NL8501717A

NL8501717A - Contactfixeerinrichting.

Info

Publication number: NL8501717A
Application number: NL8501717A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland B V Patents And
Priority date: 1985-06-14
Filing date: 1985-06-14
Publication date: 1987-01-02
Also published as: US4693585A; JPS61290462A; JPH0668652B2; EP0212685B1; DE3667211D1; EP0212685A1

Description

lr A

-1-

Uitvinder: W.H.M. Qrbons

Océ-Nederland 3.V., te Venlo Contactfixeerinrichting

De uitvinding betreft een contactfixeerinrichting met een aangedreven en verwarmd fixeeroppervlak, dat vervaardigd is uit tenminste enigs2ins elastisch materiaal, een aangedreven aandrukopper-vlak, welke oppervlakken tegen elkaar drukken onder vorming van een 5 fixeerzone waar kopiemateriaal doorheen gevoerd kan worden voor het daarop fixeren van een tonerbeeld, alsmede een holle, geperforeerde reinigingsrol die in contact met het fixeeroppervlak roterend toner van het fixeeroppervlak kan opnemen.

Een dergelijke inrichting is beschreven in de (nog niet gepubli-10 ceerde) Europese octrooiaanvrage nr. 84201665.1. In deze bekende inrichting wordt toner en ander materiaal dat aan het fixeeroppervlak hecht door de reinigingsrol opgenomen. Aldus ontstaat op het oppervlak van de reinigingsrol geleidelijk een tonerlaag waarop, als ze de kneep tussen reinigingsrol en fixeeroppervlak passeert, druk wordt uitgeoefend.

15 Tengevolge van deze druk wordt toner door de perforaties geduwd en naar het inwendige van de rol afgevoerd. Door de druk wordt de opgenomen toner bovendien gelijkmatig over het roloppervlak verspreid. Daar het verspreiden in alle richtingen plaatsvindt zal tonermateriaal dat zich nabij de uiteinden op de rol bevindt en dat zich in zijwaartse 20 richting over de rol verplaatst over die uiteinden heen kunnen stromen en losrakend van de rol de inrichting vervuilen.

De uitvinding beoogt zo'n ongewenste vervuiling tegen te gaan.

Daartoe is in een inrichting als in de aanhef bedoeld de reinigingsrol nabij elk uiteinde voorzien van een smalle, rondgaande ver-25 dikking.

Door de aanwezigheid van de bedoelde verdikkingen wordt bereikt dat in de kneep nabij de uiteinden van de reinigingsrol smalle zones met een ten opzichte van de rest van de kneep verhoogde druk ontstaan. Voor toner die zich in zijwaartse richtig zou kunnen 30 verplaatsen vormen deze zones barrières die verhinderen dat de toner : ,Π ’ Ί -f ' l.-·' “ “7 «i Z ï _ -2- de uiteinden van de rol kan bereiken. Vervuiling van de inrichting wordt aldus voorkomen.

De uitvinding wordt nader beschreven aan de hand van de bijgaande figuren waarin: 5 Fig. 1 een schematische dwarsdoorsnede is van een inrichting volgens de uitvinding, en

Fig. 2 en Fig. 3 elk een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de in de inrichting volgens Fig. 1 toegepaste reinigingsrol in schematische langsdoorsnede weergeven.

10 In Fig. 1 is 1 een beelddragend element, bijvoorbeeld een roterende fotogeleidende cylinder, waarop met niet weergegeven, maar welbekende electrofotografische middelen een beeld is gevormd bestaande uit thermoplastisch beeldpoeder of toner.

Een fixeerband 2 wordt over rollen 3,4 en 5 geleid en zodanig 15 aangedreven dat element 1 en band 2 gelijke oppervlaksnelheden hebben. Band 2 is vervaardigd uit of bedekt met hittebestendig en elastisch materiaal, bijvoorbeeld siliconenrubber. Onder het voortbewegen wordt band 2 verwarmd, bijvoorbeeld met behulp van een vlak verwarmingselement 6 waar de band overheen schuift.

20 Met behulp van rol 3 wordt band 2 tegen element 1 gedrukt, en met behulp van rol 4 wordt band 2 tegen een met dezelfde oppervlaksnelheid als band 2 roterende rol 7 gedrukt.

Een op element 1 gevormd tonerbeeld wordt in de kneep tussen element 1 en de over rol 3 geleide band 2 onder invloed van druk op band 2 25 overgedragen en door deze meegenomen. Doordat band 2 wordt verwarmd wordt ook het overgedragen tonerbeeld verwarmd waarbij het kleverig wordt.

Wanneer vervolgens op het juiste ogenblik een blad papier 8 tussen band 2 en rol 7 wordt doorgevoerd zal het kleverige tonerbeeld door 30 de in de kneep tussen band 2 en rol 7 heersende druk tussen de vezels van blad 8 worden gedrukt en zich daaraan hechten. Als blad 8 daarna van band 2 is gescheiden en het tonermateriaal is afgekoeld is het beeld op blad 8 gefixeerd.

Tonerdeeltjes die na het passeren van de kneep tussen band 2 en rol 7 35 niet op blad 8 zijn overgedragen worden door band 2 meegenomen naar de kneep tussen band 2 en een reinigingsrol 9. Reinigingsrol 9 is hol en vervaardigd uit een materiaal, bijvoorbeeld staal of aluminium, 7 11 ¢.:- ·& 6 * <1 »_ . . ·1 -3- waarvoor hefc kleverige tonermateriaal een grote affiniteit vertoont.

Rol 9 is voorts voorzien van een groot aantal kleine perforaties 10 (zie Fig. 2 en 3)» met een diameter van 1-3 mm, die over het oppervlak van rol 9 in een zodanig patroon verspreid zijn dat bij het omlopen 5 van band 2 elk oppervlakdeel van de band in aanraking komt met een oppervlakdeel van rol 9. Een goede samenwerking van band 2 en rol 9 kan bereikt worden als rol 9 onder invloed van haar eigen gewicht op band 2 drukt en door deze onder invloed van wrijving roterend wordt aangedreven. Aldus wordt bereikt dat de op band 2 aanwezige toner, 10 alsmede daardoor vastgehouden verontreinigingen, zoals stof en papier-vezels, zich aan rol 9 hechten en daarop een laag vormen. Op deze laag wordt bij het passeren van de kneep tussen band 2 en rol 9 druk uitgeoefend, tengevolge waarvan tonermateriaal door de perforaties heen wordt gedrukt en naar het inwendige van rol 9 wordt afgevoerd.

15 Door de druk wordt het tonermateriaal in de laag bovendien gelijkmatig over het oppervlak van rol 9 verspreid waarbij het in alle richtingen over het oppervlak wordt verplaatst. Om te voorkomen dat bij deze verplaatsing tonermateriaal de uiteinden van rol 9 bereikt en daar overheen gaand losraakt en de inrichting vervuilt is rol 9 volgens de 20 onderhavige uitvinding aan beide uiteinden voorzien van een smalle rondgaande verdikking 11 (zie Fig. 2).

Door het aanbrengen van de verdikkingen 11 wordt bereikt dat ter plaatse daarvan in de kneep tussen band 2 en rol 9 op band 2 een hogere druk wordt uitgeoefend dan in de rest van de kneep. Toner-25 materiaal dat in de kneep in de richting van de roluiteinden wordt gedrukt kan de zones met hogere druk niet binnengaan en kan aldus de roluiteinden niet bereiken; vervuiling treedt dan ook niet op.

Gebleken is dat om het gewenste effect te bereiken de verdikking 11 slechts weinig buiten het oppervlak van rol 9 behoeft uit te steken en 30 dat de afmetingen ervan niet kritisch zijn. Zo worden met de uitvoeringsvorm van reinigingsrol 9 die schematisch is weergegeven in Fig. 2, en waarin de verdikking 11 een geheel vormt met de mantel van de rol, uitstekende resultaten bereikt als de mantel een diameter heeft van ongeveer 60 mm, en de verdikking een breedte heeft van 2-5 35 m en 0,3 - 0,5 am buiten het oppervlak van de mantel uitsteekt.

j. . " * i Ό * J · * -4-

In een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm (zie Fig. 3) is de verdikking verkregen door de rol 9 nabij elk uiteinde te voorzien van een rondgaande groef en door in elke groef een eindloze band 12 te plaatsen die vervaardigd is uit enigszins elastisch materiaal en 5 een zodanige dikte heeft dat hij 0,3 mm buiten het oppervlak van de mantel van rol 9 uitsteekt. Wanneer band 12 vervaardigd is uit een materiaal waaraan toner slecht hecht, zoals bijvoorbeeld siliconenrubber, kan bovendien voorkomen worden dat toner die per ongeluk op band 12 is gekomen zich blijvend daaraan kan hechten, hetgeen 10 aanleiding tot storingen zou kunnen geven.

*«s ,-ί% £ *7 -ί **7 ΰ o - ï j

Claims

1. Contactfixeerinrichting met een aangedreven en verwarmd fixeeroppervlak (2), dat vervaardigd is uit tenminste enigszins elastisch materiaal, een aangedreven aandrukoppervlak (7), welke oppervlakken (2,7) tegen elkaar drukken onder vorming van een fixeer-5 zone waar kopiemateriaal (8) doorheen gevoerd kan worden voor het daarop fixeren van een tonerbeeld, alsmede een holle, geperforeerde reinigingsrol (9) die in contact met het fixeeroppervlak (2) roterend toner van het fixeeroppervlak (2) kan opnemen, met het kenmerk, dat de reinigingsrol (9) nabij elk uiteinde voorzien is van een smalle, 10 rondgaande verdikking (11).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdikking (11) gevormd wordt door een eindloze band (12) van tenminste enigszins elastisch materiaal die in een in de reinigingsrol (9) aangebrachte groef ligt en daarbuiten uitsteekt. 15 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de band (12) vervaardigd is uit een materiaal waaraan toner slecht hecht.

,3 «- ^ - “? ' 7 ^ ^ j - ’ * L „iggHgj ----------- ’ ' - ' ' ————