NL8501852A

NL8501852A - Inrichting voor het koelen van heet gewalsde vlakke produkten.

Info

Publication number: NL8501852A
Application number: NL8501852A
Authority: NL
Original assignee: Centro Speriment Metallurg
Priority date: 1984-07-04
Filing date: 1985-06-27
Publication date: 1986-02-03
Also published as: IT1177873B; ES544824A0; FR2567048B1; BR8503298A; ES8607767A1; BE902798A; DE3523829C2; GB2161102A; DE8519321U1; AT390214B; GB2161102B; ES544847A0; GB8516586D0; ES8608479A1; ATA191885A; US4645185A; DE3523829A1; FR2567048A1; IT8448502A0; CA1253014A

Description

i. — λ.

853074/Ti

Korte aanduiding: Inrichting voor het koelen van heet gewals- de vlakke produkten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het koelen van heet gewalsde vlakke produkten. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een zodanige verandering van een dergelijke inrichting (van de soort welke 5 een fijne stroom weinig turbulent water aflevert in de vorm van een blad dat zich uitstrekt over de gehele breedte van het koelbed) dat variaties mogelijk zijn in de hoeveelheid water over de gehele breedte van dit koelbed, waardoor zowel de koelcapaciteit als de breedte van het koelbed kunnen worden 10 gevarieerd.

De bekende inrichtingen voor het koelen van heet gewalsde vlakke produkten kunnen in principe worden verdeeld in twee groepen; de ene groep omvat die inrichtingen welke het koelwater afleveren in de vorm van stralen waarvan de breedte be-15 perkt is vergeleken met die van het koelbed en de andere inrichtingen welke sproeien met cilindrische laminaire stralen met kleine doorsnede. In het algemeen is het koelend effect van dergelijke stralen of sproeiïngen betrekkelijk beperkt zodat een groot aantal daarvan moet worden geïnstalleerd, 20 wat een aanzienlijke hoeveelheid ruimte inneemt. In het bijzonder kunnen deze, hoewel het gemakkelijk is het water toe te voeren via een groot aantal stralen, uitsluitend op de aan-uitwijze worden bestuurd, zodat de mogelijkheid van het regelen van de koelcapaciteit betrekkelijk beperkt is, niet 25 in het minst als gevolg van een laag rendement.

De andere groep omvat die inrichtingen welke het water toevoeren in de vorm van een dun gordijn dwars over het koelbed. In het algemeen wordt dit een laminaire stroming genoemd, doch in feite is de stroming turbulent, hoewel niet overmatig.

30 Het koelrendement van dergelijke inrichtingen is uitstekend, doch ondanks een aantal suggesties bekend uit de stand der techniek, is het bezwaar ervan dat de hoeveelheid afgeleverd water niet eenvoudig en effectief over de breedte van het koelbed kan worden geregeld.

35 In het geval van heet gewalsde vlakke produkten, platen en strippen, is de mogelijkheid van een nauwkeurige tempera- iS‘, £ cv. Λ «>* ·<ϊ> J ti ώ .a 2 ί ϊ tuurregeling zowel in langsrichting als in dwarsrichting over de breedte van het bed van groot belang om de noodzakelijk uniforme koeling te verzekeren, resulterend in een goede homogeniteit en vlakheid van het produkt waardoor het nawalsen en 5 een hitte- en mechanische bewerking achteraf wordt geëlimineerd of althans wordt gereduceerd.

Dit differentieel koelen is van bijzonder belang bij platen waar ongelijke temperaturen eerder zullen optreden als gevolg van de ongunstige oppervlakte-volumeverhouding van een 10 plaat die resulteert in een snellere koeling aan de randen.

Er bestaat tot nu toe geen inrichting welke een eenvoudige en effectieve continue variatie van de mate van koeling over de breedte van het gerolde produkt kan realiseren. De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en een verbeterde 15 inrichting te verschaffen waarmee over een ruim bereik een regeling van de waterstroming mogelijk is, niet alleen in absolute zin, doch ook over de gehele lengte van de inrichting.

De uitvinding verschaft hiertoe een inrichting voor het koelen van heet gewalsde vlakke produkten, voorzien van midde-20 len voor de toevoer van water en met een waterafgiftekamer met een lineaire sleuf loodrecht op de bewegingsrichting van de te koelen plaat, waardoor een waterstraal in de vorm van een betrekkelijk lang, zeer dun, weinig turbulent blad op de plaat of strip wordt gericht, met het kenmerk, dat de water-25 straal opwekkende kamer is gescheiden van de koelwatertoevoer, in langsrichting wordt begrensd door .geleidewanden welke convergeren naar de waterstraalafgiftesleuf en in dwarsrichting is verdeeld in een aantal kamers door een aantal schotten dwars op de langsrichting van de inrichting, waarbij elk van 30 de kleinere kamers in verbinding is met de watertoevoer via tenminste één de waterstroom variërende inrichting. Op deze wijze levert elk van de kleinere kamers zijn eigen waterstraal en de stroming daarvan komt overeen met die welke voor de gewenste koeling nodig is. Aangrenzende waterstralen komen 35 bijeen in de inrichting op een bepaalde afstand van de afgif-tesleuf ter voorkoming van scheiding van de verschillende stromen en wel op zodanige wijze dat het einddeel van de 3 5 j ’ ö o 2 X ..........

3 wanden, die naar de sleuf convergeren de stroom lineair maken. Dit resulteert in een enkele straal met variërend debiet over de breedte van het koelbed.

De regeling van de stromingen geleverd door elk der 5 kleine kamers kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerd door het variëren van de instelling van de inrichtingen die de kamers verbinden met de watertoevoer.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is: 10 Figuur 1 een gedeeltelijk weggesneden perspectivische afbeelding van de inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een verticale doorsnede door de inrichting volgens figuur 1;

Figuur 3 een verticale doorsnede door figuur 1 in het 15 vlak A-A in figuur 2;

Figuur 4 een verticale doorsnede door een inrichting verschillend van die volgens figuur 1,-doch die op hetzelfde principe werkt.

De figuren 1 t/m 3 tonen hoe de inrichting volgens de 20 uitvinding bestaat uit een' langwerpig buitenhuis 1, aan de beide einden afgesloten met wanden 2 en 3. De wand 3 heeft doorlaten 4 en 5 voor de toevoer van water naar het inwendige van de inrichting en wel met de kamers 6 en 7; het water wordt toegevoerd naar de inrichting via de toevoerleiding 25 8 en verdeeld naar de kamers 6 en 7 via de verdeelleiding 9 en de buizen 10 en 11 verbonden met respectievelijk de doorlaten 4 en 5.

De kamers 6 en 7 worden gevormd door de wanden van het huis 1 en de inwendig geleidewanden 12 en 13 bevestigd aan 30 de wanden van het huis 1 en de eindwanden 2 en 3. Inwendige geleidewanden 12 en 13 omsluiten een kamer 15, verder gedeeltelijk begrensd door een deel van de wand van het huis 1 en met de omgeving in verbinding staande via de opening 16 die in langsrichting van de inrichting verloopt en wordt gevormd 35 door de lippen van de geleidewanden 12 en 13.

De kamer 15 is dwarsrichting verdeeld door een aantal schotten 17, die kleinere kamers 18 vormen, van elkaar geschei-

£ 3 U i ö 0 éL

4 den en slechts met elkaar in verbinding staand op een kleine afstand van de sleuf 16; in feite eindigen de schotten 17 binnen de kamer 15 op een korte afstand voor de sleuf 16 met een taps einde 17* (zie figuur 3).

5 Geleidewanden 12 en 13 hebben een aantal doorlaten 14 die de kamers 6 en 7 in verbinding brengen met de kamer 15, zodat elk van de kleinere kamers 18 gevormd binnen de kamerl5 door de schotten 17 in verbinding staat met de kamers 6 en 7.

De doorlaten 14 zijn voorzien van bekende middelen voor 10 het variëren van de doorlaatopening daarvan, waardoor de stroom koelwater die gaat van de kamers 6 en 7 naar de kleinere kamers 18, kan worden beïnvloed.

Tijdens bedrijf zal het koelwater, afgeleverd door de toevoer 8 en verdeeld naar de kamers 6 en 7 via de verdeler 15 9 en de buizen 10 en 11 deze kamers vullen en daarvandaan bewegen via de doorlaten 14 naar de kleinere kamers 18. De turbulentie wordt aanzienlijk gereduceerd en in het uiterste geval wordt de stroming laminair als gevolg van de vorm en de afmetingen van de geleidewanden 12 en 13 en de kleinere 20 kamers 18. Het water stroomt dan door de sleuf 16 naar de te koelen plaat.

De schotten 17 eindigen met een taps einde 17' op een korte afstand voor de sleuf 16 zodat de verschillende stromen, geleverd door de individuele kleinere kamers 18 tezamen een 25 enkel continue blad water vormen met een dikte die klein is • ten opzichte van de lengte ervan en met zeer weinig turbulentie .

De beschreven configuratie is bijzonder geschikt voor toepassing in die gevallen waarin zeer eenvoudige mechanische 30 de stroming variërende inrichtingen worden toegepast zoals van doorlaatopeningen voorziene schuiven die kunnen worden ingesteld om de waterdoorlaatkanalen meer of minder af te laten sluiten.

Wanneer het gewenst: is om meer gecompliceerde stromings-35 variatoren toe te passen zoals elektrische kleppen van het aan-uittype of van de soort die geleidelijk kunnen worden geopend en gesloten, is de configuratie volgens de figuren 8501852 ·£ - - *+ 5 1 en 2 niet aan te bevelen, in het bijzonder als gevolg van de problemen van het bewaken en onderhouden van deze stromings-variatoren die niet goed toegankelijk zijn.

In dat geval wordt de voorkeur gegeven aan een configura-5 tie waarbij de kleppen buiten de inrichting zijn aangebracht, zoals bij de uitvoeringsvorm afgebeeld in doorsnede in figuur 4. Bij deze configuratie richten de geleidewanden 12 en 13 niet alleen de stromen ter vorming van een blad water, doch zij vormen ook de buitenwand van de inrichting tezamen met 10 de wand 19, die een watertoevoerkanaal 20 draagt. Aftakkingen 21 daarvandaan staan in verbinding met de doorlaten 14. In deze aftakkingen zijn kleppen 22 aangebracht voor het regelen van de waterstroom.

Volgens de aanvrage kan de waterstroom afgeleverd door 15 elk van de kleinere kamers 18 gemakkelijk worden geregeld en is het ook mogelijk een blad water te verkrijgen gevormd « door de individuele stromen geleverd door de verschillende kleinere kamers 18. Dit waterblad is compact en heeft een groot debiet dat van de randen naar het midden kan worden 20 gevariëerd.

Afhankelijk van de dwarsdoorsnede afmetingen van de walsbank en de vereiste koeling kan het aantal kleinere kamers 18 en de afmeting van de sleuf 16 worden gewijzigd voor het verzekeren van een zeer nauwkeurige besturing van de stromingen 25 die met de bekende inrichting niet kan worden bereikt onder behoud van het voor dergelijke inrichtingen typische hoge koelrendement.

Praktijkproeven hebben aangetoond dat twee aangrenzende kleinere kamers 18 waterstromen kunnen leveren die over tenmin-30 ste 33% kunnen variëren zonder een verslechtering van de compactheid en het rendement van het waterblad als zodanig.

8501832

Claims

1. Inrichting voor het koelen van heet gewalsde vlakke produkten, voorzien van middelen voor de toevoer van water en met een waterafgiftekamer met een lineaire sleuf loodrecht op de bewegingsrichting van de te koelen plaat, waardoor 5 een waterstraal in de vorm van een betrekkelijk lang, zeer. dun, weinig turbulent blad op de plaat of strip wordt gericht, met het kenmerk, dat de de waterstraal opwekkende kamer is gescheiden van de koelwatertoevoer, in langsrichting wordt begrensd door geleidewanden welke convergeren naar de water- 10 straalafgiftesleuf en in dwarsrichting is verdeeld in een aantal kamers door een aantal schotten dwars op de langsrichting van de inrichting, waarbij elk van de kleinere kamers in verbinding is met de watertoevoer via tenminste één de waterstroom variërende inrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de dwarsschotten zijn verbonden met de wanden van de de waterstraal opwekkende kamer en eindigen naar de waterstraalafgifte-sleuf voor de buitenrand van deze sleuf. 8501852