5 fig. 15 een vooraanzicht toont overeenkomstig aan dat van fig.
13 en 14, maar waarbij de door de spoel meegenomen band wordt getoond, juist voorafgaand aan het terugtrekken van de inbrengvinger uit het interieur van de patroon; fig. 15 een vooraanzicht toont overeenkomstig fig. 12, maar 10 waarbij de bandwikkelhandeling in een gevorderd stadium wordt getoond, met de inbrengvinger volledig teruggetrokken uit het interieur van de patroon; fig. 17 een vooraanzicht toont overeenkomstig fig. 12, maar waarbij de ligging van de band aan het eind van de bandwikkelhandeling 15 en voorafgaand aan het afscheiden van de band in het patroon van de voorraadspoel is afgebeeld; fig. 18 een achteraanzicht toont, dat diverse mechanismen, gemonteerd aan de achterzijde van de ondersteuningsplaat van de machine weergeeft; en 20 fig. 19 een soort patroon illustreert, voor het laden waarvan inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding zijn bedoeld.
Fig. 19 illustreert een geladen patroon 34, van de soort, waarvoor de onderhavige uitvinding is bestemd. Patroon 34 omvat een doorschijnend of transparant hol plastic huis 31, voorzien van een spoel 32, 25 waarop een band 36 is gewikkeld. Het buiteneinde van band 30 is bevestigd aan een geleidingsblok 108, dat een klikverbinding vormt met een open hoek in een patroonhuis 31. Een dergelijke patroon is bekend uit het Amerikaanse Design Patent nr. 277851.
Nu overgaand naar de tekening, in het bijzonder fig. 1, 9 en 10, 30 waarin een bandwikkelmachine wordt getoond, die in zijn totaliteit wordt aangeduid met 20 en een voorbereidings- of reinigingsstation 22 en een wikkelstation 24 omvat. Bij het wikkelstation is een inrichting gemonteerd, die in zijn totaliteit wordt aangeduid met 25 en die een inbrengvinger 28 omvat, hetgeen het duidelijkst blijkt uit fig. 9 en 10. De in-35 richting 26 omvat een paar vaste geleidingsstaven 30, waarlangs bedie-ningselementen van de inrichting waaronder de vinger 28 heen en weer worden bewogen in een in hoofdzaak verticale richting.
-5-
Aldus is de vinger 28, wanneer het mechanisme in zijn laagste stand staat, verwijderd van het wikkelstation 24, zoals getoond in fig. 2, terwijl de vinger 28, wanneer omhoog gebracht tot de bovengrens van zijn traject, zich met zijn punt in de direkte nabijheid van de spoel 32 in 5 het interieur van een patroon 34 op het wikkelstation 24 bevindt, zoals getoond in fig. 13. Dan wordt de band in contact gedwongen met de spoel, zoals getoond in fig. 14 en uiteindelijk is de vinger 28 gereed voor het terugtrekken, zoals getoond in fig. 15, waarbij de band bij vinger 28 om de spoel is meegenomen. De constructie en de werking van de vinger 28 10 zal hieronder gedetailleerder worden beschreven.
Voor het heen en weer bewegen van de vinger 28 is voorzien in een pneumatische cilinder 38, zoals getoond in fig. 10, waarvan zuiger-stang 40 is verbonden met een samengesteld beweegbare wagen 42, uitgerust met draagbussen 44, die glijdend beweegbaar langs de staven 30 zijn 15 geleid. Een verticale bevestigingsplaat 46 ondersteunt de meeste van de vaste elementen van de machine 20 en aan deze plaat zijn bovenste en onderste jukken 48 bevestigd, waarin de staven 30 vast zijn bevestigd in een in hoofdzaak evenwijdige stand ten opzichte van de plaat. De cilinder 38 is aangebracht aan de achterzijde van de plaat en de stang 40 20 daarvan is voorzien van een draaibare verbinding 54 die voorwaarts door een bijpassende sleuf in de plaat uitsteekt naar de wagen 42. De cilinder 38 is van het dubbel-werkende type, waarbij lucht in de voorkamer wordt toegelaten vanuit toevoerslangen, die zijn aangesloten via een nippel 56 en een elektromagnetische klep 58 en in de achterkamer via een nippel 60 25 en een elektromagnetische klep 62. Beide kleppen 58 en 62 zijn verbonden met een microprocessor (niet getoond), die de tijdstippen van de hande-lingscyclus van de machine stuurt.
De vinger 28 is vast gemonteerd aan de wagen 42 en door een veer in een richting met de klok mee gedwongen, zoals blijkt uit de fig. 13 en 30 14. In de vinger 28 zijn doorgangen 64 en 66 aangebracht, die respec tievelijk zijn verbonden met bovenste en onderste stellen openingen 68 en 70, zoals blijkt uit fig. 10, 13 en 14. De doorgang 64 is via een slang, bevestigd aan een nippel 72, verbonden met een microprocessor gestuurde elektromagnetische klep (niet getoond) voor het leveren van óf 35 een vacuüm óf lucht onder druk aan de bovenste openingen 68. Een overeenkomstige verbinding is aangebracht via een nippel 74 naar de onderste -6- openingen 70, maar zonder voorziening voor lucht onder druk. Aldus staan, wanneer de vinger 28 in zijn laagste stand is en gedurende het bewegen daarvan naar de bovenste begrenzing van zijn beweging, beide paren ope-ningen 68 en 70 onder vacuüm waarbij het eerste eind van de band gehecht 5 is aan de vinger 28. Wanneer de vinger zijn bovenste stand bereikt met het eerste eind van de band grenzend aan de spoel 32, wordt het vacuüm gehandhaafd in de onderste openingen 70, maar worden de openingen 68 verbonden met lucht onder druk voor het in contact met de spoel blazen van het eerste eind van de band, welke spoel dan wordt gedraaid. Aangezien 10 (met hierna beschreven middelen) tevoren een druppel water is gedeponeerd op het eindgedeelte van de band, wordt het water als gevolg van het contact daarvan met de spoel over de spoel verspreid. De natte spoel, neemt na een paar omwentelingen de band mee op een wijze, overeenkomstig aan die, welke bijvoorbeeld wordt verkregen, wanneer men bij het tellen 15 van vellen papier zijn vinger bevochtigt.
Na een zeer korte, vooraf ingestelde tijd, wordt de vacuümver-binding met de onderste opening 70 verbroken, waardoor het eerste eind van de band over de top van de spoel kan worden getrokken voor het aldus verschaffen van een groter contactoppervlak tussen band en spoel. Het 20 meenemen van de band wordt waargenomen door een toename van het vacuüm in een vacuümtunnel 76 en brengt het terugtrekken van de vinger uit het interieur van de patroon op gang. Gedurende de wikkelhandeling ligt de baan van de band, zoals blijkt uit fig. 16 buiten de tunnel 76, waarbij deze dicht langs het boveneind of de uitmonding van de tunnel wordt ge-25 leid, daarbij beheerst door een paar geleidingsrollen 78. Aan het einde van de voorafgaande wikkelhandeling of aan het begin van de eerste wikkelhandeling wordt een hoeveelheid band in de tunnel getrokken door vacuüm vanuit een los aangrenzend gedeelte, zoals blijkt uit fig. 17.
De hoeveelheid band, die nodig is voor een gedeelte van een omwenteling 30 om de spoel 32, zoals getoond in fig. 15, wordt verkregen van een losse lusband, zoals blijkt uit fig. 11, die is toegevoerd door een voorafgaande wikkelhandeling en daarna door de vacuümtunnel 76, hetgeen een toename van het vacuüm in de tunnel veroorzaakt, wanneer de daar opgeslagen band is verbruikt. Deze vacuümtoename wordt waargenomen (door 35 geschikte, niet-getoonde middelen) en zorgt voor een signaal naar de microprocessor voor het openen van de klep 58 voor het toelaten van lucht -7- onder druk in de cilinder 38 voor het terugtrekken van de vinger 28 tot in zijn laagste stand.
Voorafgaand aan het begin van de eigenlijke wikkelhandeling, wordt een leeg patroon bij het reinigingsstation 22 eerst gezuiverd van 5 vreemde materie of onzuiverheden, alvorens te worden overgebracht naar het wikkelstation 24. Bij het reinigingsstation 22 worden lege patronen aangevoerd van een glijkoker 80 (fig. 16) naar een van een open bovenkant voorzien nest 82, waar de spoel wordt aangedreven door een rotatie-aandrijving 84 (fig. 4) terwijl op hetzelfde moment geïoniseerde lucht 10 in de patroon wordt gebracht en lucht uit het patroon wordt gepompt door een schoon zuigorgaan. Noch de bron van geïoniseerde lucht, noch het stofzuigmiddel, dat de lucht uit de patroon zuigt als een voorbehandeling is getoond, aangezien deze stappen geen essentieel onderdeel vormen van de onderhavige uitvinding. Na het reinigen wordt de patroon naar 15 het wikkelstation 24 geduwd door een pneumatisch werkend mechanisme, dat een pneumatische cilinder 88 omvat (fig. 16), die is bevestigd aan de voorzijde van de montageplaat 46, waarvan de zuigerstang een duwbak 90 draagt, die wanneer hij wordt uitgeschoven, de gereinigde patronen naar het wikkelstation 24 overbrengt. Het wikkelstation 24 is voorzien 20 van een nest 92, dat de patroon zo positioneert, dat de spoel daarvan is ingekoppeld en daaraan een draaiende beweging wordt gegeven door een aandrijving 93, zoals blijkt uit fig. 3.
Bij het vulstation 24 krijgt de patroon 34 in het nest 92 aan zijn spoel 32 band toegevoerd, die naar de spoel wordt gebracht en de 25 vinger 28 op de reeds beschreven wijze ervoor zorgt dat de band wordt meegenomen. Vóór de vinger 28 de patroon binnengaat, waarbij het eerste eind van de band wordt meegenomen, wordt eerst een druppel water op de band gedeponeerd door een capillaire buis 94, zoals blijkt uit fig. 12.
Een inrichting voor het gedoseerd toevoeren van het water naar 30 de buis 94 en een mechanisme voor het naar voren brengen van de buis naar de positie, weergegeven in fig. 12, zal nu worden beschreven onder verwijzing naar fig. 18. Aan de buis 94 wordt een instelbare hoeveelheid water toegevoerd door een buisvormige zuigerstang 96 van een pneumatische cilinder 98, die vast steunt op de achterzijde van de montageplaat 46.
35 Lucht onder druk wordt ingebracht in de cilinder 98 via een aansluiting 100, die in verbinding staat met een flexibele slang. Water wordt toe- -8- gevoerd aan een capillaire buis 94/ door een doseerpomp 102, die middels een flexibele buis 104 is aangesloten op een reservoir 106. Op het geschikte moment in de handelingscyclus van de machine, wordt lucht onder druk aangesloten op de cilinder 98 door een elektromagnetische klep 5 (niet getoond) gestuurd door een microprocessor, die de tijdstippen vaststelt van de diverse ingrepen van de machine. Wanneer lucht wordt gevoerd in de cilinder 98, schuift de buis 94 uit naar de stand, weergegeven in fig. 12 en wordt pomp 102 bediend om te zorgen, dat een druppel water wordt gedeponeerd op het spoelaangrijpoppervlak van het eerte eind-10 gedeelte van de band. De stang 96 wordt onmiddellijk teruggetrokken, wanneer een toevoer van lucht onder druk aan de cilinder 98 wordt onderbroken.
Aan het einde van de wikkelhandeling wordt het laatste eind van de band van het patroon 34 vastgemaakt aan een geleidingsblok 108 door 15 een mechanisme, dat in zijn totaliteit wordt aangeduid met 110 en is getoond in fig. 5, 6 en 7. Het gehele mechanisme 110, waarop een nevenaanvrage betrekking heeft en dat hier derhalve niet tot in detail van zijn constructie wordt beschreven, is gemonteerd op een beweegbaar platform voor het bewegen van een niet-werkzame teruggetrokken stand achter 20 de montageplaat 46 naar een voorwaartse werkstand, waarin een geleidingsblok 112 in lijn is gebracht met de band en het werkoppervlak van de vinger 28. Het blok 112 is bevestigd aan de bovenzijde van een schuif 114 voor een heen en weer gaande beweging van rechts naar links en terug. Het blok 112 op de slede 114 wordt in beweging gebracht door een pneuma-25 tische cilinder 116 en een hefboom 118, die bij 120 draaiend is opgehangen aan een steun 122. De cilinder 116 is voorzien van een zuiger-stang 124, waaraan één eind van de hefboom 118 is bevestigd, waarbij het andere eind van de hefboom draaibaar is bevestigd aan een plunjer 126, die een bevestigingsstempel 128 in beweging brengt, die kan glijden in 30 het blok 112. De beweging van de stang 124 wordt overgebracht naar zowel het blok 112 als de stempel 128 door de aanwezigheid om de plunjer 126 van een drukveer 130, die het blok 112 eerst tot de linker begrenzing van zijn traject doet bewegen en daarna beweging meegeeft aan de stempel 126.
35 Wanneer de zuigerstang 124 wordt teruggetrokken, doordat via een verbinding 136 samengeperste lucht naar de voorste kamer van de cilinder 116 wordt gevoerd, wordt het blok 112 eerst naar links gedwongen, zoals -9- blijkt uit fig. 5. Deze beweging van het blok 112 doet zich voor, nadat een geleidingsblok 108 in een nest 138 is ontvangen, dat is bevestigd aan een plaat 140. Terwijl het montageblok 112 zich nog steeds achter de montageplaat 46 bevindt, wordt het geleidingsblok 108 ontvangen van-5 uit een magazijn in de vorm van een glijkoker (niet getoond) en wordt voorwaarts in een nest 138 gedwongen door een stang 141, die wordt aangedreven door een niet getoonde, maar meer in het bijzonder in de nevenaanvrage beschreven pneumatische cilinder. Niet alleen voert de stang 141 het geleidingsblok 108 door een horizontale passage en plaatst het 10 in het nest 138, maar ook houdt deze het geleidingsblok stevig in het nest, wanneer het mechanisme vooruit wordt gebracht naar zijn voorwaartse stand, waarin een werkoppervlak aan de linkerzijde van het blok 112 zich dicht nabij maar enigszins boven het werkoppervlak van de vinger 28 bevindt. Het oppervlak 142 is gevormd met een ondiep kanaal, waarvan de 15 bodemwand is verbonden met een vacuumbron om de vinger 28 te assisteren bij het beheersen van de band en neemt door het detecteren van luchtlekkage door de openingen de afwezigheid waar van band tegen het bodem-vlak van het kanaal. Zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 7 is het blok 112 gevormd met een inwendige ruimte 144, waarin een kort stuk vastpen-20 stang 146 wordt vastgehouden, na te zijn ontvangen vanuit een magazijn, dat in zijn totaliteit met 148 is aangeduid in fig. 8. Een vacuumaan-sluiting 150, getoond in fig. 6, stelt door het waarnemen van luchtlekkage door het oppervlak van een over de ruimte 144 liggende afdekking 152 vast of geen stang 146 in de ruimte aanwezig is en onderbreekt de 25 werking van de machine in het geval dat daar geen stang aanwezig is.
Het stuk stang 146 wordt doorgeschoven van het magazijn 148 naar de ruimte 144 door een plunjer 154, die wordt aangedreven door een pneumatische cilinder 156, die via de horizontale toevoerbuis 158 vast steunt op een stationaire hulpplaat 160. Het linker eindgedeelte van de toevoer-30 buis 158 wordt in de toestand gehouden, waarin het is gevuld met stukken vastpenstang 146 uit het magazijn 148, zodat de plunjer 154 de uitwerking heeft, dat een stuk stang in de ruimte 144 wordt geladen door het vooruit schuiven van het stuk stang, dat het laatst is toegelaten en daardoor het stuk stang dat het meest naar voren is geschoven in de 35 ruimte perst.
-10-
Nadat een afgemeten stuk band in de patroon is geladen, wordt de wikkelmotor 93 gestopt en wordt het vastpenmechanisme 110 naar voren in zijn voorwaartse stand geschoven, waarbij de band tussen het geleidings-blok 108 en het oppervlak 142 wordt gevangen. De wikkelmotor 93 wordt 5 dan kort bekrachtigd voor het zetten van de band en de ondiepe groef in het oppervlak 142, waarin de band wordt vastgehouden door vacuüm en de aanwezigheid daarvan wordt waargenomen, zoals reeds beschreven. De wikkelmotor wordt dan kort achteruit gedraaid, voor het leveren van een kleine hoeveelheid loshangend band om het mogelijk te maken de vastpen-10 handeling voort te zetten. Het blok 112 wordt dan naar rechts van het ge-leidingsblok 108, dat de band draagt, af bewogen. Op dit punt van de cyclus van de machine, wordt een pneumatische cilinder 164, die is afgeheeld in fig. 8, bekrachtigd voor het voorwaarts drijven van een houder 165, die een mesblad 166 vasthoudt, dat de band afsnijdt door te passeren 15 door een sleuf 168 in het linker oppervlak 142. Terwijl deze wordt afge-sneden en onmiddellijk daarna, wordt de band vastgehouden door vacuüm in twee verschillende gebieden van het oppervlak 142 boven en onder de sleuf 168. Het mes 166 wordt teruggetrokken, zodra de band is afgesneden en de cilinder 116 wordt bekrachtigd voor het uitsteken van de stang 124 20 waardoor het blok 112 naar links beweegt, waarbij eerst de band tussen het oppervlak 142 en het geleidingsblok wordt geklemd en, door het voortgaande uitsteken van de stang 124, het stuk vastpenstang 146 in de holte 170 in het oppervlak van het geleidingsblok wordt gebracht. De stang 146, die door de drevel 126 uit de ruimte 144 is gebracht, wordt in de holte 25 gebracht, waarbij de stang en de holte zodanige afmetingen hebben, dat het laatste eind van de band tussen de stang en de wand van de holte 170 door frictie stevig wordt vastgehouden. De beweging van het blok 112 naar links, in aanvulling op het volbrengen van de vastpenfunctie, brengt het eerste band-eindgedeelte van de voorraadspoel in aanraking met het werk-30 oppervlak van de vinger 28. In die stand, getoond in de fig. 11 en 12, is de band gereed voor het beginnen van de volgende wikkeling of cyclus.
Na het afsnijden van de band, waarbij het laatste eind van de geladen patroon wordt vastgepend, wordt het vacuüm naar het blok 112 onderbroken en wordt de wikkelmotor 93 bekrachtigd voor het wikkelen van 35 het de band dragende geleidingsblok 108 naar de opening van de patroon, waar een kleine slag van een zuigerstang van een kleine cilinder 172, -11- zoals getoond in fig. 2, het geleidingsblok in de opening van de patroon brengt en vastzet. Een laatste stap van de wikkelhandeling en de voorbereiding voor het verwerken van de volgende patroon is het verwijderen van de geladen patroon uit het wikkelstation. Deze wordt uitgevoerd, 5 wanneer de gereinigde lege patroon van het reinigingsstation 22 wordt overgebracht naar het wikkelstation 24, waarbij de geladen patroon op een plaat 174 wordt geduwd, zoals is te zien in de fig. 2 en 13 vanwaar-uit de geladen patroon wordt afgevoerd met geschikte transportmiddelen.
Uit de voorgaande beschrijving en illustratieve uitvoeringsvorm 10 van onze uitvinding, worden onmiddellijk vele binnen het wezen daarvan liggende variaties voor de hand liggend voor hen, die normaal deskundig zijn op het gebied van bandwikkelmachines. Bijvoorbeeld kan de vinger 28 en zijn werking bij het op gang brengen van het uitlijnen van de band worden ingezet in vele andere verschillende omgevingen, zonder alle 15 begeleidende organen, zoals beschreven in deze aanvrage. Dienovereenkomstig is deze beschrijving niet bedoeld in beperkende zin te worden gezien, maar veeleer moet het wezen van de uitvinding worden afgeleid uit de bijgaande conclusies.
Claims (15)
1. Inrichting voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling op een spoel, die deel uitmaakt van een patroon, die middelen heeft voor het aanbieden van het eerste eind van de band, met een spoelaangrijp-oppervlak, aan de spoel, middelen voor het bevochtigen van het spoel- 5 aangrijpoppervlak van een eerste eindgedeelte van de band voorafgaand aan het aanbieden daarvan aan de spoel, middelen voor het aandrijven van de spoel en middelen voor het in aanraking met de spoel dwingen van het natte eerste eind van de band.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de band-10 bevochtigingsmiddelen een capillaire buis omvatten en middelen voor het bewegen van de buis tot in de onmiddellijke nabijheid van het spoel-aangrijpoppervlak van de band en middelen voor het afgeven van een beperkte afgemeten hoeveelheid water door de buis aan het bandoppervlak.
3. Inrichting volgens conclusie 1, voorzien van vacuümmiddelen voor 15 het tijdelijk vasthouden van het eerste eindgedeelte van de band aan de aanbiedmiddelen, met het kenmerk, dat de middelen voor het in contact dwingen van de band met de spoel een opening in de bandaanbiedmiddelen en middelen voor het aanvoeren van perslucht naar de opening omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de band-20 aanbiedmiddelen een bovenste en een onderste stel openingen omvatten, die voor het tijdelijk vasthouden van het eerste eind van de band aan-sluitbaar zijn op een vacuümbron en het onderste stel, voor het in contact dwingen van de band met de spoel, ook aansluitbaar is op perslucht.
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door middelen voor het geven van een draaibeweging aan de spoel, wanneer het natte eerste eind van de band in contact met de spoel is gedwongen.
6. Inrichting voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling op een spoel, opgesloten in een deel uitmakend van een in hoofdzaak 30 gesloten patroon, die een beperkte toegangsopening in een buitenwand heeft, en die is voorzien van middelen voor het aanbieden van het eerste eind van de band, die een spoelaangrijpoppervlak heeft, aan de spoel, welke aanbiedmiddelen zijn voorzien van een vinger, gedimensioneerd om binnen te komen door de opening, middelen voor het tijdelijk vasthouden -13- van de band op de vinger, middelen voor het bevochtigen van het band-aangrijpoppervlak van een eerste eindgedeelte van de band voorafgaand aan het aanbieden daarvan aan de spoel, en middelen voor het bewegen van de vinger voor het brengen van het natte oppervlak van de band tot in 5 onmiddellijke nabijheid van de spoel en middelen voor het aandrijven van de spoel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt door vacuümmiddelen aan de vinger voor het tijdelijk vasthouden van het eerste eindgedeelte van de band op de vinger voor het aanbieden daarvan aan de spoel.
8. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt door middelen aan de vinger voor het in contact met de door de aandrijfmiddelen aangedreven spoel dwingen van het natte uiteindegedeelte.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor het tijdelijk vasthouden van de band en de middelen voor het in 15 contact met de spoel dwingen van de band een bovenste en een onderste stel openingen in een werkvlak van de vinger omvatten en middelen voor het verbinden van beide stellen openingen met een vacuümbron en middelen voor het in verbinding met een persluchtbron schakelen van het bovenste stel voor het in contact met de draaiende spoel dwingen van het natte 20 eerste eind van de band.
10. Werkwijze voor het overbrengen van een band van een voorraad op een spoel, die de stappen omvat van het aanbrengen van een hoeveelheid water op een eerste eindgedeelte van de band, het in onmiddellijke nabijheid van de spoel brengen van het eerste eind van de band, het geven 25 van een draaibeweging aan de spoel en het in contact met de draaiende spoel dwingen van de band.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat perslucht wordt gevoerd tegen de band voor het in contact met de spoel dwingen daarvan.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt door de stap van het eerst tijdelijk vasthouden van het eerste eind van de band middels vacuüm, voordat de hoeveelheid water wordt gedeponeerd.
13. Werkwijze voor het overbrengen van een band van een voorraad naar een spoel die gemonteerd is binnenin een in hoofdzaak gesloten 35 patroon die is voorzien van een beperkte toegangsopening in een buitenwand, welke werkwijze de stappen omvat van het tijdelijk vasthouden van -14- het eerste eind van de band op een inrichting gedimensioneerd om te bewegen door de opening en om het eerste eind van de band te voeren tot in onmiddellijke nabijheid van de spoel, het bevochtigen van het vastgehouden einddeel van de band, het brengen van het eerste eindgedeelte 5 in een aan de spoel grenzende positie, het geven van een draaibeweging aan de spoel en het in contact met de draaiende spoel dwingen van het eerste eindgedeelte.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een vacuüm-bron wordt aangesloten op de inrichting voor het vasthouden van het eer- 10 ste eind aan de inrichting, waarbij de vacuümbron wordt afgekoppeld bij het begin van het meenemen van de band.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het natte eerste eindgedeelte van de band van de inrichting af en in contact met de spoel wordt gedwongen middels van de inrichting op de band gerichte 15 perslucht.
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US78778085 | 1985-10-15 | ||
US06/787,780 US4635869A (en) | 1985-10-15 | 1985-10-15 | Apparatus and method for initiating a tape winding operation |
PCT/US1985/002240 WO1987002343A1 (en) | 1985-10-15 | 1985-11-13 | Apparatus & method for initiating a tape winding operation |
US8502240 | 1985-11-13 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8520386A true NL8520386A (nl) | 1987-09-01 |
Family
ID=25142488
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8520386A NL8520386A (nl) | 1985-10-15 | 1985-11-13 | Inrichting en werkwijze voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4635869A (nl) |
EP (1) | EP0242356A4 (nl) |
JP (1) | JPH0743911B2 (nl) |
DE (1) | DE3590861T1 (nl) |
GB (1) | GB2191170B (nl) |
NL (1) | NL8520386A (nl) |
WO (1) | WO1987002343A1 (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS62106377U (nl) * | 1985-12-23 | 1987-07-07 | ||
JPS62202384A (ja) * | 1986-02-28 | 1987-09-07 | Otani Denki Kk | テ−プ巻き取り装置 |
JPH0656706B2 (ja) * | 1987-03-10 | 1994-07-27 | 富士写真フイルム株式会社 | テ−プ用ハブ |
US4775115A (en) * | 1987-04-13 | 1988-10-04 | Shape Inc. | Single reel tape cartridge used with a leader block |
US4878628A (en) * | 1987-05-12 | 1989-11-07 | Tanaka Seiki Co., Ltd. | Coil winding machine having a tape winder |
JP2565256B2 (ja) * | 1987-05-29 | 1996-12-18 | ソニー株式会社 | テ−プ巻込み装置 |
JP2889986B2 (ja) * | 1989-01-19 | 1999-05-10 | 富士写真フイルム株式会社 | 磁気記録媒体巻取方法 |
US5301892A (en) * | 1993-05-10 | 1994-04-12 | Eastman Kodak Company | Apparatus and method for winding a strip of web material onto a spool |
MY112708A (en) * | 1993-09-07 | 2001-08-30 | Lintec Corp | Tape winding apparatus and tape |
HU217480B (hu) * | 1993-09-23 | 2000-02-28 | MSK-Verpackungs-Systeme Gesellschaft mit beschränkter Haftung | Eljárás és készülék egy termékkötegre felhúzott fóliaburok eltávolítására |
JP2007299500A (ja) * | 2006-05-08 | 2007-11-15 | Fujifilm Corp | テープ貼付装置、テープ貼付方法、テープカートリッジの製造装置及びテープカートリッジの製造方法 |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2050794A (en) * | 1932-11-09 | 1936-08-11 | Mid States Gummed Paper Co | Sealing paper roll |
US2585227A (en) * | 1946-03-21 | 1952-02-12 | Peter J Christman | Winding apparatus |
US3401900A (en) * | 1963-11-12 | 1968-09-17 | Telefunken Patent | Apparatus for producing coil forms |
US3489371A (en) * | 1968-04-26 | 1970-01-13 | Tally Corp | Take-up reel |
US3761035A (en) * | 1969-08-04 | 1973-09-25 | Wang Computer Products Inc | Tape transport arrangements |
US3633839A (en) * | 1970-01-29 | 1972-01-11 | Eddystone Machinery Co | Winding sheet material with threading device |
US3863863A (en) * | 1972-06-30 | 1975-02-04 | Potter Instrument Co Inc | Self-threading tape handling apparatus |
US3910526A (en) * | 1974-04-12 | 1975-10-07 | Bucode | Pneumatic tape-threading apparatus for tape transport |
IT1027858B (it) * | 1974-12-20 | 1978-12-20 | Honeywell Inf Systems | Caricamento semi automatico di unita a nastro magnetico |
US4519553A (en) * | 1984-07-02 | 1985-05-28 | International Business Machines Corporation | Multiple spindle winding apparatus |
US4531689A (en) * | 1984-07-02 | 1985-07-30 | International Business Machines Corporation | Vacuum probe for attaching tape to reel hub within a cartridge |
-
1985
- 1985-10-15 US US06/787,780 patent/US4635869A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-13 DE DE19853590861 patent/DE3590861T1/de not_active Withdrawn
- 1985-11-13 NL NL8520386A patent/NL8520386A/nl unknown
- 1985-11-13 WO PCT/US1985/002240 patent/WO1987002343A1/en not_active Application Discontinuation
- 1985-11-13 JP JP60505166A patent/JPH0743911B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-13 EP EP19850905996 patent/EP0242356A4/en not_active Withdrawn
- 1985-11-13 GB GB8710514A patent/GB2191170B/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4635869A (en) | 1987-01-13 |
GB2191170B (en) | 1990-02-07 |
GB2191170A (en) | 1987-12-09 |
JPS63501104A (ja) | 1988-04-21 |
DE3590861T1 (nl) | 1987-09-17 |
WO1987002343A1 (en) | 1987-04-23 |
EP0242356A4 (en) | 1988-09-28 |
EP0242356A1 (en) | 1987-10-28 |
GB8710514D0 (en) | 1987-06-03 |
JPH0743911B2 (ja) | 1995-05-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3948452A (en) | Open-end spinning machine and method of operating the same | |
JP4202382B2 (ja) | 素材ウエブをグリップする装置 | |
US3997123A (en) | Automatic cassette loading machine | |
US4061286A (en) | Automatic cassette loader | |
NL8520386A (nl) | Inrichting en werkwijze voor het op gang brengen van een bandwikkelhandeling. | |
US4535945A (en) | Method and device for locating and holding a thread end | |
US4108388A (en) | Method for catching, severing and rethreading a thread and an apparatus for implementing the method | |
US3295775A (en) | Method and apparatus for readying the winding operation of yarn supply coils on coil winding machines | |
EP0521206A1 (en) | Material handling system | |
CA1214680A (en) | Method and an apparatus for cyclically charging the filling tube of a sausage stuffing and closing machine with ready-for-stuffing tubular casing lengths | |
US3940080A (en) | Automatic tape loading apparatus for cassettes and the like | |
CS200204B2 (en) | Apparatus for exchanging full bobbins for empty tubes in spinning frames | |
CS264255B2 (en) | Device for bobbin doffing travelling along the open-end spinning machine | |
EP0334232B1 (en) | Residual roving clearing apparatus | |
US3941323A (en) | Device for finding, extracting and temporarily positioning the end of the yarn in cops | |
EP0559041B1 (en) | Method and apparatus for treating package end yarn | |
US4496109A (en) | Apparatus for cutting, aspirating and rethreading a traveling filamentary yarn | |
KR840001803B1 (ko) | 가요성 포장지에 상품을 포장하는 방법 | |
US3996720A (en) | Yarn cutting and packaging machine | |
US5170954A (en) | Transport system for a textile machine having manual re-supply assisting means | |
JP3496838B2 (ja) | 可撓性部材を包装する装置 | |
FR2680802A1 (fr) | Systeme d'amenee de fil pour une machine a tisser. | |
US5305965A (en) | Apparatus for winding and storing a tape-like article in a container | |
JPH067431B2 (ja) | テ−プステ−キング制御装置 | |
AU669583B2 (en) | Cloth piece supply apparatus and method |