NL8502609A

NL8502609A - Toestel voor het vormen van een huidplooi.

Info

Publication number: NL8502609A
Application number: NL8502609A
Authority: NL
Original assignee: Hsm
Priority date: 1985-09-24
Filing date: 1985-09-24
Publication date: 1987-04-16

Description

. LX 855101 Mm/Tg * ^

Toestel voor het vormen van een huidplooi.

Sommige geneesmiddelen dienen onderhuids te worden ingespoten, in het bijzonder wanneer een betrekkelijk langzame opname in het lichaam gewenst is. Een voorbeeld daarvan is bij suikerzieken in te spuiten insuline.

5 Het is daarbij ven belang deze inspuiting in een onderhuids gedeelte te doen plaatsvinden, waar dit het gunstigste effect heeft. Daartoe is in het bijzonder het losmazige onderhuidse vetweefsel geschikt. Dit weefsel is voldoende dooraderd om een goede afvoer en aldus verspreiding door het lichaam te veroorzaken, en is voorts zo-10 danig, dat daarin de vloeistof kan worden opgeslagen om de gewenste in de tijd gespreide opname te verschaffen.

Het is daarbij van belang, dat de naald tot op de gewenste diepte wordt ingestoken, hetgeen niet eenvoudig is, temeer daar de dikte van de desbetreffende laag niet overal gelijk is, en ook van 75 persoon tot persoon verschilt.

Voor dit doel wordt tegenwoordig aanbevolen de huid en het onderliggende weefsel tot een opstaande plooi samen te drukken, waarin dan de naald wordt gestoken. Het inbrengen is dan minder kritisch, terwijl verder het lossere weefsel wordt samengedrukt, zodat na het 20 ontspannen de ingespoten vloeistof over een groter gebied wordt verspreid, hetgeen het opnemen in het bloed bevordert.

Het vormen van een plooi vereenvoudigt het inspuiten voor ervaren personen aanmerkelijk. Het wordt echter meer en meer gebruikelijk periodieke injecties bij niet in een ziekenhuis opgenomen 25 patiënten, bijvoorbeeld met insuline bij suikerzieken, door de patiënt zelf te laten uitvoeren, doch dit leidt dikwijls tot moeilijkheden. Met name is het bezwaarlijk met ae ene hand een piooi te vormen en met de andere hand de injectiespuit te bedienen, hetgeen bij inspuiting in de arm zelfs onmogelijk is. Bij dergelijke inspuitingen 30 is het juist gewenst regelmatig van injectieplaats te kunnen wisselen.

Vooral voor het laatste doel bestaat er behoefte aan een

13 02 60S

.Λ V

- 2 - hulpmiddel, dat het onderhuids inspuiten vereenvoudigt, waardoor het op de juiste wijze inspuiten door de patiënt zelf mogelijk wordt, welk hulpmiddel uiteraard eenvoudig moet zijn uitgevoerd en op eenvoudige wijze moet kunnen worden bediend, en nochtans een ondubbel-5 zinnige betrouwbare en pijnloze werking verzekert en hygiënisch in het gebruik is.

De uitvinding beoogt een toestel voor dit doel te verschaffen, dat wordt gekenmerkt door twee aangrijpingsoppervlakken, die hechtend op het desbetreffende huidgedeelte kunnen worden geplaatst, 10 welke oppervlakken met een met een hand te bedienen aandrijfmiddel zijn verbonden, dat toelcat deze oppervlakken tegen een veerkracht in naar elkaar toe te bewegen om aldus een huidplooi daartussen te vormen, terwijl een losbaar grendeimiddel aanwezig is, dat deze oppervlakken in tenminste een stand kan vergrendelen.

15 De met een dergelijk toestel gevormde plooi wordt door de vergrendeling gehandhaafd, zodat deze plooi niet met de hand behoeft te worden tegengehouden, en het mogelijk wordt ook in een arm in te spuiten. Het toestel verzekert, dat de plooi steeds in hoofdzaak dezelfde vorm en afmetingen heeft, zodat ook met een herhaalbare in-20 spuitdiepte kan worden gewerkt.

In het bijzonder is dit toestel zodanig uitgevoerd, dat de aangrijpingsoppervlakken met een U-vormig verend brugstuk zijn verbonden, dat al met twee vingers naar binnen kan worden gedrukt.

In het bijzonder is dit toestel zodanig uitgevoerd, dat de binnen-25 zijden van de aangrijpingsoppervlakken zijn verbonden met buigzame stroken, die door een middenopening in het brugstuk steken, waarvan er tenminste een van een grendelvertanding is voorzien, die met de rand van deze opening in aangrijping kan komen, welke opening een zijdelingse beweging van de stroken toelaat om de vertanding van 30 de rand los te kunnen maken.

Een bijzondere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de benen -van het verende brugstuk, die op de aangrijpingsoppervlakken aansluiten, zodanig met deze oppervlakken zijn verbonden, 8502 60 9 - 3 - > *£ dat bij het uitoefenen van een drukkracht aan de ene zijde de uiteinden van de strook naar de aangrijpingsrand van de opening in het brugstuk worden gedreven, en bij een drukkracht op de andere zijde, daarvan worden verwijderd. Het dwarsgedeelte van het brugstuk en de 5 benen zijn in het bijzonder verstijfd, terwijl daartussen een elastisch scharnier is gelegen.

Een dergelijk toestel ken op zeer eenvoudige wijze worden bediend, waarbij in het bijzonder het ontgrendelen uiterst eenvoudig is, terwijl het toestel in het bijzonder uit een stuk verend materi-10 aal kan zijn vervaardigd.

Ter vereenvoudiging van het inspuiten kan een dergelijk toestel worden voorzien van een onder een geschikte hoek gerichte houder voor een injectiespuit, terwijl het ook mogelijk is een afzonderlijke spuithouder voor dit doel te gebruiken.

15 Ter verbetering van de aangrijping van de aangrijpings- oppervlakken op de huid kan het aanbeveling verdienen daarop stukjes tweezijdig klevend plakband aan te brengen, die met behulp van een geschikte afgeefhouder kunnen worden aangebracht.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toege-20 licht aan de hand van een tekening; hierin toont; fig. IA en 5 twee aanzichten van een praktische uitvoeringsvorm van het toestel volgens de uitvinding; fig. 2 een vereenvoudigd aanzicht van dit toestel in de werkzame toestand; 25 fig. 3 de helft van een strook, waaruit een dergelijk toe stel is vervaardigd; fig. 4 een doorsnede van een hulpmiddel voor het aanbrengen van kleefstrookjes op een dergelijk toestel; en fig. 5A en B twee aanzichten van een hulpmiddel voor het 30 onder de juiste hoek geleiden van een injectiespuit.

Het afgebeelde toestel bestaat bij voorkeur uit een stuk veerkrachtig materiaal, in het bijzonder metaal, zoals nog nader aan de hand van fig. 3 zal worden besproken. Deze strook is in de in 8502 60 9

V

- 4 - fig. IA afgebeelde vorm gebogen.

Het afgebeelde toestel omvat daarbij een middenstuk 1, dat . in het bijzonder door omgezette randen 2 is verstijfd, en waarop twee benen 3 aansluiten, die elk aan het andere uiteinde overgaan in 5 een naar binnen afgebogen aangrijpingsoppervlak 4, waarop een smallere strook 5 aansluit, waarvan het uiteinde 6 door een middenopening 7 van het middenstuk 1 steekt, en aldaar, zoals bij 8 is afgebeeld, dwars is omgezet, terwijl de beide eindgedeelten 6 bijvoorbeeld door middel van een puntlasverbinding met elkaar zijn verbonden. Deze 10 eindgedeelten 6 zijn, zoals uit fig. IA en 3 blijkt, aan een zijde van een vertanding 9 voorzien, die met een randgedeelte 10 van de opening 7 in aangrijping kan komen. In de praktijk wordt meestal slechts een van de eindgedeelten 6 van een vertanding voorzien, zodat bij het samenstellen het uitrichten van twee vertandingen wordt 15 vermeden.

De benen 3 zijn ter weerszijden van een kniklijn 11 enigszins naar binnen toe afgebogen om deze benen te verstijven, terwijl deze benen aan het benedeneinde bij 12a en 12b zijn verbreed. Deze verbrede gedeelten 12a en 12b zijn rond kniklijnen 13a resp. 13b 20 enigszins afgebogen, en dienen daarbij als vingergrepen. Ook de aangri jpingsoppervlakken 4 zijn verbreed, zoals uit fig. 1B en 3 blijkt.

De bocht 14 tussen het middenstuk 1 en een been 3 kan, zoals uit fig. 1B en 3 blijkt, nog enigszins zijn ingesnoerd, en vormt daarbij een elastisch scharnier, 25 Wanneer de benen 3 tegen de veerkacht van het strookmate- riaal in naar elkaar toe worden gedrukt, worden de eindgedeelten 6 van de stroken 5 omhoog gedreven, waarbij de vertanding 9 een vergrendeling in de bereikte stand toelaat. Afhankelijk van de plaats, waar de samendrukking plaatsvindt, zal een zekere wringing van het 30 desbetreffende been 3 optreden, waarbij de verbredingen 12 een hef-boomarm verschaffen. Wanneer op de vingergrepen 12a wordt gedrukt, worden de tanden 9 naar de rand 10 toegedrukt, hetgeen de vergrendeling bevordert, terwijl bij het indrukken van de grepen 12b de tan- 8502 60 9 - 5 - den van de rand 10 worden verwijderd, zodat dan een ontgrendeling wordt verkregen,

Wanneer de oppervlakken 4 op de huid worden geplaatst, en de wrijving of hechtkracht tussen deze oppervlakken 4 en de huid 5 voldoende groot is, kan bij het indrukken van de benen 3 een huidplooi 15 worden verkregen, zoals in fig. 2 is afgebeeld. Dit kan op eenvoudige wijze geschieden door met een duim en een vinger van een hand de vingergrepen 12a in te drukken. Nadat in de gevormde huid plooi met behulp van een injectienaald een inspuiting heeft plaats-10 gevonden, kan door het indrukken van de vingergrepen 12b het toestel weer onmiddellijk worden losgemaakt.

Hoewel de oppervlakken 4 van een bekleding uit bijvoorbeeld kunststof met een voldoende wrijvingscoëfficiënt kunnen worden voorzien, of daarop zuignappen of dergelijke kunnen worden aange-15 bracht, verdient het de voorkeur hierop voor het gebruik een strookje dubbelzijdig klevend plakband aan te brengen, dat na het gebruik weer kan worden verwijderd. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een afgeef- en opbrengtoestel, bijvoorbeeld van de vorm, die voor het aanbrengen van prijsetiketten bekend is. Aan de hand 20 van fig. 4 zal nog een bijzonder eenvoudig hulpmiddel voor dit doel worden beschreven.

Het in fig. 1 en 2 afgeheelde toestel laat toe op eenvoudige wijze een huidplooi te vormen, waarin dan zonder moeite een injectienaald kan worden gestoken. Wanneer echter de patiënt zelf de 25 inspuiting moet uitvoeren, kan het aanbeveling verdienen op dit toestel een injectiespuithouder aan te brengen, zoals schematisch bij 16 in fig. 1B is aangeduid, welke houder een onder een geschikte hoek geplaatste huls 17 omvat, waarin een injectiespuit kan worden gestoken en vastgezet, in het bijzonder een automatisch werkende 30 injectiespuit, die na ontgrendeling eerst de naald in de huid drijft, en vervolgens de inhoud van de spuit naar buiten drijft. Aan de hand van fig. 5 zal nog een eenvoudig los hulpmiddel voor dit doel worden beschreven.

8302 609

,S

- 6 -

Fig. 3 toont de helft van een strook, bijvoorbeeld uit metaal, waaruit een klem volgens fig. 1 kan worden gevouwen. Hieruit blijkt, dat aan een zijde van de opening 7 een lip 18 is uitgedrukt, die de rand 10 vormt, waarmee de tanden 9 in aangrijping 5 kunnen komen. Een dergelijke strook kan op eenvoudige wijze worden uitgeponst en van de knikribben 11 en 13 en de opening 7 met de lip 18 worden voorzien.

Een belangrijk voordeel van de afgeheelde plooivormer is, dat het lossen van de vergrendeling met dezelfde vingerstand als het 10 spannen van de klem geschiedt, en het lossen ook geleidelijk onder beheersing met de vingers kan plaatsvinden, zodat ook de huid zich geleidelijk zal ontspannen, en de klem niet wegspringt. Het kan daarbij aanbeveling verdienen de verbrede gedeelten 12a tegengesteld aan de gedeelten 12b af te buigen om een zichtbare aanduiding te 15 verschaffen, welke vingergrepen voor het vergrendelen, en welke voor het lossen dienen. Deze gedeelten kunnen van desbetreffende aanduidingen worden voorzien.

Fig. 4 toont een eenvoudig hulpmiddel 19 voor het afgeven van tweezijdig klevende plakstrookjes. Deze strookjes bevinden zich 20 bijvoorbeeld op een rol 20 met, zoals algemeen gebruikelijk, aan een zijde een scheidingsstrook 21, die een plakzijde afschermt, welke rol 20 in een kartonnen doosje 22 met een deksel 23 is geplaatst. Het hulpmiddel 19 bestaat uit een strook metaal of kunststof, die op de wijze van een tafelkleedklem is gevouwen, en twee in hoofd-25 zaak evenwijdige benen 24 en 25 bezit.

Het ene been 24 wordt, zoals afgebeeld, achter een zijwand 26 in het doosje 22 gestoken. Het·bovenoppervlak van een dwars-stuk 27 is bijvoorbeeld gekarteld, teneinde de aanhechting van de kleeflaag aan een afgewikkeld strookeind 28 te verminderen, terwijl 30 aan het eind ervan een snijkant 29 aanwezig is voor het afscheuren van een plakstrookje, nadat het oppervlak 4 van het toestel van fig. 2 na verwijdering van de scheidingsstrook 21 op het strookeind 28 is gedrukt, dat zich op het oppervlak 27 bevindt.

85 0 2 60 9 - 7 -

Fig. 5Λ en B tonen twee aanzichten van een losse injectie-spuithouder 30, die is ingericht om een injectiespuit, (en in het bijzonder een voor eenmalig gebruik dienende spuit) onder de juiste hoek op de huid te plaatsen, en het insteken van de naald in de ge- 5 vormde huidalooi te vergernakkeli iken. Deze spuithouder 30 bestaat uiteen enkelvoudige op do afgebeelJe wijze gebogen strook, bijvoorbeeld uit metaal, waarvan de uiteinden 3] aan eikcar zijn bevestigd, en verder van een uitsparing 32 zijn voorzien, die een zitting en een aanslag voor het boveneind van een injectiespuit vormt, welke 10 spuit schematisch met onderbroken lijnen bij 33 is aangeduid, Zij-lippen 34 zijn teruggebogen, en vormen een geleiding voor de spuit 33, Het rechte benedengedeelte 35 dient op de huid te worden geplaatst, waarbij dan de spuit onder de juiste hoek staat.

Wanneer de spuit 33 tot aan de aanslagrand 31 wordt ver-15 schoven, wordt de naald van de spuit tot de gewenste diepte in de huid gedreven. Daarna kan de met de zuiger van de spuit verbonden knop worden ingedrukt om de spuitinhoud in te spuiten.

Deze houder is uiterst eenvoudig van opbouw, zodat deze op goedkope wijze kan worden vervaardigd. In het bijzonder is deze 20 houder aan een bepaalde spuitvorm en gewenste naaldindringdiepte aangepast.

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding nog andere uitvoeringen van het beschreven toestel mogelijk zijn. In het bijzonder kan dit toestel niet dwars op de huid doch 25 evenwijdig daaraan worden gericht, terwijl ook andere uitvoeringen van de veer en de vergrendeling en van de aangrijpingsoppervlakken mogelijk zijn. In plaats van twee strookjes kunnen ook zuignappen op de aangrijpingsoppervlakken worden aangebracht. Ook is het mogelijk met gladde aangri jpingsoppervlakken te werken, en de klem te voor-30 zien van een spanband, die rond het desbetreffende lichaamsdeel dient te worden gelegd.

Q S Λ 9 " Λ -=3 y y y i/ v j

Claims

1. Toestel voor het vormen van een huidplooi op een lichaamsdeel voor het daarin insteken van een injectienaald en het onderhuids inspuiten van een vloeistof, gekenmerkt door twee aan-grijpingsoppervlakken, die hechtend op het desbetreffende huidge- 5 deelte kunnen worden geplaatst, welke oppervlakken met een met een hand te bedienen aandrijfmiddel zijn verbonden, dat toelaat deze oppervlakken tegen een veerkracht in naar elkaar toe te bewegen om aldus een huidplooi daartussen te vormen, terwijl een losbaar gren-delmiddel aanwezig is, dat deze oppervlakken in tenminste een stand 10 kan vergrendelen.

2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat • de aangrijpingsoppervlakken met een U-vormig verend brugstuk zijn verbonden, dat al met twee vingers naar binnen kan worden gedrukt. i

3. Toestel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de binnenzijden van de aangrijpingsoppervlakken zijn verbonden met buigzame stroken, die door een middenopening in het brugstuk steken, waarvan er tenminste een van een grendelvertanding is voorzien, die met de rand van deze opening in aangrijping kan komen, welke opening een zijdelingse beweging van de stroken toelaat om de vertanding van 20 de rand los te kunnen maken.

4. Toestel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de benen van het verende brugstuk, die op de aangrijpingsoppervlakken aansluiten zodanig met deze oppervlakken zijn verbonden, dat bij het uitoefenen van een drukkracht aan de ene zijde de uiteinden van 25 de strook naar de aangrijpingsrand van de opening in het brugstuk worden gedreven, en bij een drukkracht oo de andere zijde daarvan worden verwijderd.

5. Toestel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het dwarsgedeelte van het brugstuk door afgebogen randen is ver- 8502 80S * - 9 - stijfd, en elk been ervan ter verstijving in de dwarsrichting V-vormig met een grote openingshoek is geknikt, terwijl de overgang tussen het dwarsgedeelte en elk been een elastisch scharnier vormt. ó. Toestel volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt door ter 5 weerszijden van de kniklijn op de uiteinden van de benen van het brugstuk aangebrachte vingergrepen.

7. Toestel volgens een van de conclusies 2. .6, met het kenmerk, dat het uit een enkele strook veerkrachtig materiaal is gevormd.

8. Toestel volgens een van de conclusies 1..7, geken merkt door een houder voor het insteken van een injectiespuit, welke houder onder een hoek is gericht, die geschikt is voor het indrijven van de naald van de injectiespuit in de door het toestel gevormde huidplooien.

9. Toestel volgens een van de conclusies 1..8, met het kenmerk, dat de aangrijpingsoppervlakken zijn ingericht voor het opplakken van stukjes tweezijdig klevend plakband, die na gebruik kunnen worden verwijderd.

10. Afgeefhouder voor toepassing bij een toestel volgens con- 20 clusie 9, ingericht voor het afgeven van stukjes tweezijdig klevend plakband en het aanbrengen daarvan op de aangrijpingsoppervlakken van het toestel.

11. Hulpstuk, te gebruiken als afgeefhouder volgens conclusie 10, gekenmerkt door een op de wand van een doosje met een rol 25 plakband of plakbandstrookjes te steken uit een stuk gevormde beugel met een aandrukoppervlak voor een afgewikkeld eind van het plakband, welk oppervlak in het bijzonder ten opzichte van het plakband verminderd aanhechtend is gemaakt.

12. Spuithouder, te gebruiken bij een toestel volgens een van 30 de conclusies 1..9, gekenmerkt door een uit een stuk strook- vormig materiaal gevormde steun met een op de huid te plaatsen steun- ö 5 Λ 0 λ ί ] 0 V ί*/ ^ V v V»/ *ÜT: - 10 - oppervlak en een schuin gedeelte voor het onder de juiste hoek geleiden van de spuit, en met een aanslag voor het begrenzen van de indringdiepte van de naald van de spuit en het tegenhouden daarvan bij het indrukken van de zuiger van deze spuit.