NL8520104A

NL8520104A - Voortstuwinrichting voor een vaartuig.

Info

Publication number: NL8520104A
Application number: NL8520104A
Authority: NL
Original assignee: Nippon Kokan Kk
Priority date: 1984-05-07
Filing date: 1985-04-26
Publication date: 1986-03-03
Also published as: JPS642558B2; WO1985005085A1; JPS60234093A; DE3590195T1; NO860019L; KR860700111A

Description

« 8520104 -1- 25257/CV/tl

Korte Aanduiding: Voortstuwinrichting voor een vaartuig.

De uitvinding heeft betrekking op een voortstuwinrichting voor een vaartuig.

5 Bij een gebruikelijk vaartuig of schip wordt een wervelende stroom in de de schroef verlatende daarachter lopende stroom verspild zonder voor de voortstuwing van het vaartuig te worden gebruikt.

Recent is het voorgesteld dat een gedeelte van de wervelenergie zal kunnen worden gebruikt als een voortstuwkracht door een orgaan achter de 10 schroef aan te brengen.

Het is dienovereenkomstig een oogmerk van de uitvinding een voortstuwinrichting voor een vaartuig te verkrijgen van een eenvoudige uitvoering welke een groot gedeelte van een energie wervelstroom kan terugwinnen en het gebruiken als een voortstuwkracht.

15 Volgens de uitvinding is voorzien in een voortstuwinrichting voor een vaartuig welke is voorzien van een hulpschroef die draaibaar en coaxiaal met een hoofdas en achter een door de hoofdas aangedreven hoofd-schroef is aangebracht,terwijij een planetaire overbrenging is aangebracht binnen een basis voor de hulpschroef.waarbij de draaikracht van 20 de hulpschroef geproduceerd door de achterlopende stroom van de hoofd-schroef wordt overgebracht op de hoofdas.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

25 Fig. 1 toont gedeeltelijk in dwarsdoorsnede eau gedeeltelijk in aanzicht een voortstuwinrichting volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede over fig.1 ,gezien volgens de lijn II- II in fig.1.

30 Fig. 3 toont schematisch de werking van het uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 4 toont gedeeltelijk in dwarsdoorsnede en gedeeltelijk in aanzicht een verder uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een hoofdschroef 1 aangedreven door een hoofdas 2. Een 35 hulpschroef 3 heeft bladen 3a,die zich radiaal uitstrekken van een basis 4, die in dwarsdoorsnede U-vormig is. Een planetaire overbrenging 5 is 8520104 ♦ -2- 25257/CV/tl opgesteld binnen de basis 4 en omvat een zonnetandwiel 6,die is gevormd op een verlenging van de hoofdas 2. Planeetwielen 7 zijn draaibaar aangebracht ten opzichte van een flensgedeelte 4a van de basis^ en een U-vormige omtreksring 8,die is voorzien van inwendige tanden,is bevestigd aan een 5 verlenging 10 van de romp van het vaartuig. De hulpschroef 3 heeft zijn basis 4 draaibaar ondersteund ten opzichte van de U-vormige omtreksring 8 met behulp van een leger 11. Een leger 12 is aangebracht tussen het flensgedeelte 4a en een trapsgewijs uitgevoerd gedeelte van de hoofdas 2. In deze opstelling is de hulpschroef 3 concentrisch opgesteld ten opzich-10 te van de hoofdschroef en zal in dezelfde richting draaien als en met een lager toerental dan de hoofdschroef 1.

Indien de hoofdas 2 en de hoofdschroef 1 door de hoofdmotor worden aangedreven wordt een waterstroom met een zekere hoek bepaald ten opzichte van de hartlijn van de romp van het vaartuig achter de hoofdschroef 15 gevormd. Indien de bladen 3a van de hulpschroef in het stroomveld van de stroming worden opgesteld worden lift en weerstand opgewekt op de bladen 3a zoals weergegeven in fig.3 en de resulterende kracht laat de bladen 3a draaien. In dit geval, wordt een schijnbare stroming van water door de bladen 3a in richting afwijkend van een feitelijke achterlopende 20 stroom van water door een draaibeweging van de bladen 3a voortgebracht.

Met de resulterende kracht bepaald door kracht FT loodrecht op de hartlijn van de romp van het vaartuig en kracht F2 evenwijdig aan de hartlijn van de romp van het vaartuig draait de kracht F1 de hulpschroef 3 om zijn hartlijn en F2 werkt in voorwaartse richting.

25 De draaikracht resulterende uit de kracht F1 wordt door de plane taire overbrenging 5 overgebracht op het zonnewiel 6 dat met de hoofdas 2 is verbonden en helpt de hoofdschroef 1 draaien,dat wil zeggen ondersteunt de output van de hoofdmotor. Een voortstuwkracht resulterende uit de kracht F2 drijft de hoofdas 2 aan via het leger 12 van de basis 4a 30 van de hulpschroef en helpt dus het vaartuig vooruit te stuwen.

Op deze wijze wordt een groot gedeelte van de achterwaartse wervel-energie van de hoofdschroef, welke tot nu toe ongebruikt is verspild, teruggewonnen en benut.

Nu zal hieronder een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding 35 worden uiteengezet met verwijzing naar het bovenstaande uitvoeringsvoorbeeld ,opmerkende ,dat het van het bovengenoemde uitvoeringsvoorbeeld 6520104 t -3- 25257/CV/tl verschilt met betrekking tot de overbrenging van de kracht via de planetaire overbrenging 5. In dit uitvoeringsvoorbeeld is een axiale reeks van desbetreffende organen,een planetaire overbrenging vormend, voorzien van een basis 14 van een hulpschroef 3 omgekeerd ten opzichte 5 van die in het eerstgenoemde uitvoeringsvoorbeeld. Een zonnewiel 16 is bevestigd aan een verlenging 10 van het vaartuig,een planeetwiel 17 is draaibaar aangebracht ten opzichte van een flensgedeelte 14a van de basis 14,en een U-vormige omtreksring 18 met inwendige vertanding is gekoppeld aan een hoofdas 2. Een leger 12 is geplaatst tussen de U-10 vormige omtreksring 18 en het flensgedeelte 14a van de basis.

In het uitvoeringsvoorbeeld van fig.4 is ,in tegenstelling met het eerstgenoemde uitvoeringsvoorbeeld,het aantal omwentelingen van de hulpschroef 3 gelijk of groter gemaakt dan het aantal omwentelingen van de hoofdschroef 1 (dat wil zeggen niet minder dan 1/2) en daardoor komt 15 eenschijnbare stroming van stroom door de bladen 3a van de hulpschroef dichterbij een richting evenwijdig aan de hartlijn van de romp van het vaartuig om de kracht werkende op de bladen 3a toe te staan achterwaarts te worden gericht. Dit veroorzaakt een achterwaartse voortstuw-kracht te worden aangebracht op de romp van het vaartuig,een weinig de 20 wervelenergie terugwindoelmatigheid omlaag brengend.

Het kan mogelijk zijn de hulpschroef 3 rechtstreeks met de hoofdas 2 te verbinden. In dat geval wordt de energie-terugwinning-doelmatigheid eveneens omlaag gebracht zoals bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld.

Een voortstuwinrichting voor een vaartuig volgens de uitvinding 25 zoals hierboven uiteengezet kan een groot gedeelte van de wervelenergie voortgebracht achter de hoofdschroef terugwinnen ten einde het toe te staan ,dat deze energie wordt gebruikt als een voortstuwkracht.

8520104

Claims

1. Voortstuwinrichting voor een vaartuig voorzien van een hulpschroef, welke concentrisch ten opzichte van een hoofdas en achter een door de hoofdas aangedreven hoofdschroef is opgesteld,terwijl een planetaire overbrenging is aangebracht binnen een basis voor de hulpschroef, waar- 5 bij een zonnewiel van de planetaire overbrenging concentrisch ten opzichte van de hoofdas is opgesteld en planeetwielen zijn aangebracht op genoemde basis en een U-vormige omtreksring is voorzien van een inwendige vertanding terwijl deze de basis draaibaar ondersteunt,waardoor een een aandrijfkracht overbrengend orgaan is verkregen, welke het moge-10 lijk maakt dat de draaikracht van de hulpschroef, welke is voortgebracht door een achterlopende stroom van stroming,wordt overgebracht op de hoof das.

2. Voortstuwinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat het zonnewiel is aangebracht op een verlenging van de hoofdas en de U-vormige 15 omtreksring,welke is voorzien van een inwendige vertanding,is bevestigd aan een verlenging van de romp van het vaartuig.

3. Voortstuwinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat het zonnewiel is bevestigd aan een verlenging van de romp van het vaartuig en de U-vormige omtreksring ,welke is voorzien van een inwendige ver- 20 tanding,is gekoppeld met de hoofdas. 8520104