NL8502784A - Inrichting voor het pellen van magen. - Google Patents

Description

* i VO 7442

Inrichting voor het pellen van magen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het pellen van magen van het type dat omvat,of is gekoppeld met, een inrichting voor het open snijden van magen voor het half doorsnijden van de magen,waarbij de magen ondersteund worden door een langs-5 rail en in een langsrichting voorwaarts getransporteerd worden onder het gemeenschappelijke midden van twee evenwijdig aangebrachte, in tegengestelde richting draaiende assen, die schroefvormige ribben omvatten met een tegengestelde spoed, waarbij de schroefvormige ribben als voorwaartsaandrijforganen functioneren voor de magen en waarbij 10 de binnenoppervlakken van de opengesneden magen gedurende het voorwaartse transport komen aan te liggen tegen pelelementen, die door pellen ingewandsresten alsook de membraanbekleding van de binnenzijde van de magen losmaken en waarbij vervolgens het voorwaarts-transport van de magen in of vanuit de inrichting tot stand wordt 15 gebracht door andere elementen,zoals een transporteur of een ander transportorgaan.

Maagpelinrichtingen van dit type zijn in verschillende uitvoeringen bekend. Een wezenlijk probleem is echter, dat de magen dikwijls stenen en andere harde voorwerpen of zaden bevatten, die het gevogelte 20 gegeten heeft en welke helpen bij het tot stand komen van de vertering in het gevogelte, door het vermalen van de harde schil van greinen en dergelijke, die het gevogelte eet. Deze kleine harde voorwerpen in de magen maken het noodzakelijk dat de elementen in de inrichting hetzij op zodanige afstand van elkaar gelegen zijn dat de kleine voorwer-25 pen daarlangs kunnen passeren, waarbij het pellen niet altijd voldoende doelmatig plaatsvindt,of men moet accepteren dat bedrijfsonderbrekingen optreden,waarbij een voldoend schoonmaken van de elementen in de inrichting noodzakelijk is voordat de werking van de inrichting hervat kan worden,nadat deze elementen in de inrichting in de werkrichting 30 een weinig achterwaarts bewogen zijn, vooraf aan het schoonmaken, hetgeen als doel heeft toegang te krijgen tot de voorwerpen die onderbreking veroorzaakten.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel te voorzien in een maag-pelinrichting van de bovengenoemde soort die pelorganen omvat die op S5S2 73 i ΐ 2 -2- zodanige wijze zijn aangebracht, dat enerzijds een meer doelmatig pellen verkregen wordt en anderzijds tegelijkertijd wordt bereikt dat de inrichting continu kan werken zonder onderbrekingen van het genoemde type.

5 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door middel van de maatregelen die in conclusie 1 genoemd zijn. Er moet echter opgemerkt worden, dat het pel vermogen van de inrichting verder verbeterd kan worden door deze te doen samenwerken met een aantal verdere elementen die in de pelinrichting kunnen worden aangebracht, waarbij de genoemde ]_q assen of aseinden met de genoemde gegolfde schroefvormige ribben zijn aangebracht en een gedeelte van de functies uitvoeren die noodzakelijk zijn om de magen volledig te pellen. Ook is het opvangen en het verder transporteren naar en weg van de pelinrichting belangrijk,om te bereiken dat de magen alle gemeenschappelijk zo goed mogelijk dezelfde 3_5 positie gedurende dit pellen aannemen, om te bereiken dat het pellen functioneel gezien op juiste wijze wordt uitgevoerd. In het hierna volgende worden verscheidene voorkeursuitvoeringsvormen van de assen of de aseinden met de gegolfde schroefvormige ribben beschreven.

Een voordeel bestaat in het feit, dat het in het algemeen in een pel-20 inrichting slechts noodzakelijk is om één enkel evenwijdig paar van dergelijke assen of aseinden aan te brengen, doch in bepaalde speciale gevallen meer van dergelijke assen of aseinden aangebracht kunnen worden om de gewenste pelkwaliteit te bereiken. Deze assen of as-einden kunnen vervaardigd zijn uit een relatief veerkrachtig materiaal, 25 zoals een nylonachtig materiaal, terwijl alle andere onderdelen bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit hard materiaal, zoals roestvast staal of iets dergelijks.

Om te verzekeren dat de magen op juiste wijze ©pen .gesneden en op juiste wijze georiënteerd,met de geopende binnenvlakken 30 van de magen gedraaid tegen de assen of de aseinden met de gegolfde schroefvormige ribben,arriveren,is voorzien in een rail van het in het bovenstaande genoemde type. De langsrail is bij voorkeur van het in conclusie 2 beschreven type. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm is er in voorzien dat een pelinrichting, die gemaakt is uit een harder 35 materiaal, volgt op de as of de aseinden met de gegolfde schroefvormige ribben. Het is derhalve voordelig wanneer de langsrail gedeelten omvat 3 % Λ 9 7 s L· -3- t * die verder gaan dan of uitsteken over dergelijke pelelementen gemaakt uit een harder materiaal. Een dergelijk uitsteeksel met voor het juist functioneren noodzakelijke,namelijk bij voorkeur hardere pelelementen, die volgen na de assen of aseinden met de gegolfde schroefvormige ribben,is 5 meer gedetailleerd in conclusie 3 beschreven. Dank zij de in conclusie 3 beschreven maatregelen kunnen de assen of aseinden met de gegolfde schroefvormige ribben wat aandrijving betreft aangebracht zijn als een verlenging op de daaropvolgende bij voorkeur hardere pelelementen.

De gegolfde spiraalstructuren op de genoemde assen of aseinden 10 hebben derhalve indirect tot doel om de magen doelmatig te reinigen van hardere voorwerpen die in de magen zijn verzameld,naast de zuivere pelbewerking,waarbij de meer snijdende pelbewerking in werkelijkheid doelmatiger wordt uitgevoerd door de er op volgende pelgereedschappen.

Om dit te bereiken is het voordelig wanneer de assen of aseinden met de 15 gegolfde schroefvormige ribben een uitvoeringsvorm hebben als beschreven in conclusie 4. Om een zo diep mogelijk pellen van de maaghelften te bereiken is het gunstig om de in conclusie 5 beschreven uitvoeringsvorm toe te passen.

Aangezien de genoemde assen of aseinden met gegolfde schroef-20 vormige ribben vervaardigd kunnen zijn uit veerkrachtiger materiaal,om een doelmatig pellen te verkrijgen is het voordelig om schroefvormige structuren te gebruiken zoals beschreven in conclusie 6.

Om een meer doelmatige samenwerking met de genoemde langsrail te verkrijgen,is het voordelig om een uitvoeringsvorm toe te passen 25 van de inrichting zoals beschreven in conclusie 7 en bij voorkeur zoals beschreven in conclusie 8,

Tenslotte is een voorkeursuitvoeringsvorm beschreven in conclusie 9. Door middel van deze uitvoeringsvorm wordt het complete pellen door middel van de inrichting op zeer doelmatige wijze uitgevoerd, zowel 30 in het geval van zeer grote als in het geval van zeer kleine magen, zonder enige bijstelling van de inrichting en op zodanige wijze dat zowel grote als kleine magen door elkaar gemengd aan de inrichting kunnen worden toegevoerd om gepeld te worden. De inrichting is dus op zodanige wijze gedimensioneerd dat het mogelijk is om deze direct te 35 plaatsen na een inrichting voor het doorsnijden van magen,, waarin s Ό -J 2 7 J * i * .-4- de magen direct voor de pelbewerking van ingewanden en andere lichaamsdelen, die aan de magen vast kunnen zitten wanneer deze worden toegevoerd aan de scheidingsinrichting, zijn gescheiden.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden beschreven 5 aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een zijaanzicht dat de belangrijkste elementen van een uitvoeringsvorm van een maagpelinrichting volgens de uitvinding toont; fig. 2 onder weglating van de langsrail, een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 een onderaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; fig. 4 in perspectief een aseinde van de aseinden 1 en 2 in de figuren 1,2 en 3 namelijk het aseinde 1 schuin gezien naar het •j_5 aseinde in de richting van de ondersteuning 40,die getoond is in de fig.

1, 2 en 3; fig. 5 in perspectief en ruwweg gezien in de richting van de ondersteuning 80, de langsrail volgens fig. 1, die terwille van de duidelijkheid in de fig. 2 en 3 is weggelaten; en 2o fig. 6 in perspectief een complete maagpelinrichting die samen gebouwd is met een daaraan voorafgaande inrichting voor het scheiden van • magen.

y

De figuren tonen een uitvoeringsvorm van de maagpelinrichting volgens de uitvinding. In de afzonderlijke figuren zijn gelijke onderde-25 len aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Terwille van de duidelijkheid zijn bepaalde onderdelen in bepaalde figuren weggelaten.

De maagpelinrichting is gekoppeld aan een voorafgaande inrichting voor het scheiden van magen, omvattende draaibare assen 101 en 102, die schroefvormige ribben dragen. Zoals in fig. 6 getoond is,kan de 30 inrichting voor. het scheiden van magen samengebouwd zijn met de maagpelinrichting, waarbij magen die van ingewanden en andere daaraan vastzittende lichaamsdelen gescheiden zijn door middel van de assen 101 en 102 door een opening 90 in een ondersteuning 80 worden getransporteerd, d.w.z. dat de magen van de linkerzijde naar de rechterzijde in de 35 tekening worden getransporteerd. Uit de opening 90 vallen de magen, als gesloten eenheden, in de tussenruimte tussen de twee assen 7 en 8 naar 3302 78 ^ * £ -5- beneden en worden ondersteund door een langsrail 21j die aangebracht is onder het gemeenschappelijke midden van de twee assen 7 en 8. oe assen 7 en 8, die door middel van niet getoonde aandrijfmiddelen of door de assen 101 en 102 in tegengestelde richting worden gedraaid,omvatten 5 schroefvormige ribben 17 en 18 met tegengestelde spoed en transporteren de magen in voorwaartse richting naar de rechter zijde van de inrichting, liggende op de langsrail 21. In de richting naar de assen 101 en 102 hebben de assen 7 en 8 taps toelopende diameters, zodat de magen niet naar boven via de tussenruimten tussen de assen 7 en 8 10 kunnen bewegen, wanneer de magen een weinig in voorwaartse richting, d.w.z. naar de rechter zijde gezien in de tekening, getransporteerd zijn. Een hellende plaat 20, die T-vormig is, zorgt er voor dat de magen niet naar boven kunnen bewegen via de tussenruimte tussen de assen 7 en 8 gedurende het eerste gedeelte van de transportbeweging 15 van de magen. Een uitsteeksel 30 van deze plaat 20, welk uitsteeksel in fig. 1 in stippellijnen getoond is, kan in de tussenruimte tussen * de assen 7 en 8 zijn aangebracht, bijvoorbeeld op een neerhoudwiel 31, dat wordt aangedreven door de schroefvormige ribben 17 en 18 en dat is gelegen op een as 32 en in rotatie wordt gebracht door in te grijpen in 20 de schroefvormige ribben 17 en 18, via uitsparingen 33 die langs de omtrek van het neerhoudwiel 31 aanwezig zijn.Terwille van de duidelijkheid is dit aangrijpen tussen de schroefvormige ribben 17 en 18 en het neerhoudwiel 31 niet duidelijk in de figuren 2 en 3 getoond, omdat de tussenruimte tussen de assen 7 en 8 op deze plaats in de inrichting te groot getooid 25 is. Voor en achter het neerhoudwiel 31 zijn in fig. 1 door middel van kleine cirkels de plaatsen aangegeven van mondstukken voor reinigings-water, via welke water op de elementen in dit gedeelte van de inrichting gesproeid kan worden. Onder het neerhoudwiel, maar een weinig daarvoor, is een snijwiel 9 aangebracht dat precies op een zo hoge positie aangebracht 30 moet worden, dat het snijwiel 9 juist door het ondergedeelte van de magen,die ondersteund op de langsrail 21 arriveren, snijdt. Het snijwiel draait snel en is aangebracht op een aandrijfas 9A. Sleuven in het wiel zorgen er voor dat kleine voorwerpen niet blijven steken tussen het wiel 9 en de langsrail 21, omdat deze twee elementen dicht bij elkaar zijn aan-35 gebracht,om een betere snijbewerking te verkrijgen. Het neerhoudwiel 31 verzekert een efficient half-weg-doorsrijden van beneden af in vertikale 85 0 2 7 B 4 V · -β- richting van de magen. Een bovensnede 25 in de langsrail 21 draagt hiertoe ook bij.

Voor de plaats van het opensnijden worden de magen bij voorkeur ondersteund door het T-been 22 van de langsrail 21, aangezien het eerste gedeelte van deze rail bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, in dwars-5 doorsnede eent-vorm bezit. De T-vormige dwarsdoorsnede begint bij voorkeur onder de opening 90. De langsrail kan mogelijkerwijs op het eerste gedeelte daarvan een naar boven uitstekende rail ribbe 23 bezitten om de snede 25 beter te onderscheiden. De T-vormige dwarsdoorsnede eindigt bij de snede 24,waarna alleen het been van de T-10 vorm verder voortgaat naar rechts, gezien in de tekening, waarbij een weinig verder naar rechts toe dit gedeelte van de langsrail 21 uitsteekt tussen het bovengedeelte van de twee aseinden 1 en 2, die gegolfde schroefvormige ribben 11 en 12 met tegengestelde speed dragen, welke ribben in elkaar grijpen. Een aseinde 1 is duidelijk in fig.4 getoond.

15 De aseinden zijn taps en bezitten een puntig einde 10 dat gekeerd is naar, d.w.z. tegengesteld is aan, de toevoerrichting van de magen.

Het puntige eind 10 of liever de puntige einden 10 ,aangezLen er twee assen aanwezig zijn, zijn gelegen beneden het niveau van de bovenrand van de langsrail 21.

20 De arriverende magen, die van beneden af half zijn door gesneden, arriveren gelegen op de langsrail 21 en de maag-gededten die gelegen zijn aan beide zijden van de langsrail 21 worden naar boven gedwongen over de aseinden 1 en 2,door de voorwaarts transporterende schroef'vormige ribben 17 en 18.

25 De aseinden 1 en 2 zorgen voor reiniging door diep de holtes van de twee helften van de magen licht te pellen. De gegolfde schroefvormige ribben zijn voor dit doel zeer geschikt, De aseinden 1 en 2 zijn, zoals eerder vermeld, bij voorkeur vervaardigd uit een zeer veerkrachtig materiaal, zoals een nylon-achtig materiaal.

30 De schroefvormige ribben 11 en 12 hebben zoals duidelijk in fig. 4 getoond is, in dwarsdoorsnede da vorm · van weerhaken. De aseinden 1 en 2 kunnen bijvoorbeeld zijn gelegen op asverlengingen op op elkaar volgende,schroefvormige ribben dragende assen 5 en 6, die samen met 3 en 4 en 1, 2 een gemeenschappelijke onder-35 steuning 40 bezitten.

3502784 -7- » m k·

De assen 5 en 6 en de hiermee evenwijdige corresponderende assen 3 en 4 met schroefvormige ribben met een tegengestelde spoed drijven de magen verder naar rechts. Omdat de assen 3,4,5 en 6 bij voorkeur vervaardigd zijn uit een hard materiaal, 5 zoals roestvast staal of een dergelijk materiaal, kunnen zij uitgevoerd zijn met geschikte scherpe randen om een meer snijdend pellen van de binnenzijde van de half doorgesneden magen uit te voeren, zodat de membraanbinnenbekledingen van de magen verwijderd worden. De schroefvormige ribben op de assen 3,4,5 en 6, die zijn aangegeven met 13,14,15 10 en 16/ bezitten een dicht as spiraal structuur dan die van de schroefvormige ribben 17 en 18; zij: zijn bijvoorbeeld met een factor 2-10 dichter op elkaar aangebracht. De mechanische golflengte van de golf-vorm op de aseinden 1 en 2 kan bijvoorbeeld overeenkomen met de gemiddelde diameter van de te pellen magen,waarbij deze golflengte 15 bij voorkeur ook overeenkomt met de spoed van de spiraalstructuren 17 en 18 op de assen 7 en 8, die ondersteund worden door de ondersteuning 50.

Zoals getoond is in fig. 6,is een as 60 met schroefvormige ribben 61 kruiselings aangébracht ten opzichte van de assen 3,4, 20 5 en 6, en daarboven gelegen. De as 60 verzorgt een zijdelings uit werpen van de magen die gepeld zijn, zodat deze magen de inrichting hetzij via een glijgoot kunnen verlaten of in de positie die zij hadden op de assen 3,4,5 en 6 , voorzichtig naar opzij weggeduwd kunnen worden naar een transporteur of iets dergelijks om voor ver-25 dere behandeling getransporteerd te worden, afhankelijk van de aandrijf snelheid van de as 60.

Praktische proeven hebben getoond dat de spiraalstructuren 11 en 12 op de aseinden 1 en 2 bij voorkeur eex wezenlijk grotere spoed hebben dan de spiraalstructuren 17 en 18 op de assen 7 en 8 .

30 De spiraalstructuren 13 en 15 resp. 14 en 16 grijpen, zoals in de tekening aangegeven, bij voorkeur in elkaar. Om een goede pel-bewerking te verkrijgen zijn de assen 3,4,5 en 6 bij voorkeur op hetzelfde horizontale niveau gelegen.

De inrichting voor het scheiden van magen en de maagpelinrichting 35 kunnen in een gemeenschappelijk rek 99 gebouwd worden.

¢-30 2 7 S 4 -8-

Het langsrailgedeelte 29 kan hol zijn om het sproeien van reinigingswater mogelijk te maken, zoals aangegeven is in fig. 5.

De snede 2.7 die in fig. 5 tussen 26 en 28 getoond is,dient er toe om ruim plaats te bieden voor de aseinden 1, 2.

§502734

Claims (9)

1. Inrichting voor het pellen van magen van het type dat een inrichting voor het opensnijden van magen omvat, voor het half doorsnijden van de magen of daarmee is gekoppeld, waarbij de magen worden ondersteund door een langsrail en in voorwaartse richting 5 in langsrichting onder het gemeenschappelijke midden van twee evenwijdig aan elkaar aangebrachte in tegengestelde richting draaibare assen getransporteerd worden, welke assen schroefvormige ribben met een tegengestelde spoed omvatten, waarbij de schroefvormige ribben als aandrijf-organen in voorwaartse richting voor de magen functioneren, en waarbij 10 de binnenoppervlakken van de opengesneden magen gedurende iet voorwaarts transport aan worden gelegd tegen pelelementen, die door pellen inwendige resten alsook de membraanbekleding van het inwendige van de magen verwijderen en waarbij vervolgens het voorwaartse transport van de magen in of uit de inrichting door andere elementen,zoals 15 een transporteur of een ander type transportorgaan wordt uitgevoerd, met het kenmerk, dat de pelorganen (1,2,3,4,5,6} bestaan uit tenminste twee verdere parallelle assen of aseinden (1,2) omvattende schroefvormige ribben (11,12) met een tegengestelde spoed,waarbij tenminste twee van deze assen of aseinden voorzien zijn van gegolfde schroefvor-20 mige ribben (11,12).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onder-steuningsrail (21) in langsrichting,voor het op de juiste wijze transporteren van de opengesneden magen naar de assen of aseinden (1,2) met gegolfde schroefvormige ribben (11,12), T-vormig is, waarbij de 25 bovenste twee uitsteeksels (22) van de T-vorm van de rail eindigen bij de plaats (24) voor het opensnijden,terwijl het middendeel van de T-vorm van de rail eindigt na het gebied dat de assen of de aseienden ή (1,2) met de gegolfde golfvormige ribben (11,12) omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 30 ondersteuningsrail (21) in langsrichting eerst eindigt na een lengte- deel omvattende twee of meer, als in tegengestelde richting roterende assen uitgevoerde,pelorganen (3,4,5,6) met schroefvormige ribben (13,14,15,16) met tegengestelde spoed met een kleinere diameter dan de assen of p* Λ 7 7 3 Λ dl V -10- aseinden (1,2) met gegolfde schroefvormige ribben en in wezen zodanig is aangebracht dat deze in hetzelfde vlak is gelegen als de assen of de aseinden (1,2) die de gegolfde schroefvormige ribben (11,12) omvatten.

4. Inrichting volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de golflengte van de gegolfde structuur (11,12) mechanisch overeenkomt met de gemiddelde diameter van de magen van het gevogelte,die door de inrichting passeren.

5. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat 10 de afstand tussen de gegolfde structuur van de schroefvormige ribben (11.12) in wezen een weinig kleiner is dan de minimum diameter van de magen van gevogelte die door de· inrichting passeren.

6. Inrichting volgens conclusie 1,2,3,4 of 5, met het kenmerk, dat de afzonderlijke schroefvormige ribben (11,12) van de gegolfde structuur 15 in dwarsdoorsnede een weerhaakvorm bezitten.

7. Inrichting volgens conclusie 1,2,3,4,5 of 6, met het kenmerk, dat de assen of aseinden (1,2) die gegolfde schroefvormige ribben (11,12) bezittenen de richting gekeerd naar de toegevoerde half doorgesneden magen,een tapse vorm (10) bezitten.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de assen of aseinden (1,2) met gegolfde schroefvormige ribben (11,12) met het puntige uiteinde van hun tapse vorm (10) gelegen zijn onder de ondersteuningsrail (21) in langsrichting en dat de schroefvormige ribben (11,12) op de evenwijdige assen of aseinden (1,2) in elkaar grijpen.

9. Inrichting volgens tenminste een van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de evenwijdige assen (7,8),die gelegen zijn tegenover de assen of aseinden (1,2) met gegolfde schroefvormige ribben (11.12) , en die schroefvormige ribben (17,18) bezitten met een tegengestelde spoed, schroefvormige ribben bezitten met een spoed die in wezen gelijk 30 is aan de mechanische golflengte van de gegolfde structuur (11,12), terwijl de daaropvolgende spoed van de schroefvormige ribben (13,14,15, 16. bij voorkeur een factor 2 tot 10 keer kleiner is. 55 0 2 7 8 4