NL8502676A - Vrachtwagen met meerdelige cabine. - Google Patents
Vrachtwagen met meerdelige cabine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8502676A NL8502676A NL8502676A NL8502676A NL8502676A NL 8502676 A NL8502676 A NL 8502676A NL 8502676 A NL8502676 A NL 8502676A NL 8502676 A NL8502676 A NL 8502676A NL 8502676 A NL8502676 A NL 8502676A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cabin
- cabin part
- tiltable
- truck according
- truck
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D33/00—Superstructures for load-carrying vehicles
- B62D33/06—Drivers' cabs
- B62D33/0612—Cabins with living accommodation, especially for long distance road vehicles, i.e. sleeping, cooking, or other facilities
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D33/00—Superstructures for load-carrying vehicles
- B62D33/06—Drivers' cabs
- B62D33/063—Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other
- B62D33/067—Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable
- B62D33/07—Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable characterised by the device for locking the cab in the tilted or in the driving position
- B62D33/071—Locking devices for cabins in driving position; Shock and vibration absorbing devices therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
- Vibration Prevention Devices (AREA)
Description
. , i 4 M Kon/mf/7 Rosenbauer
Vrachtwagen met meerdelige cabine
De uitvinding betreft een vrachtwagen met een via elastische tussenelementen aan het voertuigchassis bevestigde cabine en een onafhankelijk daarvan aan het voertuigchassis gelegerde nuttige opbouw, waarbij de cabine om een dwars ten 5 opzichte van de rijrichting en een ongeveer evenwijdig aan de rijbaan van de wielen zich uitstrekkende as vanuit een aan het voertuigchassis opliggende rijstand in de rijrichting tot in een omhoog gekipte stand verstelbaar is.
Er zijn reeds vrachtwagens met chauffeurcabines 10 bekend, die voor het meenemen van meerdere personen in verscheidene rijen achter elkaar aangebrachte stoelen vertonen. Vrachtwagens met op deze wijze uitgevoerde chauffeurcabines - die meestal ook als dubbelcabine worden aangeduid - worden vooral voor brandweervoertuigen en andere in te zetten voer- éSC2 87$ - 2 - V *
f I
tuigen, zoals sneeuwploegen en diergelijke, maar ook voor meubel-transportvoertuigen gebruikt. Het is bekend, deze met in een veelvoud van rijen aangebrachte stoelen uitgevoerde chauffeur-cabines om een ongeveer evenwijdig aan het rijbaanvlak, doch 5 dwars op de voertuiglangsrichting zich uitstrekkende as te zwenken, om een eenvoudige toegankelijkheid tot de onder de bodem van de chauffeurcabine aangebrachte motor mogelijk te maken.
Verder is bij meubeltransportvoertuigen op de 10 Pullmann-wijze - volgens DE-OS 27 44 429 - het bekend, om het, de chauffeursstoel omvattende rij van stoelen tezamen met de stuur-, regel- en controleinrichtingen opnemende cabinedeel ten opzichte van het voertuigchassis te zwenken, waarbij de in de andere rijen aangebrachte stoelen in de om dit zwenk-15 bare chauffeurcabinedeel sluitende en onafhankelijk daarvan aan het voertuigchassis afgesteunde nuttige opbouw aangebracht zijn. Bij deze uitvoeringsvorm van de chauffeurscabine bestaat het nadeel, dat de in de opbouw van het nuttige voertuig aangebrachte rijen stoelen ten opzichte van het voertuigchassis in 20 wezen star zijn aangebracht en aldus geheel aan andere tril-bewegingen en andere stoten onderhevig zijn dan het kipbare chauffeurcabinedeel.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding een cabine te verschaffen, die eenvoudig en met weinig kosten 25 kan worden vervaardigd en waarbij de toegang tot ten minste gedeeltelijk onder de cabine aangebrachte aandrijfaggregaten wordt vergemakkelijkt.
Het doel van de uitvinding wordt daardoor bereikt, doordat de cabine meerbenig is uitgevoerd en één 30 cabinedeel om de as verstelbaar is, als ook ten minste in de rijstand via een naar behoefte losmaakbare koppelingsinrich-ting met een ander cabinedeel beweeglijk verbonden is. Het verrassende voordeel van deze oplossing schuilt daarin, dat nu ook bij de uitrusting van vrachtwagens met in de voertuig-35 langsrichting grote lengte, bijvoorbeeld bij van diverse rijen voorziene chauffeurcabines, de vrije hoogte in garages voor het onderhoud van de aandrijfmotoren bij kipbare chauffeurcabines niet hoger behoeft te zijn dan dit bij de .Λ i"V am Λ
Ί 3 it £ o 7 S
. . * * - 3 - bekende kipbare chauffeurcabines met slechts één rij aangebrachte zetels het geval is. Tegelijkertijd wordt echter door de uitvoering van de cabine volgens de uitvinding een als een eenheid uitgevoerd trilsysteem verschaft, waarbij 5 alle cabinedelen, bijvoorbeeld ook de in meerdere rijen achter elkaar aangebrachte stoelen, gelijkmatig aan trillingen onderhevig zijn, zodat er geen relatieve bewegingen tussen de afzonderlijke cabinedelen respektievelijk de daarin aangebrachte zetels ontstaan. Daardoor wordt ook een betrouwbare 10 afdichting met betrekkelijk geringe overlapping respektievelijk overdekking van de afzonderlijke cabinedelen bereikt. Bovendien is het met deze oplossing, bijvoorbeeld op eenvoudige wijze, mogelijk, een in de handel verkrijgbare, kipbare chauffeurcabine met een ander chauffeurcabinedeel te verbin-15 den, om het meenemen van een veelvoud van meerijders in de chauffeurcabine mogelijk te maken-. Een verder, in het bijzonder voor in te zetten voertuigen belangrijk voordeel ligt daarin, dat een op zich gesloten chauffeurcabine zonder tussenwanden kan worden geschapen en dat daardoor de communicatie 20 van de meerijders ongestoord door scheidende tussenwanden of verschillende geluidsbelastingen kan geschieden. Een ander verrassend voordeel van deze oplossing schuilt daarin, dat nu ook voor het transport van uitrustingen en beladingen aanwezige cabines meerdelig kunnen worden uitgevoerd, om 25 bijvoorbeeld voor het onderhoud of de servicebeurt door het verzwenken van een cabinedeel de toegankelijkheid tot de daaronder aangebrachte aggregaten, inrichtingen of dergelijke, zoals bijvoorbeeld brandbluspompen, te verbeteren.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding 30 is de vrachtwagen zodanig uitgevoerd, dat het kipbare cabinedeel via een de as legerende trillingsdempinrichting en het andere cabinedeel via een andere trillingsdempinrichting aan het voertuigchassis van de vrachtwagen is afgesteund, waardoor met drie oplegpunten voor de trillings-gedempte 35 legering van de cabine ten opzichte van het voertuigchassis kan worden volstaan.
Van voordeel is het verder ook, wanneer de trillingsdempinrichting van het andere cabinedeel in een naar .*5 .-·> i t 7 ;»
^ «· M Sm \i J -J
. · . * - 4 - de nuttige opbouw toegekeerd eindgebied is aangebracht en bij voorkeur het kipbare cabinedeel weer een in het gebied van het scheidingsvlak aanvullend aangebrachte trillingsdempinrich-ting met het voertuigchassis van de vrachtwagen is verbonden.
5 Door deze gedefinieerde driepuntsoplegging van de uit meerdere delen bestaande cabine wordt een trillingsgedrag van de cabine bereikt alsof dit uit één stuk zou bestaan en worden relatieve bewegingen van de cabinedelen ten opzichte van elkaar in het gebied van de overgangsplaatsen respektievelijk het scheidings-10 vlak en de daar aangebrachte afdichtingen vermeden. Daardoor wordt een goede afdichting tegen vochtigheid en geluid bereikt. Wordt echter bovendien het kipbare cabinedeel via een in het gebied van de scheidingswand aangebrachte trillingsdempinrich-ting afgesteund, dan worden desondanks de voordelen volgens de 15 uitvinding behouden, hoe de gezamenlijke belasting van de cabines op meerdere trillingsoverbrengelementen zich ook mag afsteunen. Er wordt namelijk verzekerd, dat het andere cabinedeel desondanks geen eigen trillingssysteem kan vormen, daar de lagering in het gebied van het scheidingsvlak via een aan 20 het voorste cabinedeel toegevoegde trillingsdempinrichting geschiedt en aldus een zelfde trillingskarakteristiek ook bij deze uitvoeringsvorm is verzekerd.
Volgens de uitvinding is de vrachtwagen zodanig uitgevoerd, dat aan het eindgebied van het andere 25 cabinedeel dat naar het scheidingsvlak is toegekeerd, een buiten het inveergebied van de cabine aangebrachte afsteun-inrichting is toegevoegd. Door deze inrichting van de afsteun-inrichting wordt verzekerd, dat na het losmaken van de koppel-inrichting tussen de beide cabinedelen de trillingsdempinrich-30 ting van het andere cabinedeel door tever dalen of relatieve bewegingen tussen voertuigchassis en het cabinedeel in de voertuiglangsrichting niet wordt beschadigd en wordt bovendien bereikt, dat na het terugkippen van het kipbare cabinedeel tot in de rijstand een ingrijpen van de grendelelementen ver-35 zekerd is.
Verder is het ook mogelijk, dat het kipbare cabinedeel in de rijrichting een voorste gebied van een chauffeurscabine vormt en een rijstoel· en bijrijderstoel als ;.5ύ2δ7δ f · - 5 - ook stuur-, regel- en controle-inrichtingen daarin zijn gelegerd en in het andere cabinedeel in de rijrichting achter elkaar aangebrachte rijen van zetels en respektievelijk of laadruimten, bijvoorbeeld ruimte voor apparaten, alsmede in 5 ten minste één van de langszijwanden een deur zijn aangebracht. Daardoor is het op eenvoudige wijze mogelijk, door de aanbouw van het andere cabinedeel een in de handel gebruikelijke kipbare chauffeurscabine voor het opnemen van meerdere stoelen te vormen.
10 Het is ook tot voordeel strekkend, wanneer zowel het kipbare als het verdere cabinedeel zelfdragend zijn uitgevoerd en hun bodem en dak via twee langszijwanden en ten minste in de van elkaar afgekeerde eindgebieden via een bijvoorbeeld de windschermschijf opnemende kopwand met 15 elkaar zijn verbonden, waarbij bij voorkeur in de langszijwan-den de deuren zijn aangebracht, daar door de zelfdragende opbouw van het cabinedeel op de wijze van cilinderdoorsnede zware en kostbare draaginrichtingen respektievelijk tussen-frames voor de cabinedelen bespaard kunnen worden.
20 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is het voertuig volgens de uitvinding zodanig ingericht, dat ten minste de daken van het kipbare en het andere cabinedeel in het gebied van het scheidingsvlak elkaar overlappend zijn aangebracht, waardoor in het dakgebied een betrouwbare afdich-25 ting tegen het indringen van vochtigheid wordt bereikt.
Het strekt verder tot voordeel, wanneer de vorm van de dwarsdoorsnede van het kipbare cabinedeel ten minste in het gebied van het scheidingsvlak aan de vorm van de dwarsdoorsnede van het andere cabinedeel is aangepast, daar 30 een gladde overgang en gunstige stromingseigenschappen bij een dergelijke cabine worden bereikt.
Verder is het ook van voordeel, wanneer tussen het kipbare cabinedeel en het andere cabinedeel een afdichtinrichting is aangebracht, waarbij bij voorkeur het 35 ene van de beide cabinedelen een onder de afdichtinrichting omlopend overgangsdeel heeft, dat ten minste over de wand-sterkte van het dak van het andere cabinedeel in de richting naar de binnenruimte van de cabine toe versprongen is en dat v f 0 2 6 7 6 ï - 6 - bij voorkeur het overgangsgedeelte een gootachtige verdieping vormt, waarvan het verloop aangepast is aan de vorm van de dwarsdoorsnede van de cabinedelen. Door het verspringen van het onder de afdichtinrichting van het dak van het cabinedeel 5 aangebrachte overgangsgedeelte kan een doorgaand dakvlak worden geschapen, waardoor een gunstige luchtweerstand, ook bij een gedeelde cabine, wordt bereikt, en een aanvullende geluids-ontwikkeling door uitstekende cabinedelen wordt vermeden. Bovendien kan bij. een dergelijke uitvoering van het overgangs-10 deel condenswater of bij op hellingen afgeremde voertuigen binnengedrongen vocht zijdelings vanuit de cabine worden afgevoerd .
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is deze zodanig geconstrueerd, dat het andere cabinedeel 15 via ten minste twee van elkaar op afstand aangebrachte trillingsdempers van de trillingsdempinrichting is afgesteund en het kipbare cabinedeel via de koppelinrichting bovendien aan de trillingsdempinrichting, waarin de as gelegerd is, op de trillingsdempinrichting, waarin het andere cabinedeel 20 geleger is, is af gesteund. Door deze uitvoering kan het andere cabinedeel ook na het wegkippen van het voorste kipbare cabinedeel op ongeveer hetzelfde niveau worden gehouden.
Binnen het raam van de uitvinding is het echter ook mogelijk, dat de koppelingsinrichting telkens een in het 25 gebied van elk van de beide langszijwanden en van het schei-dingsvlak aan het dak van het kipbare cabinedeel aangebrachte centreertap omvat, die zich ongeveer evenwijdig aan het dak en dwars ten opzichte van de voertuiglangsrichting uitstrekt en die een aan het andere cabinedeel gelagerde, in het bij-30 zonder om een zich evenwijdig aan de centreertap uitstekende as, bijvoorbeeld door middel van een veer in de zwenkrichting van het cabinedeel verzwenkbare houdinrichting met een opneem-deel voor de centreertap heeft, waarbij het opneemdeel een aan de omtreksvorm van de centreertap aangepaste tegengestelde 35 omtreksvorm heeft. Bij deze uitvoeringsvorm wordt een centrering der beide cabinedelen ten opzichte van elkaar en daardoor een perfecte functie van de in het gebied van het scheidingsvlak aangebrachte afdichtinrichting bereikt.
Λ 5= f', Λ HTS
8 o ^ 6 7 o ί - 7 -
Verder is het ook mogelijk, dat de koppelinrich-ting een in het bijzonder in het gebied van elk van de beide langszijwanden in het kipbare cabinedeel aangebrachte bajonet-sluiting omvat, die bij voorkeur een in zijn hoekgebied op een 5 in het bijzonder ten opzichte van de rijrichting hellend zich uitstrekkende coulissenbaan geleide zwenkbare kniehef-boom omvat, die in het eindgebied van een been via een zwenk-as een haak legerend opneemt, waaraan een aan het andere cabinedeel bevestigde houder, bijvoorbeeld een draagtap is 10 toegevoegd en waarvan het andere been een sluithefboom vormt. Bij een dergelijke uitgevoerde koppelinrichting wordt in beide eindstanden van de kniehefboom van de bajonetsluiting een automatische eindstandfixering bereikt. Tegelijkertijd kan daardoor de zich uit de veerweg van de afzonderlijke 15 trildempinrichting ontstane veerweg tussen de afzonderlijke cabinedelen voor het samenkoppelen worden overwonnen.
Tenslotte is het echter ook mogelijk, dat een hefweg van de haak groter is dan de afstand tussen de onderzijde van het andere cabinedeel en een buiten de veerweg 20 aangebrachte, aan het voertuigchassis afgesteunde afsteun-inrichting, waardoor het koppelen tussen de afzonderlijke cabinedelen vergemakkelijkt wordt.
Het is verder ook mogelijk, dat hetop de coulissenbaan geleide hoekgebied van de kniehefboom bij zich in zijn 25 eindstanden bevindende sluithefboom zijdelings naast een de zwenkas en de lasthaak verbindende, in gedachten getrokken lijn is aangebracht en bij voorkeur de kniehefboom van een aandrijving is voorzien, die deze met een in de richting van de beide eindstanden gerichte kracht bekrachtigt, waardoor 30 de sluithefboom in de beide eindstanden aan weerszijden van het dode punt automatisch zich vergrendelt en een onverhoeds lossen van de bajonetsluiting tijdens het rijden afdoende vermeden is.
Voor een beter begrip van de uitvinding wordt 35 deze in het volgende aan de hand van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt.
In de tekening tonen:
So0 2 67 6 * c - 8 -
Fig. 1 een vrachtwagen met een gedeelde cabine als chauffeurscabine voor in diverse rijen achter elkaar aangebrachte stoelen voor meerijders in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede; 5 Fig. 2 het kipbare en het andere cabinedeel in het gebied van het scheidingsvlak met de daarbij behorende koppelingsinrichting in zijaanzicht en doorsnede;
Fig. 3 de koppelinrichting in kopaanzicht en in doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2; 10 Fig. 4 een uitvoeringsvariant van een cabine die volgens de uitvinding uit meerdere delen bestaat en het aanbrengen van de trillingsdempinrichting tussen deze cabine en het voertuigchassis in zijaanzicht en vereenvoudigde, schematische voorstelling; 15 Fig. 5 een andere uitvoeringsvorm van een uit meer dere delen bestaande cabine, eveneens in zijaanzicht en schematische voorstelling.
In fig. 1 is een vrachtwagen 1 met een als chauffeurscabine dienende cabine en een nuttige opbouw 3 weergegeven.
20 De nuttige opbouw 3 is via bevestigingsinrichtingen 4 direkt met het voertuigchassis 5 van de vrachtwagen 1 verbonden, terwijl de cabine via trillingsdempinrichtingen 6 tot 8 ten opzichte van het voertuigchassis van de vrachtwagen 1 is afgesteund.
25 De cabine 2 is meerdelig en bestaat uit een kipbaar cabinedeel 9 en een ander, in hoofdzaak vast met het voertuigchassis verbonden cabinedeel 10. Het voorste cabinedeel 9 biedt legering aan een rij 11 van zetels 12, terwijl in het andere voertuigcabinedeel twee rijen, 13 en 14, van zetels '30 15 zijn aangebracht. De zetels 12 in de rij 11, in het bij zonder de chauffeursstoel, zijn via een deur 16 in een langs-zijwand 17 van het voorste cabinedeel 9 toegankelijk, dat verder een dak 18, een voorste kopwand 19 met een daarin aangebrachte windschermschijf en een bodem 20 heeft. In het 35 voorste cabinedeel 9 zijn een stuurinrichting 21, een controle-inrichting 22, bijvoorbeeld aanwijsinstrumenten of dergelijke, als ook een regelinrichting 23, zoals gaspedaal, rempedaal en schakelstangen aangebracht.
8502676 t - Λ ± - 9 -
Het kipbare cabinedeel 9 is in het gebied van zijn kopwand 19 om een as 24 in langs- respektiëvelijk rijrichting - volgens pijl 25 - uit de met getrokken lijnen aangeduide stand tot in de met streeplijnen aangeduide stand 5 verzwenkbaar. De as 24 is op een torsiestaaf 26 van de tril-lingsdempinrichting 6, die echter ook door een bladveer of een andere trillingsdemper gevormd kan zijn, aangebracht, welke zijnerzijds op het voertuigchassis 5 is afgesteund. De as 24 strekt zich parallel aan de rijbaan van de wielen en dwars 10 ten opzichte van de rijrichting - volgens pijl 25 - uit. Door het verzwenken van het voorste cabinedeel 9 tot in de met streeppuntlijnen aangeduide stand, wordt de toegang tot de ongeveer in het midden van het voertuig onder het voorste cabinedeel 9 aangebrachte aandrijfmotor 27 vergemakkelijkt.
15 In de met getrokken lijnen getoonde rijstand van het voorste cabinedeel 9 is deze in het gebied van een scheidingsvlak 28 - door een met streep-tweepuntslijnen aangeduide - tussen het voorste cabinedeel 9 en het andere cabinedeel 10 op een andere trillingsdempinrichting 8, die bijvoorbeeld door een via rubber-20 metaalveerelementen aan het voertuigchassis trillingsdempend gelegerde drager gevormd is, afgesteund. Op dezelfde wijze is het andere cabinedeel 10 in het gebied van zijn van het scheidingsvlak 28 afgekeerde kopwand 30 via de door een rubber-metaalveerelement 31 gevormde trillingsdempinrichting 7 op het 25 voertuigchassis 5 afgesteund. Voor het rijden is het voorste cabinedeel 9 met het andere cabinedeel 10 in het gebied van het scheidingsvlak 28 via een koppelinrichting 32 beweeglijk verbonden.
Door de centrering van de beide cabinedelen 10 30 en 9 ten opzichte van elkaar en hun onderlinge fixering wordt een, op zich als een eenheid werkend, praktisch als één stuk uitgevoerd trillingslichaam verschaft, dat via de trillings-dempinrichtingen 6 respektievelijk 7 en eveneens onder medewerking van de andere trillingsdempinrichting 8 onafhankelijk 35 van de nuttige opbouw 3 wat zijn trillingen betreft gedempt met het voertuigchassis 5 bevestigd.
In fig. 2 en 3 is de uitvoeringsvorm van de koppelinrichting 32 op grotere schaal weergegeven. Deze omvat g £ ƒ) 0 ft 7 * V J \r t * ΐ: - 10 - ♦ » in de naar elkaar toegekeerde gebieden van de daken 18 respek-tievelijk 33 van het voorste kipbare en achterste respektie-velijk verdere cabinedeel 9 respektievelijk het scheidings-vlak 28 - streeptweepuntslijn - aangebrachte centreertap 34 5 en opneemdeel 35. Aanvullend aan de centreertap 34 omvat de koppelinrichting 32 een bajonetsluiting 36. Deze bestaat uit een kniehefboom 37, waarvan het been 38 via een zwenkas 39 van een daaraan gelegerde haak 40 is voorzien. Een ander been 41 van de kniehefboom 37 dient in zijn eindgebied als 10 sluithefboom 42. In een hoekgebied van de kniehefboom 37 zijn op een as 43 rollen 44 gelegerd, die zich op een coulissen-baan 45 afsteunen. Deze coulissenbaan 45 strekt zich vanaf een dichtbij de bodem van de cabine liggend gebied 46 uit tot in een daarvan verder verwijderd gebied 47.
15 Aan de haak 40 is een draagtap 48 toegevoegd, die via een console 49 aan de bodem 50 van het andere cabinedeel 10 is bevestigd. Het voorste cabinedeel 9 is via de aanvullend tussen de trillingsdempinrichting 6 en 7 aangebrachte trillingsdempinrichting 8, waarvan trillingsdempers 20 door rubbermetaalveerelementen 29 zijn gevormd, aan het voer-tuigchassis 5 van de vrachtwagen 1 afgesteund. Aan het voer-tuigchassis 5 is verder een afsteuninrichting 51 bevestigd, die het andere, respektievelijk achterste cabinedeel 10 na. het omhoog kippen van het voorste cabinedeel 9 in de met 25 streeppuntlijnen aangeduide stand afsteunt. Zoals nu uit fig.
2 beter te zien is, kan door verzwenken van de sluithefboom 42 vanuit de met getrokken lijnen getekende stand, waarin het voorste kipbare cabinedeel 9 met het achterste respektievelijk andere cabinedeel 10 beweeglijk verbonden is, tot in de met 30 streeppuntlijnen aangeduide stand worden gezwenkt. Door ver-zwenking van de sluithefboom 42 om de as van op de coulissenbaan 45 liggende rollen 44 beweegt de kniehefboom 47 vanuit de met getrokken lijnen aangeduide stand tot in de met streeppuntlijnen aangeduide stand en daarbij wordt de zwenkas 39 35 vanwege het hefboommechanisme in verbinding met de hellende uitvoering van de coulissenbaan 45 in de richting van de bodem 20 van het kipbare cabinedeel 9 naar beneden gezwenkt.
Bij het naar beneden zwenken van de haak 40 wordt de draagtap 0 2 6 7>! * - 11 - 48 en aldus het achterste cabinedeel 10 eveneens naar beneden gezwenkt, tot de bodem 50 daarvan op de afsteuninrichting 51 ligt. De kniehefboom 37 is met een aandrijving, bijvoorbeeld een trekveer, verbonden, die aan beide zijden van het 5 dode punt - dat door een veronderstelde rechte lijn tussen de zwënkas 39 en de lashaak gevormd is - een in de richting van de telkens aanwezige eindstand van de kniehefboom 37 gerichte vergrendelkracht uitoefent respektievelijk de ver-grendelbeweging ondersteunt.
10 Na het naar beneden brengen van de haak 40 tot in de met streeppuntlijnen aangeduide stand kan het voorste cabinedeel 9 in de rijrichting naar voren gekipt worden, waarbij zich tijdens het opwaarts kippen daarvan de centreer-tap 34 uit het opneemdeel 35 van de via een veer 52 in de 15 zwenkrichting van het voorste cabinedeel 9 beweeglijke koppel-deel 53 verzwenkt wordt. Door deze verzwenking van het koppel-deel 53 wordt gewaarborgd, dat bij het terugkippen van het voorste cabinedeel 9 de centreertap 34 met zekerheid in het opneemdeel 35 grijpt en een storingsvrije koppeling van de 20 beide cabinedelen 9 en 10 en aldus een veilige verankering en afdichting daarvan tijdens het rijden wordt bereikt.
Zoals in het bijzonder beter uit fig. 3 is te zien, zijn zowel de bajonetsluiting 36 als ook het koppel-deel 53 als ook de centreertap 34 in het gebied van de langs-25 zijwand 17 van het voorste respektievelijk achterste cabinedeel 9 respektievelijk 10 aangebracht. Uit fig. 3 is verder te zien, dat de trillingsdempinrichting 8 door twee rubber-metaalveerelementen 29 is gevormd en op deze wijze twee van elkaar gescheiden afsteunplaatsen voor het cabinedeel 9 vormt. 30 Eveneens kan de in fig. 1 getoonde trillingsdempinrichting 7 voor het achterste cabinedeel 10 uitgevoerd zijn. Verder is in fig. 3 schematisch een zetel 15 aangeduid, die in de rij 13 is aangebracht. Deze is in het achterste cabinedeel 10 afgesteund.
35 Uit fig. 2 is verder de uitvoering van het overgangsgebied tussen het voorste en het achterste cabinedeel 9, 10 in het gebied van het scheidingsvlak 28 - streeptwee-puntslijn - beter te zien. Zo is het achterste cabinedeel 10 o o v l o 7 a - 12 - met een in de richting van het voorste cabinedeel 9 gerichte overgangsdeel 54 uitgerust. Het gootvormig uitgevoerde overgangsdeel 54 wordt door het dak 18 van het voorste cabinedeel 9 overlapt. In het gebied, waarin zich het dak 18 en een dak 5 55 van het voorste respektievelijk achterste cabinedeel 9 respektievelijk 10 elkaar overlappen, is een afdichtinrichting 56 aangebracht. Deze bestaat bijvoorbeeld uit twee omlopende afdichtstroken 57 en 58, die, zoals in voertuigbouw gebruikelijk is, door middel van klemprofielen op de overeenkomstige 10 plaatdelen zijn geschoven. De tussenruimte tussen de cabine-delen 9 respektievelijk 10 is aldus op de wijze van een labyrinthafdichting tegen het binnendringen van vocht respektievelijk treklucht of geluid afgedicht.
Zoals verder uit fig. 2 en 3 te zien is, hebben 15 beide cabinedelen 9 en 10 in het gebied van het scheidings-vlak 28 dezelfde dwarsdoorsnedevcrm, zodat het overgangsdeel 54 zowel in het gebied van het dak 18 als ook van de langs-zijwand 17 en eveneens zelfs in het gebied van de bodem 20 respektievelijk 50 omlopend kan zijn aangebracht. Daardoor 20 wordt bij gesloten koppelinrichting 32 niet slechts een starre bewegingsverbinding tussen de afzonderlijke cabinedelen, maar bovendien ook een afdoende afdichting tegen klimatologische invloeden bereikt.
Natuurlijk is binnen het raam van de uitvinding 25 het ook mogelijk, dat in het geval dit vanwege constructieve eisen noodzakelijk is, het andere respektievelijk in fig. 2 en 3 achterste cabinedeel om een as kipbaar uit te voeren, zodat hetzij beide cabinedelen of een van de beide kipbaar is. Het is echter ook mogelijk, dat een voorste en een achter-30 ste kopzijdig cabinedeel kip- respektievelijk zwenkbaar is en dat zich daartussen een aan het voertuigchassis vast verbonden cabinedeel bevindt.
Ook de uitvoering van de koppelinrichting 32 is binnen het raam van de uitvinding vrij te kiezen. In plaats 35 van de in fig. 1 tot 3 weergegeven koppelinrichtingen kunnen ook volautomatische koppelinrichtingen onder toepassing van drukmiddelcilinders, spansluitingen of dergelijke toepassing vinden, zonder het raam van de uitvinding te verlaten. Ook de 8562 S7 é t - 13 - uitvoering van het overgangsgebied tussen twee op dezelfde wijze zwenkbare respektievelijk een vaststaand en een ver-zwenkbaar cabinedeel is op veelvuldige wijze te variëren.
Zo is het mogelijk, dat één van de beide cabinedelen het 5 andere via een groter langsgebied omhult of de verbinding tussen deze cabinedelen door een aanvullend aangebracht tussenstuk, dat bijvoorbeeld ook in de vorm van een overrolbeugel kan zijn uitgevoerd, geschiedt. In plaats van de in het uit-voeringsvoorbeeld getoonde rubberveerinrichtingen voor de 10 trillingsdempinrichting kunnen vanzelfsprekend torsieveren, bladveren, rubber veren en drukmiddel-bedienbare trillings-dempelementen, zoals bijvoorbeeld luchtveren of hydraulische veerelementen, of combinaties daarvan, die in de handel verkrijgbaar zijn, als dempelementen worden gebruikt.
15 In fig. 4 is een vrachtwagen 1 getoond, die een cabine 2 en een nuttige opbouw 3 heeft. De nuttige opbouw 3 wordt door een kipbak gevormd, die vanuit de met getrokken lijnen getekende tot in de met streeplijnen getekende stand omhoog te zwenken is. De cabine 2 bestaat hier ook uit een 20 veelvoud van cabinedelen 59, 60, 61 waarvan elk via een eigen trillingsdempinrichting 62 tot 64 op het voertuigchassis 5 is afgesteund. Aanvullend is zowel het cabinedeel 59 als ook 61 om een as 65 respektievelijk 66 vanuit de met getrokken lijnen getekende rijstand tot in de met streeplijnen getekende onder-25 houdsstand verzwenkbaar. Daardoor wordt de toegang tot een boven de voorste rijas 67 aangebrachte aandrijfmotor 68 vergemakkelijkt. Om een overeenkomstig stabiele legering van de cabinedelen 59 respektievelijk 61 in de naar elkaar toegekeerde eindgebieden bijvoorbeeld ook voor het ruwe inzetbedrijf 3Ö van een vrachtwagen met kipbakken mogelijk te maken, is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een derde cabinedeel 60 aanwezig, dat via een eigen trillingsdempinrichting 63 aan het voertuigchassis 5 is gelegerd. Tijdens het rijden, dat wil zeggen in de stand die met getrokken lijnen is aangegeven, worden 35 de beide cabinedelen 59 en 61 met schematisch aangeduide koppelinrichtingen 69 met dit middenste cabinedeel 60 verbonden. In het gebied van dit cabinedeel 60 respektievelijk de elkaar overlappende gebieden van de cabinedelen 59 tot 61 8-3 u ώ ϋ / 0 - 14 - zijn overeenkomstige afdichtinrichtingen aangebracht. Het middenste, vast met het voertuigchassis 5 verbonden cabinedeel 60 kan ook een grbtere langsmaat hebben en bijvoorbeeld een rij zetels voor passagiers dragen.
5 Verder is het ook mogelijk, dat alle of een enkele van de cabinedelen 59 tot 61 voor het opnemen van uitrustingsvoorwerpen, reddingsapparaten, aggregaten of andere machines, in het bijzonder bij in te zetten voertuigen, zijn uitgevoerd, waarbij bijvoorbeeld in het cabinedeel 61 aange-10 brachte ruimten voor apparaten via een in fig. 4 schematisch weergegeven rolluik toegankelijk zijn. Er kunnen echter ook in een cabinedeel zetels voor meerijders en in een ander cabinedeel uitrustingsvoorwerpen en dergelijke aangebracht respektievelijk gelegerd zijn.
15 Bij de in fig. 5 weergegeven vrachtwagen 1 bestaat de cabine 2 uit twee cabinedelen 70 en 71, waarbij elk cabinedeel slechts via één enkele trillingsdempinrichting 62, 64, die door een torsiestaaf respektievelijk een rubber-metaalveerelement gevormd kan zijn, aan het voertuigchassis 20 5 is afgesteund. Daarbij is het mogelijk, dat de trillings dempinrichting 63, die ook de as 65 voor het kippen van het achterste cabinedeel 70 legert, een afsteunpunt van de cabine vormt, terwijl de trillingsdempinrichting 64 twee dwars ten opzichte van de voertuiglangsrichting uit elkaar gelegen 25 trillingsdempelementen heeft, die de twee andere afsteunpunten van de cabine 2 vormen, zodat een statisch bepaald oplegsys-teem met drie oplegpunten wordt verschaft.
Zoals verder schematisch is aangeduid, kan de koppelinrichting 72 door een drukmiddelcilinder 73 gevormd 30 zijn, waarvan koppelhaken 74 in koppelogen 75, die in het voorste cabinedeel aangebracht zijn, grijpen, wanneer de drukmiddelcilinder 73 met drukmiddel bekrachtigd wordt. Voor het ontgrendelen van de koppelinrichting 72 worden door tegengestelde bekrachtiging van de drukmiddelcilinders 73 de koppel-35 haken 74 in de richting van de voorste kopwand van het voorste cabinedeel 70 naar buiten gebracht.
Binnen het raam van de uitvinding is het natuurlijk ook mogelijk, in plaats van een veelvoud van achter b 0 ·.· : o / ft * * i m - 15 - elkaar opgestelde rijen van zetels voor meerijders, in het bijzonder in het andere respektievelijk achterste cabinedeel apparatenruimten of aggregaten, respektievelijk machines of dergelijke aan te brengen. Verder is het ook mogelijk, een 5 dergelijke, uit meerdere cabinedelen bestaande cabine, waarbij een cabinedeel verzwenkbaar is, voor andere doeleinden, bijvoorbeeld voor het transport van slag- en stootgevoelige goederen, toe te passen, waarbij door het verzwenken van een voertuigcabinedeel de toegang tot de daaronder aangebrachte 10 aandrijfinrichtingen, zoals pompen, regelinrichtingen en dergelijke, verzekerd dient te zijn. Het is bijvoorbeeld bij in te zetten voertuigen, bijvoorbeeld brandweervoertuigen, ook mogelijk de blus-, bergings- en reddingsapparaten respektievelijk de hiervoor benodigde aggregaten en dergelijke 15 in een meerdelige cabine volgens de uitvinding op te slaan, waarbij door het verzwenken van een cabinedeel de toegang tot onder respektievelijk in deze cabine aangebrachte inrichtingen, zoals pompen, vloeistofreservoirs, of dergelijke, wordt vergemakkelijkt. Zo is het bijvoorbeeld voor te stellen, 20 dat het in de rijrichting achterste kopzijdige eind-gebied van de opbouw van een dergelijk in te zetten voertuig om een evenwijdig aan het rijbaanvlak en dwars op de voertuig-langsrichting zich uitstrekkende as verzwenkbaar is om een betere toegankelijkheid bij het onderhoud respektievelijk 25 reparatie van de in dit gebied aangebrachte pompen respektievelijk drukluchtinrichting voor vloeibaar of poedervormig blusmiddel mogelijk te maken.
83 0 2 3 7 *5
Claims (14)
1. Vrachtwagen met een via elastische tussenelementen aan het voertuigchassis bevestigde cabine en een onafhankelijk daarvan aan het voertuigchassis gelegerde nuttige opbouw, waarbij de cabine om een dwars ten op-5 zichte van de rijrichting en een ongeveer evenwijdig aan de rijbaan van de wielen zich uitstrekkende as vanuit een aan het voertuigchassis opliggende rijstand in de rijrichting tot in een omhoog gekipte stand verstelbaar is, met het kenmerk, dat de cabine (2) meerdelig is uitgevoerd en ëên 10 cabinedeel (9, 59, 61, 70) om de as (24, 65, 66) verstelbaar is, als ook ten minste in de rijstand via een naar behoefte losmaakbare koppelingsinrichting (32, 69, 72) met een ander cabinedeel (10, 60, 71) beweeglijk verbonden is.
2. Vrachtwagen volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat het kipbare cabinedeel (9, 59, 70) via een de as legerende trillingsdempinrichting (6, 62) en het andere cabinedeel (10, 60, 61, 71) via een andere trillingsdempin-richting (7, 63, 64) aan het voertuigchassis (5) van de vrachtwagen (1) is afgesteund.
3. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de trillingsdempinrichting (7, 64) van het andere cabinedeel (10, 61, 71) in een naar de nuttige opbouw (3) toegekeerd eindgebied is aangebracht en bij voorkeur het kipbare cabinedeel (9, 59) weer een in het gebied 25 van het scheidingsvlak (28) aanvullend aangebrachte trillingsdempinrichting (8, 63) met het voertuigchassis (5) van de vrachtwagen (1) is verbonden.
4. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat aan het eindgebied van het 30 andere cabinedeel (10) dat naar het scheidingsvlak (28) is toegekeerd, een buiten het inveergebied van de cabine (2) aangebrachte afsteuninrichting (51) is toegevoegd.
5. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het kipbare cabinedeel (9, 51, 70) 35 in de rijrichting (25) een voorste gebied van een chauffeurs-cabine vormt en een rijstoel en bijrijdersstoel als ook stuur-, regel- en controleinrichtingen (21, 23, 22) daarin zijn gele- 850 2 87 6 - 17 - gerd en in het andere cabinedeel (10) in de rijrichting achter elkaar aangebrachte rijen (13, 14) van zetels (15) en respek-tievelijk of laadruimten, bijvoorbeeld apparatenruimte alsmede ten minste in éên van de langs zijwanden (17) een deur 5 zijn aangebracht.
6. Vrachtwagen volgens éên van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat zowel het kipbare als ook het verdere cabinedeel (9, 59, 70; 10, 60, 61, 71) zelfdragend zijn uitgevoerd en hun bodem (20, 50) en dak (33, 55) via twee 10 langszijwanden (17) en ten minste in de van elkaar afgekeerde eindgebieden via een bijvoorbeeld de windschermschijf opnemende kopwand (19, 30) met elkaar zijn verbonden, waarbij bij voorkeur in de langszijwanden (17) de deuren zijn aangebracht.
7. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 6, 15 met het kenmerk, dat ten minste de daken (33, 55) van het kipbare en het andere cabinedeel (9, 10? 70, 71) in het gebied van het scheidingsvlak (28) elkaar overlappend zijn aangebracht .
8. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 7, 20 met het kenmerk, dat de vorm van de dwarsdoorsnede van het kipbare cabinedeel (9, 59, 70) ten minste in het gebied van het scheidingsvlak (28) aan de vorm van de dwarsdoorsnede van het andere cabinedeel (10,60,61, 71) is aangepast.
9. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 8, 25 met het kenmerk, dat tussen het kipbare cabinedeel (9, 59, 70) en het andere cabinedeel (10, 60, 61, 71) een afdichtinrichting (56) is aangebracht, waarbij bij voorkeur het ene van de beide cabinedelen een onder de afdichtinrichting (56) omlopend overgangsdeel (54) heeft, dat ten minste over de wandsterkte 30 van het dak (33) van het andere cabinedeel in de richting naar de binnenruimte van de cabine (2) toe versprongen is en dat bij voorkeur het overgangsdeel (54) een gootachtige verdieping vormt, waarvan het verloop aangepast is aan de vorm van de dwarsdoorsnede van de cabinedelen.
10. Vrachtwagen volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het andere cabinedeel via ten minste twee op afstand van. elkaar aangebrachte trillingsdempers van de trillingsdempinrichting is afgesteund en het kipbare cabine- c '5 u i Ö ; y - 18 - V z » β deel via de koppelingsinrichting (32, 69, 70) bovendien aan de trillingsdempinrichting, waarin de as gelegerd i.s, op de trillingsdempinrichting, waarin het andere cabinedeel gelegerd is, is afgesteund.
11. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de koppelingsinrichting (32) telkens een in het gebied van elk van de beide langszijwanden (17) en van het scheidingsvlak (28) aan het dak (55) van het kipbare cabinedeel (9) aangebrachte centreertap (34) 10 omvat, die zich ongeveer evenwijdig aan het dak (55) en dwars ten opzichte van de voertuiglangsrichting (25) uitstrekt en die een aan het andere cabinedeel (10) gelagerde, in het bijzonder om een zich evenwijdig aan de centreertap (34) uitstrekkende as, bijvoorbeeld door middel van een veer (52) in de 15 zwenkrichting van het cabinedeel (9) verzwenkbare houdinrich-ting met een opneemdeel (35) voor de centreertap (34) heeft, waarbij het opneemdeel (35) een aan de omtreksvorm van de centreertap (34) aangepaste tegengestelde omtreksvorm heeft.
12. Vrachtwagen volgens één van de conclusies 20 1 tot 11, met het kenmerk, dat de koppelinrichting (32) een in het bijzonder in het gebied van elk van de beide langszij-wanden (17) in het kipbare cabinedeel (9) aangebrachte bajonet-sluiting (36) omvat, die bij voorkeur een in zijn hoekgebied op een in het bijzonder ten opzichte van de rijrichting hellend 25 zich uistrekkende coulissenbaan (45) geleide zwenkbare knie-hefboom (37) omvat, die in het eindgebied van een been (38) via een zwenkas (39) een haak (40) legerend opneemt, waaraan een aan het andere cabinedeel bevestigde houder, bijvoorbeeld een draagtap (48) is toegevoegd en waarvan het andere been 30 (41) een s lui the f boom (42) vormt.
13. Vrachtwagen volgens ëën van de conclusies I tot 12, met het kenmerk, dat een hefweg van de haak (40) groter is dan de afstand tussen de onderzijde van het andere cabinedeel (10) en een buiten de veerweg aangebrachte, aan het 35 voertuigchassis (5) afgesteunde afsteuninrichting (51).
14. Vrachtwagen volgens ëën van de conclusies II tot 13, met het kenmerk, dathet op de coulissenbaan (45) geleidehoekgebied van de kniehefboom (37) bij in zijn eind- 5- Λ .Λ Λ “J ij \j - o / ö - ·» Γ .C ..... - 19 - standen zich bevindende sluithefboom (42) zijdelings naast een de zwenkas (39) en de lasthaak verbindende, in gedachten getrokken lijn is aangebracht en bij voorkeur de kniehefboom (37) van een aandrijving is voorzien, die deze met een in de 5 richting van de beide eindstanden gerichte kracht bekrachtigt. C <J i C/3
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
AT343784 | 1984-10-30 | ||
AT0343784A AT390233B (de) | 1984-10-30 | 1984-10-30 | Lastkraftwagen mit einer aus mindestens zwei teilen bestehenden kabine |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8502676A true NL8502676A (nl) | 1986-05-16 |
NL193060B NL193060B (nl) | 1998-05-06 |
NL193060C NL193060C (nl) | 1998-09-08 |
Family
ID=3550506
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8502676A NL193060C (nl) | 1984-10-30 | 1985-09-30 | Vrachtwagen met een uit ten minste twee delen bestaande cabine. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT390233B (nl) |
BE (1) | BE903386A (nl) |
CH (1) | CH667053A5 (nl) |
DE (1) | DE3526766C2 (nl) |
GB (1) | GB2166094B (nl) |
NL (1) | NL193060C (nl) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4032823A1 (de) * | 1990-10-16 | 1992-04-23 | Man Nutzfahrzeuge Ag | Verteilerfahrzeug |
US5310239A (en) * | 1993-02-22 | 1994-05-10 | Paccar Inc | Modular cab and sleeper structural assembly for a truck-tractor vehicle |
US5560673A (en) * | 1994-02-04 | 1996-10-01 | Paccar Inc. | Truck cab and sleeper assembly |
US5735568A (en) * | 1997-01-31 | 1998-04-07 | Western Star Trucks, Inc. | Cab-sleeper assembly |
AT413205B (de) * | 2001-12-13 | 2005-12-15 | Rosenbauer Int Ag | Feuerwehrfahrzeug |
US6935679B2 (en) | 2003-09-03 | 2005-08-30 | Mack Trucks, Inc. | Modular cab, sleeper and roof structural assembly for a truck-tractor vehicle |
DE202006003506U1 (de) * | 2006-03-07 | 2007-07-19 | Krauss-Maffei Wegmann Gmbh & Co. Kg | Militärisches Kraftfahrzeug zum Mannschaftstransport |
DE102007041276A1 (de) * | 2007-08-31 | 2009-03-05 | MAN Nutzfahrzeuge Österreich AG | Lastkraftwagen mit einem gepanzerten Fahrerhaus spezieller Bauart |
EP3251894B1 (en) | 2016-06-02 | 2022-01-12 | Mercury Trading bvba | Verbeterde ruimte-verbindende inrichting voor passagierstransportmiddel |
AT519556B1 (de) * | 2017-07-04 | 2018-08-15 | MAN TRUCK & BUS OESTERREICH GesmbH | Schwenkvorrichtung für ein Fahrerhaus |
CN108327807B (zh) * | 2018-03-15 | 2024-07-09 | 中国第一汽车股份有限公司 | 分体式驾驶室锁止系统 |
CN108327806B (zh) * | 2018-03-15 | 2024-05-03 | 中国第一汽车股份有限公司 | 驾驶室悬置系统 |
CN108313140B (zh) * | 2018-03-15 | 2024-02-23 | 中国第一汽车股份有限公司 | 可分离式平头重型卡车驾驶室 |
CN108313139B (zh) * | 2018-03-15 | 2023-09-22 | 中国第一汽车股份有限公司 | 卡车驾驶室悬置系统 |
IT201900011445A1 (it) * | 2019-07-11 | 2021-01-11 | Nomec Srl | Veicolo integrato ribaltabile |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4121684A (en) * | 1977-02-17 | 1978-10-24 | Paccar Inc. | Truck with tilting cab and non-tilting separated sleeping compartment |
DE2744429A1 (de) * | 1977-10-03 | 1979-04-12 | Warneke Theodor Fahrzeugbau | Lastkraftwagen mit kastenaufbau in pullmann-form |
US4222451A (en) * | 1978-10-23 | 1980-09-16 | Lamb Charles A | Tilting cab for vans |
US4351554A (en) * | 1980-02-27 | 1982-09-28 | Livlab, Inc. | Motor vehicle sleeper unit |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB326664A (en) * | 1928-07-17 | 1930-03-20 | Henry Garner | Improvements in the bodies of motor road vehicles |
GB802178A (en) * | 1956-03-21 | 1958-10-01 | Vauxhall Motors Ltd | Improvements relating to truck cabs |
GB807201A (en) * | 1956-06-22 | 1959-01-07 | Vauxhall Motors Ltd | Improvements relating to truck cabs |
US4378856A (en) * | 1981-02-24 | 1983-04-05 | Double Eagle Industries, Inc. | Passageway for truck cab and sleeper unit |
-
1984
- 1984-10-30 AT AT0343784A patent/AT390233B/de not_active IP Right Cessation
-
1985
- 1985-07-26 DE DE19853526766 patent/DE3526766C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1985-08-02 CH CH333885A patent/CH667053A5/de not_active IP Right Cessation
- 1985-08-09 GB GB08520109A patent/GB2166094B/en not_active Expired
- 1985-09-30 NL NL8502676A patent/NL193060C/nl not_active IP Right Cessation
- 1985-10-08 BE BE1/011347A patent/BE903386A/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4121684A (en) * | 1977-02-17 | 1978-10-24 | Paccar Inc. | Truck with tilting cab and non-tilting separated sleeping compartment |
DE2744429A1 (de) * | 1977-10-03 | 1979-04-12 | Warneke Theodor Fahrzeugbau | Lastkraftwagen mit kastenaufbau in pullmann-form |
US4222451A (en) * | 1978-10-23 | 1980-09-16 | Lamb Charles A | Tilting cab for vans |
US4351554A (en) * | 1980-02-27 | 1982-09-28 | Livlab, Inc. | Motor vehicle sleeper unit |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3526766A1 (de) | 1986-05-07 |
GB2166094B (en) | 1988-10-19 |
ATA343784A (de) | 1989-09-15 |
NL193060C (nl) | 1998-09-08 |
AT390233B (de) | 1990-04-10 |
GB8520109D0 (en) | 1985-09-18 |
DE3526766C2 (de) | 1996-02-01 |
BE903386A (nl) | 1986-04-08 |
GB2166094A (en) | 1986-04-30 |
NL193060B (nl) | 1998-05-06 |
CH667053A5 (de) | 1988-09-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8502676A (nl) | Vrachtwagen met meerdelige cabine. | |
US4351554A (en) | Motor vehicle sleeper unit | |
US6170849B1 (en) | McCall air ride 5th wheel hitch system | |
US3841430A (en) | Roll structure cab and seat arrangement for track-type tractors | |
US6247712B1 (en) | Trailing axle assembly | |
EP1645494B1 (en) | Utility vehicle with suspended driver's cab | |
US3737192A (en) | Hinged mounting for tilt cab | |
EP0213098B1 (en) | Arrangement for suspending a forwardly tippable cab on a vehicle | |
US4061392A (en) | Side tilt integrated cab | |
US3618692A (en) | Vehicle cab suspension | |
US6607206B2 (en) | Air cushion suspension assembly for use with over the road trucks | |
US5088758A (en) | Suspension system for semi trailers | |
US3174575A (en) | Mounting device for tilting integral hood and fender assembly | |
US6047791A (en) | Variable counterweight arrangement for a forklift-type vehicle | |
US4596402A (en) | Wide base air spring suspension with unitized parallelogram stabilization | |
NL8800027A (nl) | Verbindingsconstructie voor de verbinding van een verende asophanging met een gestel van een voertuig. | |
CA2411715A1 (en) | Truck cab suspension with lateral locating wheel | |
US3647097A (en) | Truck bed | |
US2131083A (en) | Suspension for vehicles | |
CA2272265A1 (en) | Truck butterfly hood mount system | |
CA1199611A (en) | Towing lift | |
CA2104039A1 (en) | Truck | |
WO2010005346A1 (en) | Vehicle cab arrangement | |
EP1957347B1 (en) | Cab tilt device | |
CA1238070A (en) | Spreader and dump truck |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: ROSENBAUER INTERNATIONAL GESELLSCHAFT M.B.H. |
|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020401 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020401 |