NL8503236A

NL8503236A - Informatiemedium, omvattende een informatieschijf.

Info

Publication number: NL8503236A
Application number: NL8503236A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-11-25
Filing date: 1985-11-25
Publication date: 1987-06-16
Also published as: IT1198150B; IT8622429A0; GB8627895D0; DE3639619A1; JPS6294473U; CN86107948A; US4796139A; FR2590713A1; GB2183398A

Description

* ΡΗΝ 11.561 1 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven **Informatiemedium, omvattende een informatieschij f. **

De uitvinding betreft een informatiemedium, omvattende een informatieschijf, een centraal met de informatieschijf verbonden naaf voor samenwerking met een aandrijfspil van een aandrijfinrichting voor het roterend aandrijven van de informatieschijf, alsmede een omhulling 5 voor de informatieschijf omvattende minstens een hoofdwand die voorzien is van een centrale opening voor het met enige speling doorlaten van de naaf.

Dit soort informatiemedia wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het al of niet permanent opslaan van audio en/of videoinformatie en van digitale informatie bestemd voor of afkomstig van computers. De informatieschijf kan een magnetiseerbaar oppervlak hebben dat kan worden ingeschreven en uitgelezen met behulp van geschikte magneetkopmiddelen. Andere bekende informatieschijven zijn optisch uitleesbaar met behulp van een stralingsbundel. Optisch uitleesbare informatieschijven kunnen 15 bij de vervaardiging voorzien zijn van een optisch uitleesbare structuur die audio, video of anderssoortige informatie bevat, bijvoorbeeld computerprogramma * s. Dergelijke informatieschijven zijn weliswaar optisch uitleesbaar, gewoonlijk kan door een gebruiker evenwel geen in-formatie op de schijf worden ingeschreven. Bij sommige bekende optisch uitleesbare schijven is dat wel mogelijk waarbij, afhankelijk van het soort stralingsgevoelige laag dat wordt toegepast, de informatieschijf inschrijfbaar maar daarna niet wisbaar is, of zowel inschrijfbaar als wisbaar. Tot het laatste soort optisch uitleesbare informatieschijven behoren bijvoorbeeld de magneto-optische informatieschijven.

25

Een informatiemedium van de aanhef vermelde soort is door aanvrager eerder beschreven in haar eerdere, echter niet tijdig gepubliceerde, Nederlandse octrooiaanvrage 84 02602 (PHN 11.123, herewith incorporated by reference).

Het probleem dat zich bij deze en dergelijke informatiemedia

OU

voordoet is dat bij het hanteren en transporteren van het informatiemedium beschadigingen aan de informatieschijf en/of de omhulling kunnen ontstaan door stoten en schokken. Het is namelijk noodzakelijk dat de •v' r .' /* **· & .. . ' * 4 ' '% PHN 11.561 2 informatieschijf enige ruimte heeft binnen de omhulling teneinde met behulp van een geschikte aandrijfinrichting binnen de omhulling geroteerd te kunnen worden ten behoeve van het inschrijven of uitlezen van informatie. Dit betekent dat er speling tussen de informatieschijf en 5 de omhulling aanwezig moet zijn. Tussen de informatieschijf en de omhulling zijn dus, wanneer het informatiemedium zich niet op een aandrijfinrichting bevindt, relatieve bewegingen mogelijk hetgeen zoals eerder gezegd aanleiding tot beschadigingen kan geven maar bovendien het nadeel heeft dat ongewenste rammelende geluiden kunnen optreden.

10

Er is reeds voorgesteld om een informatieschijf in een omhulling door middel van klemvoorzieningen ten opzichte van de omhulling te fixeren. Aangezien echter op de aandrijfinrichting de informatieschijf ten opzichte van de omhulling geroteerd moet kunnen worden, moet de kleminrichting van de buitenzijde van de omhulling af bedienbaar 15 zijn teneinde de klemming van de informatieschijf op te heffen. Het is dus noodzakelijk extra voorzieningen in de omhulling in te bouwen met beweegbare klemorganen die van buitenaf bewogen moeten kunnen worden. Dit leidt tot een verhoging van het aantal onderdelen en daardoor tot een grotere gecompliceerdheid en ook een hogere prijs van de informa-tiemedia. Veelal is het zo dat de bediening van de klemmiddelen automatisch bij het inbrengen van het informatiemedium in de aandrijfinrichting dient te geschieden. Ook de aandrijfinrichting wordt dus gecompliceerder. Hoewel dit op zich bij voorkeur vermeden zal worden wordt over het algemeen een verhoging van de kostprijs van het informatiemedium in la hogere mate als ongewenst beschouwd. Per aandrijfinrichting worden immers vele informatiemedia aangeschaft, terwijl bovendien de kostprijsverhoging per informatiemedium relatief veel zwaarder weegt dan per aandrijfinrichting.

Het doel van de uitvinding is om informatiemedia van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen met weinig onderdelen en voor een lage prijs, waarbij niettemin geen problemen als gevolg van onderlinge bewegingen tussen de informatieschijf en de omhulling optreden. De uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, dat voor het begrenzen van ra-35 diale verplaatsingen van de informatieschijf in de omhulling de naaf samenwerkt met de rand van de centrale opening in de hoofdwand. Bij een informatiemedium volgens de uitvinding is de naaf zodanig gevormd dat deze bij radiale verplaatsing tot aanslag kan komen tegen de rand van 1*5 "Μ *..· ΡΗΝ 11.561 3 “iPMfliik ^VFfWRTlf1 η #" 1 ................

de centrale opening van de omhulling alvorens de informatieschijf aan zijn omtrek in aanraking komt met andere delen van de omhulling. Hierdoor is effectief voorkomen dat de zo kwetsbare buitenrand van de informatieschijf aan stoten onderhevig is. Bij voorkeur wordt een uit-5 voeringsvorm van de uitvinding gebruikt die tot kenmerk heeft dat de genoemde begrenzing tussen de naaf enerzijds en de wand van de centrale opening in de omhulling onderzijds plaats vindt met elastische middelen. Hierdoor kunnen stoten tussen de informatieschijf en de omhulling verend worden opgevangen waardoor de grootte van de optredende stoot-10 krachten wordt verminderd en waardoor tevens ongewenste geluiden worden gedempt.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft tot kenmerk dat de elastische middelen tot de omhulling behoren. Dit betekent dat de elastische middelen niet tezamen met de informatieschijf geroteerd hoe-15 ven te worden. Ze leveren dus geen bijdrage tot het massatraagheidsmo-ment van de informatieschijf hetgeen van belang is voor het snel starten en stoppen van de rotatie. Bovendien kan geen bijdrage aan de onbalans van de informatieschijf geleverd worden.Met voordeel kunnen de elastische middelen elastische delen van de hoofdwand van de omhulling 20 omvatten die direct naast de centrale opening in de hoofdwand zijn gelegen. Bij deze uitvoeringsvorm zijn dus geen aparte elastische middelen noodzakelijk, deze kunnen bestaan uit delen van de hoofdwand zelf.

De omhulling bestaat over het algemeen uit een kunststof. Zoals bekend bezitten vele kunststoffen verende eigenschappen, zodat de laatstge-25 noemde uitvoeringsvorm goed toepasbaar is bij gebruik van kunstoffen omhullingen. Teneinde een voldoende elastische werking van de bedoelde delen van de hoofdwand te garanderen kan een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden toegepast waarbij de elastische delen door plaatselijke uitsparingen van elkaar zijn gescheiden.

30 Bij andere uitvoeringsvormen is een elastische ring om de naaf aanwezig of rondom de centrale opening. De ring kan vervaardigd zijn uit een materiaal van de gewenste elasticiteit, bijvoorbeeld een geschikte elastomere kunststof, eventueel met uitgesproken dempende eigenschappen zoals butylrubber.

35 Voordelen van de uitvinding zijn dat de kwetsbare rand van de informatieschijf effectief wordt beschermd tegen radiale stoten door aanraking met delen van de omhulling doordat de stoten door de naaf ...» j i PHN 11.561 4 worden opgevangen, eventueel op elastische wijze, en dat de kostprijs van het informatiemedium hierdoor minder wordt verhoogd dan in het geval er beweegbare voorzieningen in de omhulling aanwezig zijn om de informatieschijf in de omhulling vast te houden. De aandrijfinrichting 5 heeft in het geheel geen speciale voorzieningen nodig en kan dus eenvoudiger geconstrueerd worden. Dit laatste ook al omdat dergelijke speciale voorzieningen veelal consequenties hebben voor de sequentie van bewegingen die tijdens het inbrengen en uitnemen van de informatieschijf doorlopen moet worden. Dit schept de noodzaak om een laadmecha- 10 nisme te voorzien dat de juiste bewegingssequentie garandeert en daarvoor dus de nodige middelen moet bezitten.

Verdere voordelen van de uitvinding kunnen zich voordoen afhankelijk van de gebruikte uitvoeringsvorm en de beoogde toepassing.

Ook vergelijking van het informatiemedium volgens de uitvinding met an-15 dere dan de eerder genoemde bekende informatiemedia kan verdere voordelen van de uitvinding aan het licht brengen.

De uitvinding zal nu worden besproken aan de hand van de tekening die een drietal uitvoeringsvormen van de uitvinding toont en „ waarin: 20

Figuur 1 een axiaal aanzicht is van een informatiemedium zoals beschreven in de eerder reeds genoemde Nederlandse ter visie gelegde octrooiaanvrage, gemodificeerd volgens het kenmerk van de uitvinding,

Figuur 2 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen II-II van 25 figuur 1,

Figuur 3 op vergrote schaal een gedeeltelijke dwarsdoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding en

Figuur 4 een soortgelijke gedeeltelijke doorsnede op ver-grote schaal is van een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Het informatiemedium volgens de Figuren 1 en 2 is voorzien van een optisch uitleesbare informatieschijf 1, Aangezien de informatieschijf op zich voor de uitvinding verder niet van belang is zal beschrijving ervan achterwege worden gelaten. Vermeld zij slechts dat de 0_ informatieschijf van een soort is zoals eerder beschreven in het Ameri-00 kaanse octrooischrift 4 074 282 (PHA 20.742) (herewith incorporated by reference) en wel in een uitvoering zoals beschreven in Aanvrager's eerdere maar niet tijdig gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 84 ^ . _ -j j PHN 11.561 5 00 476 (PHN 10943) (herewith incorporated by reference). De informatieschijf 1 is aan beide zijden uitleesbaar en draagt aan beide zijden een naaf 2 ten behoeve van aandrijving met behulp van een daarvoor geschikte aandrijfinrichting. Iedere naaf bestaat uit een kunststof naafdeel 3 5 en een metalen deel 4 dat kan samenwerken met een magnetische opspanin-richting van het aandrijfapparaat.

De informatieschijf is aangebracht in een omhulling 5 die identieke parallelle hoofdwanden 6 bezit die zijn verbonden door twee zijwanden 7 en twee zijwanden 8. Iedere hoofd wand is voorzien van een centrale opening 9 ter plaatse van de naaf 2. Verder is iedere hoofd-wand voorzien van een sleufvormige opening 10 voor het doorlaten van informatieopneem en/of weergeefmiddelen van het aandrijfapparaat.

Over de buitenkant van de omhulling 5 is aan iedere zijde een, tussen een in de tekening weergegeven sluitstand en een niet weer-15 gegeven operationele stand, verschuifbare sluiter 11 aanwezig. Deze is voorzien van een sleufvormige opening 12 die correspondeert met de sleufvormige opening 10 in de desbetreffende hoofdwand van de omhulling. In de niet weergegeven, in het bovenaanzicht van figuur 1 naar links verschoven, operationele stand overlappen de beide sleufvormige 20 openingen 10 en 12 elkaar in principe geheel terwijl in de weergegeven sluitstand de sluiter de sleufvormige opening 10 afsluit.

Ieder van de beide identieke sluiters 11 strekt zich uit tot voorbij de centrale opening 9 in een betreffende hoofdwand 6 van de omhulling en ieder der sluiters 11 is voorzien van een verdere opening 13 25 die correspondeert met een centrale opening 9. In de operationele stand overlappen de verdere opening en de centrale opening 9 elkaar en in de sluitstand sluit de sluiter de centrale opening af. Op deze wijze is een uitstekende bescherming van de informatieschijf 1 tegen stof en omgevingsinvloeden verkregen. Met het oog op een goede en betrouwbare ge- 30 - leiding van de sluiter 11 zijn de hoofdwand 6 en de sluiter 11 in de nabijheid van de centrale opening 9 voorzien van met elkaar raetonder- snijding glijdend samenwerkende borgingsmiddelen 14 en 15. Het bor- gingsmiddel 14 bestaat uit een borglip die één geheel vormt met de sluiter 11. Het borglngsmiddel 15 bestaat uit een met ondersnijding met 35 de borglip 14 samenwerkende borgrand in de hoofdwand 6. Voor de geleiding dient verder nog een omgezet deel 21 van de sluiter dat in een gleuf 22 van de hoofdwand loopt.

*\ PHN 11.561 6

In figuur* 1 is met een pijl OP aangegeven in welke richting de sluiter 11 bewogen moeten worden van de weergegeven sluitstand naar de operationele stand. Voor de geleiding is elke sluiter aan de zijkant voorts voorzien van een zijwand 16 die om een zijwand 8 van de omhul-5 ling grijpt. De sluiter is bijvoorbeeld gemaakt uit dunne metaalplaat zodat de vereiste vorm van de sluiter gemakkelijk door buigbewerkingen kan worden verkregen. Aansluitend op de zijwand 16 bezit de sluiter aan de zijde van de tegenoverliggende hoofdwand een omgezet deel 17 dat twee nogmaals omgezette lippen 18 draagt. Deze lippen glijden in een 10 ter plaatse in de hoofdwand aanwezige gleuf 19. Voor iedere sluiter 11 is een trekveer 20 voorzien die de betreffende sluiter naar de sluitstand trekt.

Voor het begrenzen van radiale verplaatsingen van de infor-matieschijf in de omhulling werkt de naaf 2 samen met de rand 23 van de centrale opening 9 in de hoofdwand 6. Bij radiale verplaatsingen wordt de naaf 2 in zijn verplaatsingen elastisch begrensd. Hiervoor dienen de elastische middelen 24 die tot de omhulling 5 behoren en bestaan uit elastische delen van de hoofdwand 6 die direct naast de centrale ope-ning 9 in de hoofdwand zijn gelegen. De elastische delen zijn door plaatselijk uitsparingen in de vorm van smalle gleuven 25 van elkaar gescheiden.

Figuur 3 heeft betrekking op een uitvoeringsvorm waarin een optische informatieschijf 31 aan weerszijden is voorzien van naven 32. Deze bestaan ieder uit een kunststof deel 33 alsmede een metalen deel 34. Ieder der naven bevindt zich in een centrale opening 39 van een bijbehorende hoofdwand 36. Bij deze uitvoeringsvorm is op iedere naaf een elastische band 324 aanwezig voor het op elastische wijze opvangen van stoten tussen de informatieschijf en de binnenwand van de centrale opening 39.

In figuur 4 is een informatieschijf 4.1 getoond die slechts aan één zijde is voorzien van een naaf 42. Deze bevindt zich in een hoofdwand 46A, de andere hoofdwand 46B is geheel gesloten. Bij deze uitvoeringsvorm bestaan de elastische middelen voor het begrenzen van de radiale verplaatsingen van de informatieschijf uit een elastische 35 ring 424 die vast met de hoofdwand 46a is verbonden en dus tot de omhulling behoort.

De uitvinding is niet tot de in de tekening getoonde uitvoe-

‘ ' J

* “ ·* PHN 11.561 7 ringsvormen beperkt maar strekt zich uit tot alle informatieraedia die het kenmerk vertonen dat de radiale bewegingen van de informatieschijf in de omhulling beperkt worden door het contact dat optreedt tussen de naaf en de rand van de centrale opening. Bij voorkeur is dit contact 5 elastisch waarbij de vorm, de gedaante en het materiaal van de elastische middelen aan het doel aangepast kunnen worden.

10 15 20 25 30 35 , .j ! ----

Claims

1. Informatiemedium, omvattende: - een informatieschijf, - een centraal met de informatieschijf verbonden naaf voor samenwerking met een aandrijf spil van een aandrijf inrichting voor het roterend 5 aandrijven van de informatieschijf, alsmede - een omhulling voor de informatieschijf omvattende minstens een hoofd-wand die voorzien is van een centrale opening voor het met enige speling doorlaten van de naaf, met het kenmerk, dat voor het begrenzen van radiale verplaatsingen van 10 de informatieschijf in de omhulling de naaf samenwerkt met de rand van de centrale opening (9) in de hoofdwand.

2. Informatiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde begrenzing plaats vindt met elastische middelen.

3. Informatiemedium volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de elastische middelen tot de omhulling behoren.

4. Informatiemedium volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de elastische middelen elastische delen van de hoofdwand van de omhulling omvatten, die direct naast de centrale opening in de hoofdwand zijn gelegen. 20

5. Informatiemedium volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de elastische delen door plaatselijke uitsparingen van elkaar zijn gescheiden .

6. Informatiemedium volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de elastische middelen een elastisché ring aan de omtrek van de naaf 25 omvatten.

7. Informatiemedium volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de elastische middelen een in de hoofdwand van de omhulling aan de rand van de centrale opening bevestigde elastische ring omvatten. 30 35 - ' * V