NL8503368A

NL8503368A - Werkwijze voor het vervaardigen van sleufwanden met ingebouwde dunwandige afdichtelementen.

Info

Publication number: NL8503368A
Application number: NL8503368A
Authority: NL
Original assignee: Zueblin Ag
Priority date: 1984-12-07
Filing date: 1985-12-06
Publication date: 1986-07-01
Also published as: DE3444681C2; US4673316A; DE3444681A1

Description

x ? ' * 85.3136/Iem/cd

Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van sleufwanden met ingebouwde dunwandige afdichtelementen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van sleufwanden met ingebouwde dunwandige afdicht-elementen volgens de aanhef van conclusie 1.

Wil men de dichtheid van de sleufwanden verhogen, dan 5 is het inbouwen van extra vlakke afdichtelementen in de sleuf-wandmassa aan te bevelen. In het bijzonder worden in het gebied van de afdichting van stortplaatseh tegen het naar buiten dringen van schadelijke stoffen bevattend sijpelwater, zeer hoge eisen aan de afdichtwerking van de afdichtwanden gesteld.

IQ Deze afdichtwerking wordt in de regel door het inbouwen van vlakke afdichtelementen, bij voorkeur uit kunststof, met passende verbindingen van de afdichtelementen onderling, bereikt.

Voor het inbouwen van dergelijke afdichtelementen zijn verschillende technische oplossingen voorgesteld, die in hoofd-15 zaak met een afschermbuis werken. Het doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen, die overeenkomt met de speciale vervaardigingswijzen van de sleufwand, zonder afschermbuis uitgevoerd kan worden en bovendien economisch toepasbaar is.

Het doèl· wordt bij de in de aanhef genoemde werkwijze 20 volgens de uitvinding bereikt door het kenmerk van conclusie 1.

De werkwijze is in hoofdzaak uit de volgende werkwijzestappen opgebouwd; a) . uitgraven of frezen van een door een suspensie gesteund sleuf wandsegment met overlapping naar het naburige, reeds be- 25 staande sleufwand-segment, b) uitspoelen van een doorgaande verbindingssleuf tussen de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis van het op afstand van het kopse vlak in het sleufwandsegment ingebouwde afdichtelement en van de steunsuspensie van het 30 sleufwandsegment, c) plaatsen van het afdichtelement in het sleufwandsegment door het inbrengen van de steekverbindingen in de van een sleuf voorziene verbindingsbuis van het naburige afdichtelement, d) vervangen van de steunsuspensie door de achterblijvende, 35 uithardende sleuf-wandmassa (tweefasen-systeem) of uitharden van de steunsuspensie door toevoeging vooraf van verstevi-gingsmiddelen (éénfase-systeem), 85 S 3 3 6 3 « -2- e) na voldoende uitharding van de sleufwandmassa uitgraven of frezen van het volgende aansluitende, door een suspensie gesteunde sleufwandsegment met overlapping naar het naburige, reeds bestaande sleufwandsegment.

5 Met voordeel kan daarbij de spoelvloeistof als hoge-druk- straal van een suspensie uit water, bentoniet en verstevigings-middel naar buiten gespoten worden. Voor het positioneren van de afdichtelementen b.v. in het midden van de sleufwand, stelt de uitvinding voor, de ballast aan de onderrand van het 10 afdichtelement met een centreerinrichting, b.v. afstandhouders, toe te passen. De verbindingssleuf wordt door vertikale verplaatsing van een spoellans ofwel in het inwendige van de verbin-dingsbuis of in de steunsuspensie van het naburige sleuf-wandsegment vervaardigd.

15 Verdere kenmerken blijken uit de conclusies, de verdere beschrijving en de figuren 1 tot 6.

De uitvinding wordt aan de hand van enige, in de figuren 1 tot 6 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.

In schematische weergave tonen: 2Q fig. 1 tot 5 in dwarsdoorsnede het verloop van de werk wijze- stappen voor het vervaardigen van sleufwanden met ingebouwde dunwandige afdichtelementen, fig. 6 een dwarsdoorsnede door de verbindingssleuf.

In fig. 1 is de toestand van de voortgang van de bouw 25 van een sleufwand kort voor het plaatsen van het afdichtelement 12.2 in de sleufwandlamel 1.2 weergegeven. De sleufwand-lamel 1.2 is geheel uitgegraven en gevuld met een steunsuspensie 6. De verbindingssleuf 11 naar de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3 is uitgespoeld en even-3Q eens gevuld met de steunsuspensie 6. De sleufwandlamel 1.1 is gevuld met reeds uithardende sleufwandmassa 5 die ofwel door het uitharden van de steunsuspensie 6 of door vervanging van een niet uithardende steunsuspensie 6 door een uithardende sleufwandmassa 4 en 5 (tweefasen-systeem) vervaardigd werd.

35 De van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3.1 is een deel. van het dunwandige afdichtelement 12, bestaande uit een folie 2.1 en steeds een verbindingsbuis 3 aan de loodrechte folieranden.

Het sleufwandsegment 1.2 overlapt het reeds vervaardigde sleuf-wandsegment 1.1 met ongeveer 10 tot 20 cm. Het linker kopse ύ o o o o -3- vlak van de sleufwandlamel 1.2 is b.v. 0,3 m van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3 in de sleufwandlamel 1.1 verwijderd, opdat bij het uitgraven of frezen van de sleufwandlamel 1.2 geen beschadiging van het reeds ingebouwde 5 afdichtelement 12.2 kan plaatsvinden.

Fig. 2 toont het plaatsen van het afdichtelement 12.2 in de zo voorbereide sleufwandlamel 1.2. Daartoe is aan de onderrand van het afdichtelement een ballast 7 aangebracht, die over afstandhouders 8 beschikt, die de ballast 7 en het IQ daardoor het afdichtelement 12.2 in de sleuf naar wens positioneren. Het afdichtelement 12.2 kan daardoor b.v. in het midden van de sleufwand gehouden worden. De van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3.3 van het afdichtelement 12.2 ligt op een afstand van ca 0,50 m van het in voortgangsrich-15ting voorste kopse vlak van de sleufwandlamel.

Na het plaatsen van het afdichtelement 12.2 in de sleufwandlamel 1.2 wordt de steunsuspensie 6 ofwel vervangen of zij hardt uit tot de sleufwandmassa 5, zoals in fig. 3 is weergegeven. Nadat de uithardende sleufwandmassa voldoende ste-20vigheid heeft gekregen kan de naburige sleufwandlamel 1.3 met een overlappingsbreedte van ca 0,10 tot 0,20 m uitgegraven of gefreesd worden. In de tussentijd hardt de sleufwandmassa 5 in de sleufwandlamel 1.1 verder uit tot het de uitgeharde sleufwandmassa 4 wordt.

25 Fig. 4 toont de vervaardiging van de verbindingssleuf 11 vanaf het inwendige van de zojuist vervaardigde sleufwandlamel 1.3, gaande door de gedeeltelijk uitgeharde sleufwandmassa 5 tot in het inwendige van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3.3. De verbindingssleuf 11 met een breedte 30 van b.v. 10 cm wordt met behulp van een spoelapparaat, met voordeel met een hogedruklans 9, vervaardigd. Daartoe wordt een hogedruklans 9 vertikaal in de steunsuspensie gebracht en een hogedrukstraal 10 in de richting van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3 gespoten. Straaldruk en -snelheid 35 zijn afhankelijk van in hoeverre de uithardende sleufwandmassa 5 gereed is, zo ingesteld, dat de verbindingssleuf 11 en de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3 uitgespoeld kunnen worden. Met voordeel kan als hogedrukstraal 10 een mengsel van water en bentoniet of van water, bentoniet 40 en een verstevigingsmiddel naar buiten gespoten worden. Geschikt o E λ * · ; ,¾ -1 v v V ^ Jf -4- # • * is echter ook de toepassing van zuiver water mét of zonder schurende toevoeging, zoals b.v. fijnkorrelig zand of dergelijke. Alnaargelang de vervaardiging van sleufwanden in het één- of tweefasen-systeem is ook een straalsamenstelling denk-5 baar die overeenkomt met de steunsuspensie 6.

Na het uitspoelen van de verbindingssleuf 11 en de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3.3, zijn beide met de steunsuspensie 6 gevuld en zover voorbereid, dat het afdichtelement 12.3 geplaatst kan worden. Fig. 5 komt IQ daardoor overeen met fig. 1, echter een sleuf wandlamel verder. De vervaardigingsfasen herhalen zich analoog aan de volgorde van de fig. 1 tot 5 weergegeven werkwijzestappen.

Fig. 6 toont als voorbeeld het detail van de verbindings-sleuf 11 tussen de sleufwandlamel 1.2 en het inwendige van de 15 van een sleuf voorziene buis 3. Laatstgenoemden zijn beide gevuld met de steunsuspensie. De met de hogedruklans 9 naar buiten gespoten straal IQ kan in de samenstelling van de steunsuspensie 6 reeds verstevigingsmiddel, zoals b.v. cement, bevatten. Zo kan ze zonder vervangen te moeten worden, als uit-2Q eindelijke, uithardende sleufwandmassa 5 in de sleufwand achterblijven.

In fig. 1 tot 6 is een andere voordelige werkwijze voor het vervaardigen van de verbindingssleuf 11 niet weergegeven. Deze houdt in dat de verbindingssleuf 11 wordt vervaardigd 25 door vertikale verplaatsing van de spoellans 9 in de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3, die ook het materiaal uit de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3 losmaakt en transporteert.

-Conclusies -

85033 6 S

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van sleufwanden met ingebouwde dunwandige afdichtelementen, gekenmerkt door de volgende werkwijze-stappen: a) uitgraven of frezen van een door een suspensie gesteund 5 sleufwandsegment 1.2 met overlapping naar het naburige, reeds bestaande sleufwandsegment 1.1, b) uitspoelen van een doorgaande verbindingssleuf 11 tussen de binnenruimte van de van een sleuf voorziene verbindings-buis 3.1, van het op afstand van het kopse vlak in het sleuf- 1Q wandsegment 1.1 ingebouwde afdichtelement 12.1 en van de steun-suspensie 6 van het sleufwandsegment 1.2, c) plaatsen van het afdichtelement 12.2 in het sleufwandsegment 1.2 door het inbrengen van de steekverbindingen 3.2 in de van een sleuf voorziene verbindingsbuis 3.1 van het naburige 15 afdichtelement 12.1, d) vervangen van de steunsuspensie 6 door de achterblijven- --de, uithardende sleufwandmassa 4 en 5 (tweefasen-systeem) of uitharden van de steunsuspensie 6 door toevoeging vooraf van verstevigingsmiddelen (éënfase-systeem), 2Q e) na voldoende uitharding van de sleufwandmassa 5 uitgra ven of frezen van het volgende aansluitende, door een suspensie gesteunde sleufwandsegment 1.3 met overlapping naar het naburige, reeds bestaande sleufwandsegment 1.2.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 voor de vervaardiging van de verbindingssleuf 11 een spoellans 9 vertikaal in de binnenruimte van de van een sleuf voorziene buis 3.1 verplaatst wordt en dat tenminste een straal in de richting van het pas vervaardigde sleufwandsegment 1.2 gespoten wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spoellans 9 vertikaal langs de kopse rand tussen de sleufwandsegment 1.1 en 1.-2 in het door een suspensie gesteunde steun- -en wandsegmenty 1.2 bewogen wordt en dat tenminste een straal in de richting van de binnenruimte van de van een sleuf voorziene 30 verbindingsbuis 3.1 gespoten wordt.

4. Werkwijze volgens ëén der conclusies 1-3, met het u o o $ 8 Sr -6- kenmerk, dat de spoelvloeistof als hogedrukstraal 10 naar buiten gespoten wordt.

5. 'Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat als spoelvloeistof een suspensie van water, ben- 5 toniet en tenminste een verstevigingsmiddel naar buiten gespoten wordt.

6. Werkwijze volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk/ dat als spoelvloeistof een suspensie met dezelfde samenstelling als de steunsuspensie naar buiten gespoten wordt. IQ

7. Werkwijze volgens êên der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de afdichtelementen 12 aan de onderrand van het afdichtelement voorzien zijn van een ballastlichaam 7 en de ballast 7 via een aangebouwde centreerinrichting 8 in de sleufwand 1 gepositioneerd wordt. 8503388