NL8503226A - Torsietrillingsdemper. - Google Patents
Torsietrillingsdemper. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8503226A NL8503226A NL8503226A NL8503226A NL8503226A NL 8503226 A NL8503226 A NL 8503226A NL 8503226 A NL8503226 A NL 8503226A NL 8503226 A NL8503226 A NL 8503226A NL 8503226 A NL8503226 A NL 8503226A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- damper
- torsional vibration
- vibration damper
- disc
- flange
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16F—SPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
- F16F15/00—Suppression of vibrations in systems; Means or arrangements for avoiding or reducing out-of-balance forces, e.g. due to motion
- F16F15/10—Suppression of vibrations in rotating systems by making use of members moving with the system
- F16F15/12—Suppression of vibrations in rotating systems by making use of members moving with the system using elastic members or friction-damping members, e.g. between a rotating shaft and a gyratory mass mounted thereon
- F16F15/121—Suppression of vibrations in rotating systems by making use of members moving with the system using elastic members or friction-damping members, e.g. between a rotating shaft and a gyratory mass mounted thereon using springs as elastic members, e.g. metallic springs
- F16F15/123—Wound springs
- F16F15/1238—Wound springs with pre-damper, i.e. additional set of springs between flange of main damper and hub
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mechanical Operated Clutches (AREA)
Description
• „ _ i VO 7434
Torsietrillingsdemper.
De uitvinding betreft een torsietrillingsdemper, in het bijzonder voor motorvoertuigkoppelingsschijven, met een krachtaccumulator van geringe stijfheid bezittende voordemper en een krachtaccumulator van grotere stijfheid bezittende hoofddemper, waarbij de krachtaccumulatoren 5 tussen de betreffende ingangs- en uitgangsdelen van de voor- en hoofddemper werkzaam zijn en het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper een van binnenprofiel voor het opzetten op een aandrijfas voorzien naaf-deel is, waarop draaiingsvast het uitgangsdeel van de voordemper alsmede een het uitgangsdeel van de hoofddemper vormende flensdeel met 10 binnenprofiel opgenomen is, waarbij dit binnenprofiel met een buitenprofiel van het naafdeel in ingrijping staat en via dit profiel voor het flensdeel van de hoofddemper ten opzichte van het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper een begrensde relatieve beweging mogelijk is en waarbij voorts het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper door 15 twee axiaal op afstand gelegen en daartussen het flensdeel van de hoofddemper opnemende zijschijven gevormd is.
Bij koppelingsschijven, zoals zij bijvoorbeeld uit de Britse octrooiaanvrage 2.080.488 bekend zijn, moet de voordemper op de buitenzijde van een het ingangsdeel van de koppelingsschijf vormende zijschijf 20 voorgemonteerd worden. Een dergelijke opbouw is naar verhouding omslachtig en duur, te meer omdat extra afstandsbouten voor de montage van de voordemper noodzakelijk zijn. Ook benodigt een aldus opgebouwde koppelingsschijf een relatief grote axiale bouwruimte.
Bij dergelijke schijven, zoals zij in de' Franse octrooiaanvrage 25 2.503.295 voorgesteld zijn, is de voordemper radiaal binnen de hoofd demper op gelijke axiale hoogte als deze laatste aangebracht, zodat een dergelijke koppelingsschijf een grotere radiale bouwruimte vereist dan een koppelingsschijf, waarbij de voordemper axiaal ten opzichte van de hoofddemper verzet aangebracht is, zoals dit bij de voornoemde Britse 30 octrooiaanvrage 2.080.488 het geval is.
Aan de onderhavige uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een torsietrillingsdemper van het hierboven genoemde type te verschaffen, welke zowel in axiale als ook in radiale richting bijzonder compact opgebouwd is en aldus naar verhouding weinig bouwruimte benodigd,
• ; . ^ V
* 4 4 * -2- voorts bijzonder eenvoudig in opbouw is, waardoor een vereenvoudigde montage mogelijk wordt, bovendien gunstig in prijs bij de fabricage en zeker in de functie is.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat bij een torsie-5 trillingsdemper van het hierboven genoemde type de voordemper axiaal tussen het flensdeel van de hoofddemper en één van de het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper vormende zijschijf aangebracht is. Bij een dergelijke opbouw van de torsietrillingsdemper kan op voordelige wijze de toch al in de meeste gevallen tussen de het ingangsdeel van de tor-10 sietrillingsdemper vormende zijschijven en de het uitgangsdeel van de hoofddemper’ vormende naafdeel aanwezige axiale bouwruimte voor de voordemper benut worden. Voorts kunnen op grond van het axiaal verzet tussen de krachtaccumulatoren van de hoofddemper en de krachtaccumulatoren van de voordemper de krachtaccumulatoren van beide dempers in radiale 15 richting dichter tegen elkaar aangedrukt worden, waardoor een plaatsbesparende opbouw van de torsietrillingsdemper mogelijk is.
Bijzonder doelmatig kan het zijn, wanneer het ingangsdeel van de voordemper door twee axiaal op afstand gelegen(en met het flensdeel van de hoofddemper draaiingsvaste schijven gevormd is, welke uitspa-20 ringen voor het opnemen van de krachtaccumulatoren van geringere stijfheid hebben. De toepassing van zulke schijven heeft het voordeel, dat in het flensdeel van de hoofddemper geen uitsparingen voor het opnemen van de krachtaccumulator van de voordemper noodzakelijk zijn, zodat deze niet verzwakt wordt en via deze grotere draaimomenten geleid kun-25 nen worden. Voorts is door de in de twee axiaal op afstand gelegen schijven van de voordemper aangebrachte uitsparingen, zowel een doeltreffende geleiding van de veren van de voordemper in omtreksrichting als ook in radiale en axiale richting gewaarborgd.
Het uitgangsdeel van de voordemper kan op voordelige wijze door 30 een met het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper draaivast en axiaal tussen de het ingangsdeel vormende schijven zich radiaal uitstrekkende flens gevormd zijn, welke uitsparingen voor het opnemen van de krachtaccumulator van geringere stijfheid heeft.
Om de in axiale richting noodzakelijke bouwruimte bijzonder 35 klein te houden, kan het voordelig zijn, wanneer de ene, de het ingangsdeel van de voordemper vormende schijf rechtstreeks tegen het flensdeel \ ·: · O r*>> V ; . o * Λ -3- van de hoofddemper aanligt. Voorts kan het, om een bijzonder eenvoudige montage van de torsietrillingsdemper mogelijk te maken, voordelig zijn, wanneer de schijven van de voordemper met het flensdeel van de hoofddemper via vormsluitende steekverbindingen draaiingsvast zijn. Daarbij 5 kan het bijzonder gunstig in prijs zijn, wanneer ten minste één van de schijven een geheel daarmee vormende lippen heeft, welke in uitsnijdingen, respectievelijk uitsparingen van het flensdeel van de hoofddemper ingrijpen, zodat geen extra bevestigings-, resp. het meedraaien waarborgende middelen noodzakelijk zijn. Bijzonder doelmatig kan het 10 daarbij zijn, wanneer de axiaal van het flensdeel van de hoofddemper verder gelegen andere schijf van de voordemper axiale lippen heeft, welke in uitsnijdingen van het flensdeel van de hoofddemper ingrijpen. Voordelig kan het daarbij zijn, wanneer de uitsnijdingen van het flensdeel eendelig met de uitsparingen voor het opnemen van de krachtaccumu-15 lator van de hoofddemper in het flensdeel zijn. Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan het bijzonder voordelig zijn, wanneer de axiaal verder van het flensdeel van de hoofddemper verwijderde andere schijf van de voordemper tenminste enige lippen heeft, welke aan hun vrije einden een versmald bereik bezitten, dat een trede vormt en in de 20 uitsnijding van het flensdeel van de hoofddemper ingrijpt, waarbij deze andere schijf van de voordemper via treden van de lippen tegen het flensdeel van de hoofddemper axiaal steunt.
Een bijzonder voordelige opbouw van de torsietrillingsdemper kan worden verkregen, wanneer de ene schijf van de voordemper uitsnij-25 dingen heeft, waardoor de versmalde bereiken van de lippen van de andere schijf van de voordemper axiaal grijpen voor het axiaal fixeren en het meedraaiend borgen van de ene schijf van de voordemper ten opzichte van het flensdeel van de hoofddemper. Bijzonder doelmatig kan het daarbij zijn, wanneer de andere schijf van de voordemper via de 30 treden van de lippen aan de ene schijf van de voordemper axiaal steunt en deze tegen het flensdeel van de hoofddemper drukt. Voorts kan de montage van de torsietrillingsdemper door het aanbrengen van een bijvoorbeeld wigvormige verdunning tenminste in de eindbereiken van de lippen, wezenlijk verbeterd worden, omdat dergelijke verdunningen het 35 invoeren in de uitsnijdingen van het flensdeel van de hoofddemper of de ene schijf van de voordemper vergemakkelijken.
' ♦ i -4-
De axiale borg, respectievelijk het vastzetten van de beide schijven van de voordemper ten opzichte van het flensdeel van de hoofddemper kan op voordelige wijze door middel van een krachtaccumulator plaatsvinden, welke de andere schijf van de voordemper axiaal in de 5 richting van het flensdeel van de hoofddemper dringt. Doelmatig kan het daarbij zijn, wanneer deze krachtaccumulator door een schotelveer-achtig constructiedeel gevormd is, dat op doelmatige wijze tussen de andere schijf van de voordemper en de daaraan grenzende zij schijf van het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper aanwezig kan zijn en op 10 grond van zijn voorspanning de andere schijf van de voordemper in de richting van het flensdeel van de hoofddemper belast. Bijzonder doelmatig kan het daarbij zijn, wanneer het schotelveerachtige constructiedeel draaiingsvast is met de schijf van de voordemper en voor het ontwikkelen van een wrijvende demping met een aangevormd bereik aan de 15 daaraan grenzende zij schijf van het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper axiaal steunt. Het zeker meedraaien kan daarbij door aan het schotelveerachtige constructiedeel radiaal naar binnen aangevormde lippen, welke in uitsparingen van één van de schijven van de voordemper axiaal ingrijpen, gewaarborgd worden. Het schotelveerachtige construc-20 tiedeel kan echter ook draaiingsvast met één van de zijschijven van het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper zijn en voor het ontwikkelen van een wrijvende demping tegen het flensdeel van de hoofddemper of tegen een daarmee draaiingsvast zijnd constructiedeel, zoals bijvoorbeeld een schijf van de voordemper axiaal steunen.
25 Om een bijzonder eenvoudige opbouw van de torsietrillingsdemper mogelijk te maken, kan het voorts doelmatig zijn, wanneer de aan de van de voordemper afgekeerde zijde van het flensdeel van de hoofddemper aanwezige zijschijf een aangevormd tand-, resp. kraagachtig, ringvormig bereik heeft, waartegen deze voor het ontwikkelen van een wrijvende dem-30 ping rechtstreeks tegen het naafdeel van de hoofddemper aanligt. Doelmatig kan het daarbij zijn, wanneer dit wrijvingsbereik in de radiale inwendige, omtreksbereiken, dat wil zeggen in de nabijheid van de binnenrand van de zijschijf aangevormd is.
Voorts kan het doelmatig zijn, wanneer de het ingangsdeel van 35 de torsietrillingsdemper vormende zij schijven gelijktijdig het ingangsdeel van de hoofddemper vormen. Daarbij kan het voordelig zijn, wanneer ^ ··« ♦ *
** *·' \ . t ·*„ ί * va*’ j-s «· V
* .* -5- de aan de voordemper grenzende zijschijf de bekledingsdraagschijf vormt. Doelmatig kan het daarbij zijn, wanneer de bekledingsdraagschijf op een kraag van het het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper vormende naafdeel via een in doorsnede L-vormige wrijvings-, resp. glijring ge-5 lagerd is.
Voor het meedraaiend borgen van de flens van de voordemper kan het in vele gevallen voordelig zijn, wanneer deze een aan het buitenprofiel van het naafdeel spelingsvrij' aangepaste binnenvertanding heeft, zodat deze op het buitenprofiel van het naafdeel gestoken kan worden.
10 Voor andere toepassingsgevallen kan het echter ook voordelig zijn, wanneer de flens van de voordemper axiaal ten opzichte van de buitenprofilering van het het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper vormende naafdeel dichtgekookt is.
Een bijzonder goedkope opbouw van de torsietrillingsdemper kan 15 ontstaan, wanneer het ingangsdeel en/of het uitgangsdeel van de voordemper uit een slijtvaste kunststof vervaardigd is, welke voor het verhogen van de vastheid met vezels versterkt kan zijn. Zulke kunststof-delen kunnen op voordelige wijze bovendien als wrijvings- of glijringen gezien worden, waardoor het aantal constructiedelen gereduceerd en de 20 opbouw vereenvoudigd kunnen worden.
Aan de hand van de fig. 1 tot ij wordt de uitvinding toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 een in aanzicht weergegeven koppelings-schijf met een de voordemper ten dele tonend uitgebroken stuk, fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1, 25 fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2, en fig. 4 een detail in doorsnede van een andere uitvoeringsvorm.
De in de figuren weergegeven koppelingsschijf 1 bezit een voordemper 2 en een hoofddemper 3. Het ingangsdeel van de koppelingsschijf 1, dat gelijktijdig het ingangsdeel van de hoofddemper 3 vormt, is door 30 een wrijvingsbekleding 4 dragende meeneemschijf 5 alsmede een daarmee via afstandsbouten 6 draaiingsvast verbonden tegenschijf 7 gevormd.
Het uitgangsdeel van de hoofddemper 3 wordt door een flens 8 gevormd, welke een binnenvertanding 9 heeft, waarin een buitenvertanding 10 van een het uitgangsdeel van de koppelingsschijf 1 vormend naaflichaam 11 in-35 grijpt. Tussen de buitenvertanding 10 van het naaflichaam 11 en de binnenvertanding 9 van de flens 8 is in de omtreksrichting een tand-
' - . jt '-J
-6- flankspeling aanwezig, welke met het werkbereik van de voordemper 2 overeenstemt. Voor het opnemen op een aandrijvende ingangsas heeft het naaflichaam 11 voorts een binnenvertanding 12.
De hoofddemper 3 bezit veren 13, welke in venstervormige uit-5 sparingen 14, 15 van de meenemer—tegenschijf 5, 7 enerzijds alsmede in venstervormige uitsnijdingen 16 van de flens 8 anderzijds aanwezig zijn. Tussen de draaiingsvast met elkaar verbonden schijven 5 en 7 en de flens 8 is een relatieve verdraaiing tegen de werking van de veren 13 in, mogelijk. Deze verdraaiing wordt door het aanslaan van de afstandsbou-10 ten 6, welke de beide schijven 5 en 7 met elkaar verbinden, aan de eind-contour van de uitsnijdingen 17 van de flens 8, waardoorheen zij axiaal heenreiken, begrensd.
De voordemper 2 is axiaal tussen de flens 8 en de meenneem-schijf 5 aangebracht. Het ingangsdeel van de voordemper 2 is door twee 15 axiaal op afstand gelegen en draaiingsvast met de flens 8 verbonden schijven 18, 19 gevormd, welke tussen zich in een schijfvormige flens 20 opnemen, welke het uitgangsdeel van de voordemper 2 vormt en draaiingsvast met het naaflichaam 11 verbonden is. Tussen de beide schijven 18, 19 en de daartussen aanwezige flens 20 is een begrensde relatieve 20 verdraaiing overeenkomend met de tussen de buitenvertanding 10 van het naaflichaam 1 en de binnenvertanding 9 van de flens 8 aanwezige tand-flankspeling mogelijk, en wel tegen de werking van in venstervormige uitsparingen 21, 22 van de schijven 18, 19 en in venstervormige uitsparingen 23 van de flens 20 aanwezige krachtaccumulatoren in de vorm van 25 schroefdrukveren 24, in.
De flens 20 van de voordemper 2 steunt axiaal tegen een door een gedeeltelijke versnijding van de buitenvertanding 10 van het naaflichaam 11 gevormde kraag 25 en heeft aan zijn binnenrand een vertan-ding, welke voor het borgen van het meedraaien in de bereiken van klei-30 nere hoogte van de buitenvertanding 10 ingrijpen. Voor het axiaal borgen is de flens 20 tegen de kraag 25 door een kookrand 26 vastgehouden.
De schijven 18, 19 van de voordemper 2 zijn met de flens 8 via vormsluitende steekverbindingen draaiingsvast verbonden. Daartoe heeft de tussen de flens 20 en de meeneemschijf 5 aanwezige schijf 19 aan 35 zijn buitenomtrek axiaal in de richting van de flens 8 van de hoofddemper 3 gerichte lippen 27, welke in uitsnijdingen 28 van de flens 8 v- , * * » . \ -j T --s -7- heenreiken. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn deze uitsnijdingen 28 met de uitsnijdingen 16 voor het openemen van de veren van de hoofddemper in de flens 8 verbonden. De lippen 27 strekken zich axiaal over de schijfvormige flens 20 van de voordemper uit en hebben 5 elk aan hun vrije einde een versmald bereik 29, dat in een uitsnijding 28 van de flens 8 ingrijpt en een trede 30 vormt. De schijf 19 steunt via de treden 30 van de lippen 27 onder tussenvoeging van de schijf 18 axiaal tegen de flens 8. De tegen de flens 8 axiaal aanliggende schijf 18 heeft aan zijn buitenomtrek uitsnijdingen 31, waardoor de versmalde 10 bereiken 29 van de lippen 27 axiaal grijpen voor het axiaal borgen en meedraaiend zekeren van de schijf 18 ten opzichte van de flens 8 van de hoofddemper. De verdunde bereiken 29 hebben elk een wigvormige verdunning 29a, welke het invoegen in de uitsnijdingen 28 en 31 vergemakkelijkt en aldus de monteerbaarheid van de koppelingsschijven verbeteren. 15 Voor het axiaal borgen van de beide schijven 18 en 19 van de voordemper 2 is een schotelveer 32 axiaal tussen de schijf 19 en de meeneemschijf 5 aangebracht, welke radiaal buiten tegen de meeneemschijf 5 steunt en radiaal van binnen de schijf 19 in de richting van de flens 8 belast, zodat de lippen 27 via hun treden 30 tegen de schijf 18 steunen en deze 20 tegen de flens 8 drukken. De schotelveer 32 heeft aan zijn binnenbereik uitleggers 33, welke voor een draaivaste verbinding van de schotelveer 32 met de flens 8 in de uitsnijding 34 van de schijf 19 ingrijpen. Voor het verkrijgen van een wrijvingsdemping heeft de schotelveer 32 aan zijn radiale buitenbereik een afgeronde aanvorming 35, welke onder voor-25 spanning van de schotelveer 32 tegen de meeneemschijf 5 aanligt. De voorspanning van de schotelveer 32 bewerkstelligt voorts, dat de tegen-schijf 7, welke aan de andere zijde van de flens 8 aangebracht is, axiaal in de richting van de flens 8 getrokken wordt. De tegenschijf 7 heeft in het bereik van zijn radiale binnenrand een tandvormig gedeelte 30 36, dat voor het ontwikkelen van een wrijvende demping onder werking van de door de schotelveer 32 geleverde axiale kracht tegen de flens 8 steunt.
De meeneemschijf 5 en de tegenschijf 7 zijn elk via een L-vor-mige wrijvings-, resp. glijring 37, 38 op een kraag 39, 40 van het naaf-35 lichaam 11 gelagerd. Tussen het radiaal verlopende been van de wrijvings-resp. glijring 39, welke de meeneemschijf 5 opneemt, en de kookrand 26, ' '» * -* ' * y -8- resp. de schijfvormige flens 20 van de voordemper 2 is een voorgespannen asschijf 41 aangebracht, welke de meeneemschijf 5 axiaal in de richting van de buitenvertanding 10 belast, waardoor het radiaal verlopende been van de wrijvings-, resp. glijring 38 tussen de tegenschijf 5 7 en het ene kopvlak van de buitenvertanding 10 axiaal wordt ingespan nen.
Uitgaande van de neutrale stand van de koppelingsschijf 1 werken bij een relatieve verdraaiing tussen de het ingangsdeel van de koppelingsschijf 1 vormende schijven 5 en 7 ten opzichte van het naaf-10 lichaam 11 allereerst de krachtaccumulator 24 van de voordemper, alsmede de beide wrijvings-, resp. glijringen 37, 38. Zodra de tandflank-speling tussen de buitenvertanding 10 van het naaflichaam 11 en de bin-nenvertanding 9 van de flens 8 overwonnen is, wordt de voordemper 2 overbrugd, zodat bij het voortzetten van een relatieve verdraaiing 15 tussen de beide schijven 5, 7 en het naaflichaam 11 slechts de kracht-accumulatoren 13 van de hoofddemper 3 werkzaam zijn. Naast de kracht-accumulatoren 13 is over het verdraaiingsbereik van de hoofddemper 3 een wrijvingsdemper werkzaam, welke zowel door de beide wrijvings-, resp. glijringen 37, 38 als ook en overwegend door wrijving van de 20 schotelveer 32 tegen de meeneemschijf 5 en het tandvormige uitsteeksel 36 aan de flens 8 ontwikkeld wordt.
Bij de uitvoeringsvariant volgens fig. 4 is de het uitgangs-deel van de voordemper 102 vormende flens 120 door een kunststofdeel, dat bij voorkeur met vezels versterkt is, gevormd. De flens 120 steunt 25 axiaal tegen een door een gedeeltelijke versnijding van de buitenvertanding 110 van het naaflichaam 11 gevormde kraag 125 en heeft aan zijn binnenrand een vertanding 120 a, welke voor het waarborgen van het meedraaien in de bereiken 110a van kleinere hoogte van de buitenvertanding 110 ingrijpen. De flens 120 heeft een axiaal aanzetsel 120b, tegen het 30 kopvlak 120c waarvan de meeneemschijf 105 met radiaal binnenbereiken 105a axiaal steunt. De aan de andere zijde van de buitenvertanding 110 aangebrachte tegenschijf 107 is via een in doorsnede hoekvormige wrij-• vings-, resp. glijring 138 op een kraag 136 van het naaflichaam 111 radiaal gelagerd. Axiaal tussen het radiaal gerichte been 138a van de 35 wrijvings-, resp. glijring 138 en de buitenvertanding 110 is een voorgespannen asschijf 141 aangebracht. De door de asschijf 141 ontwikkelde •V *· ' - ~ • , . * f
Si-,-. » -9- axiale kracht bewerkstelligt, dat de flens 120 van de voordemper 102 tussen het kopvlak 125 van de buitenvertanding 110 en de meeneemschijf 105 axiaal wordt ingespannen, waardoor bij een relatieve verdraaiing tussen de meeneemschijf 105 en het naaflichaam 111 een wrijvingsdemping 5 tussen de radiale binnenbereiken 105a van de meeneemschijf 105 en het kopvlak 120c van de flens 120 ontwikkeld wordt.
De aan weerszijden van de flens 120 aanwezige schijven 118, 119 welke het ingangsdeel van de voordemper 102 vormen, zijn eveneens door kunststofdelen, welke met vezel versterkt kunnen zijn, gevormd. Deze 10 schijven 118, 119 zijn met de het uitgangsdeel van de hoofddemper vormende flens 108 hetzij direkt of indirekt via vormsluitende steekver-bindingen draaiingsvast verbonden. Daartoe heeft de tussen de flens 120 van de voordemper 102 en de flens 108 van de hoofddemper aanwezige schijf 118 zich axiaal in uitsparingen 128 van de flens 108 uitstrek-15 kende, tapvormige aanzetsels 127. De tapvormige aanzetsels 127 bezitten aan hun vrije einde radiaal verende bereiken 129, welke weerhaakachtig uitgevoerd zijn en in de uitsparingen 128 vasthaken. Aan de van de flens 108 afgekeerde zijde heeft de schijf 118 axiale aanzetsels 127a, welke door uitsnijdingen 142 van de flens 120 axiaal heenreiken. De axiale 20 aanzetsels 127a bezitten aan hun vrije einden een tenminste ten dele elastisch deformeerbaar bereik 143, dat door een uitsparing 144 van de schijf 119 axiaal heensteekt en van weerhaakachtige bereiken 145 achter een kraag 146 van de schijf 119 grijpt voor het axiaal borgen van de schijf 119 ten opzichte van de schijf 118, resp. de flens 108. De kragen 25 146 van de schijf 119 zijn door verdiepingen 147 gevormd. De uit kunst stof vervaardigde schijf 119 is rechtstreeks met de meeneemschijf 105 in wrijvend contact en dient voor het leveren van een wrijvingsdemping voor de hoofddemper. Een dergelijke opbouw van de voordemper is bijzonder voordelig, omdat het aantal wrijvingsringen gereduceerd kan worden, 30 omdat de schijf 119 twee functies overneemt, namelijk enerzijds het opnemen voor de vensters van de voordemper vormt en anderzijds als wrijvingsring dient. Ook is een aldus opgebouwde voordemper bijzonder gunstig in prijs te vervaardigen, omdat de schijven 118, 119 alsmede de flens 120 op eenvoudige wijze door spuiten vervaardigd kunnen worden 35 en door eenvoudige snapverbindingen de beide schijven 118 en 119 met elkaar alsmede draaiingsvast met de flens 108 en axiaal verbonden kunnen worden.
P:· .* ; ·< i \ * i -10-
De schijven 118, 119 en de flens 120 bezitten vensters, respectievelijk uitsparingen 121, 122, 123 voor het opnemen van de kracht-accumulatoren, resp. de schroefveren 124 van de voordemper 102.
Tussen de flens 108 en de tegenschijf 107 is een lastwrijvings-5 inrichting 148 aanwezig, welke een lastwrijvingschijf 149 omvat, welke met de veren 113 van de hoofddemper 103 samenwerkt. De lastwrijvings-schijf 149 bezit radiaal van buiten kraagvormige indrukkingen 149a, waarmede deze tegen de tegenschijf 107 voor het ontwikkelen van een wrijvingsdemping, steunt. Radiaal van binnen wordt de lastbereidings-10 schijf 149 door een schotelveer 150 axiaal in de richting van de tegenschijf 107 belast. De voorgespannen schotelveer 150 steunt voorts tegen een drukschijf 151, welke een wrijvingsring 152 tegen de flens 18 drukt.
De schotelveer 150 bewerkstelligt bovendien, dat de beide schijven 118, 119 van de voordemper 102 tussen de flens 108 en de meeneemschijf 107 15 axiaal ingespannen worden.
De uitvinding is niet tot het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld beperkt, doch betreft zeer algemeen ook koppelingsschijven, waarbij de voordemper in het axiale bereik tussen een meeneem- of tegenschijf en een naafflens aanwezig is, waarbij deze laatste een verdraaiingsspeling 20 ten opzichte van het naafdeel kan uitvoeren en voorts de dempveren van de voordemper door de meenemer- of tegenschijf zijdelings, resp. radiaal afgedekt zijn.
s.
G
' U ·-' .-Λ *. '.·
Claims (21)
1. Torsietrillingsdemper, in het bijzonder voor motorvoertuig- koppelingsschijven, met een krachtaccumulator van geringe stijfheid bezittende voordemper en een krachtaccumulator van grotere stijfheid bezittende hoofddemper, waarbij de krachtaccumulatoren tussen de be-5 treffende ingangs- en uitgangsdelen van de voor- en hoofddemper werkzaam zijn en het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper een van binnenprofiel voor het opzetten op een aandrijfas voorzien naafdeel is, waarop draaiingsvast het uitgangsdeel van de voordemper alsmede een het uitgangsdeel van de hoofddemper vormende flensdeel met binnenpro-10 fiel opgenomen is, waarbij dit binnenprofiel met een buitenprofiel van het naafdeel in ingrijping staat en via dit profiel voor het flensdeel van de hoofddemper ten opzichte van het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper een begrensde relatieve beweging mogelijk is en waarbij voorts het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper door twee 15 axiaal op afstand gelegen en daartussen het flensdeel van de hoofddemper opnemende zijschijven gevormd is, met het kenmerk, dat de voordemper (2, 102) axiaal tussen het flensdeel (8, 108) van de hoofddemper (3, 103) en één van de het ingangsdeel van de torsietrillingsdemper (1) vormende zijschijven (5,7; 105,107) aangebracht is.
2. Torsietrillingsdemper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ingangsdeel van de voordemper (2, 102) door twee axiaal op afstand gelegen en met het flensdeel (8, 108) van de hoofddemper (3, 103. draaiingsvaste schijven (18,19; 118,119) gevormd is, welke uitsparingen (21,22; 121,122) voor het opnemen van de krachtaccumulator 25 (24,124) van geringe stijfheid hebben.
3. Torsietrillingsdemper volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het uitgangsdeel van de voordemper (2,102) door een met het uitgangsdeel (11,111) van de torsietrillingsdemper (1) draaiingsvast en axiaal tussen de het ingangsdeel vormende schijven (18, 19; 118,119) 30 zich radiaal uitstrekkende flens (20,120) gevormd is, welke uitsparingen (23) voor het opnemen van de krachtaccumulator (24, 124) van geringe stijfheid heeft.
4. Torsietrillingsdemper volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de ene (18, 118) van de het ingangsdeel van de voordemper (2,102) ' * -12- vormende schijven (18,19; 118,119) rechtstreeks tegen het flensdeel (8,108) van de hoofddemper (3,103) aanligt.
5. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de schijven (18,19; 118,119) van de voordemper (2, 5 102) met het flensdeel (8,108) van de hoofddemper (3,103) via vormslui- tende steekverbindingen draaiingsvast zijn.
6. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) axiaal verder verwijderde andere schijf (19) van de voordemper (2) axiale lip- 10 pen (27) heeft, welke in uitsnijdingen (28) van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) ingrijpen.
7. Torsietrillingsdemper volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tenminste enige lippen (27) elk aan hun vrije einde een versmald bereik (29) hebben, welke een versnijding (30) vormt en in de uitspa- 15 ringen (28) van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) ingrijpt, waarbij de andere schijf (19) van de voordemper (2) via treden (30) van de lippen (27) tegen het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) axiaal steunt.
8. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-7, met 20 het kenmerk, dat de ene (18) van de schijven (18,19) van de voordemper (2) uitsparingen (31) heeft, waardoor de versmalde bereiken (29) van de lippen (27) van de andere schijf (19) van de voordemper (2) axiaal grijpen voor het axiaal fixeren en met waarborg voor het draaien van de ene schijf (18) van de voordemper (2) ten opzichte van het flensdeel 25 (8) van de hoofddemper (3).
9. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de andere schijf (19) van de voordemper (2) via de treden (30) van de lippen (27) aan de ene schijf (18) van de voordemper (2) axiaal steunt en deze tegen het flensdeel (8) van de hoofddem- 30 per (3) drukt.
10. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de lippen, tenminste in het bereik van hun vrije einde - in asrichting gezien - verdund zijn.
11. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-10/ met 35 het kenmerk, dat de andere schijf (19) van de voordemper (2) door een krachtaccumulator (32) axiaal in de richting van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) gedrongen wordt. 9 ,ί -13-
12. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat tussen de andere schijf (19) van de voordemper (2) en de daaraan grenzende zijschijf (5) van het ingangsdeel (5+7) van de torsietrillingsdemper (1) een voorgespannen krachtaccumulator (32) aan- 5 wezig is, welke de andere schijf (19) van de voordemper (2) in de richting van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) belast.
13. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat op de van de voordemper (2) afgekeerde zijde van het flensdeel (8) van de hoofddemper (3) aanwezige zijschijf een aange- 10 vormd tand-, resp. kraagachtig, ringvormig wrijvingsbereik (36) heeft, waarover deze rechtstreeks tegen het naafdeel (8) van de hoofddemper (3) aanligt.
14. Torsietrillingsdemper volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het wrijvingsbereik (36) in de radiaal binnenomtreksbereiken van 15 de zijschijf (7) gevormd is.
15. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de het ingangsdeel (5+7, 105+107) van de torsietrillingsdemper (1) vormende zijschijven (5,7; 105,107) gelijktijdig het ingangsdeel van de hoofddemper (3) vormen.
16. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-15, met het kenmerk, dat de aan de voordemper (2,102) grenzende zijschijf (5, 105. de bekledingsdraagschijf vormt.
17. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-16, met het kenmerk, dat de bekledingsdraagschijf (5) op een kraag (37) van het 25 het uitgangsdeel van de torsietrillingsdemper (1) vormend naafdeel (11) via een L-vormige wrijvings-, resp. glijring (37) gelagerd is.
18. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de flens (20) van de voordemper (2) axiaal tegen de buitenprofilering (10) van het het uitgangsdeel (11) van de torsietrillings- 30 demper (1) vormend naafdeel geklonken is.
19. Torsietrillingsdemper, in het bijzonder volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ingangsdeel en/of het uitgangsdeel van de voordemper uit kunststof vervaardigd is (zijn).
20. Torsietrillingsdemper volgens conclusie 19, met het kenmerk, 35 dat de flens (120) van de voordemper (102) een kunststofdeel is, dat met venstervormige uitsparingen (123) in tangentiale, resp. in de rich- ^ * \ % > -14- ting van een koorde aanwezige krachtaccumulator (124) omgrijpt en waarbij het door deze krachtaccumulator ontwikkelde moment via het kunst-stofdeel (120) op het uitgangsdeel (111) van de torsietrillingsdemper overdraagbaar is.
21. Torsietrillingsdemper volgens één van de conclusies 19 of 20, met het kenmerk, dat het uit kunststof bestaande flensdeel (120) van een binnenvertanding (120a) op de buitenvertanding (110a) van het uitgangsdeel (111) van de torsietrillingsdemper voorzien is. 10 ,Λ V? -
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3442705 | 1984-11-23 | ||
DE19843442705 DE3442705C3 (de) | 1984-11-23 | 1984-11-23 | Torsionsschwingungsdämpfer |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8503226A true NL8503226A (nl) | 1986-06-16 |
Family
ID=6250949
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8503226A NL8503226A (nl) | 1984-11-23 | 1985-11-22 | Torsietrillingsdemper. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4700822A (nl) |
AT (1) | AT394894B (nl) |
BE (1) | BE903703A (nl) |
DE (1) | DE3448538C2 (nl) |
FR (2) | FR2573830B1 (nl) |
GB (1) | GB2167527B (nl) |
MX (1) | MX163128B (nl) |
NL (1) | NL8503226A (nl) |
Families Citing this family (33)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
USRE34648E (en) * | 1984-09-11 | 1994-06-28 | Valeo | Clutch plate having two stage torsion damping means |
US4890712A (en) * | 1984-11-23 | 1990-01-02 | Luk Lamellen Und Kupplungsbau Gmbh | Torsional vibration damping device for clutch plates |
DE8514735U1 (nl) * | 1985-05-18 | 1992-12-24 | Luk Lamellen Und Kupplungsbau Gmbh, 7580 Buehl, De | |
DE3537324C2 (de) * | 1985-10-19 | 1995-09-14 | Fichtel & Sachs Ag | Torsionsschwingungsdämpfer |
US4789375A (en) * | 1986-12-16 | 1988-12-06 | Dana Corporation | Spring damper drive for a clutch driven disc assembly |
FR2611245B1 (fr) * | 1987-02-24 | 1991-03-08 | Valeo | Disque de friction d'embrayage avec preamortisseur |
IT1216070B (it) * | 1987-03-13 | 1990-02-22 | Luk Lamellen & Kupplungsbau | Componente previsto nella linea ditrasmissione di un veicolo. |
FR2613800B1 (fr) * | 1987-04-07 | 1991-07-05 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion, notamment disque de friction d'embrayage pour vehicule automobile |
FR2614081B1 (fr) * | 1987-04-14 | 1992-04-10 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion a moyens d'engagement entre rondelles de frottement |
FR2614080B1 (fr) * | 1987-04-14 | 1992-04-10 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion a palier de centrage |
FR2616499B1 (fr) * | 1987-06-10 | 1991-06-28 | Valeo | Disque de friction d'embrayage comprenant un amortisseur principal et un pre-amortisseur, avec des voiles respectifs qui sont adjacents |
GB8729872D0 (en) * | 1987-12-22 | 1988-02-03 | Automotive Prod Plc | Friction clutch driven plate |
FR2628808B1 (fr) * | 1988-03-17 | 1990-06-22 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion, notamment pour vehicule automobile |
ES2014144A6 (es) * | 1988-06-04 | 1990-06-16 | Luk Lamellen & Kupplungsbau | Amortiguador de oscilaciones de torsion. |
DE3922730C2 (de) * | 1989-07-11 | 1997-11-20 | Fichtel & Sachs Ag | Kupplungsscheibe mit Torsionsschwingungsdämpfer |
DE4107126A1 (de) * | 1991-03-06 | 1992-09-10 | Fichtel & Sachs Ag | Kupplungsscheibe mit vordaempfereinheit aus kunststoff |
DE4107125A1 (de) * | 1991-03-06 | 1992-09-10 | Fichtel & Sachs Ag | Kupplungsscheibe mit reibeinrichtung |
FR2674593B1 (fr) * | 1991-03-29 | 1993-05-07 | Valeo | Amortisseur de torsion comportant un preamortisseur a boitier avec pattes a crochets, notamment pour vehicule automobile. |
FR2674592B1 (fr) * | 1991-03-29 | 1993-05-07 | Valeo | Amortisseur de torsion comportant un preamortisseur a boitier, notamment pour vehicule automobile. |
DE4125966C2 (de) * | 1991-08-06 | 1999-07-22 | Mannesmann Sachs Ag | Kupplungsscheibe mit verschleppter Vordämpferreibeinrichtung |
KR930004649A (ko) * | 1991-08-17 | 1993-03-22 | 원본미기재 | 당김형태 마찰 클러치의 부정합체계 |
ES2068773B1 (es) * | 1992-12-08 | 1998-12-16 | Fichtel & Sachs Ag | Disco de embrague con anillo de friccion protegido contra torsion. |
FR2728643A1 (fr) * | 1994-12-23 | 1996-06-28 | Valeo | Dispositif d'amortissement de torsion |
FR2733809B1 (fr) * | 1995-05-02 | 1997-06-13 | Valeo | Amortisseur de torsion a rondelle de commande, notamment friction d'embrayage pour vehicule automobile |
FR2739426B1 (fr) * | 1995-09-29 | 1998-07-10 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion |
DE19654970C2 (de) * | 1996-08-05 | 2002-02-21 | Mannesmann Sachs Ag | Torsionsschwingungsdämpfer |
JP3619372B2 (ja) * | 1998-09-01 | 2005-02-09 | 株式会社エクセディ | ダンパーディスク組立体 |
FR2785957B1 (fr) * | 1998-11-18 | 2001-01-19 | Valeo | Amortisseur de torsion pour disque d'embrayage a friction |
DE19857232C1 (de) * | 1998-12-11 | 2000-01-27 | Daimler Chrysler Ag | Mitnehmerscheibe |
US7882941B2 (en) * | 2007-06-15 | 2011-02-08 | Hartwell Corporation | Viscous shear damping strut assembly |
FR3025548B1 (fr) | 2014-09-04 | 2020-05-08 | Hartwell Corporation | Mecanisme de verrouillage d'une tige de maintien en position ouverte |
US11053717B2 (en) | 2017-02-06 | 2021-07-06 | Hartwell Corporation | Hold open rod assembly |
FR3117563B1 (fr) * | 2020-12-11 | 2024-04-12 | Valeo Embrayages | Module pre-amortisseur avec moyens de verrouillage |
Family Cites Families (26)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1680049C3 (de) * | 1968-01-27 | 1973-11-08 | Fichtel & Sachs Ag, 8720 Schweinfurt | Kupplungsscheibe mit Schwingungs dämpfer |
GB1401186A (en) * | 1971-11-19 | 1975-07-16 | Gkn Transmissions Ltd | Clutches |
DE2447015C2 (de) * | 1974-10-02 | 1984-11-29 | LuK Lamellen und Kupplungsbau GmbH, 7580 Bühl | Kupplungsscheibe |
FR2370902A1 (fr) * | 1976-11-15 | 1978-06-09 | Ferodo Sa | Dispositif amortisseur de torsion, notamment pour embrayage de vehicule automobile, et sous-ensemble unitaire propre a la constitution d'un tel dispositif |
FR2386729A1 (fr) * | 1977-04-04 | 1978-11-03 | Ferodo Sa | Dispositif amortisseur de torsion, en particulier friction d'embrayage, notamment pour vehicule automobile |
US4185728A (en) * | 1977-10-14 | 1980-01-29 | Borg-Warner Corporation | Clutch disc with variable deflection rate vibration damper |
GB1565645A (en) * | 1978-02-28 | 1980-04-23 | Automotive Prod Co Ltd | Friction clutch driven plate |
US4446955A (en) * | 1980-07-03 | 1984-05-08 | Borg-Warner Corporation | Clutch driven plate assembly with a floating hub |
FR2487032A1 (fr) * | 1980-07-15 | 1982-01-22 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion a deux etages d'amortissement distincts, en particulier pour friction d'embrayage de vehicule automobile |
FR2489909A1 (fr) * | 1980-09-10 | 1982-03-12 | Automotive Prod France | Disque de sortie d'embrayage |
FR2489910A1 (fr) * | 1980-09-10 | 1982-03-12 | Automotive Prod France | Disque mene d'embrayage a friction |
FR2495255A1 (fr) * | 1980-12-02 | 1982-06-04 | Valeo | Dispositif amortisseur de torsion, en particulier friction d'embrayage, notamment pour vehicule automobile |
FR2503295B1 (fr) * | 1981-04-01 | 1988-04-15 | Automotive Prod France | Disque de sortie d'embrayage a friction |
DE3121376A1 (de) * | 1981-05-29 | 1982-12-23 | LuK Lamellen und Kupplungsbau GmbH, 7580 Bühl | Vorrichtung zur drehmomentuebertragung |
US4493408A (en) * | 1981-09-21 | 1985-01-15 | Kabushiki Kaisha Daikin Seisakusho | Damper disc |
US4461376A (en) * | 1982-02-05 | 1984-07-24 | Borg-Warner Corporation | Clutch driven plate assembly with multi-part hub |
US4485908A (en) * | 1982-06-09 | 1984-12-04 | Borg-Warner Corporation | Vibration damper with variable rate springs and damping friction |
DE3227003A1 (de) * | 1982-07-20 | 1984-01-26 | Sachs Systemtechnik Gmbh, 8720 Schweinfurt | Kupplungsscheibe mit mehrstufigem torsionsdaempfer |
DE3228515A1 (de) * | 1982-07-30 | 1984-02-02 | LuK Lamellen und Kupplungsbau GmbH, 7580 Bühl | Kupplungsscheibe |
FR2533335B1 (fr) * | 1982-09-21 | 1986-04-11 | Valeo | Dispositif d'action centrifuge notamment pour friction d'embrayage |
IT1153392B (it) * | 1982-12-10 | 1987-01-14 | Rovilmec Spa | Disco frizione particolarmente per veicoli a motore |
DE3315484A1 (de) * | 1983-04-28 | 1984-10-31 | Fichtel & Sachs Ag, 8720 Schweinfurt | Torsions-schwingungsdaempfer mit reibsegmenten |
JPS6049125A (ja) * | 1983-08-29 | 1985-03-18 | Daikin Mfg Co Ltd | ダンパ−デイスク組立体 |
FR2551813B1 (fr) * | 1983-09-14 | 1986-02-07 | Valeo | Disque de friction d'embrayage |
DE3345409A1 (de) * | 1983-12-15 | 1985-06-27 | Fichtel & Sachs Ag, 8720 Schweinfurt | Torsions-schwingungsdaempfer mit integriertem vordaempfer |
DE3537324C2 (de) * | 1985-10-19 | 1995-09-14 | Fichtel & Sachs Ag | Torsionsschwingungsdämpfer |
-
1984
- 1984-11-23 DE DE3448538A patent/DE3448538C2/de not_active Expired - Fee Related
-
1985
- 1985-11-21 FR FR858517244A patent/FR2573830B1/fr not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-21 AT AT0339785A patent/AT394894B/de not_active IP Right Cessation
- 1985-11-22 NL NL8503226A patent/NL8503226A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-11-22 BE BE0/215907A patent/BE903703A/fr not_active IP Right Cessation
- 1985-11-22 MX MX704A patent/MX163128B/es unknown
- 1985-11-25 GB GB8529011A patent/GB2167527B/en not_active Expired
-
1986
- 1986-11-19 US US06/931,943 patent/US4700822A/en not_active Expired - Lifetime
-
1989
- 1989-02-01 FR FR8901278A patent/FR2626333B1/fr not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATA339785A (de) | 1991-12-15 |
FR2573830A1 (fr) | 1986-05-30 |
BE903703A (fr) | 1986-05-22 |
GB8529011D0 (en) | 1986-01-02 |
AT394894B (de) | 1992-07-10 |
FR2626333A1 (fr) | 1989-07-28 |
FR2573830B1 (fr) | 1990-03-30 |
GB2167527B (en) | 1989-09-13 |
GB2167527A (en) | 1986-05-29 |
MX163128B (es) | 1991-08-30 |
FR2626333B1 (fr) | 1993-10-22 |
US4700822A (en) | 1987-10-20 |
DE3448538C2 (de) | 1996-08-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8503226A (nl) | Torsietrillingsdemper. | |
JP2002081505A (ja) | トーション振動減衰器 | |
US5125872A (en) | Apparatus for damping torsional vibrations with a slip clutch between input and output members | |
CN110621906B (zh) | 具有离心力摆的无盖的双质量飞轮 | |
GB2342142A (en) | Torsional vibration damper | |
JPH0771528A (ja) | 分割されたフライホイール | |
US6620048B2 (en) | Apparatus for damping torsional vibrations | |
JP2003104179A (ja) | 自動車両のためのパーキングロック装置 | |
JPH04249641A (ja) | トルク伝達装置 | |
US4789053A (en) | Torsional vibration damper | |
GB2299147A (en) | Clutch disc assembly | |
EP0510038B1 (en) | Friction clutch driven plates | |
US4643288A (en) | Clutch disc | |
US4874350A (en) | Torsional damper device comprising two coaxial parts cooperating with circumferentially acting springs | |
US6343684B1 (en) | Torsional vibration damper | |
CN113412383A (zh) | 液力扭矩变换器和用于该液力扭矩变换器的扭振阻尼器 | |
GB2175370A (en) | Torsional oscillation damper | |
US5772516A (en) | Damping device adapted to be integrated into a motor vehicle power unit | |
JPH07190088A (ja) | ねじり振動緩衝器 | |
GB2343234A (en) | Torsion vibration damper | |
US4741423A (en) | Clutch disc for a friction clutch | |
GB2295658A (en) | Friction clutch | |
US5908099A (en) | Friction clutch with pre-damper | |
GB2152634A (en) | Torsional vibration damper with a spring for both friction devices | |
US4690659A (en) | Torsional damper device |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BT | A document has been added to the application laid open to public inspection | ||
BV | The patent application has lapsed |