NL8501676A - Luikafsluiting. - Google Patents

Description

a $ ' V.0.7248 Luikafsluiting.

Verbuigingen van de romp van een modem open schip tijdens de reis op zee is van zodanige aard dat verschuivingen kunnen plaats vinden tussen de panelen van de luikafsluiting en het luikhoofd.

De horizontale krachten veroorzaakt door het gewicht op de afslui-5 ting en mogelijke lading daarop, in hoofdzaak containers, moeten worden overgebracht op de romp, terwijl de waterdichtheid tussen de panelen gehandhaafd moet blijven.

Er is reeds voorgesteld de panelen op langsorganen van het luikhoofd vast te zetten terwijl aan de overliggende zijde van de panelen een 10 enigszins vrije beweging met betrekking tot het andere langsdeel van het luikhoofd mogelijk blijft.

De verschillende verbuigingen van de romp zullen echter relatieve bewegingen veroorzaken in de dwarsverbindingen tussen de panelen hetgeen kan resulteren in lek.

15 De afsluitende verbindingen bevinden zich aan de einden van de hoofd balken van de panelen, hetgeen structurele versterkingen van het luikhoofd op vele plaatsen noodzakelijk maakt. Voorts is het installeren tijdrovend omdat alle steunpunten zeer nauwkeurig gericht moeten zijn.

Een ander nadeel van het oude ontwerp is dat de verbindingen ver-20 schillend zijn asm respectievelijk bak- en stuurboord.

Het doel van de uitvinding is een luikafsluiting voor te stellen van eenvoudige vorm, waarbij langs- en dwarskrachten op slechts enkele punten op het luikhoofd worden overgebracht, bij voorkeur nabij de twee hoekpunten daarvan. Dit wordt verkregen doordat de panelen onderling 25 zijn opgesloten, zodat zij als een stijve eenheid werken. Deze kan in beginsel vrij zweven met betrekking tot het luikhoofd, doch wordt waterdicht gehouden door de gebruikelijke afsluitmiddelen. De constructie is geschikt voor zowel hef- als valluiken, met twee of meer panelen. |

De stijve constructie maakt versterkingen van de panelen mogelijk, j 30 doch dit is te verwaarlozen met betrekking van de mogelijke besparingen op het luikhoofd. De stijve eenheid zal voorts de afdichting in de dwarsverbindingen tussen de panelen gunstig beïnvloeden.

Een luikafsluiting volgens de uitvinding omvat een serie van twee of meer panelen en is gekenmerkt door eerste middelen, welke in de ge-35 sloten stand van de afsluiting de panelen onderling met betrekking tot ^ f* *7 Λ*

v C x, C

4 € -2- dwarskrachten opsluiten, alsmede tweede middelen welke langscontact tussen naburige panelen waarborgt, derde middelen voor het opsluiten van de laatste panelen in de serie in samenhang met naburige delen van het luikhoofd ten opzichte van dwarskrachten opsluiten en vierde middéLen 5 voor een. langscontact tussen een hoek van de laatste panelen in de serie en het naburige gedeelte van de dwarsdelen van het luikhoofd.

De derde middelen zijn bij voorkeur gericht ten opzichte van de langste zijde van de naburige afsluiting.

De uitvinding zal met verwijzing naar de tekening worden besproken.

10 Daarin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een afsluiting met vier panelen volgens de uitvinding; fig. 2 een dwarsdoorsnede door de afsluiting en het luikhoofd volgens de lijn II-II in fig. 1; 15 fig. 3 een detail van de dwarse opsluitmiddelen in het omcirkelde gedeelte III in fig. 1; fig. 4 een verticale doorsnede door de opsluitmiddelen volgens fig. 3; fig. 5 een detail van het scharniergedeelte van het luikhoofd in 20 het omcirkelde gedeelte bij V in fig. 1; fig. 6 op verkleinde schaal een detail van het luikhoofd omcirkeld bij VI in fig. 1 en fig. 7 een aanzicht van een gedeelte van het luikhoofd in fig. 6, van buitenaf gezien.

25 Het luik volgens fig. 1 omvat vier panelen of deksels 10-13 en is bevestigd op een luikhoofd met twee langsdelen 14, 15 en twee dwarsdelen 16, 17. De panelen zijn onderling verbonden door scharnieren 23 zodat zij op gebruikelijke wijze in de vorm van een harmonica kunnen worden gevouwen en ontvouwen.

30 Paneel 10 aan het einde van een serie panelen is voorts, verbonden met een naburig dwarsdeel 16 van het luikhoofd door middel van scharnieren 10, 19, welke voldoende buiten de luikopening gelegen zijn voor een stuwruimte van de panelen, wanneer het luik geopend is.

Om de panelen onderling op te sluiten zijn in elkaar passende delen 35 20 in elke dwarsverbinding aanwezig.

Zoals blijkt uit fig. 3 is een paneel 10 van een stel voorzien van , . ft ij w - ïj j y

A

-3- een vooruitstekende tong 21, welke grijpt in een uitsparing 22 van een ander paneel 11. De zijden van de tong en de uitsparing zijn af geschuind waardoor een stijve verbinding kan worden verkregen.

Deze delen zijn gevormd in versterkte gedeelten van de paneelcon-5 structie, zoals blijkt uit fig. 4.

Deze figuur toont voorts één van de vouwschamieren 23 onder het opsluitorgaan 20 alsmede de afdichtende middelen 24 tussen de panelen.

De scharnieren 23 tussen panelen 11 en 12 welke met de topplaten naar elkaar toe gevouwen kunnen worden bevinden zich op het niveau van de 10 topplaten. De scharnieren 23 en 23a zijn gericht volgens de langszijden van de panelen, en vormen een stijve eenheid. Verbuigingen van het luikhoofd als gevolg van bewegingen van het schip hebben de neiging de afdichting tussen twee panelen langs de ene zijde vein het luikhoofd samen te drukken, terwijl de afdichting aan de overliggende zijde zal 15 openen. Door het plaatsen van de scharnieren ver buitenwaarts vergeleken met de gebruikelijke afsluiting, zal de bewegingen in de dwarsafsluitingen tegenwerken.

De opsluitmiddelen 20 zijn gericht op de vouwschamieren 19 aan het luikhoofd en eenzelfde constructie is aanwezig voor het opnemen van 20 dwarskrachten, zoals fig. 5 toont.

Paneel 10 is voorzien van een tong 25, welke grijpt tussen twee oren 26. van een luikhoofddeel 16. Deze constructie zal het paneel 10 borgen ten opzichte van het luikhoofd. De overeenkomstige constructie van tong en oren is bij VI weergegeven voor het borgen van het paneel 13 in dwars-25 richting ten opzichte van het deel 17 van het luikhoofd op één lijn met het scharnier van het luikhoofd. De opsluitmiddelen 20 en de scharnieren 23, 23a vormen de panelen tot een stijve eenheid of een plaat waarbij de afzonderlijke panelen bijdragen tot het opnemen van lasten.

Deze eenheid is primair in dwarsrichting verbonden door de tong en 30 oorconstructies 25, 26 op de delen 16 en 17 van het luikhoofd. Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door de afsluiting en het luikhoofd. Een last op de afsluiting, bijvoorbeeld een container, is aangeduid door 30.

Een steundeel 27 is aanwezig op een buitenhoek van respectievelijk de panelen 10 en 13 nabij de tong en oorconstructie 25, 26 om langs-35 krachten over te brengen van het betreffende paneeldeel op het luikhoofd.

Het ene steundeel 27 werkt in de voorwaartse richting terwijl het andere ö ö ' ' ·* 7 * c · -4- orgaan naar achteren toe werkt.

De tong en groefdelen bij 20 en de tong en oordelen 25, 26 zijn voorzien van met elkaar samenwerkende tapse vlakken welke bijdragen tot de overdracht van langskrachten.

5 De plaatsing van de verbindingsmiddelen 20 en 25, 26 nabij een langs zijde van het luikhoofd vereist versterkingen 28 bij slechts twee of meer hoeken, hetgeen aanzienlijk bijdraagt tot het verminderen van kosten en gewicht.

De getoonde luikafsluiting is slechts een voorbeeld van de uitvin-10 ding en afmetingen en plaatsingen van de opsluit- en met elkaar samenwerkende middelen kunnen op verschillende manieren worden gewijzigd afhankelijk van de afmetingen van de afsluiting en de delen of panelen.

Soms kunnen vouwschamieren 19 aan beide dwarseinden van de opening aanwezig zijn, zodat groepen panelen naar beide zijden kunnen openen.

15 Terwijl de binnenste panelen van elke groep elkaar ontmoeten in het midden van de opening kunnen met de hand bedienbare opsluitmiddelen aanwezig zijn welke zijn gericht op de scharnieren 23, teneinde de gewenste stijfheid van een volledig stel panelen te verkrijgen.

Bediening van de luiken kan op elke wijze plaatsvinden en zoals 20 boven aangeduid behoeven de luiken niet door scharnieren verbonden te zijn doch kunnen afzonderlijk worden behandeld volgens het hef en terugvoer systeem. Hierbij zijn de luiken niet onderling verbonden zodat zij voorzien moeten zijn van steunmiddelen voor het verkrijgen van de samenwerking in langsrichting op dezelfde wijze als scharnieren 23 bij een 25 vouwluik.

Λ -*» Γ’ v1 :¾ Λ b C 0

Claims (3)

1. Luikafsluiting voorzien van series uit twee of meer panelen (10-13) gekenmerkt door eerste middelen (20) welke in gesloten toestand van het luik de panelen onderling borgen ten opzichte van dwarskrachten alsmede tweede middelen (23, 23a) welke langscontact waarborgen tussen 5 naburige panelen (10-13), derde middelen voor het borgen van de buitenste panelen (10-13) in de serie ten opzichte van naburige delen van het luikhoofd (16,17) met betrekking tot dwarskrachten en vierde middelen (27) welke langscontact vormen tussen een hoek van het buitenste paneel (10,13) in de serie en het naburige gedeelte van een dwarsdeel (16, 17) 10 van het luikhoofd.

2. Luikaf sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de derde middelen (27) gericht zijn nabij de langste zijde van de panelen van het luik. S.“ .-»I .

» 3 y c. „ i