NL8502827A - Werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder. - Google Patents

Werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder. Download PDF

Info

Publication number
NL8502827A
NL8502827A NL8502827A NL8502827A NL8502827A NL 8502827 A NL8502827 A NL 8502827A NL 8502827 A NL8502827 A NL 8502827A NL 8502827 A NL8502827 A NL 8502827A NL 8502827 A NL8502827 A NL 8502827A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
powder
ore
iron oxide
iron
starting material
Prior art date
Application number
NL8502827A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sumitomo Metal Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP59216566A external-priority patent/JPS6197135A/ja
Priority claimed from JP4794685A external-priority patent/JPS61205628A/ja
Priority claimed from JP17390985A external-priority patent/JPS6236025A/ja
Application filed by Sumitomo Metal Ind filed Critical Sumitomo Metal Ind
Publication of NL8502827A publication Critical patent/NL8502827A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01GCOMPOUNDS CONTAINING METALS NOT COVERED BY SUBCLASSES C01D OR C01F
    • C01G49/00Compounds of iron
    • C01G49/02Oxides; Hydroxides
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2004/00Particle morphology
    • C01P2004/51Particles with a specific particle size distribution
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2004/00Particle morphology
    • C01P2004/60Particles characterised by their size
    • C01P2004/61Micrometer sized, i.e. from 1-100 micrometer
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2004/00Particle morphology
    • C01P2004/60Particles characterised by their size
    • C01P2004/62Submicrometer sized, i.e. from 0.1-1 micrometer
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2006/00Physical properties of inorganic compounds
    • C01P2006/10Solid density
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C01INORGANIC CHEMISTRY
    • C01PINDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
    • C01P2006/00Physical properties of inorganic compounds
    • C01P2006/80Compositional purity

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Manufacture And Refinement Of Metals (AREA)

Description

* I . ï · 70 Tk26
Werkwijze voor ’net bereiden van fijn ijzeroxydepoeder
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder met hoge zuiverheid dat bruikbaar is voor de vervaardiging van ferrietmagneten en voor andere doeleinden.
Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor 5 het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder met hoge zuiverheid uit een in de natuur voorkomend ijzeroxyde-erts, zoals hematiet (in hoofdzaak samengesteld uit Fe^O^)5 Hiagnetiet (in hoofdzaak samengesteld uit Fe^O^) of een mengsel daarvan, door de erts fysisch te raffineren.
Fijn ferrioxyde (Fe^O^) poeder dat voor de vervaardiging van ferriet-10 magneten bruikbaar is wordt meestal geproduceerd uit een afvalbijtoplossing die in grote hoeveelheden in staalfabrieken ontstaat. Uit de afvaloplossing, die ijzer als het chloride- of sulfaatzout afhankelijk van het bij de af-bijtbehandeling gebruikte zuur bevat, wordt het daarin gebonden ijzer teruggewonnen en daarna geroost om ijzeroxyde te leveren. Zie bijvoorbeeld de 15 Japanse ïnzageschriften nr. 58-151335 en. ^8-73^1^·.
De toepassing van ferrietmagneten neemt echter steeds meer toe zodat er een steeds grotere vraag naar zeer zuiver fijn ijzeroxydepoeder als uitgangsmateriaal ontstaat. Om aan deze verhoogde vraag te voldoen zijn tevens ijzerertsen voor het vormen van fijn ijzeroxydepoeder toegepast. Vol-20 gens een tot dusver in de techniek ontwikkelde werkwijze voor het produceren van fijn ijzeroxydepoeder uit ijzererts wordt sulfide ijzererts, zoals pyriet of pyrrotiet fijn gemalen en daarna gefractioneerd om de grove deeltjes te verwijderen. Het gefractioneerde poeder wordt daarna door flotatie onder toepassing van een xanthaat als collector geconcentreerd en tenslotte ge-25 roost om fijn ijzeroxydepoeder te geven.
In een andere werkwijze waarbij van magnetiet (Fe^O^) wordt uitge-gaan wordt het magnetieterts fijngemalen tot een deeltjesgrootte in het traject van 0,1 tot 5 micrometer, gevolgd door magnetische scheiding en raffinage.
30 Een soortgelijke werkwijze waarbij men van hematiet uitgaat, dat eerst wordt fijn gemalen en daarna aan magnetische scheiding onderworpen, wordt beschreven in het Japanse inzageschrift nr. 58-20730.
Het ijzeroxyde, dat het uitgangsmateriaal voor het ferriet is, moet de kwaliteit bezitten als gespecificeerd in JIS-K.1U62 teneinde aan het O ! t\ v 3 0 7 - 'V V *·'y ƒ.
-2- , 5 * ferrietprodukt de gewenste magnetische eigenschappen te geven. Het is in het “bijzonder vereist dat het gehalte aan verschillende onzuiverheden, zoals SiOg, AlgO^, sulfaten en chloriden niet groter is dan de voorgeschreven “bovengrenzen als aangetoond in de nu volgende tabel A die gelijk is aan de 5 tabel 1 die behoort bij JIS-K-1^62.
T A B E L A - Specificaties voor ijzeroxyde voor de bereiding van ferrie-ten als gedefinieerd in JIS-K-1U62
Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 % Fe203 > 99,0 S 98,8 δ 98,5 10 % verlies bij drogen < 0,30 δ 0,30 £ 0,30 % Si02 < 0,01 £ 0,06 £ 0,30 % Al S 0,02 è 0,02 £ 0,05 % Mn £ 0,30 £ 0,30 S 0,30
% Ca < 0,01 è 0,02 S 0,0U
15 % S0^2“ - è 0,20 S 0,30 % Cl" - £ 0,15 ^ 0,15
In de bovengenoemde tabel zijn de specificaties volgens klasse 1 die voor ijzeroxydepoeder bedoeld voor de vervaardiging van zachte ferrieten die meestal als magnetische kernen worden toegepast. Klasse 3 is voor ijzer- 20 ... . . ...
oxydepoeder ten gebruike bij de vervaardiging van harde ferrieten die bruikbaar zijn als permanente magneten. Het ijzeroxydepoeder volgens klasse 2 is bruikbaar voor de vervaardiging van zowel harde als zachte ferrieten.
Bij toepassing van de bovenvermelde bekende methoden is het echter moeilijk poedervormige ijzeroxydeprodukten met een hoge zuiverheid te ver-25 ...
krijgen die voldoen aan de voorwaarden van de bovengenoemde specificaties. Het ijzeroxydeprodukt uit een afvalafbijtoplossing bevat onvermijdelijk een aanzienlijke hoeveelheid sulfaten of chloriden afkomstig van het zuur.
Het is moeilijk deze onzuiverheden nagenoeg volledig uit het produkt te verwijderen terwijl daarbij de produktiekosten betrekkelijk hoog zijn, omdat 30 in de werkwijze een kostbare roosttrap is opgenomen. In de werkwijze waart it' men uitgaat van een sulfide-ijzererts is het ook moeilijk het sulfaatgehikte van het ijzeroxydeprodukt tot het gewenste niveau te verlagen terwijl tevens een kostbare roosttrap is omvat. De werkwijze waarbij men uitgaat van magnetiet omvat een trap van het fijn malen van de erts voorafgaande ~ o -·· 2 9 7 -3- f * * aan de magnétische concentrering, waardoor dikwijls het raffinagerendement in de magnetische concentrering achteruit gaat omdat daarbij dikwijls fijne deeltjes ran onzuiverheden door de ijzeroxydedeeltjes, die magnetisch worden verzameld, worden meegevoerd. De laatste twee methoden waarbij men uit-5 gaat van ijzerertsen zijn tevens nadelig doordat de uitgangsmaterialen tot bepaalde, minder algemeen gebruikte ijzerertsen zijn beperkt, zoals magne-tiet en sulfide-ijzerertsen (pyriet, pyrrotiet). Er bestaat aldus behoefte aan een geschikte werkwijze om fijn ijzeroxydepoeder met hoge zuiverheid op goedkope wijze uit een ijzererts te produceren waarbij wordt voldaan 10 aan de toenemende vraag naar dergelijke poeders.
Het is aldus een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een werkwijze voor de bereiding van fijn ij zeroxydepoeder met hoge zuiverheid uit een ijzeroxyde-erts door middel van alleen een fysische behandeling en zonder een chemische reactie zoals roosten.
15 Het is een ander doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze voor de bereiding van fijne ijzeroxydepoeder met hoge zuiverheid dat voldoet aan de voorwaarden voor de zuiverheid als neergelegd in JIS-K-1462 onder klasse 3.
Een nog ander doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in 20 een werkwijze voor de bereiding van een fijn ijzeroxydepoeder met hoge zuiverheid uit een ijzeroxyde-erts van de typen die gewoonlijk in staalfabrieken worden toegepast en die gemakkelijk verkrijgbaar zijn.
Deze en andere doeleinden alsmede de omvang, aard en het gebruik van de onderhavige uitvinding zullen aan de vakman na de volgende beschrijving 25 en aangehechte conclusies duidelijk zijn.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het bereiden van een zeer zuiver fijn ijzeroxydepoeder uit een ijzeroxyde-erts, zoals hematiet of magnetiet, welke de volgende trappen omvat: (a) men gaat als grondstofmaterïaal uit van een ijzeroxyde-erts of een meng-30 sel daarvan in de vorm van een van te voren epmalen poeder waarin de totale hoeveelheid metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen 4,5 en 5,5 (bijvoorbeeld Cr^O^, MhO^, MhO) en/of die in staat zijn een dub-beloxyde met een ijzeroxyde te vormen (bijvoorbeeld CaO, MhO, BaO, TiO^), die in het uitgangsmateriaal aanwezig is niet groter dan 1,5 gewichtspro-35 cent, gebaseerd op het totale gewicht van de daarin aanwezige ijzeroxyde; (b) het ijzeroxyde onder zodanige omstandigheden wordt gefractioneerd dat fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer uit de erts wor- 8 5 0 2 8 27- • ί ·ϊ -U- den verwijderd; (c) het gefractioneerde poeder door middel van. zwaartekracht c one ent rat i e wordt geraffineerd en (d) het geraffineerde poeder in de eindtrap wordt gemalen om de deeltjesafmeting tot het gewenste niveau te verminderen.
5 In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het uitgangs materiaal van te voren gemalen hematietpoeder met een gehalte aan onzuiverheden als hierin gedefinieerd.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het gefractioneerde poeder voor of gedurende de raffinagetrap aan een zuurbehandeling onderwor-10 pen door het poeder in een zure oplossing te dompelen.
Fig. 1 is een vereenvoudigd stroomschema van de werkwijze van de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 is een gedetailleerd stroomschema van de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 15 Fig. 3-7 zijn gedeeltelijke stroomschema's die variaties in de frac- tionerings- en raffinagetrappen weergeven terwijl fig. 8(a)-8(d) grafieken zijn die het effekt van de pH bij de zuurbehandeling met verschillende zuren op het SiO^- en Al^O^-gehalte van het produkt hebben.
20 De uitvinding wordt nu aan de hand van de tekeningen nader toege licht.
Het in de werkwijze van de uitvinding toegepaste uitgangsmateriaal is een ijzeroxyde-erts, zoals hematiet, magnetiet of een mengsel daarvan. Dergelijke ijzerertsen, in het bijzonder hematietertsen zijn gemakkelijk 25 verkrijgbaar en aldus kan een stabiele bevoorrading in voldoende hoeveelheden worden gegarandeerd in tegenstelling tot gevallen waarbij een afval-afbijtoplossing als uitgangsmateriaal wordt toegepast. Ijzeroxyde-ertsen bevatten in het algemeen naast ijzeroxyden zoals Fe^O^, Feen FeO verschillende onzuiverheden met inbegrip van silica, alumina, mangaanoxyde, 30 magnesiumoxyde, calciumoxyde, titaanoxyde, chroomoxyde, fosforoxyde enz. waarbij vele van deze onzuiverheden in het erts als natuurlijke gangmate-^ rialen in de vorm van hydraten, dubbeloxyden of andere gecompliceerde vormen aanwezig kunnen zijn. De onzuiverheden kunnen in de erts bijvoorbeeld voorkomen als gibbsiet (Al(OH)^) , apatiet (Ca^PO^^CaFg), talk (Mg(OH)g-35 (Si20^)g) of kaoliniet (ΑΙ,^^δΐΟ,^^^Ο), of eenvoudig als oxyden zoals in kwarts (SiO^).
Hoewel in deze ganggesteenten kwarts in de vorm van betrekkelijk 3 j 0 2 8 2 7 ft 4 -5- grote deeltjes met een diameter van gewoonlijk minder dan 1 mm aanwezig kan zijn, zijn de meeste andere samengesteld uit gematigd fijne tot fijne deeltjes van de orde van submicrometers tot verschillende honderden micrometers. Sen hoofddeel van de in ij zeroxyde-erts en aangetroffen onzuiverhe-5 den zijn SiQg- en/of Al^O^-bevattende onzuiverheden. Om uit een ijzeroxyde-erts fijne ijzeroxydepoeders met hoge zuiverheid te verkrijgen is het derhalve noodzakelijk deze onzuiverheden door middel van een geschikte raffina-gemethode te verwijderen.
Sen van de typerende toegepaste methoden voor het raffineren van 10 verschillende ertsen betreft flotatie. Volgens de gebruikelijke procedure van flotatie wordt het te raffineren erts eerst aan malen en fractioneren onderworpen en zonodig worden deze behandelingen herhaald tot de deelt j esafmeting van het erts tot hetzelfde niveau als dat van het eindprodukt is verminderd. Vervolgens worden de fijne deeltjes van het erts door flotatie 15 geraffineerd en verkrijgt men het eindprodukt gewoonlijk zonder verder malen.
Er is echter gevonden dat wanneer de bovengenoemde procedure op een ijzeroxyde-erts wordt toegepast ter verwijdering van lichte onzuiverheden, de meeste van deze lichte onzuiverheden, in het bijzonder Si02 en AlgO^, 20 niet effektief uit het erts kunnen worden afgescheiden. Dit komt omdat wanneer het ijzeroxyde-erts bijvoorbeeld is vermalen tot deeltjes van de orde van micrometers en ook aan flotatie wordt onderworpen de fijne ijzeroxyde-deeltjes de neiging hebben te gaan agglomereren waarbij de geagglomereerde deeltjes gemakkelijk in de brij gaan drijven en daardoor storend werken op 25 de afscheiding van de drijvende deeltjes van de lichtere onzuiverheden.
Sr is gevonden dat het bovenvermelde probleem te wijten aan agglomeratie van fijne ertsdeeltjes kan worden geëlimineerd door flotatie op betrekkelijk grove deeltjes van het ijzererts, dat door fractionering van voorafgemalen fijne erts is verkregen, toe te passen ter verwijdering van 30 fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer diameter.
Voor een dergelijke fractionering wordt de aansluitende flotatie vergemakkelijkt. Verrassenderwijze geeft de fractionering die in de werkwijze van deze uitvinding ter verwijdering van fijne deeltjes wordt toegepast een ander voordeel aan het raffinageproces doordat tevens een aanzienlijk deel 35 van SiO^ en Al^O^ uit het ijzererts wordt verwijderd, waardoor de belasting voor de aansluitende flotatie wordt verminderd. Met andere woorden heeft een dergelijke fractionering voor de flotatie tot op zekere hoogte een raf- 3102327 ♦ » i -6- finage-effekt. Aangenomen wordt dat de oorzaak, hiervan is dat de SiO^- of A120^-bevattende ganggesteentes in het algemeen hetzij oorspronkelijk in de erts als fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer bestaan of gedurende de voorafgaande maaltrap vergeleken met de ijzeroxyde-5 deeltjes betrekkelijk gemakkelijk tot dergelijke fijne deeltjes worden vermalen zodat een fijnere fractie van tevoren gemalen poeder van ijzeroxyde-erts meer SiO^ en AlgO^ kevat aan een grovere fractie daarvan.
Er is tevens gevonden dat de afscheiding van SiOg- en AlgO^-onzuiverheden uit het vooraf gemalen poeder niet alleen door flotatie tot stand kan 10 worden gebracht maar ook door andere zwaartekrachtsconcentreringsmethoden, zoals tafelconcentratie en zware mediascheiding. Dergelijke onzuiverheden zoals MnO, Cr^O^, TiOg en CaO kunnen niet efficiënt door zwaartekrachts-concentrering worden verwijderd. Aldus is wanneer een ijzeroxyde-erts door zwaartekrachtsconcentrering wordt geraffineerd de samenstelling van het als 15 uitgangsmateriaal toegepaste erts bijzonder belangrijk teneinde een ijzer-oxyde met hoge zuiverheid te verkrijgen, als gedefinieerd als in JIS-K-1U62.
Met het oog op deze bevindingen is het volgens de onderhavige uitvinding .noodzakelijk als uitgangsmateriaal ijzeroxyde-erts te gebruiken 20 waarin het gehalte aan onzuiverheden in een bepaald gebied ligt, dit alleen door zwaartekrachtsconcentrering kan worden geraffineerd. Zoals weergegeven in fig. 1 is aldus de eerste trap van de werkwijze van de onderhavige uitvinding een keuze van geschikt ijzererts met zonodig voorafgaand malen. Verschillende metallische componenten die men gewoonlijk in ijzer-25 oxyde-ertsen zal aantreffen worden in de nu volgende tabel B aangegeven door hen in vier kategoriën I-IV te groeperen. Het is duidelijk dat deze componenten, in het bijzonder de onzuiverheden, in de praktijk in de erts als vele typen van meer gecompliceerde vormen als eerderbesproken kunnen voorkomen. De metallische onzuiverheden in een ijzererts worden echter in 30 het algemeen uitgedrukt in de vorm van oxyden als in tabel B eenvoudigheids-halve is weergegeven. Om derhalve een praktische index voor het kiezen van een bepaald uitgangsmateriaal, dat in de werkwijze van de uitvinding gunstig is, te leveren is het geschikt de metallische onzuiverheden in het erts als oxyden als weergegeven in tabel B te beschouwen.
8 S 0 2 8 2 7 » # -7-
TABEL B
Categorie Typerende oxyden (l) Onzuiverheid van SiO^, ^2^3’ (CaO) P < kt3 of P > 5,5 5 (II) Onzuiverheid van ^r2^35 lia02s ^0 b,5 S p & 5,5 (lil) Fe verbinding- CaO, MnO, BaO, TiO^ vormende onzuiverheden (IV) Ij zeroxyden_Fe^Q^, FeFeO_ 10 P = soortelijk gewicht
De soortelijke gewichten van ij zeroxyden (Fe^^, Fe^O^, FeO) in tabel B onder categorie IV aangegeven liggen in het algemeen in het gebied van 5,0 tot 5,1. Aldus hebben deze onzuiverheden een soortelijk gewicht dat dicht ligt bij die van de ijzeroxyden, en in het bijzonder die met een 15 soortelijk gewicht tussen de 5Λ en 5,5, zoals Cr^O^, MnOg en MnO die onder categorie (II) in tabel B worden aangegeven, kunnen niet effektief door een zwaartekrachtsconcentreringstechniek, vanwege de kleine verschillen in soortelijk gewicht ten opzichte van de ijzeroxyden, daaruit worden geïsoleerd.
In dit opzicht heeft het de voorkeur dat het gehalte van deze onzuiverheden 20 in het uitgangsijzererts zo laag mogelijk is.
De onder categorie (lil) aangegeven onzuiverheden kunnen gemakkelijk met een ijzeroxyde een dubbeloxyde vormen (een dergelijk dubbeloxyde wordt hierna eenvoudig als een "ijzerverbinding" aangegeven), zoals CaO, Fe20^, MnQ.FegO^, BaO.FegO^ en FeTiO. Wanneer deze onzuiverheden als de bovenver-25 melde ijzerverbindingen aanwezig zijn is het moeilijk hen van de ijzeroxyden te scheiden en zelfs indien men deze scheiding kan bereiken kunnen de ijzerverbindingen van deze onzuiverheden niet meer door een gebruikelijke analysetechniek van de ijzeroxyden zelf worden onderscheiden. Voor praktische doeleinden is het derhalve aan te bevelen een ruw ijzererts te ge-30 bruiken waarin het gehalte van onzuiverheden van categorie III zo laag r.c-gelijk is. In tegenstelling met de onzuiverheden van categoriën (II) en (III) hebben die onzuiverheden gegroepeerd onder categorie (i), zoals Si AlgQ^ en MgO een significant verschil in soortelijk gewicht ten opzichte van de ij zeroxyden. Derhalve vormen zij niet gemakkelijk een ijzerverbir.- 0 : 0 ·; ü, 27 ϊ ί -8- ding met een ijzeroxyde, want deze onzuiverheden kunnen door een zwaartekracht sconcentrerings techniek effektief uit ijzeroxiden worden afgescheiden, waarbij hun aanwezigheid in een betrekkelijk grote hoeveelheid in een ruw ijzeroxyde getolereerd kan worden.
5 Er is gevonden dat een eenvoudige index die effektief is voor het kiezen van een bruikbaar ruw ijzererts in de onderhavige werkwijze kan worden aangegeven als de som van de gewichten van de onzuiverheden (II) en (lil), uitgedrukt als percentages van het totale gewicht van de ijzeroxy-den van categorie (IV). Aldus dient het uitgangsmateriaal dat in de onder-10 havige werkwijze wordt toegepast te voldoen aan de volgende ongelijkheid (II) + (III) —- X 100 ^ 1,5 ..... (0 (IV) waarin (II), (III) en (IV) de totale gehaltes in gewichtspercenta-ges van metaaloxyden van resp. categoriën (II), (III) en (IV) in het erts zijn.
15 Bij de berekening dient men op te merken dat aangezien MnO onder beide categoriën (II) en (III) valt dit moet worden behandeld volgens slechts ëén van deze categorie. Dit geldt ook voor CaO in tabel B weergegeven onder zowel categorie (i) als (lil), omdat zijn soortelijk gewicht kleiner is dan i+,5 en het een ijzerverbinding met ijzeroxyden kan vormen, 20 maar het dient bij de berekening als een onzuiverheid onder categorie (III) te worden beschouwd. Indien als uitgangsmateriaal een magnetieterts wordt toegepast moet het gehalte van Pe^O^ of FeO onder categorie (IV) in dat van Fe^O^ worden omgezet teneinde het erts op dezelfde basis als hematiet te evalueren. Als eerder vermeld is de afscheiding van onzuiverheden (il) en 25 (lil) uit ijzeroxyden door zwaartekrachtsconcentrering moeilijk en bijna onmogelijk. Indien de waarde berekend uit de formule: [(II) + (III)] /(IV) x 100 groter is dan 1,5($) voor het in de onderhavige werkwijze toegepaste uit-gangsijzeroxyde-erts, kan niet steeds een zeer zuiver ijzeroxydeprodukt, waarin het gehalte van de onzuiverheden dicht is bij of voldoet aan het 30 voornoemde doel gegeven door de JIS-specificaties, worden bereikt.
Bij voorkeur is de bovengenoemde waarde voor ruw ijzererts 1,3$ of minder. -
Hoewel elk ijzeroxyde-erts dat aan de door de ongelijkheid (1) aangegeven voorwaarde voldoet als uitgangsmateriaal in de werkwijze van de uit- 8502627 i « -9- . vinding bruikbaar is» zijn typerende ertsen die van het type dat voorkomt in precambriaanse ijzerertsafzettingen, zoals Lake Superiortype afzettingen en itabiriet afzetting, beide overwegend samengesteld uit hematiet.
Meer in het bijzonder omvatten de Lake* Superiortype afzettingen in 5 hoofdzaak speculiet-type hematiet en bevatten gewoonlijk dergelijke mineralen als kwarts, ealciet (CaCO^) en anthofylliet [(MgFe) (OH^CSi^O^ ^ )^] in ondergeschikte hoeveelheden als begeleidende ganggesteentes. De gang-gesteentemineralen die gewoonlijk in itabiriet worden aangetroffen zijn kwarts, gibbsiet en kaoliniet. Hoewel het de voorkeur heeft een hematiet 10 ijzererts te gebruiken kunnen ook andere ijzeroxyde-ertsen, zoals magnetiet of een mengsel van hematiet en andere ijzeroxyde-ertsen als uitgangsmateriaal worden toegepast zolang aan de bovengenoemde voorwaarden is voldaan.
Het uitgangsijzerertsmateriaal bevat bij voorkeur ten minste 9Q% en met de meeste voorkeur tenminste 95 gewichtsprocent ijzeroxyden.
15 In tegenstelling tot de bovenvermelde ijzerertsen zijn die welke in contact metasomatische afzettingen, die een betrekkelijk grote hoeveelheid CaO bevatten, of in Μη-rijke Precambriaanse ijzerertsafzetting, alsmede magnetietzand dat een betrekkelijk grote hoeveelheid TiO^ bevat, voorkomen niet voor de onderhavige werkwijze bruikbaar omdat zij in het alge-20 meen niet voldoen aan de voorwaarden gegeven door de bovengenoemde ongelijk-heid(l). Men kan andere betrekkelijk zuivere ijzeroxydebronnen zoals stof verzameld in staalfabrieken in ondergeschikte hoeveelheden in het uitgangsmateriaal opnemen. ·
Ruwe ijzerertsen hebben gewoonlijk enige bewerkingen ondergaan zoals 25 van voormalen, zeven fractioneren en een bepaalde selectie of verrijkings-behandeling (bijvoorbeeld selectie met de hand, wassen met water) in de mijnen alvorens zij naar de klant worden getransporteerd. Het uitgangsmateriaal dat in de werkwijze van de onderhavige uitvinding wordt toegepast omvat uiteraard een dergelijk reeks door de mijnbouwer op bepaalde wijze ver-30 werkte of verrijkte ruwe ijzerertsen, waarbij ijzerertsen op hun zuiverheid kunnen worden geëvalueerd via de kwaliteit van de ertsen die voor transport zijn gereed gemaakt. Zo nodig kan het ijzererts van te voren worden verrijkt waardoor het aan de bovengenoemde voorwaarde voor het uitgangsmateriaal voldoet.
35 Wanneer het als uitgangsmateriaal gekozen ijzererts door de mijn bouwer wordt v66rgemalen tot een deeltjesafmeting die geschikt is voor zwaartekrachtsconcentrering, zoals in fijne ertsen of ertsen toegevoerd in 8S02327 w « · -10- de vorm van pellets, dan kan dit direkt zonder verder malen naar de volgende fractioneringstrap worden gevoerd. Bij voorkeur heeft het van te voren gemalen ijzerertsmateriaal een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 20-200 micrometer. Indien het gekozen uitgangsmateriaal een grovere af-5 meting heeft zoals in ijzeroxydebrokken, dient het van te voren door het geschikte maler, zoals een kaakbreker of kegelbreker voor ertsen met grote afmetingen of met de kogelmolen of staafmolen voor gemiddeld grote ertsen te worden gemalen.
In de tweede trap als aangegeven in fig. 1 wordt het van te voren 10 gemalen ijzeroxyde-erts zodanig gekozen dat dit voldoet aan de voorwaarden die door de bovengenoemde ongelijkheid (1) worden gegeven en gefractio-neerd, zonodig na zeven ter verwijdering van de buitengewoon grote deeltjes. De fractionering wordt onder zodanige omstandigheden uitgevoerd dat fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer zoveel mogelijk worden 15 verwijderd. Deze fijne deeltjes zijn meestal aan hun oppervlakken geladen en vormen gedurende de daarop volgende natte raffinagemethode, zoals flo-tatie, geagglomereerde colloidale deeltjes, hetgeen storend werkt op de raffinage. Om deze redenen wordt een groot aantal van dergelijke fijne deeltjes verwijderd alvorens het erts door zwaartekrachtsconcentrering wordt geraf-20 fineerd.
In de praktijk is het echter niet mogelijk alle fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer door fractionering met de gebruikelijke fractioneer-inrichting te verwijderen. Derhalve zal een klein deel van dergelijke fijne deeltjes, die in het begin in het van te voren gemalen erts aanwezig waren 25 na de fractionering in die erts achterblijven. Het heeft de voorkeur dat het gefractioneerde ijzerertspoeder geen fijne deeltjes bevat in een hoeveelheid groter dan 15 gewichtsprocent, gebaseerd op het totale gewicht van het poeder, teneinde een gemakkelijke uitvoering van de aansluitende zwaartekrachtsconcentrering te garanderen. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid 30 deeltjes kleiner dan 10 micrometer zodanig ingesteld dat dit niet groter is dan 5 gewichtsprocent.
De fractionering van de vooraf gemalen ijzeroxyde-erts kan het best door een natte cycloon worden uitgevoerd, maar ook andere gebruikelijke natte fractioneerinrichtingen zoals een hydraulische klasseerder of een droge 35 klasseerder zoals een zigzagsgewijze klasseerder zijn bruikbaar. Als eerder vermeld dient de fractionering voor het afzonderen van een aanzienlijk deel van het SiOg- of AlgO^-bevattende ganggesteente uit het erts waardoor de δ C- 0 c. fj 2 7 » 4 -11- ορ de volgende zwaartekracht s c one entreringstrap opgelegde belasting aanzienlijk wordt verminderd. In de fractioneringstrap heeft het in sommige gevallen de voorkeur hoewel dit niet essentieel is dat behalve de fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer tevens uitzonderlijk grove 5 deeltjes met een diameter groter dan 250 micrometer worden verwijderd.
Deze grove deeltjes, die in hoofdzaak zijn samengesteld uit kwarts, hebben de neiging in de brij gedurende de flotatie te gaan sedimenteren. Wanneer in de aansluitende zwaartekrachtsconcentrering flotatie wordt uitgevoerd worden dergelijke grove deeltjes bij voorkeur door klasseren uit de erts 10 verwijderd. Voor dit doel kan een hydraulische klasseerder of een andere geschikte natte klasseerder worden toegepast.
Aldus wordt volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding het erts in een raffinageproces in de vorm van betrekkelijk grove deeltjes waaruit de fijne deeltjes van kleiner dan 10 micrometer diameter zijn verwij-15 derd ingevoerd en volgt op het raffinageproces de eindmaaltrap. Dit staat niet alleen in tegenstelling met de gebruikelijke raffinagetechniek als gewoonlijk toegepast bij flotatie maar tevens met de voornoemde bekende methode als beschreven in het Japanse inzageschrift nr. 58-20730, volgens welke het ruwe erts eerst zo fijn mogelijk in de fijnmaling wordt verpul-20 verd en daarna door flotatie of magnetische scheiding wordt geraffineerd.
Deze volgorde van behandelingen (malen en daarna nat raffineren) is op het gebied van natte raffinage van ertsen, in het bijzonder de flotatie, zeer algemeen. Derhalve is de werkwijze van de uitvinding uniek in zoverre de gevolgde reeks van behandelingen in tegenstelling staat tot de in de tech-25 niek gebruikelijke wijze.
De van te voren gemalen, gefractioneerde ijzeroxyde-ertspoeder wordt daarna in de derde trap aan zwaartekrachtsconcentrering onderworpen om de erts zodanig te raffineren dat dit de gewenste zuiverheid heeft. Voor dit doel kunnen verschillende zwaartekrachtsconcentreringstechnieken, zoals 30 tafelconcentrering, natte cycloonraffinage, flotatie (met inbegrip van flotatie onder druk) zware mediascheiding en een combinatie daarvan worden toegepast. Magnetische scheiding, die geen zvaartekrachtsconcentrerings-techniek is, kan als een hulpraffinagemethode in combinatie met een of meer van de bovengenoemde zwaartekrachtsconcentreringstechnieken worden toege-35 past. De in de zwaartekrachtsconcentrering toegepaste tafel of flotatietank kan bijvoorbeeld worden gemagnetiseerd teneinde de zwaartekracht of de op het poeder uitgeoefende opwaartse kracht te versterken. Andere technieken S» “ f\ t n U „ \J 1 £. / • V , -12- van zwaartekracht sconcentrering zijn wel bekend en de optimale techniek en werkomstandigheden kunnen daarvoor de vakman, afhankelijk van de deeltjesgrootte, de verdeling de samenstelling en andere eigenschappen van het ijzerertspoeder en de gewenste zuiverheid van het produkt, worden gekozen.
5 Vöor de zwaartekrachtsconcentrering kan het geklasseerde ijzerertspoeder worden behandeld met een zure oplossing, bij voorkeur met een pH van 5 of minder en met de meeste voorkeur U of minder. Men kan een bruikbare zuur-oplossing bereiden uit een anorganisch sterk zuur, zoals zoutzuur, fluor-waterstof, zwavelzuur of salpeterzuur of een mengsel daarvan. Gevonden is 10 dat een dergelijke zuurbehandeling van het ijzerertspoeder v66r het raffineren de verwijdering van ganggesteente uit de oppervlakken van de erts gemakkelijker maakt. Meer in het bijzonder zijn de oppervlakken van ijzerertspoeder gewoonlijk niet gelijkmatig en vele hebben kleine inhammen waarbij een aanzienlijk deel van de ganggesteentes, zoals kaoliniet en gibbsiet in 15 dergelijke uitsparingen zijn neergeslagen en daarin vastgezet met ijzeroxy-dekorrels. Het is derhalve moeilijk deze ganggesteente die in de uitsparingen zijn neergeslagen door zwaartekracht te concentreren. Na het behandelen met een zure oplossing kunnen dergelijke ganggesteenten in de uitsparingen betrekkelijk gemakkelijk daaruit worden verwijderd.
20 Aldus is het effekt van de zuurbehandeling de verzwakking van de bindingsterkte tussen de ij zeroxydedeeltjes en de ganggesteentes om de verwijdering van de ganggesteentes zodanig te vergemakkelijken dat praktisch geen chemische reacties daarbij worden betrokken.
Derhalve is de hierin toegepaste zuurbehandeling niet bedoeld om enige 25 chemische bewerking te bereiken.
Teneinde de verwijdering van ganggesteentes en het f lot eren van de verwijderde ganggesteentes in de zuuroplossing te versnellen heeft het de voorkeur de zuurbehandeling onder roeren in aanwezigheid van een of meer flotatiemiddelen uit te voeren. De flotatiemiddelen die aan de zuuroplos-30 sing kunnen worden toegevoegd omvatten opschuimmiddelen zoals denne-olie, MIBC, flonal en kamferolie; collectors zoals xanthaat, kerosine, erofloaat, trimethyldodecylammoniumchloride (TMDAC) en natriumoleaat; ganggesteentede-pressors zoals watervrije soda, kalk, natriumsilicaat en tannine; depressors zoals kalk, natriumcyanide en dichroomzuur; activatoren zoals koper-35 sulfaat, natriumsulfide en zwavelzuur en modificatiemiddelen zoals kalk, watervrije soda en zwavelzuur. De toevoeging van een schuimmiddel en eer. collector is bijzonder effektief.
De zuurbehandeling en de aansluitende zwaartekrachtsconcentrering & A / 5* "J '7 v ·>' v & y t/ -13- kunnen op verschillende wijze worden gecombineerd. Zo kan hetzij tafelcon-centrering of flotatie na de zuurbehandeling worden uitgevoerd. Haar keuze kan het met zuur behandelde erts door een combinatie van tafelconcentrering en flotatie in elke volgorde worden geraffineerd. In sommige gevallen kan 5 de zuurbehandeling gedurende de zwaartekrachtsconcentrering worden uitgevoerd. De zuurbehandeling kan bijvoorbeeld gelijktijdig met flotatie worden uitgevoerd door in een conditioneringstank van het flotatieproces een zuur aan de pulp toe te· voegen, of indien zowel tafelconcentrering als flotatie worden toegepast kan deze tussen de tafelconcentratie en de flotatie vice 10 versa worden uitgevoerd.
De zuurbehandeling wordt gewoonlijk gedurende 15-120 minuten voortgezet en duurt bij voorkeur 30-90 minuten bij kamertemperatuur.
Desgewenst kan een hogere temperatuur worden gebruikt.
Het ijzerertspoeder dat door zwaartekrachtsconcentrering of een com-15 binatie van een zuurbehandeling een zwaartekrachtsconcentrering is geraffineerd wordt tenslotte in de vierde trap fijngemalen waarbij men een sterk zuiver ijzeroxydepoederprodukt met de gewenste deeltjesafmeting verkrijgt.
Wanneer het produkt bedoeld is voor de vervaardiging van ferrietmagneten, dient de gemiddelde aftieting van het fijne ij zeroxydepoeder te worden ver-20 laagd tot 0,5-5,0 micrometer en is bij voorkeur 0,8-2,0 micrometer. Men kan elke gebruikelijke maalinrichting zoals een kogelmolen, een staafmolen, slijp-molen of vibratiemolen gecombineerd met een of meer klasseerders in de eind-maaltrap toepassen. Het volgens de werkwijze van deze uitvinding verkregen produkt heeft een hoge zuiverheid waarbij het gehalte van Si02 en AlgO^ is 25 verlaagd tot niet meer dan respectievelijk 0,3$ en niet meer dan 0,1$.
Tevens omvat de werkwijze geen chemische bewerking, zoals roosten van een chloride of sulfide van ijzer waardoor het gehalte van sulfaten en chloriden in het produkt verwaarloosbaar laag is. Aldus is het produkt in verschillende toepassingen met inbegrip van de vervaardiging van ferrietmagneten, de 30 bereiding van pigmenten en gereduceerd ijzerpoeder bruikbaar.
De werkwijze van de uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen weergegeven in fig. 2-7. In fig. 2 wordt een uitgangsmateriaal 1 bestaande uit een ijzeroxyde-erts, zoals een hoge kwaliteit hematiet (onder meer te vinden in Brazilië) en dat gewoon-35 lijk te voren in de mijn gewassen en/of gemalen, zodanig gekozen dat de totale hoeveelheid van de metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen U,5 en 5,5 [onzuiverheden (il) en tabel B] plus die welke in staat θ A C r? 9 - & _> V‘ ---> „ J .
--:---M
-1U- zijn een ijzerverbinding te vormen [onzuiverheden (lil) in tabel B] niet meer dan 1,5 gewichtsprocent, gebaseerd op het totale gewicht van ijzeroxy-de in het uitgangsmateriaal, is. In de gevallen dat de gemiddelde deeltjesgrootte of grootteverdeling van het uitgangsmateriaal 1 te breed of te 5 groot is om door de aansluitende zwaart ekracht s c one ent r ering te worden geraffineerd, wordt dit van te voren door een vöormaler 2 gemalen om de gemiddelde deeltjesafmeting tot tussen 20 en 200 micrometer te verminderen en daarna door een zeef 3 gepasseerd. De te grote deeltjes worden naar de maler 2 teruggevoerd. Het uitgangsmateriaal dat door de zeef is gepasseerd 10 wordt in een instelt ank U gevoerd waar de concentratie van de suspensie van het ertspoeder, dat in deze tank of elders is bereid wordt aangepast teneinde dit voor fractionering te optimaliseren. Bij sommige ijzerertsen, zoals poederertsen voor het pelletiseren, kan de voormaling worden weggelaten en kan het ruwe materiaal door de zeef 3 worden geleid teneinde 15 vreemd materiaal, zoals houtsnippers en buitengewoon grote ertsdeeltjes te verwijderen, of direkt in tank h zonder zeven worden ingevoerd.
De suspensie in tank U wordt daarna naar een natte klasseerder, zoals een natte cycloon 5, gevoerd die onder zodanige omstandigheden te werk wordt gesteld dat fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer uit het ertspoe-20 der worden verwijderd. Als eerder vermeld zal de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid van dergelijke fijne deeltjes storend werken op de aansluitende zwaartekrachtsconcentrering. Desgewenst kan de onderloop 5A van de cycloon 5 door een andere natte klasseerder, zoals een hydraulische klasseerder (niet weergegeven) worden gepasseerd teneinde de uitzonderlijke 25 grove deeltjes zoals die met een afmeting groter dan 250 micrometer te verwijderen. De verwijderde grove deeltjes kunnen dan naar de voormalen 2 worden teruggevoerd. De overloop 5B van de cycloon 5 (die fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer als mede grove deeltjes bevat) wordt in een sedimenta-tietank 6 ingevoerd (bijvoorbeeld een kegelklasseerder) teneinde betrekke-30 lijk grove deeltjes met een diameter groter dan 10 micrometer in de onderloop 6a te winnen, die met de onderloop 5A van cycloon wordt gecombineerd.
De overloop 6B van de sedimentatietank 6 wordt als afvalslib behandeld. ' -
Aan de suspensie van de gecombineerde stromen 5A en 6a die betrekkelijk grove ertsdeeltjes bevatten en die nagenoeg vrij zijn van deeltjes 35 kleiner dan 10 micrometer, worden toevoegsels Ί, die gewoonlijk in het natte zwaartekrachtsconcentreringsproces worden toegepast, toegevoegd. Zo kan men kalk of een ander basisch materiaal in een voldoende hoeveelheid om de 8 0 r -15- pH van de suspensie (die gewoonlijk zwak zuur is) in het traject van 6-10 in te stellen gebruiken, terwijl een collector, zoals kerosine en/of een vetzuur of een zout daarvan (bijvoorbeeld natriumoleaat) aan de suspensie kunnen worden toegevoegd. De suspensie wordt daarna in een roertank 7 ge-5 roerd en daarna naar een rafelconcentrator 9 gepasseerd waar de ertsdeeltjes in de suspensie worden gescheiden in het concentraat 9A en het afvalslib 9B. Het type toegepaste tafelconcentrator kan worden gekozen afhankelijk van de deeltjesafmeting van het erts. Zo is een Jamestafel geschikt ten gebrui-ke bij het concentreren van betrekkelijk fijne deeltjes die variëren van 10 ongeveer 10 tot ongeveer 150 micrometer terwijl een Wilflaytafel, bij het concentreren van grovere deeltjes van ongeveer 30 tot ongeveer 250 micrometer of meer bruikbaar is. Het concentraat 9A bij de tafelconcentrator, dat aanzienlijk verlaagde hoeveelheid onzuiverheden bevat, in het bijzonder met betrekking tot het SiO^ en Al^O^, wordt desgewenst naar een eindmaler 15 13 gepasseerd nadat het is gewassen met water in een wastank 10. De wasvloei-stof 1QB die uit de wastank 10 wordt afgevoerd kan zonodig met een zuur of een base 11 worden geneutraliseerd in een neutralisatietank 12 alvorens deze naar de afvalwaterbehandelingsfabriek worden gevoerd. De eindmaling van het omgewassen of het gewassen concentraat 9A of 10A kan met een ge-20 bruikelijke eindmaler bijvoorbeeld een Attitor of Tower Mill -(beide handelsnamen) worden uitgevoerd, waardoor de deeltjesafmeting van de geraffineerde deeltjes wordt verkleind tot die welke geschikt is voor het beoogde doel. De gemalen einddeeltjes worden daarna via een klasseerder 1^ zoals een Eakinsklasseerder gefractioneerd en de overloop (onderafmeting) 1^A 25 wordt naar een cycloon 15 gepasseerd waarin deze verder wordt gefractioneerd. De overmaat 1hB van de klasseerder ih wordt naar de eindmaler 13 tezamen met de overmaat 15B van de cycloon 15 teruggevoerd. De overloop of ondermaat 15A van de cycloon 15 wordt naar een verdikker 16 gepasseerd en daarna naar een dehydratator 17 (bijvoorbeeld een bandfilter). De gedehy-30 drateerde koek wordt tenslotte bij 18 gedroogd en levert het gewenste fijne poederprodukt 19 bestaande uit zeer zuiver ijzeroxyde.
Zoals aangegeven door de stippellijnen in fig. 2 kan de raffinage door zwaartekraehtsconcentrering door flotatie in plaats van door tafel-concentrering bij de tafel 9 of in combinatie met de tafelconcentrering vor-35 den uitgevoerd. In het eerste geval wordt de uit de roertank 8 afgevoerde suspensie in een flotator 20 gevoerd na te zijn gepasseerd door een condi-tioneringstank (niet weergegeven) en gescheiden in het concentraat 20A
G Λ .·*> »7 V !*. v £ / -16- (bodemlaag) en restslib 20B (bovenschuimlaag).
Aan de suspensie in de conditioneringstank of flotator worden verschillende flotatiemiddelen als boven vermeld toegevoegd. Bijvoorbeeld kan een calciumverbinding, zoals Ca(0H)2 in een voldoende hoeveelheid om de pH 5 binnen een zwak alkalisch gebied van 9-10, bij voorkeur 9,5-9,6 te houden worden toegevoegd om de Si02 ganggesteentes door calciumionen te activeren, terwijl een collector zoals een vetzuur of een zout daarvan (bijvoorbeeld natriumoleaat) en/of een amine, alsmede een ijzerdepressor zoals zetmeel in de volgende hoeveelheden per ton van de ertsdeeltjes in de suspen-10 sie kan worden toegevoegd:
Natriumoleaat: 100-300 g/t
Amine : 200-400 g/t
Zetmeel : 50-150 g/t
Het concentraat 20A wordt daarna desgewenst via de wastank 10 naar 15 de eindmaler 13 gevoerd en als bovenbeschreven verwerkt. Wanneer zowel de tafelconcentrering als flotatie worden toegepast kan het concentraat 9A uit de tafelconcentreerder 9 in de flotator 20 worden ingevoerd. Hoewel het minder de voorkeur heeft kan de volgorde van deze raffinagebehandelingen worden omgekeerd door eerst de flotatie uit te voeren en het concentraat 20 20A van de flotator naar de tafelconcentrator 9 te passeren.
Bij de flotatie is het nogal moeilijk de grove ganggesteentedeeltjes met een diametergrootte van ongeveer 250 micrometer te isoleren. Het heeft derhalve de voorkeur dergelijke deeltjes in de voorafgaande fractionering en/of tafelconcentrering te verwijderen. Desgewenst kan de tafelconcentre-25 ring in de bovengenoemde werkwijze worden uitgevoerd nadat de ertsdeeltjes in twee groepen zijn verdeeld, namelijk fijne en grove, als weergegeven in fig. 3 en 4.
In de uitvoeringsvorm van fig. 3 wordt de onderloop 5A van de cycloon 5 door een hydraulische klasseerder 21 gepasseerd. De onderloop 21A 30 van de klasseerder 21 wordt naar een sedimentatietank gepasseerd, terwijl de bovenloop 21B wordt gecombineerd met de bovenloop 5B uit de cycloon 5 en naar een sediment at iet ank gepasseerd. De bovenlopen 6b en 22B van de twee tanks 16 en 22 worden afgevoerd als restslib. De onderloop βΑ van de tank 6 die fijnere deeltjes dan de onderloop 22A van tank 22 bevat wordt direkt 35 geraffineerd door een Jamestafelconcentrator 23, terwijl de onderloop 22A van de tank 22 door een Wilflaytafel 24, na toevoeging van geschikte toevoegsels 7 en roeren in een roertank 8, wordt geraffineerd. Hoewel niet weergegeven kunnen de concentraten 23A en 24a uit de twee tafelconcentra- srnc P 1 W v V u*i v lui ê -IT- tors worden gecombineerd en tezamen naar de volgende trap worden geleid, zoals de flotatie of de eindmaling. Naar keuze kan zoals aangetoond alleen het concentraat 23A uit de Jamestafel 23 verder worden geraffineerd door een flotator 20, waarna het concentraat 20A hij de flotator wordt gecombi-5 neerd met dat (2^A) van de Wilflaytafel 2b en naar de eindmaaltrap wordt gepasseerd. In fig. k worden de onderlopen 5A en 6a uit respectievelijk de cycloon 5 en sedimentatietank 6 afzonderlijk geraffineerd met een Wilflay-tafel 2b en een Jamestafel 23 na toevoeging van geschikte toevoegsels aan elke stroom en roeren daarvan in roertank 8 of 8'. De concentraten 23A en 10 2bA. uit deze tafelconcentrators 23 en 2b kunnen worden gecombineerd en als weergegeven naar de eindmaaltrap vervoerd. Naar keuze kunnen deze concentraten op een andere wijze als bovenbeschreven met betrekking tot fig. 1 worden verwerkt. Als eerder vermeld kunnen de gefractioneerde ertsen met een zure oplossing worden behandeld voor of gedurende de zwaartekrachts-15 concentrerxng teneinde de verwijdering van ganggesteentes uit de ijzer-deeltjes te vergemakkelijken, en in dergelijke gevallen wordt de aansluitende zwaartekrachtsconcentrering zoals tafelconcentreringen en/of flotatie onder zure omstandigheden uitgevoerd, in tegenstelling met de gebruikelijke zwak alkalische omstandigheden als bovenvermeld. Een dergelijke zuur-20 behandeling kan in de roertank 8 in de werkwijze weergegeven in fig. 2 worden uitgevoerd en de toevoegsels 7 die aan de suspensie in de roerder zijn ingevoerd omvatten een sterk zuur en naar keuze een of meer flotatiemid-delen zoals een schuimmiddel, collector, ganggesteentedepressor, depressor, activator en/of modificerend middel als boven vermeld.
25 Het zuur wordt bij voorkeur in een zodanige hoeveelheid toegevoegd dat de pH van de suspensie tot ca. 5 wordt verlaagd en bij voorkeur niet boven U uitkomt. De verblijftijd van de zuurhoudende suspensie in de roerder ligt algemeen tussen 15 en 120 minuten en loopt bij voorkeur tot 30 tot 90 minuten. Een dergelijke zuurbehandeling kan op andere geschikte stromen 30 in de werkwijze worden uitgevoerd; bijvoorbeeld kan het concentraat 9A uit het tafelconcentraat 9 op dezelfde wijze aan een zuurbehandeling worden onderworpen.
Wanneer de ertsdeeltjes worden behandeld met een zuur voorafgaande aan of gedurende de zwaartekrachtsconcentrering dienen de ertsdeeltjes ir.
35 het concentraat, dat uit de raffinagetrap wordt afgevoerd, met water te worden gewassen teneinde het zuur van de oppervlakken daarvan te verwijderen. Als weergegeven in fig. 2 wordt het concentraat 9A en 20A van de tafel- £> Π fz ··-. " V, V ν'» j λ -18- concentrator 9 of flotator 20 in een was tank 10 ingevoerd, waar de geraffineerde deeltjes onder roeren grondig worden gewassen met water en het gewassen concentraat 10A gepasseerd naar de eindmaler 13. De wasvloeistoffen 10B uit tank 10 afgevoerd worden naar een neutraliseringstank geleid waar 5 zij door toevoeging van een base 11, zoals kalkmelk worden geneutraliseerd alvorens zij naar de afvalwaterbehandelingstrap worden gevoerd (niet weergegeven) .
Verschillende soorten restslib die in de werkwijze worden geproduceerd en die de overlopen ÖB en 20B van de sedimentatietanks en de was-10 vloeistoffen 10B alsmede restslibmaterialen 9B, 20B, 23B en 2l+B van de ta-felconcentrators of de flotator omvatten kunnen worden gecombineerd en naar een hydratator of filter worden gevoerd. De filterkoek kan men gebruiken voor het maken van staal (bijvoorbeeld bij de bereiding van gesinterde ertsen), terwijl het afgevoerde water dat· zeer fijne deeltjes bevat naar 15 de werkwijze kan worden gerecirculeerd.
Er zijn vele variaties bij de uitvoering van de boven vermelde zuurbehandeling en de zwaartekrachtsconcentratiebehandelingen als weergegeven in fig. 5-7· In fig. 5 wordt een sterk zuur, zoals zwavelzuur, aan de suspensie van geklasseerde ertsdeeltjes die daarin aanwezig is of die door de 20 roertank 8 wordt geleid toegevoegd in een hoeveelheid die voldoende is om de pH van de suspensie tot ongeveer 5 of minder te doen verlagen, terwijl tevens denne-olie en TMDCA in effektieve hoeveelheden als flotatiemiddel daaraan worden toegevoegd. De suspensie wordt dan in de tank 8 gedurende een voldoende periode geroerd waardoor deze in een lagere ertslaag 8a en 25 een bovenste ganggesteente-bevattende schuimlaag 8B wordt gescheiden.
De onderste ertslaag 8A wordt naar een tafelconcentrator 9 gepompt, waar de zwaartekrachtsconcentrering van de ertsdeeltjes onder invloed van flo-tatiemiddelen tot stand wordt gebracht. Het concentraat na wassen met water wordt naar de eindmaaltrap gericht. In de uitvoeringsvorm van fig. 6 30 die een combinatie van zuurbehandeling en flotatie illustreert wordt alleen een sterk zuur aan de suspensie in de roertank 8 toegevoegd. Nadat de suspensie daarin een voldoende tijd is geroerd werd de suspensie uit de bodem van de tank 8 afgevoerd en via een conditioneringstank 20’ gepompt naar een flotator 20. Denne-olie wordt aan de conditioneringstank 20' en TMDAC aan 35 de flotator 20 toegevoegd. In de flotator 20 wordt de suspensie gescheiden in een concentraat 20A en restslib 20B (schuimlaag).
Zoals in fig. 7 aangetoond kan de zuurbehandeling worden gecombi- ü A *- - r*. -
^ 'J J
-19- neerd met zowel tafelconcentrering als flotatie. ff adat de suspensie in een roertank. 8 met zuur is geroerd wordt deze door een tafelconcentrator 9 geraffineerd en het concentraat 9A van de concentrator wordt aan flotatie onderworpen, zoals in fig. 6, door dit door een conditioneert ank 20’ naar 5 een flotator 20 te voeren. Desgewenst kan eventueel ook een sterk zuur aan de conditioneringstank 20' tezamen met denne-olie worden toegevoegd.
Onder de uitvoeringsvormen van fig. 5-7 heeft de procedure van fig. 5 de meeste voorkeur wat betreft het raffinage-effekt en het aantal bewerkingen. Andere variaties zullen aan de vakman duidelijk zijn.
10 Pig. 8(a) - 8(d) tonen de samenhang tussen de produktkwaliteit {% Si02 en % A^O^) en de pïï van de suspensie in de zuurbehandeling onder toepassing van de verschillende aangegeven zuren. Het in de proeven toegepaste proces was gelijk aan dat van fig. 2, waarin het erts, behandeld met een zuuroplossing in de tank 8, wordt geraffineerd door tafelconcentrering 15 als aangetoond in fig. 5. De zuurbehandeling werd uitgevoerd bij een suspen-sieconcentratie van 10 gewichtsprocent gedurende 60 minuten bij kamertemperatuur onder roeren met 50-80 toeren per minuut. De aan de suspensie toegevoegde flotatiemiddelen waren denne-olie [150 g/t in (a), 200 g/t in (b) en (c) en 130 g/t in (d)j en TMDAC [230 g/t in (a), 250 t/t in (b) en (c) 20.en 200 g/t in (d)]. Zoals uit deze grafieken duidelijk is kan de gewenste hoge kwaliteit van het produkt gemakkelijk door de zuurbehandeling bij een pH-waarde beneden 5 en bij voorkeur beneden 1 worden verkregen.
In de gevallen dat de zuurbehandeling van het erts wordt toegepast heeft het de voorkeur dat het binnenoppervlak van de tafelconcentrator en 25 de flotator (met inbegrip van de conditioneringstanks) met rubber wordt gevoerd teneinde aantasting door zuur en de zware ijzerertsdeeltjes tegen te gaan.
De volgende voorbeelden geven specifieke illustraties van de uitvinding. Het is echter duidelijk dat de uitvinding niet tot de in deze voor-30 beelden gegeven bijzonderheden beperkt is. In de gehele beschrijving zijn alle percentages in gewicht tenzij anders aangegeven.
Voorbeeld I
Een speculiet-type hematieterts van hoge kwaliteit dat voorkomt in Brazilië en verkrijgbaar is als een pelletvoeding in poedervorm werd als 35 uitgangsmateriaal toegepast ter bereiding van het fijne ijzeroxydepoeder volgens de werkwijze van fig. 2 zonder voorafgaande maling. De tafelconcentrering werd uitgevoerd met twee concentrators, een Jamestafel en een - r. - „ *>;?] c- -? -20-
Wilflaytafel, waarbij alleen het concentraat van de Jamestafel vervolgens aan de flotatie als aangegeven in fig. 3 werd onderworpen. Het concentraat van de flotator werd gecombineerd met dat van de Wilflaytafel en naar een eindmaler als weergegeven in fig. 3 gevoerd,. De samenstellingen en de ge-5 middelde deeltjesafmeting (APS) van het uitgangsmateriaal en het produkt worden in tabel C aangegeven» tezamen met de "hoeveelheid" van het uitgangsmateriaal waarin de "hoeveelheid" de waarde betekent berekend uit de voornoemde formule, d.w.z. [(il) + (III)]/(IV) x 100, waarin (il), (lil) en (IV) als boven zijn gedefinieerd.
10 Tabel D toont de deeltjesgrootteverdeling van het uitgangsmateriaal 1, de erts voor en na de twee tafelconcentrators, d.w.z. niet-geraffineer-de ertsen 22A, 6a en concentraten 2kk, 23A, het concentraat 20A van de flotatie en het produkt 19 na de eindmaling.
Uit tabel C kan men de zuiverheid van het produkt met de specifica-15 ties gedefinieerd in JIS-K-lii62 onder klasse 3 waarnemen. Het produkt had uitstekende magnetische eigenschappen en wel als volgt: Br (G) U200,
Hc (Oe) 22h0, en (BH)m MGO U.10. Tabel D toont dat beide typen geklassifi-ceerde erts 22A en βΑ die in de tafelconcentrators waren ingevoerd nagenoeg vrij waren van fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer.
η n r* ~ f. 9 7 -21- CQ O ΙΛ CU -=f < T- g *- -=r ^ „ on 3 " - 'Si
CU
λ2
H
(U ^ 0^1¾¾.
ijj ° £ r- ιο, -=r CM on on Γ> 0 V " " " Λ _ a g>icni-oot-a 33 w cm <u VQ w on <- o ö ^ o o o §
^ # CM « " U
!ïO un 1Λ CO j-cs m \ n " w u ” "
sa ( 00 O O ^ O *H
0 on T- * o o o - aj 5 0 o o ,r< ^ r- t- ιλ σ\ O "M » *> Λ „ 03 I— on co r- o ' fn i ^ <2
9 ~ ” '.H
1 o o g
ri Q M
u o <- w w cg \o c Φ A Λ Λ A Λ Λ ·Η j jcmoocm+j-ovqco « > <Μ *“ Η Ά VO W ^ ύ Ο Ο ?
cq ο " * PQ ÏJ
” S3 Ο Ο g -g, 5* <£ ^
^ CM Ον ΟΟ Ο OS OV
ρ . C_j ο λλλλλλ 0 =η (Ylc-COCOOO\t— Ο Ό ·> cm on _=t- on -=f vo ί +3
on co io\ S
O ON Ο κ CM " * ö I- η oi t- on o\ a) pP η η ft ft A Λ £·,
να co o un o t— co (U
irv , <- ia ω vo οι n > CM T— r- < ° o * * e
CQ I
o 9 CM CM O CM T- 0\ C— Λ ^ A ft A A A A s ,
ro r- o + IA CO CM 0\ 4 (Ο M
O O - .¾ CM * * 5
^ σν ov m I
S fl ω _i —( <£ —. 03 ö S W ^ C «
aj ί oj <1 o G
•Η ·Η — <i -=f ' · CM -P
JU C, VO CM < - 0 0 S — — on —' «
JJ 4J 0 CM Φ OV H
oj gj h ra >» w .h t- ,<u rf g U fl) dj -P —^ M CQ iH Ë r-t CQ aJ *rn SO +5 ÖQ ·ι-Ι 3 <+-, 0 +3 P ·Η II § * ^ d i ^ * bO-5 bQ G G IS <n> h ω •PO -P 'O \0 O Ö
.,-1 C, *r4 VO \0 aJ cö O Sh IK
3a, p > > is 3 S3 CU
: . :: 7 -22-
Voorbeelden ΓΙ-V
De procedure als beschreven in voorbeeld I werd herhaald met de verschillende ijzeroxyde-ertsen als uitgangsmateriaal. In het bijzonder waren de toegepaste uitgangsmaterialen van hoge kwaliteit hematieterts gelijk aan 5 die toegepast in voorbeeld I (II), van hoge kwaliteit magnetieterts (voorbeeld III), magnetietzand (voorbeeld IV) en betrekkelijk lage kwaliteit magnetieterts (voorbeeld V). Voorbeelden IV en V zijn vergelijkings'voorbeelden. De samenstelling en de gemiddelde deeltjesafmetingen (micrometer) van elk uitgangsmateriaal en produkt worden samengevat in tabel E met de . 10 "hoeveelheden” van de uitgangsmaterialen.
Zoals uit de resultaten van tabel E duidelijk is kan men wanneer de hoeveelheid van het als uitgangsmateriaal toegepaste erts groter is dan 1,5# geen zwaartekrachtsconcentrering met een bevredigend raffineringsef-fekt bereiken en de zuiverheid van het produkt voldoet niet aan de JIS speci-15 ficaties. In tegenstelling daarmede waren de produkten verkregen uit een uitgangsmateriaal met de "hoeveelheid" van 1,5# of minder· bevredigend geraffineerd. Meting van de magnetische eigenschappen van het produkt II toonde resultaten vergelijkbaar met die van het produkt van voorbeeld I.
Γ Γ? (\ ? 1 O 7 '»* ^ ιύη v.7 sum a -23- ltsji.ils.ijit' EÜ ΟίΛΟνΛΟ1001*"* rf *. VO ·« Ο «- If) » ^ ιΗ ^ ιΗ ι—J <Η ·Η , r-i
<ΰ OP OP OP ê OP
vo I if) I VO I vo I
r> *W *·.
^¾. <D *ri q _j _J ^ . O Q) w 3 53 <D_____ so -——--- w . ^ £\t fO ^ M cn 5 1 ' ' ' pT r^' cT o‘ B* ro vo
Sn Ö O I I I I I 1 u — Ü o o in co ov O inn coH^^oo £J *n— «J ·— · - ^ *· ^ * S oooooooo p{ O oovoifivor^o'3'
<3 · θ'" ο " 0~~ O r-1 Ι-Γ rH H
VO CM
Ο ο o cm cm S ο ο ο o ta _ m Qo m vn in o *o O cm o ^ ο σ\ *-j_ o_ o
^ r-f* , iH o’ o' O m O CM O
m < a? «al cm in o in cm
_ O lOrHOCMPnCMOCM
^ to I—iocno^ocoo
O cn m cn I—I
S a\ o ® o
i—( r-l CM
m no _ _ , _ O ocnmocMO^o_ vo aT1 ιη<τι«3·®θΓ^<5Γ^ tu OVOV®ffl®®VOP- II I 1
0) 0 0 <D
+3 P P -iJ
X} cd cd cd Λ
H S δ S S
0 ot m m ω 0 ωρ&ο pm p M p "2 § H ^ Ö H ^ § r-l ^ irj ^ O M cd Ό M cd d M «! «d&ocd ”τ3
O p cd O P cd O p cd Oped O
·Η «Η & Ή ·Η S-i >rl ·Η «Η ·Η Ση
D k 0η S k (1.:3¾ CUjk PU
Ü Μ £ > ^ a__μ μ__n >
autpuxqjrajf- aupcL'xtstf.xsA
_1__ / 0 - Λ ο ο 07 V' -· W' -» »-“· -2k-
Voorbeeld VI
Teneinde het effekt van de deeltjesgrootte van het erts dat aan zwaartekrachtsconcentrering wordt onderwonen, op de raffinage te bestuderen werd een hematiet ijzererts van hoge kwaliteit tot verschillende 5 deeltjesgrootte gemalen en door flotatie onder dezelfde omstandigheden na fractionering geraffineerd. De Fe,^ en Al^O^ gehaltes in het geraffineerde erts en het uitgangserts worden in de onderstaande tabel F aangegeven.
TABEL F
(gew.$) 10 APS Grootteverdeling Fe2^3 SiO^ Al^O^ A 150 10 250 urn . 99,62 0,09 0,08 B 5 /um 0,5 20 ^um 95,6b 0,98 0,85
Ruwe erts v66r flotat-ie 95,73 0,95 0,88
Het uitgangsmateriaal in proef B met een APS van 0,5 micrometer, dat 15 een aanzienlijke hoeveelheid van fijne deeltjes kleiner dan.10 micrometer bevatte, kon niet door flotatie bevredigend worden geraffineerd.
Voorbeeld VII
Fijn ijzerertspoeder werd verkregen uit een poedervormige hoge kwaliteit hematieterts volgens de werkwijze van fig. 2. In dit voorbeeld werd 20 de zuurbehandeling uitgevoerd door zwavelzuur in de roertank 8 in fig. 2 aan de suspensie toe te voegen. De zuurbehandeling (uitgevoerd bij pH 2) en de aansluitende zwaartekracht sconcentrering werden op 3 wijzen, als weergegeven in de fig. 6, J en 8, uitgevoerd. Meer in het bijzonder waren de drie methoden (1) zuurbehandeling in aanwezigheid van denne-olie en 25 TMDAC—* tafelconcentrering (fig. 6), (2) zuurbehandeling—* flotatie (fig. 7) en (3) zuurbehandeling-* tafelconcentrering —* flotatie (fig. 8). Het gefractioneerde poeder dat in de roertank werd ingevoerd had een gemiddelde deeltjesafmeting van ongeveer kO micrometer en bevatte minder dan 2l fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer. De samenstellingen en 30 de gemiddelde deeltjesgrootte van het ruwe materiaal en de produkten worden samengevat in de nu volgende tabel G. Alle produkten hadden bevredigende magnetische eigenschappen zoals blijkt uit tabel H.
Voorbeeld VIII
Een hematietertspoeder van hoge kwaliteit met een gemiddelde deeltjes- b Ü Ü i 'ó d, 7 -25- grootte in het gebied ran k0-60 micrometer, dat 97,5% Fe^O^» 1% Si0^ en \% AlgO^ bevatte, werd gefractioneerd in een natte cycloon ter verwijdering van fijne deeltjes kleiner dan 10 micrometer. Het gefractioneerde poeder werd in een opbrengst van ongeveer 79% als de onderloop, die 0,6 van 5 elk SiOg en AL,03 bevatte, gewonnen.
Aldus had de fractionering een aanmerkelijk raffinage-effekt op het erts.
Als boven beschreven kan volgens de werkwijze van deze uitvinding zeer zuiver fijn ijzeroxydepoeder worden verkregen dat voldoet aan de kwa-10 liteitseisen als gedefinieerd in JIS-K-1^62 onder klasse 3.
Hoewel de uitvinding is beschreven door middel van voorkeursuitvoe-ringsvormen is het duidelijk dat variaties en modificaties bruikbaar zijn zonder buiten het kader van de uitvinding als gedefinieerd in de volgende conclusies te vallen.
Ü ;!· 0 2 3 2 7 -26- ö ^ 0 ·Η bO <u Φ vo P* 00 Ö Λ ft · · ‘d , 0 · 01 01 O' ft 0 O ·Η ·Η ·Η 0 > II Ou &» Gd
S O
ft o O S3 S , S Ë. I; i, 4 w a.
f, ft ifl tfl ui bó < o — — ^
i—I Ή iH
§ ve r> oo bo . . · ö ; σι οι oi
Cl Γ" If) I—I ·Η ·Η ·Η ·Η Ο cm ο Η Η -gbbfa CM O O O O g
Vu *v g CJ , O O O O ft ' o Π H CM r-4 —> • O O O o O (1) flj ·— ft~- —. g O co rH cn
UOOOO Λ r-l i—( CM
33 C3 · · · OS ·<*·<* *3· ~\ ^w o tn ir> in O m m m m C — — ~ S o o o o o o o
O <D VO O CM
1 a O H H H
«a· ^ m cm en po m O o.ooo ft O' *— ^ ^ ->
S o o o o M
pq — o o o < ju O in m r*
Cl 00 M» f' ΙΛ ffl W rH r-l iH
O 01 . O O O Η «3'^Γ^Τ
O CM
iH O O O O
ft <
v N
® CM O O 'O CM
< 2 °L "i. ~ w m
E^ COhoOO
ft ft ft s I i m ,h in o .» ooo O O m I—| r—I Jh Sh Vu CM > *«——··“ ft ft ft φ Γ"* οι οι oi
Gd οι οι οι oi %
rH
CÖ CÖ
*H
U
<ΰ 1β 'ï- cu "en g .ww w.
m bO ft ft ft § lil bD >π <o Ό
-p OOO
•H ft ft ft a ft ft ft 63 0 2 8 2 7

Claims (19)

1. Werkwijze τοογ het "bereiden van fijn ijzeroxydepoeder Tan hoge zuiverheid uit een ijzeroxyde-erts, bestaande uit de volgende trappen: (a) men gaat uit van een uitgangsmateriaal bestaande uit een ijzer-oxyde-erts of mengsel daarvan in de vorm van v66rgemalen poeder, waarin de 5 totale hoeveelheid metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen k,5 en 5,5 en/of die met een ijzeroxide dat in het uitgangsmateriaal aanwezig in een ijzerverbinding kunnen worden omgezet niet groter is dan 1,5 gewichtsprocent, gebaseerd op het totale gewicht van de daarin aanwezige ijzeroxyden; 10 (b) men onderwerpt het ijzerertspoeder aan een fractionering onder zodanige omstandigheden dat fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer uit het ertspoeder worden verwijderd, (c) men raffineert het gefractioneerde poeder door middel van zwaar-tekrachtsconcentrering; en 15 (d) men maakt het geraffineerde poeder om de deeltjesafmeting tot het gewenste niveau te verlagen. 2« Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de totale hoeveelheid metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen U,5 en 5,5 en/of die met een ijzeroxyde dat in het uitgangsmateriaal aanwezig 20 is in een ijzerverbinding kunnen worden omgezet, niet groter is dan 1,3 gewichtsprocent, gebaseerd op het totale gewicht van de daarin aanwezige ijzeroxyden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid ijzeroxyden in het uitgangsmateriaal tenminste 90 gewichtsprocent is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat de gemiddelde deeltjesafmeting van het vSorgemalen uitgangsmateriaal in het gebied van 20-200 micrometer ligt.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitgangsmateriaal wordt gekozen uit hematiet, magnetiet en mengsels daarvan.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het uitgangsmateriaal hematiet is.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het door de fr-i ·-tionering in trap (b) verkregen poeder tot 15 gewichtsprocent fijne deel* ··_ kleiner dan een diameter van 10 micrometer bevat. 35 8· Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het door de 3302327 -28- fractionering in trap (b) verkregen poeder tot 5 gewichtsprocent fijne deeltjes kleiner dan een diameter kleiner dan 10 micrometer bevat.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fractionering in trap (b) onder zodanige omstandigheden wordt uitgevoerd dat tevens grove 5 deeltjes groter dan een diameter van 250 micrometer tezamen met fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer worden verwijderd.
10. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de raffinage in trap (c) wordt uitgevoerd door middel van hetzij fafelconcentrering of flotatie of een combinatie daarvan.
11. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in trap (b) verkregen gefractioneerde uitgangsmateriaalpoeder aan een zuurbehandeling wordt onderworpen door het poeder onder te dompelen in een zure oplossing voorafgaande aan of gedurende, de raffinage in trap (c).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de zure oplos-15 sing een pH van niet meer dan 5 heeft.
13· Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zure oplossing een pH van niet meer dan ^ heeft. 1^. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de zuurbehandeling onder roeren in aanwezigheid van een of meer flotatiemiddelen wordt 20 uitgevoerd. 15* Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de zuurbehandeling wordt uitgevoerd waarna het poeder door tafelconcentrering wordt geraffineerd,
16. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het fijne ijzer- 25 oxydepoederprodukt tenminste 98,5 gewichtsprocent ijzeroxide bevat.
17· Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de SiOg- en AlgO^-gehaltes van het fijne ijzeroxydepoeder respectievelijk niet groter zijn dan 0,3$ en 0,1 gewichtsprocent.
18. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het fijne ijzer-30 oxydepoederprodukt verkregen na de eindmaling in trap (d) een gemiddelde deeltjesafmeting heeft die voor gebruik bij de vervaardiging van ferriet-magneten geschikt is.
19· Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de gemiddelde deeltjesgrootte van het ijzeroxydeprodukt in het traject van 0,5 tot 5,0 35 micrometer, bij voorkeur in het traject van 0,8 tot 2,0 micrometer ligt.
20. Werkwijze voor het bereiden van ijzeroxydepoeder met een hoge zuiverheid uit een hematieterts omvattende de volgende trappen: 8 0 £97 V v v μ. V s=. / -29- (a) men gaat uit van een hematiet ruw ertsmateriaal in de vorm van voorgemalen poeder waarin de totale hoeveelheid van metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen 5 en 5,5 en/of die met een ijzer-oxyde datin het uitgangsmateriaal aanwezig is in een ijzerverbinding kunnen 5 worden omgezet, niet groter is dan 1,5 gewichtsprocent, gebaseerd op het totale gewicht van de daarin aanwezige ijzeroxyden; “ (b) men onderwerpt het hematietpoeder onder zodanige omstandigheden aan fractionering dat fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer uit het ertspoeder worden verwijderd; 10 (c) men raffineert het gefractioneerde poeder door middel van zwaarte kracht sconcentrering en (d) men maalt tenslotte het geraffineerde poeder om de deeltjesafme-ting tot het gewenste niveau te verlagen.
21. Werkwijze voor het produceren van fijn ijzeroxydepoeder van hoge 15 zuiverheid uit een ijzeroxyde-erts, omvattende de volgende trappen: (a) men gaat uit van als uitgangsmateriaal een ijzeroxyde-erts of een mengsel daarvan in de vorm van een voorgemalen poeder waarin de totale hoeveelheid metaaloxyde-onzuiverheden met een soortelijk gewicht tussen k,5 en 5,5 en/of die met een ijzeroxyde aanwezig in het uitgangsmateriaal in een 20 ijzerverbinding kunnen worden omgezet, niet groter is dan 1,5 gewichtspro-cent, gebaseerd op het totale gewicht van de daarin aanwezige ijzeroxyden; (b) men onderwerot het ijzerertspoeder aan fractionering onder zodanige omstandigheden dat fijne deeltjes met een diameter kleiner dan 10 micrometer uit het ertspoeder worden verwijderd; 25 (c) men behandelt het gefractioneerde poeder met een zuuroplossing met een pH 5 of lager alvorens of gedurende de aansluitende raffinagetrap, (d) men raffineert het poeder door middel van zwaartekrachtsconcen-trering en (e) men maalt het geraffineerde poeder om de deeltjesafmeting tot 30 het gewenste niveau te verlagen,
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de zuurbehandeling in trap (c) onder roeren in aanwezigheid van een of meer flotatiemid-delen wordt uitgevoerd.
23. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de pH van de 35 zuuroplossing k of lager is. 2h. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het poeder na de zuurbehandeling in trap (c) door tafelconcentrering in trap (d) wordt geraffineerd. 8 5 0 2 £ 'L 7
NL8502827A 1984-10-16 1985-10-16 Werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder. NL8502827A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP21656684 1984-10-16
JP59216566A JPS6197135A (ja) 1984-10-16 1984-10-16 フェライト用酸化鉄の製造方法
JP4794685 1985-03-11
JP4794685A JPS61205628A (ja) 1985-03-11 1985-03-11 フエライト原料用酸化鉄
JP17390985 1985-08-07
JP17390985A JPS6236025A (ja) 1985-08-07 1985-08-07 フェライト用酸化鉄の製造方法

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502827A true NL8502827A (nl) 1986-05-16

Family

ID=27293138

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502827A NL8502827A (nl) 1984-10-16 1985-10-16 Werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4697744A (nl)
BR (1) BR8505109A (nl)
DE (1) DE3536735A1 (nl)
NL (1) NL8502827A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE69019176T2 (de) * 1989-01-21 1995-12-07 Sumitomo Electric Industries Verfahren zur Herstellung eines supraleitenden Wismutoxid-Drahtes.
US5030332A (en) * 1990-04-19 1991-07-09 Massachusetts Institute Of Technology Method for making magnetic oxide precipitates
WO2008077849A1 (en) * 2006-12-22 2008-07-03 Akzo Nobel N.V. Amine formulations for reverse froth flotation of silicates from iron ore
CN101780433B (zh) * 2010-01-12 2012-05-09 北京科大国泰能源环境工程技术有限公司 一种高磷赤铁矿中磷元素和铁元素流态化分离方法及装置
EP2897735A1 (en) * 2012-09-14 2015-07-29 Velerio, Thomas A. System and method for iron ore byproduct processing
JP5880488B2 (ja) * 2013-06-17 2016-03-09 住友金属鉱山株式会社 ヘマタイトの製造方法、並びにそのヘマタイト
US10099940B2 (en) * 2014-04-21 2018-10-16 Prince Erachem Inc. Method of producing electrolytic manganese dioxide with high compact density and electrolytic manganese dioxide produced therefrom
WO2017127704A1 (en) * 2016-01-21 2017-07-27 Mlinar Matthew Albert Cationic flotation of silica and apatite from oxidized iron ores at natural ph
CN109292921A (zh) * 2018-10-15 2019-02-01 太平洋水处理工程有限公司 一种用于自来水处理的重介质粉的配方及使用方法
CN110759386A (zh) * 2019-11-26 2020-02-07 东北大学秦皇岛分校 一种铁尾矿为原料的α-Fe2O3纳米光催化材料的制备方法
CN111450977B (zh) * 2020-04-28 2021-06-25 龙岩市全鸿建材有限公司 一种高效节能的钢渣粉制备方法

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3291398A (en) * 1964-02-03 1966-12-13 Aerofall Mills Inc Beneficiation of magnetic iron ores
US3791595A (en) * 1972-12-20 1974-02-12 Steel Corp Method for processing iron ore concentrates
US4206878A (en) * 1975-04-28 1980-06-10 United States Steel Corporation Beneficiation of iron ore
JPS5820730A (ja) * 1981-07-18 1983-02-07 Magune Kk 強磁性鉱石粉の製造法
US4416768A (en) * 1982-04-02 1983-11-22 Quebec Cartier Mining Company Ore beneficiation

Also Published As

Publication number Publication date
DE3536735C2 (nl) 1987-05-07
US4697744A (en) 1987-10-06
BR8505109A (pt) 1986-07-29
DE3536735A1 (de) 1986-05-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104023851B (zh) 矿石加工
EP0291271B1 (en) Method of purifying natural calcium carbonate ores
WO2012137359A1 (ja) 二酸化チタン精鉱の製造方法
AU5367196A (en) Ultrahigh brightness calcined clay pigment, manufacture and use thereof
CN110201791A (zh) 含电气石、白云母、石英砂的砂质高岭土尾矿综合利用方法
NL8502827A (nl) Werkwijze voor het bereiden van fijn ijzeroxydepoeder.
CA3012862C (en) Beneficiation process for enhancing uranium mineral processing
CA2081177C (en) Beneficiation process
AP989A (en) Process for the recovery of cobalt from ores containing metal sulfides.
Mathur Kaolin flotation
CA1118213A (en) Process to obtain anatase mechanical concentrates
KR100857725B1 (ko) 석회석의 정제방법
EP0577889B1 (en) Differential grinding
JP5711189B2 (ja) 湿式粉砕及び分級による層状粘土鉱物の高品位選別方法
KR20000064152A (ko) 견운 모질 도석광물의 실수율 및 품질향상 습식정제법과공정
EP0216002A2 (en) Process for beneficiating natural calcite ores
Al-Wakeel et al. Beneficiation of low grade Ghorabi iron ore, Bahariya Oasis, Egypt: a case study
RU2208060C2 (ru) Способ производства хромитового концентрата из убогих вкрапленных хромитсодержащих руд
JPS6197135A (ja) フェライト用酸化鉄の製造方法
CN102438755A (zh) 从低品味的铁矿泥生产用于增值用途包括高炉进料的高纯度Fe2O3的方法
JPH0747301A (ja) アルミナ含有鉱石からのシリカ含有物質の除去方法
AU2017100575A4 (en) Beneficiation Process For Enhancing Uranium Mineral Processing
Raghavan et al. Development of a beneficiation flow sheet for processing silica sand from Chertala area of Kerala
AU2017203383B2 (en) Beneficiation process for enhancing uranium mineral processing
Motasim Beneficiation of Disseminated Low-Grade Sudanese Chromite Ore in Gedarif State at Umm Saqata-Qala Elnahal

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed