NL8501718A

NL8501718A - Contactfixeerinrichting.

Info

Publication number: NL8501718A
Application number: NL8501718A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland B V Patents And
Priority date: 1985-06-14
Filing date: 1985-06-14
Publication date: 1987-01-02
Also published as: EP0206379B1; US4711549A; DE3668081D1; JPS61290463A; JPH0668653B2; EP0206379A1

Description

«?v ' ^

Uitvinder: L.P.H. Roodbeen ***

Océ-Nederland B.V., te Venlo Contactfixeerinrichting

De uitvinding betreft een contactfixeerinrichting met een verwarmd r aangedreven fixeeroppervlak, een aangedreven aandrukoppervlak, welke oppervlakken tegen elkaar drukken onder vorming van een fixeer-zone waar kopiemateriaal doorheen gevoerd kan worden voor het daarop 5 fixeren van een tonerbeeld, alsmede een holle, geperforeerde reini-gingsrol die in contact met het fixeeroppervlak roterend toner van het fixeeroppervlak kan opnemen.

Een dergelijke inrichting is beschreven in de (nog niet gepubliceerde) Europese octrooiaanvrage nr. 84201665.1. In deze bekende 10 inrichting wordt toner en ander materiaal dat aan het fixeeroppervlak hecht door de reinigingsrol opgenomen. Aldus ontstaat op het oppervlak van de reinigingsrol geleidelijk een tonerlaag waarop, als ze de kneep tussen reinigingsrol en fixeeroppervlak passeert, druk wordt uitgeoefend. Tengevolge van de druk wordt toner door de perforaties 15 geduwd en naar het inwendige van de rol afgevoerd. Door de druk wordt de opgenomen toner bovendien gelijkmatig over het roloppervlak verspreid. Daar het verspreiden in alle richtingen plaatsvindt zal tonermateriaal dat zich nabij de uiteinden op de rol bevindt en dat zich in zijwaartse richting over de rol verplaatst over die uiteinden 20 heen kunnen stromen en losrakend van de rol de inrichting vervuilen.

De uitvinding beoogt zo'n ongewenste vervuiling tegen te gaan.

Daartoe is in een inrichting als in de aanhef bedoeld, nabij elk uiteinde van de reinigingsrol een schijfrol aanwezig die aan haar 25 omtrek bekleed is met tenminste enigszins elastisch materiaal, welke schijfrol tegen de reinigingsrol drukt en door deze roterend wordt aangedreven.

Door de aanwezigheid van de bedoelde schijfrollen wordt bereikt dat op het oppervlak van de reinigingsrol, nabij de uiteinden, twee 30 drukzones ontstaan. Wanneer de op de reinigingsrol aanwezige tonerlaag zich in zijwaartse richting naar de roluiteinden tracht uit te spreiden zal dat door die drukzones worden verhinderd? enerzijds j ---'---- - " ——————— -2- * “'r omdat het tonermateriaal de drukbarrières niet kan passeren; anderzijds omdat het tonermateriaal door de bewegingen van de in de zones elastisch weggedrukte bekleding van de schijfrollen teruggedrukt zal worden. Aldus wordt bereikt dat het tonermateriaal niet buiten het 5 door de sehijfrollen begrensde gebied kan treden waardoor vervuiling van de roleinden voorkomen wordt.

In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm is de bekleding van de sehijfrollen vervaardigd uit een materiaal waaraan toner slecht hecht, zoals bijvoorbeeld siliconenrubber. Met deze voorziening kan voorko-10 men worden dat toner die per ongeluk op een schijfrol komt daaraan zou blijven hechten.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren waarvan:

Fig. 1 in schematische dwarsdoorsnede een inrichting volgens de uit-15 vinding weergeeft, en

Fig. 2 op vergrote schaal, in schematische langsdoorsnede, een deel van in de inrichting volgens Fig. 1 toepaste reiningsrol weergeeft.

In Fig. 1 is 1 een beelddragend element, bijvoorbeeld een 20 roterende fotogeleidende cylinder, waarop met niet weergegeven, maar welbekende electrofotografische middelen een beeld is gevormd bestaande uit thermoplastisch beeldpoeder of toner.

Een fixeerband 2 wordt over rollen 3, 4 en 5 geleid en zodanig aangedreven dat element 1 en band 2 gelijke oppervlaksnelheden hebben. 25 Band 2 is vervaardigd uit of bedekt met hittebestendig en elastisch materiaal, bijvoorbeeld siliconenrubber. Onder het voortbewegen wordt band 2 verwarmd, bijvoorbeeld met behulp van een vlak verwarmingselement 6 waar de band overheen schuift.

Met behulp van rol 3 wordt band 2 tegen element 1 gedrukt, en met 30 behulp van rol 4 wordt band 2 tegen een met dezelfde oppervlaksnelheid als band 2 roterende rol 7 gedrukt.

Een op element 1 gevormd tonerbeeld wordt in de kneep tussen element 1 en de over rol 3 geleide band 2 onder invloed van druk op band 2 overgedragen en door deze meegenomen. Doordat band 2 wordt verwarmd 35 wordt ook het overgedragen tonerbeeld verwarmd waarbij het kleverig wordt.

Wanneer vervolgens op het juiste ogenblik een blad papier 8 tussen =; .¾ s* =? Jf Λ 1 i. J V * «f**

%> 'J I * » V

*> m -3- band 2 en rol 7 wordt doorgevoerd, zal het kleverige tonerbeeld door de in de kneep tussen band 2 en rol 7 heersende druk tussen de vezels van blad 8 worden gedrukt en zich daaraan hechten. Als blad 8 daarna van band 2 is gescheiden en het tonermateriaal is afgekoeld is het 5 beeld op blad 8 gefixeerd.

Tonerdeeltjes die na het passeren van de kneep tussen band 2 en rol 7 niet op blad 8 zijn overgedragen worden door band 2 meegenomen naar de kneep tussen band 2 en een reinigingsrol 9 die in contact met band 2 roteert. Reinigingsrol 9 is hol en vervaardigd uit een materiaal, bij-10 voorbeeld staal of aluminium, waarvoor het kleverige tonermateriaal een grote affiniteit vertoont. Rol 9 is voorts voorzien van een groot aantal kleine perforaties 10 (zie Fig. 2), met een diameter van 1-3 mm, die over het oppervlak van rol 9 in een zodanig patroon verspreid zijn dat bij het omlopen van band 2 elk oppervlakdeel van band 2 in 15 aanraking komt met een oppervlakdeel van rol 9. Door deze aanraking wordt toner die op band 2 aanwezig is samen met daaraan hechtende verontreinigingen, zoals stof en papiervezels, vanaf band 2 op rol 9 overgedragen en als een laag daarop afgezet. Op deze laag wordt bij het passeren van de kneep tussen band 2 en rol 9 druk uitgeoefend, 20 tengevolge waarvan tonermateriaal door de perforaties 10 heen wordt gedrukt en naar het inwendige van rol 9 wordt afgevoerd.

Door de druk wordt het tonermateriaal in de op rol 9 aanwezige laag bovendien gelijkmatig over het oppervlak van rol 9 verspreid waarbij tonermateriaal in alle richtingen over het oppervlak wordt verplaatst.

25 Om te voorkomen dat bij deze verplaatsing tonermateriaal de uiteinden van rol 9 bereikt en daar overheen gaand losraakt en de inrichting vervuilt, is volgens de onderhavige uitvinding nabij elk uiteinde van rol 9 een schijfrol 11 aanwezig die tegen de rol 9 drukt en door deze J

wordt aangedreven (zie Fig. 2), Rol 11 bestaat uit een doorboorde 30 schijf 12 die roteerbaar gelagerd is op het verdunde uiteinde van een as 13 en daarop gebonden wordt met behulp van een klemring 14. Aan haar omtrek is schijf 12 bekleed met een laag elastisch materiaal 15, bijvoorbeeld een laag rubberachtig materiaal van 5 mm dik met een hardheid van 50-70° Shore A. As 13 bevindt zich op een zodanige 35 afstand van rol 9 dat laag 15 op de plaats waar zij rol 9 raakt in aanzienlijke mate wordt ingedrukt. Tijdens het indrukken wordt de laag 15 elastisch weggedrukt waarbij het rubbermateriaal zich, althans voor --.. » ; 7 1 s . - - i ^ -4- een groot deel, dwars over de mantel van rol 9 verplaatst.

Wanneer in de kneep tussen band 2 en rol 9 tonermateriaal dat op rol 9 aanwezig is naar de uiteinden van rol 9 toe verplaatst wordt, dan zal dit materiaal in de kneep tussen rol 9 en een rol 11 een drukzone ont-5 moeten waarin het materiaal door de bewegingen van laag 15 teruggedrukt wordt op de mantel van rol 9· Aldus wordt bereikt dat tonermateriaal dat in de kneep tussen band 2 en rol 9 in de richting van een uiteinde van rol 9 wordt gedrukt in de kneep tussen rol 9 en een rol 11 wordt teruggedrukt; vervuiling van de inrichting wordt 10 daardoor voorkomen.

Om te voorkomen dat tonermateriaal zich aan de omtrek van schijfrol 11 zou hechten kan de mantel 15 vervaardigd zijn uit een materiaal waarvoor tonermateriaal weinig affiniteit vertoont zoals bijvoorbeeld siliconenrubber.

£ 5 1 7 1 £

Claims

1. Contactfixeerinrichting omvattende een verwarmd, aangedreven fixeeroppervlak (2), een aangedreven aandrukoppervlak (7) welke oppervlakken (2,7) tegen elkaar drukken onder vorming van een fixeer-zone waar kopiemateriaal (8) doorheen gevoerd kan worden voor het 5 daarop fixeren van een tonerbeeld, alsmede een holle, geperforeerde reinigingsrol (9) die in contact met het fixeeroppervlak (2) roterend toner van het fixeeroppervlak (2) kan opnemen, met het kenmerk, dat nabij elk uiteinde van de reinigingsrol (9) een schijfrol (11) aanwezig is die aan haar omtrek bekleed is met tenminste enigszins 10 elastisch materiaal, welke schijfrol (11) tegen de reinigingsrol (9) drukt en door deze roterend wordt aangedreven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schijfrol (11) bekleed is met een materiaal waaraan de toner slecht hecht. ··* - a* -7 ! rr* ... i ^ . v j i