NL8501669A

NL8501669A - Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine.

Info

Publication number: NL8501669A
Application number: NL8501669A
Authority: NL
Original assignee: Toshiba Kk
Priority date: 1984-06-12
Filing date: 1985-06-10
Publication date: 1986-01-02
Also published as: GB8514238D0; DE3520216C2; DE3520216A1; GB2162418B; NL185605C; US4624177A; NL185605B; GB2162418A

Description

i ·* - I -

Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine.

Achtergrond van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op koffiezetinrichtingen in het algemeen en, in het bijzonder, op een geïntegreerde combinatie van een koffiemaal- en -zetmachine, omvattende een maalinrichting voor het malen van koffiebonen, en een zetinrichting voor het maken van koffie door het gieten 10 van verhit water op en door een massa jv^r-fijne koffiekorrels, die uit de maalinrichting is ^afj-riÉverd.

De koffipjzetinrichting, die zowel een maalinrichting als een zefieriehting omvat, is op zichzelf niet nieuw. Een proble^«<t^bij dit type koffiezetinrichtingen was, na het malen van i_s—· 'ie koffiebonen in de gewenste korrelgrootte door de maalinrichting, de noodzaak tot het met de hand overbrengen van de koffiekorrels uit de maalinrichting naar een afzonderlijke zetinrichting. Een conventionele oplossing voor dit probleem was het aanbrengen van een korrelfilter op het huis van de maalinrichting. Tijdens de 20 voortgang van het malen van de koffiebonen worden de deeltjes van de koffiebonen uit het huis van de maalinrichting door het korrelfilter en naar beneden in de zetinrichting gedreven. Verhit water, dat is geproduceerd door een waterverhitter, die in de koffiezetinrichting is opgenomen, wordt vervolgens in het huis 25 van de maalinrichting gestuurd en dan in de zetinrichting via het korrelfilter en een onderliggende waterverspreider. Verspreid door de waterverspreider, wordt het verhitte water geheel over de massa koffiekorrels in de zetinrichting uitgegoten. “

Deze conventionele oplossing is echter onbevredi-30 gend wat betreft de afgifte van het verhitte water aan de zetinrichting via het inwendige van het huis van de maalinrichting.

De maalinrichting blijft na het zetten gedurende een bepaalde tijd nat. Als de gebruiker opnieuw koffiebonen in het huis van de maalinrichting brengt om een verse kop of koppen koffie te j 35 zetten, terwijl haar inwendige nog nat is, zal de maalinrichting (ί, Λ % K § 5 e v v e

J

» ϊ - 2 - weigeren normaal te werken, omdat de verbrijzelde koffiekorrels zullen hechten aan de natte oppervlakken van het huis van de maalinrichting en niet door het korrelfilter naar beneden in de zetinrichting zullen gaan.

5 Een ander bezwaar van de bekende inrichting is de opstelling van de waterverspreider juist onder het korrelfilter in het huis van de maalinrichting. Wanneer zij uit het ____^ huis van de maalinrichting door het korrelfilter worden^gedré^ ven, zullen de koffiekorreln-^cen dele vallen op de waterver-10 spreider en d.an naar beneden in de zetinrichting, met als gevolg daarvan- een ongelijkmatige opeenhoping van de koffiekorrels in de zetinrichting. Het verhitte water, dat vervolgens door een dergelijke ongelijke massa van koffiekorrels wordt gegoten, kan daaraan niet het volle aroma, smaak, en sterkte van deze 15 geliefde drank onttrekken.

Samenvatting van de uitvinding.

Volgens de onderhavige uitvinding is het met een 20 geïntegreerde koffiemaal- en -zetmachine van de bovenbeschreven soort gelukt, koffie te zetten zonder verhit water in en door het huis van de maalinrichting te sturen, zodat de maalinrichting zich leent voor het onmiddellijk hervatten van het malen na het zetten, zonder dat de tot nu toe ondervonden moeilijkheden zich 25 voordoen. De uitvinding maakt ook de gelijkmatige verzameling van koffiekorrels in de zetinrichting mogelijk voor de beste extraktie van de essentiele koffie-ingrediënten daarvan.

De uitvinding kan kort worden samengevat als een gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine, omvattende een door 30 een motor aangedreven maalinrichting met een huis voor het opnemen van te verbrijzelen koffiebonen tot een vereiste grootte van de koffiekorrels, welk huis van de maalinrichting is voorzien van een korrelfilter om de koffiekorrels uit het huis van de maalinrichting te kunnen drijven, een zetinrichting, die 35 onder het korrelfilter van de maalinrichting is opgesteld voor 35 3 1 6 6 9 - 3 - het opnemen van de koffiekorrels daaruit, en van een waterver-hitter voor het verhitten van water voor de afgifte daarvan aan de zetinrichting. Karakteristiek is, dat het huis van de maalinrichting aan zijn bovenzijde is afgesloten door een deksel, 5 dat daarop tijdelijk het verhitte water uit de waterverhitter kan opnemen. Een watergoot strekt zich van het deksel van de maalinrichting uit naar de zetinrichting voor het gieten van het verhitte water op de koffiekorrels, die zich in de zet-inrichting heviijden.

10 Dus bij de verbeterde koffiezetinrichting volgens de uitvinding wordt het verhitte water eers-f op het deksel van de maalinrichting gevoerd en dan naar beneden langs de watergoot 1 in de zetinrichting, inplaats van in en door het huis van de maalinrichting te worden gevoerd, zoals bij de bekende inrich-15 tingen. Het inwendige van het huis van de maalinrichting wordt daardoor niet natgemaakt door het water. Het zal duidelijk zijn, dat de conventionele verspreider van onder het korrelfilter van het huis van de maalinrichting uit is verwijderd. In de plaats daarvan is de. watergoot aangebracht, die van het deksel van de 20 maalinrichting uitsteekt over het korrelfilter. Ofschoon deze watergoot eveneens dient als waterverspreider, beïnvloedt zij niet het gelijkmatig deponeren van de koffiekorrels in de zetinrichting.

De bovenstaande en andere kenmerken en voordelen 25 van deze uitvinding en de wijze, waarop zij worden gerealiseerd, zal duidelijker worden, en de uitvinding zelf zal het best worden begrepen uit een studie van de volgende beschrijving en bijgaande conclusies, waarbij wordt verwezen naar de bijgaande — tekeningen, die enige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvin-30 ding tonen.

Korte beschrijving van de tekeningen.

j

Figuur I is een vertikale doorsnede, gedeeltelijk 35 in zijaanzicht voor een gemakkelijke weergave, door de gecombi-

Λ Λ j* ί A

Ö 0 Ü * 0 — ^i——Λ « ί - 4 - neerde koffiemaal- en -zetmachine, die is geconstrueerd overeenkomstig de nieuwe ideeën volgens deze uitvinding;

Figuur 2 is een perspektiviseh aanzicht met uiteengenomen delen op een grotere schaal van de maalinrichting 5 en de zetinrichting van de machine volgens figuur 1;

Figuur 3 is een gedeeltelijke vertikale doorsnede en een gedeeltelijk zijaanzicht voor een gemakkelijke weergave, van een iets gewijzigde uitvoeringsvorm van de machine volgens figuur 1; 10 Figuur 4 is een perspektiviseh aanzicht van de gewijzigde maalinrichting volgens figuur 3, waarbij het deksel van het huis van de maalinrichting terwille van de duidelijkheid is verwijderd;

Figuur 5 komt overeen met figuur 3, maar toont 15 een andere wijziging van de machine volgens figuur 1;

Figuur 6 komt overeen met figuur 4, maar toont de maalinrichting van de machine volgens figuur 5;

Figuur 7 is een vertikale doorsnede, gedeeltelijk in zijaanzicht voor een gemakkelijke weergave, van een verdere 20 voorkeursuitvoeringsvorm van de koffiemaal- en -zetmachine volgens de uitvinding ;

Figuur 8 is een perspektiviseh aanzicht met uiteengenomen delen op een grotere schaal van de maalinrichting en zetinrichting van de machine volgens figuur 7; 25 Figuur 9 is een vertikale doorsnede, gedeeltelijk in zijaanzicht voor een gemakkelijke weergave, van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de koffiemaal- en -zetmachine volgens de uitvinding; —

Figuur 10 is een perspektiviseh aanzicht met 30 uiteengenomen delen op een grotere schaal van de maalinrichting en zetinrichting van de machine volgens figuur 9;

Figuur 11 is een perspektiviseh aanzicht van een gewijzigde filterhouder voor gebruik bij de machine volgens figuur 9; 35 Figuur 12 is een vertikale doorsnede, gedeeltelijk 8501659 £ » - 5 - in zijaanzicht voor een gemakkelijke weergave, van nog een voorkeursuitvoeringsvorm van de koffiemaal- en -zetmachine volgens de uitvinding;

Figuur 13 is een vertikale doorsnede op een grotere schaal van de maalinrichting van de machine volgens figuur 12; en

Figuur 14 is een perspektivisch aanzicht met uiteengenomen delen van de maalinrichting volgens figuur 13.

Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen.

Volgens figuur 1 heeft de weergegeven koffiemaal-. en -zetmachine (hierna terwille van de eenvoud aangeduid als de koffiezetter) volgens de uitvinding een huis 1, waarin de verschillende werkzame onderdelen en componenten van de machine die hierna zijn beschreven, zijn ondergebracht. Centraal in het huis 1 is een motorkamer 2 afgescheiden, waarin een rechtopstaande aandrijfmotor 4 is ondergebracht, waarvan de uitgangsas naar boven uitsteekt door een legering 3, waarop demonteerbaar een maalaamen-stel 100 is gemonteerd, dat hierna zal worden beschreven.

Een afneembaar waterreservoir 5 is gemonteerd op de achterkant, die in figuur 1 naar links is gekeerd, van het huis 1, voor het toevoeren van water via een leiding 5a naar een waterverhitter 10. Deze waterverhitter omvat een elektrische verhitter 8 en een warmtewisselleiding 9 zij aan zij naast elkaar. De warmtewisselleiding 9 is met het waterreservoir 5 verbonden door de leiding 5a enerzijds, en anderzijds met een — leiding 11, die naar boven loopt naar het maaLsamenstel 100 en eindigt in een tuit 12, die scharnierbaar is in een horizontaal vlak. Vlak boven de waterverhitter 10 is een verwarmingspaneel 7 gemonteerd, dat is voorzien van een montage 6 voor een schenkkan 13, compleet met een deksel 13a en een handgreep 13^b.

Zoals ook in figuur 2 is getekend, is het bovengenoemde maalsamenstel 100 voorzien van een huis 14 in de vorm 3501S 6 9 $ 4 - 6 - van een opstaande, van een bodem voorziene cilinder, waarin koffiebonen .tot de gewenste mate van fijnheid moeten worden gemalen. Het huis 14 van de maalinrichting heeft een cilindrische steun 14a, die coaxiaal ten opzichte daarvan naar beneden uit-5 steekt. De steun 14a van het huis 14 van de maalinrichting is met behulp van een bajonetkoppeling of op een andere wijze losneembaar gekoppeld met de montage 3 van de maalinrichting. Het huis 14 van de maalinrichting is voorzien van een paar draaibare schoepen 15, die centraal op zijn bodem zijn gemonteerd voor 10 het verpulveren van de koffiebonen, waarmee het huis is gevuld.

De uitgangsas van de aandrijfmotor 4 van de maalinrichting is losneembaar gekoppeld met de draaibare schoepen 15, om deze een roterende beweging te geven.

In het voorste gedeelte, dat in figuur 1 aan de 15 rechterzijde is getekend, zijn meerdere perforaties I6a^ gevormd, die een korrelfilter 16 vormen. De koffiekorrels, die in het huis 14 van de maalinrichting zijn geproduceerd door het verpulveren van de koffiebonen met het paar draaibare schoepen 15, moeten centrifugaal· uit het huis van de maalinrichting worden 20 gevoerd door het korrelfilter 16. Het huis 14 van de maalinrichting is uit een stuk gevormd met een voorste afdekking 17, die ten opzichte daarvan naar voren is uitgestulpt, om de baan van de koffiekorrels te omsluiten, alsmede die van het verhitte water, zoals nu nader zal worden toegelicht. De voorste afdek-25 king 17 helt naar beneden, terwijl zij naar voren uitsteekt van het huis 14 van de maalinrichting en eindigt in een vlak zetter-deksel 18, dat in hoofdzaak halfcirkelvormig is. Het zetterdeksel 18 bevindt zich ongeveer ter hoogte van de bodem van het huis 14 ~ van de maalinrichting.

30 In haar geheel aangeduid met 102 in de figuren 1 en 2 is een zetinrichting, die is opgesteld onder het korrelfilter 16 van het maalsamenstel 100 voor het zetten van koffie door het gieten van verhit water uit de waterverhitter 10 op en door een lading koffiekorrels uit de maalinrichting 100. De 35 zetinrichting 102 omvat een afneembare zetkan 19 met een open 85 ö 1669 f % - 7 - bovenzijde, waarin bij gebruik geschikte filtermiddelen, zoals typisch een conventioneel papieren zakfilter 22 moet worden geplaatst voor het opnemen van de koffiekorrels uit de maalinrichting 100. De zetkan 19 heeft een handgreep 19b en een paar tongen 5 19a» die radiaal buitenwaarts uitsteken van diametraal tegenover elkaar liggende plaatsen aan zijn bovenrand. Deze tongen 19a moeten worden geschoven in en uit een paar groeven 18a, die in het zetterdeksel 18 zijn gevormd, voor het monteren en demonteren van de zetkan 19 aan en van de rest van de machine. Wanneer de 10 zetkan 19 op zijn plaats is gemonteerd, zoals in figuur 1 is getekend, ligt zijn open bovenzijde in een vlak met de bodem van het huis 14 van de maalinrichting. De zetkan 19 heeft een koffieafvoerpoort 20, die in zijn bodem is gevormd.

Onder de zetkan 19 is een klepinrichting 21 aange-15 bracht voor het openen en sluiten van de koffieafvoerpoort 20 van de zetkan. Wanneer de schenkkan 13 op zijn plaats op het verwarmingspaneel 7 wordt geplaatst, bedient zijn deksel 13a de klepinrichting 21, waardoor deze de koffieafvoerpoort 20 opent voor het uitstromen van de koffie naar beneden in de schenk-20 kan 13.

Zoals ook zowel in figuur 1 als in figuur 2 is getekend, is het maalsamenstel 100 voorzien van een deksel 23, dat een kenmerk van deze uitvinding vormt en dat de dubbele funktie heeft van het omkeerbaar afsluiten van de open bovenzijde 25 van het huis 14 van de maalinrichting en van het tijdelijk opnemen daarop van het verhitte water uit de tuit 12. Het deksel 23 van de maalinrichting heeft de vorm van een schijf met een verhoogde ringvormige rand 23a en een naar beneden gerichte — ringvormige rand 23b_, die zich beide .langs zijn omtrek uitstrek-30 ken. De naar beneden uitstekende rand 23^b is losneembaar gestoken in de open bovenzijde van het huis 14 van de maalinrichting.

Wanneer het deksel 23 van de maalinrichting zodoende op zijn plaats op het huis 14 van de maalinrichting is gemonteerd, ligt j zijn schijfvormige gedeelte op een hellend vlak, dat in voor- j 35 waartse richting naar beneden helt. De rand 23a van het deksel j 35 016 β 9 .......- ...

0 ψ· - 8 - van de maalinrichting heeft een wateruitlaat in de vorm van een of meer openingen 24, die zijn aangebracht in zijn laagste voorste gedeelte voor het afvoeren van het verhitte water.

Het verhitte water wordt van het deksel 23 van 5 de maalinrichting naar de zetinrichting 102 geleid door een watergoot 25 in de vorm van een betrekkelijk brede tong, die naar voren uitsteekt van de wateruitlaat 24 van het deksel van de maalinrichting en naar beneden helt, terwijl zij zich uitstrekt van het deksel van de maalinrichting. De watergoot 25 10 is opgenomen in een uitsparing 26, figuur 2, die is uitgesneden in de bovenrand van het huis 14 van de maalinrichting en is aangebracht aan de binnenzijde van de voorste afdekking 17, zodat zij over het korrelfilter 16 van het huis van de maalinrichting hangt. Bij 27 in figuur 1 is een open te maken bovenste afdek-15 king getekend, die toegang geeft tot het huis 14 van de maalinrichting.

Bij gebruik van deze koffiezetter, geconstrueerd als boven is beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2, wordt een afgemeten hoeveelheid koffiebonen in een gewenst mengsel ge-20 bracht in het huis 14 van de maalinrichting, en het waterreservoir 5 wordt gevuld met water. Een papieren zakfilter wordt in de zetkan 19 geplaatst, zoals bij 22 in figuur 1 is aangegeven.

Dan kan de gebruiker, met het waterreservoir 5, de schenkkan 13, de maalinrichting 100, en de zetinrichting 102 gemonteerd op de 25 plaatsen die in figuur 1 zijn getekend, de aandrijfmotor 4 van de maalinrichting aanzetten. Het paar schoepen 15 van de maalinrichting 100, die door deze motor worden aangedreven, zullen de koffiebonen tot geleidelijk kleinere korrels verpulveren.

Die koffiekorrels, die kleiner zijn dan de middellijn van de 30 perforaties 16a in het huis van de maalinrichting, die het korrelfilter 16 vormen, zullen centrifugaal daardoor worden uitgedreven in de omsloten ruimte binnen de voorste afdekking 17 en dan naar beneden in het papieren zakfilter 22 in de zetkan 19. Zoals uit figuur 1 blijkt, is er geen belemmering aanwezig tussen het 35 korrelfilter 16 en de zetkan 19, zodat de koffiekorrels gelijk- 8501359 * « - 9 - matig op de bodem van het papieren zakfilter 22 zullen worden gedeponeerd.

Na het geheel verpulveren van de vulling van koffiebonen in het huis 14 van de maalinrichting, en het daaropvolgende 5 overbrengen van de gemalen koffie in het papieren zakfilter 22 in de zetkan 19, wordt de elektrische verhitter 8 van de water-verhitter 10 aangezet voor het doen koken van het water, dat uit het waterreservoir 5 is toegevoerd in de warmtewisselleiding 9.

Het kokende water zal zichzelf voortstuwen en opstijgen in de 10 leiding 11 naar de tuit 12, om daaruit op het deksel 23 van de maalinrichting te stromen. Op dit deksel zal het verhitte water langs zijn hellende bodem naar beneden stromen en naar buiten op de watergoot door de wateruitlaat 24. Dan zal het water langs de goot 25 naar beneden stromen en op de koffiekorrels vallen, 15 die eerder uit de maalinrichting 100 in het papieren zakfilter 22 in de zetkan 19 zijn gedeponeerd.

In verband met de bovenbeschreven wijze van watertoevoer is het van belang op te merken, dat de watergoot 25 is aangebracht aande buitenzijde van het huis 14 van de maal-20 inrichting, om het verhitte water naar de zetinrichting 102 te geleiden, zonder het in het huis van de maalinrichting toe te laten. Het natmaken van het inwendige van het huis 14 van de maalinrichting, door daaraan het verhitte water toe te voeren, zoals tot nu toe het geval was, is om de eerder genoemde redenen 25 onderhevig aan bezwaren. Omdat zij verder de vorm heeft van een brede tong, zoals boven reeds is beschreven, vervult de watergoot 25 bovendien de funktie van het zijdelings verspreiden of uitspreiden van de stroom van verhit water van het deksel 23 — van de maalinrichting, waardoor het water verspreid valt op de 30 gelijkmatig verdeelde gemalen koffie in de zetinrichting 102.

Zodoende zal het verhitte water, omdat het gelijkmatig door de massa koffiedeeltjes sijpelt, daaraan de gewenste smaak, aroma en sterkte van de koffie geheel onttrekken. De aldus geproduceerde koffie zal door het papieren zakfilter 22 en naar beneden 35 door de afvoerpoort 20 aan de bodem van de zetkan 19 in de schenk-3S Λ 1 £ S 0

-J v » V — V

V * -10- kan 13 stromen.

Onmiddellijk na het bovenbeschreven zetten kan de gebruiker, indien vereist of gewenst, een nieuwe lading koffiebonen in het huis 14 van de maalinrichting brengen, om nog een 5 kop of koppen koffie te zetten. Omdat het inwendige van het huis 14 van de maalinrichting droog is gehouden, zoals boven is beschreven, zal de maalinrichting 100 normaal werken, om de koffie tot de vereiste mate van fijnheid te malen.

Een bijkomend voordeel van deze uitvoeringsvorm 10 is de verminderde hoogte van het huis 1 dankzij de onderlinge opstelling van de maalinrichting 100 en de zetinrichting 102, waarbij de bodem van het huis 14 van de maalinrichting is opgesteld ter hoogte van de bovenzijde van de zetkan 19 . Dit voordeel zal begrijpelijker worden in vergelijking met de bekende 15 koffiezetter, waarbij het verhitte water door het inwendige van het huis van de maalinrichting en het korrelfilter in de zetter wordt geleid. Deze conventionele constructie vereist een njimte tussen het huis van de maalinrichting en de zetter voor het onderbrengen\an de waterverspreider, met de overeenkomstige 20 vergroting van de totale hoogte van de machine. De verbeterde koffiezetter volgens de onderhavige uitvinding vereist niet een dergelijke ruimte, omdat de watergoot 25, die van de bovenzijde van het huis 14 van de maalinrichting naar voren uitsteekt, eveneens de funktie van waterverspreider vervult.

25 In de figuren 3 en 4 is een gewijzigde maal inrichting 100 getekend voor gebruik in de koffiezetter volgens de figuren 1 en 2. De gewijzigde maalinrichting is voorzien van een korrelfilter 28 in de vorm van draadgaas ter vervanging van de perforaties 16a volgens de figuren 1 en 2, die het korrel-30 filter 16 van de bovenbeschreven uitvoeringsvorm vormen. Het deksel 23 van de maalinrichting is ook gewijzigd en voorzien van eèn uitsparing 29, die is uitgesneden in zijn verhoogde rand 23a, om de waterafvoer naar de watergoot 25 open te maken.

De andere eonstructiedetails van de gewijzigde maalinrichting 100 35 kunnen zijn zoals boven is beschreven aan de hand van de figuren 8501659 —1 L— 1 en 2.

De figuren 5 en 6 tonen nog een gewijzigde maalinrichting 100 voor gebruik bij de koffiezetter volgens de figuren 1 en 2. Een kenmerk van deze gewijzigde uitvoeringsvorm 5 ligt in een watergoot 30, die is gevormd als een afzonderlijk orgaan, los van het deksel 23 van de maalinrichting, inplaats van als een integrerend deel van het deksel van de maalinrichting, zoals bij de bovenbeschreven uitvoeringsvormen. Deze losse watergoot 30 is met beugels 32 bevestigd aan het binnenoppervlak van 10 de voorste afdekking 17 en heeft een einde 30a, dat dicht tegen de onderzijde van een boogvormig buitenwaarts uitsteeksel 31 van het deksel 23 van de maalinrichting kan worden gehouden.

De verhoogde rand 23a van het deksel 23 van de maalinrichting is voorzien van een uitsparing, zoals bij de uitvoeringsvorm 15 volgens de figuren 3 en 4, om de wateruitlaat 29 open te maken naar het boogvormige verlengstuk 31.

Gemonteerd zoals bovenbeschreven binnen de • voorste afdekking 17 helt de watergoot 30 naar beneden, terwijl zij uitsteekt vanaf het deksel 23 van de maalinrichting, precies 20 zoals de watergoot 25 van de bovenbeschreven uitvoeringsvormen.

Het is daarom duidelijk, dat het verhitte water, dat op het deksel 23 van de maalinrichting is gegoten, uit de afvoer 29 op de watergoot 30 stroomt en dan naar beneden in de zetkan 19, dus om het huis 14 van de maalinrichting heen.

25 Ofschoon de bovenbeschreven uitvoeringsvormen alle duidelijks voordelen boven de bekende inrichtingen hebben, zoals reeds is beschreven, hebben zij een nadeel gemeen, doordat zij niet zijn uitgerust, om "Amerikaanse" koffie te maken (dat wil zeggen koffie verdund met heet water) maar slechts 30 "gewone" koffie of koffie met de volle sterkte, omdat het water, dat door hun ingebouwde verhitter wordt verhit, geheel op de gemalen koffie in de zetinrichting wordt gegoten. Het gebruik van water, dat is gekookt met een externe inrichting, is natuurlijk mogelijk, maar lastig. Zodoende is in de figuren 7 en 8 35 een koffiezetter beschreven, die uit een geheel bestaat en zowel 85 0 1 β o 9 • '· -12- "gewone" als "Amerikaanse" koffie kan zetten. Van deze uitvoeringsvorm, evenals van de toegevoegde uitvoeringsvormen die vervolgens zullen worden beschreven, zullen slechts de nieuwe kenmerken ! worden beschreven. De andere onderdelen en componenten zullen 5 slechts worden aangeduid in de tekeningen met de verwijzings- cijfers, die zijn gebruikt voor aanduiding van de overeenkomstige onderdelen en componenten van de bovenbeschreven uitvoeringsvormen.

Zoals beter uit figuur 8 blijkt, is het deksel 10 23 van de maalinrichting van deze uitvoeringsvorm niet alleen voorzien van de waterafvoer 24 in de vorm van de openingen in zijn verhoogde rand 23a, maar ook van een tweede waterafvoer 33 in de vorm van een of meer openingen 33a, die in zijn bodem zijn aangebracht. De tweede wateruitlaat 33 is geplaatst ten 15 opzichte van een gebied onmiddellijk stroomopwaarts van de eerste wateruitlaat 24, opdat het verhitte water door beide uitlaten « uit het deksel van de maalinrichting kan stromen.

Een bovendeksel 34 is scharnierbaar gemonteerd op de bovenzijde van het huis 1, om het deksel 23 van de maal-20 inrichting te omsluiten. Scharnierbaar gemonteerd aan de onderzijde van het bovendeksel 34 is een keuzeknop 35 in de vorm van een handbediende hefboom, die gedeeltelijk naar buiten uitsteekt van het bovendeksel 34. De keuzeknop 35 is voorzien van een klep 36 in de vorm van een naar beneden daarvan uitstekend recht-25 hoekig blok. De klep 36 sluit de tweede wateruitlaat 33, wanneer de keuzeknop 35 staat in de stand, die in getrokken lijnen in figuur 8 is getekend, waardoor het verhitte water alleen door de eerste wateruitlaat 24 stroomt. De dan gezette koffie heeft — de gewone sterkte, zodat de in getrokken lijnen getekende stand 30 van de keuzeknop de "gewone" stand zal worden genoemd. Bij verschuiving van de keuzeknop 35 in de in streepstippellijnen getekende stand in figuur 8 opent de klep 36 de tweede wateruitlaat 33, zodat het verhitte water door beide uitlaten 24 en 33 kan stromen. In dit geval zal "Amerikaanse" koffie worden 35 gezet door toepassing van de hierna beschreven werkwijze, zodat 85 0 1 680 -13- in streepstippellijnen getekende stand van de keuzeknop 35 zal worden aangeduid als de "Amerikaanse" stand.

Terwijl de eerste wateruitlaat 24 open is naar de watergoot 25, evenals bij de bovenbeschreven uitvoerings-5 vormen, is de tweede wateruitlaat 35 open naar een eerste waterkanaal 37, dat om de maalinrichting 100 heen loopt. Ofschoon het eerste waterkanaal 37 binnen het huis 14 van de maalinrichting is begrensd door een scheidingswand 14b_, wordt het daardoorheen stromende water grondig gescheiden gehouden van het inwendige 10 van het huis van de maalinrichting, waar het malen plaatsheeft.

Het eerste waterkanaal 37 is rechtstreeks verbonden met een tweede waterkanaal 41, dat om de zetinrichting 102 heen loopt. Bij deze bijzondere uitvoeringsvorm is het tweede waterkanaal 41 binnen de zetkan 19 begrensd door scheidingswanden 40, 15 die het papieren zakfilter 22 van het tweede waterkanaal weghouden. De zetkan 19 heeft een wateruitlaatpoort 42 in zijn bodem, om het verhitte water uit het tweede kanaal 41 in de schenkkan 13 te laten druppelen.

Voor het zetten van "gewone" koffie met de 20 machine volgens de figuren 7 en 8, draait de gebruiker de keuzeknop 35 in de "gewone" stand, waarbij de klep 36 de tweede wateruitlaat 33 in het deksel 23 van de maalinrichting sluit.

Het hete water uit de waterverhitter 10 zal dan geheel in en door de eerste wateruitlaat 24 op de watergoot 25 stromen en 25 dan naar beneden op de gemalen koffie, die eerder uit de maalinrichting 100 in het papieren filter 22 in de zetkan 19 is gefiltreerd. De gewenste koffie met de volle sterkte kan zodoende in de schenkkan 19 worden verzameld. —

Voor het zetten van "Amerikaanse" koffie ander-30 zijds, kan de gebruiker de keuzeknop 35 in de "Amerikaanse" stand verschuiven, waarbij de tweede wateruitlaat 33 van het deksel 23 van de maalinrichting wordt geopend. Na afgifte van verhit water op het deksel 23 van de maalinrichting, volgend op het maalproces, zal het grootste gedeelte van het water het 35 deksel van de maalinrichting verlaten door de eerste wateruitlaat 8501339 -14- 24, terwijl de rest in de tweede wateruitlaat 33 zal vallen.

Het water, dat door de eerste wateruitlaat 24 is gegaan, wordt natuurlijk afgeleverd aan de gemalen koffie in het papierfilter 22 en valt zo in de schenkkan 19 als koffie met de volle sterkte.

5 Het water, dat in de tweede wateruitlaat 33 is gestroomd, valt anderzijds in het eerste kanaal 37, waarbij het om de maalinrichting 100 heen wordt geleid. Het zal daarom duidelijk zijn, dat dat gedeelte van het inwendige van het huis van de maalinrichting, waarin de koffiebonen worden gemalen, alsmede het 10 korrelfilter 28, niet nat worden gemaakt door een van de twee waterstromen uit de twee uitlaten 24 en 33 van het deksel 23 van de maalinrichting. Het water stroomt uit het eerste kanaal 37 naar beneden in het tweede kanaal 41, waarbij het om de zetin-richting 102 heen wordt geleid, en dan door de wateruitlaat 42 15 in de schenkkan 33, waardoor de koffie met de volle sterkte, die daarin door de koffieuitlaat 20 uit de zetinrichting is ver- « • zameld, wordt verdund.

Een deskundige zou gemakkelijk verschillende wijzigingen kunnen bedenken van de weergegeven middelen, die de 20 waterkanalen 37 en 41 vanaf de tweede wateruitlaat 33 van het deksel 23 van de maalinrichting naar de schenkkan 33 begrenzen. Bijvoorbeeld inplaats van het tweede waterkanaal 41 in de zetkan 19 door de scheidingswanden 40 te begrenzen, zou aan de buitenzijde van de zetkan een leiding kunnen zijn aangebracht voor het 25 geleiden van het verhitte water uit het eerste kanaal naar de schenkkan 13.

Koffieliefhebbers zijn bekend met het papierfilter 22, dat bij alle bovenbeschreven uitvoeringsvormen wordt — gebruikt. Het is gevormd door het vouwen van een vel filter-30 papier en door het verbinden van de op elkaar liggende randen, behalve waar het filter een mond moet vormen. De twee lagen of zijden van het papierfilter worden.’ voor het gebruik plat tegen elkaar aan gehouden. Bij gebruik wordt dan de mond geopend door van elkaar scheiden van de vellen en ze tegen de binnenoppervlak-35 ken van de zetkan te drukken. Wanneer echter de gebruiker in ge- GJö1669 -15- breke blijft, om de zijwanden stevig tegen de zetkan aan te drukken, zal de mond zichzelf opnieuw sluiten, waardoor spleten ontstaan tussen de zijwanden van het filter en de tegenoverliggende wanden van de zetkan. De koffiekorrels, die uit de maal-5 inrichting worden gefiltreerd, zullen dan gedeeltelijk in de spleten vallen en zullen zo tenslotte hun weg vinden in de schenkkan, wanneer vervolgens heet water in de zetkan wordt gegoten, waardoor het aroma van de koffie ongunstig wordt beïnvloed. De koffiekorrels, die niet in het papierfilter zijn 10 opgenomen kunnen ook de koffieuitlaat aan de bodem van de zetkan verstoppen met als gevolg het overstromen van het water met de koffiekorrels en daardoor het vuil worden van de naburige delen van de machine. Omdat het water uit de watergoot natuurlijk ongelijkmatig op de koffiekorrels in de zetkan valt, zal het 15 water niet in staat zijn, het gehele extrakt daaraan te onttrekken.

Zodoende is bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, die in de figuren 9 en 10 is getekend, een filtertegenhouder 57 aangebracht voor het in de vorm houden van het papierfilter 20 22 in de zetkan 19. De filtertegenhouder 57 heeft de vorm van een ondiepe pan en is voorzien van een uitsparing 58 in de omtrek, die ligt onder het korrelfilter 16 van het huis 14 van de maalinrichting voor het doorlaten van de gemalen koffie in het papierfilter 22 in de zetkan 19. De bodem van de filtertegenhouder is 25 voorzien van meerdere perforaties 59a, om een waterdoorlaat of -verspreider 59 te vormen, waardoor het verhitte water verspreid op de koffiekorrels in het papierfilter 22 zal vallen. Zoals uit figuur 9 blijkt, staat de geperforeerde bodem van — de filtertegenhouder 57 schuin, waarbij het hoogste punt ligt 30 in een punt recht onder de watergoot 25 en naar beneden helt in de richting van zijn voorste omtreksdeel, dat op afstand van de uitsparing 58 ligt.

Teneinde afneembaar te worden gemonteerd op de open bovenzijde van de zetkan 19, is de filtertegenhouder 57 35 langs zijn omtrek voorzien van een flens 60 en van een centreer- d öü i 0 0 0 -16- ! tong 61, die radiaal buitenwaarts of voorwaarts uitsteekt van de flens 60.

De zetkan 19 van deze uitvoeringsvorm is iets gewijzigd, om de filtertegenhouder 57 afneembaar daarop te 5 kunnen monteren. Een ringvormige schouder 53 is aan de binnenzijde gevormd langs de bovenrand van de zetkan 19 en gaat over in een uitsparing 54, die in de handgreep 19b_ is gevormd. De filtertegenhouder 57 moet zo op de zetkan 19 worden gemonteerd, dat de flens 60 van de eerstgenoemde rust op de schouder 53 10 van de laatstgenoemde, waarbij de bovenranddelen van het papier-filter 22 daartussen zijn geklemd. Verder moet de centreertong 61 van de filtertegenhouder 57 worden geplaatst in de uitsparing 54 in de handgreep 19b^ van de zetkan, opdat de filtertegenhouder in een vooraf bepaalde hoekstand daarop wordt vastgehouden.

]5 VerdSr is bij deze uitvoeringsvorm de zetkan 19 met een bajonetkoppeling gemonteerd aan de onderzijde van het deksel 18 van de zetinrichting, dat uit een geheel met het huis 14 van de maalinrichting is gevormd. De zetkan 19 heeft een aantal bajonetten of tanden 52, die in omtreksrichting op afstand 20 van elkaar aan zijn bovenrand zijn gevormd en radiaal binnenwaarts daarvan uitsteken. Het deksel 18 van de zetinrichting heeft een naar beneden daarvan uitstekende ringvormige rand 50, waarin een aantal L-vormige sleuven 51 zijn gevormd, die in omtreksrichting op afstand van elkaar liggen. De zetkan 19 wordt 25 tezamen met de daarin gemonteerde filterhouder 57 zoals boven is beschreven, losneembaar aan de onderzijde van het deksel 18 van de zetinrichtin gemonteerd door zijn bajonettanden 52 te brengen in de sleuven 51. —.

Bij gebruik van de koffiezetter volgens de © 30 figuren 9 en 10 plaatst de gebruiker het papierfilter 22 in de zetkan 19, die is losgemaakt van de onderzijde van het deksel 18 van de zetinrichting, waarbij hij de twee zijwanden van het filter op afstand van elkaar houdt en tegen het binnenoppervlak van de zetkan. Hij kan dan de filtertegenhouder 57 op de zetkan 35 19 monteren, waarbij de flens 60 van de filtertegenhouder op de

η Π 1 f* S

Ό -J U i V v £? -17- schouder 53 van de zetkan rust en waarbij de tong 61 van de filtertegenhouder is opgenomen in de uitsparing 54 in de handgreep I9b van de zetkan. Wanneer hij zo is gemonteerd zal de filtertegenhouder aanliggen op de bovenranden van het papier-5 filter 22 tussen de filtertegenhouder en de zetkan, waardoor het papierfilter in de zetkan geheel open wordt gehouden. Dan kan de zetkan 19 tezamen met de filtertegenhouder 57 daarop door middel van de bajonetkoppeling worden gemonteerd aan de onderzijde van het deksel 18 van de zetinrichting, door de bajonet-10 tanden 52 in de sleuven 51 te steken.

Als de filterhouder 57 op de zetkan 19 is gemonteerd, waarbij zijn centreertong 61 is opgenomen in de uitsparing 54 in de handgreep 19b van de zetkan, en als de zetkan in de vooraf bepaalde hoekstand is gemonteerd aan de onderzijde van 15 het deksel 18 van de zetinrichting, dan zal de uitsparing 58 in de filtertegenhouder 57 precies onder het korrelfilter 16 van het huis 14 van de maalinrichting zijn geplaatst. Daarom zullen de koffiekorrels, die door het korrelfilter 16 uit het huis 14 van de maalinrichting zijn gedreven, door de uitsparing 20 58 in de filtertegenhouder 57 in het papierfilter 22 vallen.

Omdat het geheel open wordt gehouden door de filterhouder 57, zal het papierfilter 22 alle koffiekorrels uit de maalinrichting 100 opnemen. De maalinrichting 100 kan luchtstromirgen creeren door de draaiing van zijn paar schoepen 15 en deze luchtstromingen 25 kunnen in de zetinrichting 102 stromen, waardoor zij de koffiekorrels uit de zetkan 19 zouden kunnen drijven. Echter doordat hij de bovenzijde van de zetkan 19 praktisch afsluit, behalve waar de koffiekorrels daarin vallen, heeft de filterhouder 57 *~ bovendien ten doel, de koffiekorrels in de zetkan op te sluiten 30 ondanks de aanwezigheid van dergelijke luchtstromingen.

Na het geheel malen van de vulling van koffiebonen zal het hete water worden toegevoerd uit de waterverhitter 10 op het deksel 23 van de maalinrichting en dan naar beneden langs de watergoot 25 op de hellende, geperforeerde bodem van 35 de filtertegenhouder 57. Het water zal dan worden verspreid over a S Λ i q r' Λ ! -18- deze bodem van de filterhouder, doordat het gedeeltelijk in de richting van zijn omtrek stroomt en zal, doordat het door zijn perforaties 59a druppelt, gelijkmatig vallen op de gehele massa koffiekorrels in het papierfilter 22. Zodoende blijkt, dat de 5 filtertegenhouder 57 niet alleen dienst doet als zodanig, maar ook als waterverspreider.

De gemalen koffie uit de maalinrichting is geheel opgenomen in het papierfilter 22 zoals boven is beschreven. Gedurende het daaropvolgende zetten is er dus geen mogelijkheid, 10 dat de koffiekorrels met het water in de schenkkan stromen en de smaak en de geur van de koffie ongunstig beïnvloeden, of dat de koffiekorrels de koffieuitlaatpoort 20 van de zetkan 19 verstoppen.

Figuur 11 is een perspektivische weergave van • 15 een gewijzigde filtertegenhouder 57 voor gebruik bij de koffie zetter volgens de figuren 9 en 10, ter vervanging van de filtertegenhouder, die daarbij is gebruikt. De gewijzigde filtertegenhouder 57 omvat een ring of zeer korte cilinder 70 met een bovenflens 70a, die komt te liggen in de van de schouder 20 voorziene bovenzijde van de zetkan 19, figuur 9 en 10, teneinde de bovenranden van het papierfilter 22 daartussen vast te houden. De van een flens voorziene ring 70 is door middel van meerdere radiaal staande ribben 71 verbonden met een convexe waterverspreider 72, die centraal in de ring is opgesteld. De water-25 verspreider 72 verspreidt het verhitte water, dat daarop valt en dus om het water gelijkmatig op de koffiekorrels in het papierfilter laten druppelen.De ruimten, die zijn opengelaten tussen de ring 70 en de verspreider 72, kunnen worden gebruikt als doorgangen 73 voor de gemalen koffie uit de maalinrichting 30 100 en als doorgangen 74 voor het hete water uit de goot 25.

De figuren 12, 13 en 14 tonen een verdere voor-keursuitvoeringsvorm van de uitvinding, die in het bijzonder is voorzien van een dubbelwandig huis 14 voor de maalinrichting.

Omdat zij door het paar roterende schoepen van de maalinrichting 35 heftig worden rondgaslingerd, wrijven de gemalen koffiebonen tegen 8501669 -19- de biimenoppervlakken van het huis van de maalinrichting. Als het huis van de maalinrichting een kunststof vormstuk is, zoals tot nu toe het geval was, zal de heftige wrijving van de koffiebonen langs zijn binnenoppervlakken als gevolg van wrijving zoveel 5 warmte ontwikkelen, dat de koffiekorrels worden gedenatureerd, hetgeen nadelig is voor de smaak en de geur van de daaruit bereide drank. Het monteren van een afzonderlijk korrelfilter, bijvoorbeeld in de vorm van draadgaas, in een opening in het kunststof huis van de maalinrichting, is ook bezwaarlijk, omdat de koffie-10 korrels gemakkelijk vast komen te zitten in de overgangen tussen het filter en het huis. Dergelijke korrels zullen niet gemakkelijk loskomen, als het huis van de maalinrichting wordt schoongemaakt. Dit is uit hygiënisch oogpunt natuurlijk ongewenst.

Het dubbelwandige huis 14 van de maalinrichting 15 van deze bijzondere uitvoeringsvorm heeft niet de genoemde bezwaren van de bekende inrichtingen. Ofschoon het huis 14 van de maalinrichting in de figuren 12, 13 en 14 is getekend, geven de laatstgenoemde twee figuren duidelijker aan, dat het is voorzien van een van kunststof gevormde buitenwand 80 en van een 20 van metaal vervaardigde binnenwand 85, beide in de vorm van holle, opstaande cilinders met een bodem, waarbij de binnenwand 85 concentrisch en verschuifbaar is opgenomen in de buitenwand 80 en in omtreksrichting ten opzichte daarvan verplaatsbaar is.

De buitenwand 80 is uit een geheel gevormd met een buisvormige 25 steun 81, die daarvan naar beneden uitsteekt voor de bajonet- koppeling met de montage 3 van de maalinrichting, zoals in figuur 1 is getekend. Een rechthoekige uitsparing 83 is gevormd in het ! voorste deel van de buitenwand 80. —

Gevormd door het dieptrekken van plaatmetaal, 30 is de hierin beschreven binnenwand 85 aangepast, om de bereiding sterke of slappe koffie mogelijk te maken. Voor dit doel is in de binnenwand 85 een eerste groep van perforaties 86a met een relatief kleine middellijn gevormd en een tweede groep van perforaties 86t> met een relatief grote middellijn, die in 35 omtreksrichting op afstand van elkaar liggen. De twee groepen asst ses -20- perforaties 86a en 86b kunnen naar keuze op en buiten een lijn worden geplaatst met de uitsparing 83 in de buitenwand 80 door het in twee richtingen draaien van de binnenwand 85 ten opzichte van de buitenwand 80, waardoor een korrelfilter 16 met twee 5 maasgrootten wordt gevormd. De eerste groep van perforaties 86a met een relatief kleine middellijn is bedoeld voor de bereiding van betrekkelijk fijne koffiekorrels, die geschikt zijn voor het zetten van koffie met een gewone sterkte, en de tweede groep van perforaties 86b met een relatief grote middellijn voor de 10 bereiding van grovere deeltjes voor het zetten van minder sterke koffie.

Een uitsparing 85a is gevormd in de bovenrand van de binnenwand 85 op een plaats boven de twee groepen van perforaties 86a en 8613, om daardoor de watergoot 25 te steken, 15 die van het deksel 23 van de maalinrichting, dat de open bovenzijde van het huis 14 van de maalinrichting afsluit, naar voren en inaar beneden uitsteekt. De bovenrand van de binnenwand 85 is omgevouwen over de bovenrand van de buitenwand 80, waardoor het met de hand terugtrekken van de binnenwand uit de buiten-20 wand voor reiniging of soortgelijke onderhoudsdoeleinden wordt vergemakkelijkt.

In de figuren 13 en 14 is een boring 89 getekend, die centraal in de bodem van de binnenwand 85 is aangebracht, om een aandrijfspil 90 van onder af draaibaar in het huis 14 25 van de maalinrichting te laten uitsteken. Het paar roteerbare schoepen 15, dat bij voorkeur een constructie uit e'en stuk vormt, zoals het best uit figuur 14 blijkt, is op het boveneinde van de aandrijfspil 90 gemonteerd en is daarop bevestigd — door een dopmoer 91. In het ondereinde van de aandrijfspil 90 30 is een sok 90a gevormd voor het losneembaar opnemen van de uitgangsas van de aandrijfmotor 4 van de maalinrichting, zodat de draaiing van deze motor via de aandrijfspil 90 wordt overgebracht op het paar draaibare schoepen 15.

Voor het zetten van koffie met gewone sterkte 35 met de inrichting volgens de figuren 12 t/m 14 kan de gebruiker 8501669 -21- de binnenwand 85 van het huis 14 van. de maalinrichting draaien ten opzichte van de buitenwand 80, om de eerste groep van perforaties 86a, die een kleinere middellijn hebben, op een lijn te brengen met de uitsparing 83 in de buitenwand .Bij het malen van 5 de koffiebonen door de maalinrichting 100, zullen de geproduceerde koffiekorrels centrifugaal door het korrelfilter I6A uit het huis 14 van de maalinrichting worden geslingerd, wanneer zij kleiner zijn dan de eerstgenoemde groep van perforaties 86a.

Deze betrekkelijk fijn gemalen koffie wordt verzameld in het 10 papierfilter 22 in de zetkan 19 van de zetinrichting 102. De gewenste sterkte van de koffie kan worden voltooid, als door de waterverhitter 10 verhit water vervolgens van het deksel 23 van de maalinrichting via de watergoot 25 op deze gemalen koffie wordt gegoten.

15 De van metaal vervaardigde binnenwand 85, die een betrekkelijk lage wrijvingscoefficient heeft, zal gedurende het bovenbeschreven bedrijf van de maalinrichting 100 aanzienlijk minder warmte opwekken dan wanneer hij van een kunststof zou zijn vervaardigd, waarbij het niet uitmaakt hoe hevig de j 20 koffiebonen tegen zijn binnenoppervlakken wrijven. Er zal daarom geen merkbare thermische ontleding van de koffie plaatshebben.

Verder zullen het conventionele kunststof huis van de maalinrichting en de van metaal vervaardigde binnenwand 85 volgens de uitvinding geen schilfers produceren, die hun weg zouden 25 kunnen vinden in de gezette koffie.

Voor het zetten van minder sterke koffie anderzijds kan de gebruiker de binnenwand 85 van het huis 14 van de maalinrichting draaien, totdat de andere groep van perforaties — 86b_ op den lijn komt te liggen met de uitsparing 83 in de buiten-30 wand 80. De vervolgens door het malen van koffiebonen geproduceerde deeltjes zullen uit het huis 14 van de maalinrichting worden geslingerd, wanneer hun grootte kleiner wordt dan die van de perforaties 86b met een relatief grote middellijn. De relatief grove koffiekorrels die aldus in het papierfilter 22 35 in de zetkan 19 worden verzameld, zullen slappe koffie zetten, 8501669 rf * -22- wanneer daarop volgens de bovenbeschreven procedure heet water wordt gegoten.

Het huis 14 van de maalinrichting, dat een samengestelde wand heeft, biedt verscheidene andere voordelen 5 boven de bekende inrichtingen. Een voordeel is de afwezigheid van verbindingen of naden, zoals die waar zich koffiedeeltjes zouden kunnen vastzetten, tussen de perforaties 86a en 86b_ en de binnenwand 85. Hoewel zich natuurlijk enige deeltjes zullen vasthechten aan de binnenoppervlakken van de binnenwand 85, 10 kan men deze van dergelijke deeltjes gemakkelijk schoonwassen.

Het plaatmetaal, waarvan de binnenwand 85 is gemaakt, kan een minimale dikte hebben, om het dieptrekproces te bevorderen. Wanneer hij in de kunststof buitenwand 80 is gemonteerd zal de binnenwand 85 met een dergelijke gereduceerde 15 dikte daardoor worden versterkt, zodat het complete huis van Ψ de maalinrichting voldoende sterkte zal krijgen, om de funkties te vervullen, waarvoor het is bedoeld.

De metalen binnenwand 85 laat verder toe, dat de aandrijfspil 90 voor het paar draaibare schoepen 15 recht-20 streeks in het gat 89 in zijn bodem wordt gemonteerd. De eenvoud van deze constructie zal duidelijker worden, gezien het feit, dat het bekende kunststof huis van de maalinrichting een metalen leger had, dat door het bekende inzetvormproces in zijn bodem was ingebed.

25 Een bijkomend voordeel van deze uitvoerings vorm is, dat koffiebonen in twee verschillende graden van fijnheid kunnen worden gemalen, om de bereiding van overeenkomstige verschillende sterkten van de koffie mogelijk te — maken. Dit voordeel is echter van ondergeschikte aard, omdat 30 de samengestelde wandconstruetie zelf van het huis van de maalinrichting de bovengenoemde voordelen biedt. Dienovereenkomstig is het aanbrengen van de twee verschillende groepen perforaties met verschillende middellijnen niet essentieel. Zo kan slechts een groep van perforaties met gelijke middellijn worden aange-35 bracht en de buitenwand 80 en de binnenwand 85 kunnen niet draai- 3501669 -23- baar ten opzichte van elkaar zijn gemaakt, zonder buiten de omvang van de onderhavige uitvinding te gaan.

Koffiezetter, omvattende zowel een maalinrichting (100) voor het malen van koffiebonen, als een zetinrichting (102), 5 die onder maalinrichting ligt voor het opnemen van daaruit gefiltreerde koffiekorrels en voor het zetten van koffie met verhit water, dat op de koffiekorrels wordt gegoten. De maalinrichting heeft een huis (14) waarvan de bovenzijde is afgesloten door een deksel (23) dat het verhitte water kan opnemen van een 10 waterverhitter (10). Uitstekend van het deksel van de maalinrichting, op een plaats juist boven een koffiekorrelfilter (16), dat een deel van de maalinrichting vormt, geleidt een watergoot (25) het verhitte water naar beneden op de koffiekorrels, die vanuit de maalinrichting in de zetinrichting zijn toegevoerd.

15 Het inwendige van het huis van de maalinrichting wordt daardoor niet natgemaakt door het verhitte water gedurende het zetten, maar kan droog worden gehouden, om, indien gewenst, het malen onmiddellijk te kunnen hervatten.

j

Claims

1. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine, omvattende een door een motor aangedreven maalinrichting (100), voorzien van een huis (14) voor het opnemen van tot korrels te malen koffiebonen, welk huis van de maalinrichting is voorzien 5 van een korrelfilter (16, 28) om de koffiekorrels uit het huis van de maalinrichting te kunnen drijven, een zetinrichting (102), die is opgesteld onder het korrelfilter van de maalinrichting voor het opnemen van de koffiekorrels daaruit, en een water-verhitter (10) voor het verhitten van water voor de afgifte 10 daarvan aan de zetinrichting, gekenmerkt door een deksel (23) van de maalinrichting, dat een open bovenzijde van het huis van de maalinrichting afsluit en is aangepast voor het tijdelijk daarop opnemen van het verhitte water uit de waterverhitter, en door een watergoot (25, 30) die van het deksel van de maalin-15 richting uitsteekt naar de zetinrichting voor het gieten van het verhitte water op de koffiekorrels die zich in de zetinrichting bevinden, waardoor koffie kan worden gezet zonder het inwendige van het huis van de maalinrichting met het verhitte water nat te maken.

2. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de bodem van het huis (14) van de maalinrichting (100) ongeveer in e'en vlak ligt met de bovenzijde van de zetinrichting (102).

3. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine 25 volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel (23) van — de maalinrichting de vorm heeft van een schijf met een verhoogde rand (23a), die zich langs zijn omtrek uitstrekt, welke rand is voorzien van een wateruitlaat (24, 29) voor het uitstromen van het verhitte water, en dat de watergoot (29, 30) de vorm heeft van 30 eenitong, die buitenwaarts van het deksel van de maalinrichting uitsteekt van de wateruitlaat en naar beneden helt in de richting van de zetinrichting (102). 85 3 1 5 6 9 -25-

4. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de wateruitlaat van het deksel (23) van de maalinrichting de vorm heeft van tenminste een opening (24), die is aangebracht door de verhoogde rand (23a) 5 van de schijf.

5. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat de wateruitlaat van het deksel (23) van de maalinrichting de vorm heeft van een uitsparing (29), die is aangebracht in de verhoogde rand (23a) 10 van de schijf.

6. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel (23) van de maalinrichting is voorzien van een naar beneden uitstekende rand (23b) die losneembaar grijpt in de open bovenzijde van 15 het huis (14) van de maalinrichting.

7. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (14) van de maalinrichting is voorzien van een voorste afdekking (17), die de watergoot (25) en de baan van de koffiekorrels uit het korrel- 20 filter (16) van het huis (14) van de maalinrichting naar beneden naar de maalinrichting (102) omsluit.

8. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de watergoot (30) aan de afdekking (17) van de goot is gemonteerd, dat het deksel 25 (23) van de maalinrichting de vorm heeft van een schijf met een verhoogde rand (23a) die zich langs zijn omtrek uitstrekt, welke rand is voorzien van een wateruitlaat (29) voor het uitstromen van het verhitte water op een buitenwaarts uitsteeksel (31) van — het deksel van de maalinrichting en dat een einde (30a) van de j 30 watergoot wordt aangehouden tegen de onderzijde van het uitsteeksel van het deksel van de maalinrichting. 1

9. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de watergoot (25) met het huis (14) van de maalinrichting is verbonden op een 35 plaats boven het korrelfilter (16, 28). 85 016 6 9 ra * η -26-

10. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel (23) van de van de maalinrichting is voorzien van. een eerste en een tweede wateruitlaat (24, 33) voor het uitstromen van het verhitte water 5 daaruit, waarbij de eerste wateruitlaat (24) is verbonden met de watergoot (25), terwijl de tweede wateruitlaat (33) is verbonden met een eerste waterkanaal (37), dat om de maalinrichting (101) is geleid en dan met een tweede waterkanaal (41), dat om e de zetinrichting (102) heen is geleid, en dat de tweede water- 10 uitlaat (33) naar keuze kan worden geopend en gesloten door handbediende middelen (35, 36), waarbij wanneer de tweede wateruitlaat is geopend, de koffie die door de zetinrichting wordt gezet, kan worden verdund met het verhitte water uit het tweede waterkanaal.

11. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zetinrichting (102) is voorzien van een zetkan (19) voor het opnemen van een papier-filter (22) daarin, en dat het tweede waterkanaal (41) in de zetkan is begrensd door scheidingsmiddelen (40), die werkzaam 20 zijn, om het papierfilter op afstand van het tweede waterkanaal te houden.

12. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk , dat de middelen voor het openen en sluiten van de tweede wateruitlaat (33) van het deksel 25 (23) van de maalinrichting bestaat uit een klep (36), die aan- drijfbaar is ondersteund door een bovenste afdekring (34), die over het deksel van de maalinrichting heen ligt.

13. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de klep (36) is 30 ondersteund door een handbediende hefboom (35), die scharnier-baar is gemonteerd aan de afdekking (34) van de maalinrichting.

14. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zetinrichting (102) is voorzien van een zetkan (19) met een open bovenzijde voor 35 het opnemen van een papierfilter (22) daarin, en van een filter- 3501669 -27- tegenhouder (57), die losneembaar grijpt in de open bovenzijde van de zetkan voor het. vasthouden van de vorm van het daarin gezette papierfilter, welke filterhouder het verhitte water doorlaat uit de watergoot (25) naar beneden in de zetkan en is voor-5 zien van een uitsparing (58) voor het doorlaten van de koffie-korrels uit de maalinrichting (100) naar beneden in de zetkan.

15. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine | i volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de filterhouder (57) de vorm heeft van een pan met meerdere daarin gevormde perfora-10 ties (59a) voor het doorlaten van het verhitte water daardoor en dat de uitsparing (58) daarin in omtreksrichting is aange- bracht voor het doorlaten van de koffiekorrels.

16. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de filtertegenhouder 15 (57) schuin staat, waarbij zijn hoogste punt ligt in een punt recht onder de watergoot (25) en naar beneden helt in de richting van zijn omtreksdeel op afstand van de uitsparing (58). .

17. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine . volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de zetkan (19) een i 20 ringvormige schouder (53) heeft voor het ondersteunen van de filterhouder (57) daarop, waarbij een bovenrand van het papierfilter (22) is vastgeklemd tussen de filterhouder en de ringvormige schouder.

18. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine j 25 volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (14) van de | maalinrichting (100) is voorzien van een buitenwand (80) en van een van metaal vervaardigde binnenwand (85), die passend in de buitenwand is opgenomen, welke binnenwand is voorzien van meerdere perforaties (86a_, 86b) om het korrelfilter (16A) 30 te vormen, dat toegankelijk is door een uitsparing (83), die in de buitenwand is gesneden.

19. Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de buitenwand (80) en de binnenwand (85) van het huis (14) van de maalinrichting 35 beide de vorm hebben van holle cilinders, waarbij de binnenwand | 35 0 1 6 5 S ! i i i * * -28- verschuifbaar is opgenomen in de buitenwand voor een verplaatsing in omtreksrichting ten opzichte daarvan, en dat de perforaties in de binnenwand zijn verdeeld in een eerste groep van perforaties (86a) met een relatief kleine middellijn en een tweede 5 groep van perforaties (86b_) met een relatief grote middellijn, waarbij de eerste en de tweede groep van perforaties naar keuze op en buiten e'en lijn kunnen worden gébracht met de uitsparing (83) in de buitenwand door de verplaatsing in omtreksrichting van de binnenwand (85) ten opzichte van de buitenwand (80). 10 . 8501669 ‘ ί y