NL8501440A - LIQUID BALLAST AND RELIEF SYSTEM FOR A VESSEL. - Google Patents

LIQUID BALLAST AND RELIEF SYSTEM FOR A VESSEL. Download PDF

Info

Publication number
NL8501440A
NL8501440A NL8501440A NL8501440A NL8501440A NL 8501440 A NL8501440 A NL 8501440A NL 8501440 A NL8501440 A NL 8501440A NL 8501440 A NL8501440 A NL 8501440A NL 8501440 A NL8501440 A NL 8501440A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ballast
central channel
valve
vessel
tanks
Prior art date
Application number
NL8501440A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
George Thomas Richardson Campb
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by George Thomas Richardson Campb filed Critical George Thomas Richardson Campb
Priority claimed from BE2/60695A external-priority patent/BE902484A/en
Publication of NL8501440A publication Critical patent/NL8501440A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B13/00Conduits for emptying or ballasting; Self-bailing equipment; Scuppers

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Sewage (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)

Description

in.......................: ·? vo 7136in.......................: ·? vo 7136

Vloeistofballast- en ontlastingssysteem voor een vaartuig.Liquid ballast and relief system for a vessel.

De uitvinding heeft betrekking op een ballastsysteem voor vaartuigen. Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een systeem voor het ontlasten van vloeistof uit ballasttanks zonder de noodzaak van een gescheiden afvoersysteem en de afvoer van ballastwater zonder 5 het gebruik van pompen.The invention relates to a ballast system for vessels. More particularly, the invention relates to a system for offloading liquid from ballast tanks without the need for a separate discharge system and the discharge of ballast water without the use of pumps.

Bij sommige vaartuigen zijn de ballasttanks geplaatst in de dubbele bodemconstructie. Andere ballasttanks zoals laag gelegen tanks, bovenste vleugeltanks, zijtanks en zijdelingse storttanks kunnen ook zodanig zijn geplaatst, dat zij kunnen dienen als ballasttanks waarbij 10 enkele van die tanks zich bevinden tot aan en soms tot boven de waterlijn van het vaartuig. Ballasttanks kunnen worden gebruikt om met water te worden gevuld dan wel kan eventueel vloeibare lading daarin worden opgeslagen.On some vessels, the ballast tanks are placed in the double bottom construction. Other ballast tanks, such as low-lying tanks, upper wing tanks, side tanks and lateral bulk tanks, may also be arranged to serve as ballast tanks with some of those tanks located up to and sometimes above the waterline of the vessel. Ballast tanks can be used to be filled with water or liquid cargo can be stored therein.

De meeste ballastsystemen hebben thans afzonderlijke pijpen 15 en kleppen voor elke ballasttank of afdeling in samenwerking met een of meer onafhankelijke ballastpompen.De huidige ballastsystemen hebben een gescheiden afvoersysteem met onafhankelijke zuigpompen welke verbonden zijn met pijpen en kleppen om elke tank en afdeling leeg te pompen of af te doen wateren. Elke ballastafdeling is voor-20 zien van ten minste twee onafhankelijke luchtafvoer- en overstroom-pijpen, welke kleiner in diameter zijn dan de enkele inlaatpijp en bevinden zich aan de voor- en achtereinden van elke afdeling. Gevonden werd dat dit type ventilatiesysteem onderhevig is aan grote wrijvingsverliezen in de pijpen gepaard gaande met een extra energie-25 verbruik voor het behandelen van de waterballast- Bovendien zijn er verschillende gevallen waarbij de constructie van de ballastafde-lingen kan beschadigen als gevolg van overdruk wanneer ballast in de tanks wordt gepompt.Most ballast systems now have separate pipes 15 and valves for each ballast tank or department in conjunction with one or more independent ballast pumps. Current ballast systems have a separate discharge system with independent suction pumps connected to pipes and valves to drain each tank and department or waters to be diverted. Each ballast department is provided with at least two independent air exhaust and overflow pipes, which are smaller in diameter than the single inlet pipe and are located at the front and rear ends of each department. It has been found that this type of ventilation system is subject to large frictional losses in the pipes accompanied by an extra energy consumption for treating the water ballast. In addition, there are several cases where the construction of the ballast sections can be damaged due to overpressure. ballast is pumped into the tanks.

Een recente verbetering bij het belasten van vaartuigen voor 30 droge lading omvat een groot rechthoekig kanaal in de stalen dubbele-bodemconstructie van het vaartuig. Het centrale kanaal strekt zich over de bodem van het vaartuig uit tot aan de voorste ballastwatertank. Zulk een systeem is vervat in het Amerikaanse octrooischrift 3.209.715 van 5 oktober 1965. Zoals uit het octrooi blijkt werkt het centrale 35 kanaal als een grote pijp waarin water door pompen wordt getransporteerd fi § β 4 4 Ö t « -2- naar en van een aantal ballasttanks ter weerszijden van het kanaal. Aanzuig- en inlaatpijpen bevinden zich in een kort dwarskanaal dat zich bevindt in het achtereinde van de hoofdleiding. Afzonderlijke op afstand bedienbare kleppen bevinden zich in de zijconstructie 5 van het kanaal waardoor het grootste gedeelte van het water in en uit de tank kan worden getransporteerd. Een gescheiden afvoersysteem is aanwezig om de tanks af te wateren, doch het grootste gedeelte van het water kan uit de tanks worden gepompt waardoor wrijvingsver-liezen voorkomen kunnen worden welke ontstaan in de pijpen van de 10 normale systemen waardoor dus de pompenergie welke wordt vereist door het verpompen van ballastwater kan worden verminderd in vergelijking tot de standaard ballast waterpijpsystemen.A recent improvement in loading dry cargo vessels includes a large rectangular channel in the steel double bottom structure of the vessel. The central channel extends across the bottom of the vessel to the forward ballast water tank. Such a system is contained in U.S. Patent 3,209,715 of October 5, 1965. As is apparent from the patent, the central 35 channel acts as a large pipe in which water is transported by pumps fi § β 4 4 Ö t «-2- to and of a number of ballast tanks on either side of the channel. Suction and inlet pipes are located in a short cross channel located in the rear end of the main line. Separate remote-controlled valves are located in the side structure 5 of the channel through which most of the water can be transported in and out of the tank. A separate drainage system is provided to drain the tanks, but the majority of the water can be pumped out of the tanks thus avoiding frictional losses that occur in the pipes of the normal systems, thus the pumping energy required by pumping ballast water can be reduced compared to standard ballast water pipe systems.

Een centraal kanaal is een staalconstructie welke een verster-kingsorgaan in de rompconstructie vormt zonder dat het gewicht van 15 de romp groter wordt. Het kanaal heeft normaliter een voldoende breedte en diepte en kan dus ook de pijpen voor de vloeibare oliebunkertanks bevatten, zo ook de stoomverhittingspijpen. Het centrale kanaal dient voorts eveneens als ballastafdeling indien dit vereist is en kan worden gevuld of gelost zonder dat de achterwaartse of voorwaartse trim 20 van het vaartuig merkbaar verandert.A central channel is a steel structure which forms a reinforcing member in the hull construction without increasing the weight of the hull. The channel normally has a sufficient width and depth and can therefore also contain the pipes for the liquid oil bunker tanks, including the steam heating pipes. The center channel also further serves as a ballasting department if required and can be filled or unloaded without noticeably changing the vessel's backward or forward trim.

Het kanaal vormt tevens een ballast voor vrachtruimen, indien deze als ballasttanks worden gebruikt. Daartoe heeft elke laadruimte een uitlaat naar het centrale kanaal voorzien van een schermplaat. Bovendien bevindt zich een op afstand bedienbare klep boven de scherm-25 plaat in de top van het centrale kanaal. Wanneer het laadruim· wordt ge- gebruikt voor lading, wordt de schermplaat in de gesloten stand geblokkeerd, waarbij het onmogelijk wordt de laadruimte op het centrale kanaal te sluiten. Een geschaden vulsysteem voor de lading bevindt zich in het laadruim en wordt normaliter gebruikt wanneer het ruim 30 moet worden geladen. Dit gescheiden laadsysteem heeft een afsluitklep zodanig dat het laadsysteem van het ruim niet kan worden gebruikt wanneer de laadruimte wordt gebruikt als afdeling voor waterballast. Toegang tot het centrale kanaal wordt verkregen via mangaten in de top van het kanaal vanuit de laadruimen. Toegang tot het centrale kanaal 35 kan ook worden verkregen via een mangat in het dwarskanaal, dat toegankelijk is, wanneer de laadruimen gevuld zijn. Het centrale pompsysteemThe channel also forms a ballast for cargo holds, if these are used as ballast tanks. To this end, each loading space has an outlet to the central channel provided with a screen plate. In addition, a remote control valve is located above the screen plate in the top of the central channel. When the cargo hold is used for loading, the screen plate is locked in the closed position, making it impossible to close the cargo hold on the central channel. A damaged cargo filling system is located in the cargo hold and is normally used when it is required to load hold 30. This separate loading system has a shut-off valve such that the loading system of the hold cannot be used when the loading space is used as a water ballast section. Access to the central channel is through manholes at the top of the channel from the holds. Access to the central channel 35 can also be obtained through a manhole in the cross channel, which is accessible when the cargo holds are filled. The central pumping system

350 1 4 4 C350 1 4 4 C

• A• A

-3- voor het kanaal kan ook worden toegepast op tankers voor het transport van olieladingen.-3- for the channel can also be applied to tankers for transporting oil loads.

Tot nog toe was het noodzakelijk luchtventilatiepijpen aan elk einde van het kanaal aan te brengen doch bij een uitvoeringsvorm 5 volgens de uitvinding is er slechts één ventilatieschacht aanwezig aan het vooreinde van het centrale kanaal. De ventilatieschacht vormt een ontluchting voor het ballastsysteem als geheel en maken de toepassing van slechts één ventilatiepijp per ballasttank mogelijk in plaats van twee of meer ventilatiepijpen, welke normaliter worden ver-10 eist om overdruk of vacuum beschadiging in de tanks te voorkomen.Until now it has been necessary to provide air ventilation pipes at each end of the channel, but in an embodiment according to the invention there is only one ventilation shaft at the front end of the central channel. The vent shaft provides a vent to the ballast system as a whole and allows the use of only one vent pipe per ballast tank instead of two or more vent pipes, which are normally required to prevent overpressure or vacuum damage in the tanks.

Zulk een ventilatieschacht vormt niet alleen een ontluchting van overdruk of vacuum in de ballasttanks te voorkomen, doch voorziet tevens in de toegang vanaf het bovendek naar het centrale kanaal zonder het passeren van een laadruim of het dwarskanaal.Such a vent shaft not only prevents venting of overpressure or vacuum in the ballast tanks, but also provides access from the upper deck to the central channel without passing through a cargo hold or the transverse channel.

15 Bestaande ballastsystemen maken gebruik van een gemeenschappe lijk kanaalsysteem waarbij niet doelmatigerwijs gebruik gemaakt kan worden van de waterkolom welke ontstaat bij laag gelegen ballasttanks of boven-vleugel en zijtanks gedurende het ontlasten of lossen van vloeistof uit de tanks. Dit is het gevolg van het feit dat de meeste 20 ballastsystemen gebruik maken van pompen voor het ontlasten waarbij het voordeel van een positieve waterkolom in de tanks boven de waterlijn niet doeltreffend benut wordt.Existing ballast systems use a common channel system where it is not possible to make effective use of the water column that is created by low-level ballast tanks or upper wing and side tanks during the discharge or discharge of liquid from the tanks. This is due to the fact that most ballast systems use relief pumps where the advantage of a positive water column in the tanks above the waterline is not effectively utilized.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een ballastsysteem dat gelost kan worden en wel ten dele door de zwaartekracht en ten dele door 25 pompwerking dan wel het partieel lossen door de zwaartekracht zonder pompwerking. Dit tweeledig ontlasten vermindert de ontlastingstijd welke normaliter is vereist voor vaartuigen terwijl bovendien de vereiste energie wordt verminderd.The object of the invention is to provide a ballast system that can be unloaded, partly by gravity and partly by pumping action or partially discharging by gravity without pumping action. This dual relief reduces the relief time normally required for vessels while also reducing the required energy.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een 30 ballastsysteem waarbij gebruik gemaakt wordt van een centraal kanaal dat zich uitstrekt over een gedeelte van de lengte van het vaartuig nabij de bodem op een niveau in hoofdzaak onder de bodem van de ballasttanks, welk centrale kanaal voorzien is van kleppen aanwezig tussen het kanaal en de ballasttanks zodanig, dat deze tanks geheel ontlast kunnen 35 worden zonder gebruik te maken van afzonderlijke afvoersystemen.A further object of the invention is to provide a ballast system using a central channel extending over a portion of the length of the vessel near the bottom at a level substantially below the bottom of the ballast tanks, which center channel is provided with valves present between the channel and the ballast tanks such that these tanks can be completely relieved without using separate discharge systems.

a ,λ 1 i | λ > V V * λ v * * -4-a, λ 1 i | λ> V V * λ v * * -4-

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een ballast-systeem met een centraal kanaal en slechts één vertikale ventilatieschacht welke verbonden is met één einde van het kanaal waarbij het mogelijk is slechts één ventilatiepijp voor elke 5 ballasttank toe te passen en waarbij toegang tot het centrale kanaal vanaf het bovendek mogelijk is. De enige vertikale ontluch-tingsschacht maakt overdruk in de ballasttanks ónmogelijk, wanneer deze door de ballastpompen worden gevuld.A further object of the invention is to provide a ballast system with a central channel and only one vertical ventilation shaft which is connected to one end of the channel, whereby it is possible to use only one ventilation pipe for every 5 ballast tank and whereby access to the central channel is possible from the upper deck. The only vertical vent shaft makes overpressure in the ballast tanks impossible when filled by the ballast pumps.

Een andere toepassing van de uitvinding volgens een uitvoe-10 ringsvorm waarbij gebruik gemaakt wordt van een laag gelegen inlaat-zuigleiding voor het belasten van een vaartuig kan worden gemist is die waarbij een dwarspijp wordt toegepast, welke zich dwars over het vaartuig uitstrekt met een inlaat aan beide zijden van het vaartuig.Another application of the invention according to an embodiment using a low inlet suction line for loading a vessel can be missed is that using a cross pipe extending across the vessel with an inlet on both sides of the vessel.

De laag gelegen inlaatzuigleidingen maken het soms mogelijk dat slik 15 in het systeem treedt, doch wanneer een inlaat aan beide zijden aanwezig is, ontstaat een constante ingaande waterstroom welke kan worden gehandhaafd ongeacht slagzij of rollen van het schip.The low inlet suction lines sometimes allow sludge 15 to enter the system, but when an inlet is present on both sides, a constant entering water flow is created which can be maintained regardless of heel or roll of the ship.

De uitvinding voorziet in een ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich uitstrekt over een gedeelte van de 20 lengte van de bodem van het vaartuig, een aantal ballasttanks in het vaartuig waarbij het centrale kanaal met de bodems van de ballasttanks niet onder de bodem van het centrale kanaal, middelen voor de toevoer van vloeistof in en middelen voor de afvoer van vloeistof uit het centrale kanaal, waarbij de verbetering van een afvoersysteem be-25 staat uit ten minste een klep tussen elke tank en het centrale kanaal, welke klep het mogelijk maakt elke tank te vullen en praktisch volledig te lossen zonder gebruik te maken van afvoermiddelen en middelen voor het openen en sluiten van elke klep door afstandsbediening.The invention provides a ballast system for a vessel with a central channel extending over a part of the length of the bottom of the vessel, a number of ballast tanks in the vessel, the central channel with the bottoms of the ballast tanks not below the bottom of the central channel, means for supplying liquid in and means for discharging liquid from the central channel, the improvement of a discharge system consisting of at least one valve between each tank and the central channel, which valve makes it possible to fill and virtually discharge each tank without using means of discharge and means for opening and closing each valve by remote control.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de klep voor 30 elke tank geplaatst aan de basis van een opstaand wandgedeelte tussen de ballasttank en het centrale kanaal. De ballast tanks omvatten bij voorkeur een aantal ballasttanks met dubbele bodem aan elke zijde van het centrale kanaal en ten minste één laag gelegen waterballasttank boven het centrale kanaal. Volgens een andere uit-35 voeringsvorm is een aantal bovenste vleugeltanks aanwezig boven de ς g 51 ii & o -5- ·* ' .* ballasttarücs met dubbele bodem, waarbij elke bovenste vleugeltanks verbonden zijn met een van de ballasttanks met dubbele bodem door een pijp terwijl elke bovenste vleugeltank een ontluchting heeft om te voorkomen dat overdruk of vacuum ontstaat in die tanks en de ballast 5 tanks met dubbele bodem. De ontluchting bestaat volgens een uitvoeringsvorm uit één ontluchtingspijp welke zich uitstrekt van ongeveer het midden van elk van de bcveiste vleugeltanks naar een uitlaat boven het bovendek van het vaartuig.According to an embodiment of the invention, the valve for each tank is located at the base of an upright wall section between the ballast tank and the central channel. The ballast tanks preferably comprise a number of double bottom ballast tanks on each side of the central channel and at least one low water ballast tank located above the central channel. According to another embodiment, a number of upper wing tanks are present above the double bottom ballast tariffs, each upper wing tanks being connected to one of the double bottom ballast tanks by pipe while each top wing tank has a vent to prevent overpressure or vacuum from occurring in those tanks and the ballast 5 tanks with double bottom. According to one embodiment, the vent consists of one vent pipe which extends from approximately the center of each of the wing tanks covered to an outlet above the top deck of the vessel.

De klep is bij voorkeur een schuifklep met een opening voorzien 10 van een bodemlip in hoofdzaak in één lijn met de bodem van de ballast tank. Volgens een uitvoeringsvorm heeft de klepschuif, welke kan verplaatsen over de klepopening met wigvormig uitgevoerde zijdelen teneinde de schuif op de klepopening af te sluiten wanneer de klep gesloten is. Volgens een uitvoeringsvorm wordt de schuif bewogen 15 door een hydraulische cilinder met een zuiger welke is uitgeschoven wanneer de klep geopend is en ingetrokken wanneer de klep gesloten is.The valve is preferably a sliding valve with an opening provided with a bottom lip substantially in line with the bottom of the ballast tank. In one embodiment, the valve slide, which is movable across the valve opening, has wedge-shaped side parts to close the valve on the valve opening when the valve is closed. In one embodiment, the slide is moved by a hydraulic cylinder with a piston which is extended when the valve is open and retracted when the valve is closed.

De uitvinding voorziet voorts in een ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich uitstrekt over een gedeelte van de lengte van de bodem van het vaartuig, een aantal ballast 20 tanks in het vaartuig nabij het centrale kanaal met de bodem van de ballasttanks niet lager dan de bodem van het centrale kanaal, tenminste één klep tussen elke tank en het centrale kanaal, en middelen voor het openen en sluiten van elke klep door afstandsbediening, waarbij een vul- en afvoersysteem bestaat uit een dwarskanaal dat 25 verbonden is met het centrale kanaal, welke dwarskanaal een eerste uitlaat heeft verbonden met een ballastpomp met een klepbedienings-systeem teneinde vloeistof van de eerste uitlaat te transporteren naar een eerste afvoer buitenboord voor het ontlasten en teneinde vloeistof uit een hoofdzuigleiding te pompen in de eerste uitlaat voor 30 het vormen van ballast, en een tweede uitlaat in het dwarskanaal welke verbonden is door een terugslagklep met een tweede afvoer buitenboord voor het ontlasten door zwaartekracht.The invention further provides a ballast system for a vessel with a central channel extending over part of the length of the bottom of the vessel, a number of ballast tanks in the vessel near the central channel with the bottom of the ballast tanks not lower then the bottom of the central channel, at least one valve between each tank and the central channel, and means for opening and closing each valve by remote control, a filling and drainage system consisting of a cross channel connected to the central channel which transverse channel has a first outlet connected to a ballast pump with a valve actuation system to transport fluid from the first outlet to a first outboard discharge for relief and to pump fluid from a main suction line into the first outlet to form ballast , and a second outlet in the cross channel which is connected by a non-return valve to a second outlet outboard for gravity relief.

De tweede afvoer buiten boord bevindt zich bij voorkeur aan de zijkant van het vaartuig op een niveau dat overeenstemt met de water-35 lijn bij lichte belasting. Volgens een andere uitvoeringsvorm waarbij ,4 ·“ Λ ^ ' **The second outboard drain is preferably located on the side of the vessel at a level corresponding to the water-35 line at light load. According to another embodiment where, 4 · “Λ ^ '**

^ I I^ I I

*9* · 1 J ^* 9 * 1 J ^

# V# V

-6- de ballastpomp verbonden is met de eerste uitlaat kan deze worden overbrugd door een klepbedieningssysteem voor het door zwaartekracht ontlasten van de tanks.-6- the ballast pump is connected to the first outlet, it can be bridged by a valve control system for gravity relief of the tanks.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de hoofdzuigleiding 5 een dwarspijp welke dwars over het vaartuig verloopt met een water-inlaat aan elke zijde van het vaartuig. Een ontluchtingspijp is bij voorkeur aangebracht ongeveer in het midden van de dwarspijp.According to another embodiment, the main suction line 5 comprises a cross pipe which runs transversely across the vessel with a water inlet on either side of the vessel. A vent pipe is preferably arranged approximately in the center of the cross pipe.

De uitvinding voorziet ook in een ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich uitstrekt langs een gedeelte 10 van de lengte van de bodem van het vaartuig, een aantal ballasttanks in het vaartuig nabij het centrale kanaal, ten minste één klep tussen elk van de ballasttanks en het centrale kanaal, middelen voor het openen en sluiten van elke klep door afstandsbediening, middelen voor de toevoer van vloeistof naar en voor de afvoer van vloeistof uit 15 het centrale kanaal, waarbij elke ballasttank een ontluchting heeft welke zich uitstrekt tot boven het bovendek van het vaartuig, waarbij een ven-tilatieschacht aanwezig is verbonden met het centrale kanaal en zich uitstrekt tot boven het bovendek, welke ventilatieschacht uitlaat-middelen heeft boven het bovendek, welke uitlaat middelen voorkomen dat 20 vloeistof naar binnen treedt doch lucht vanaf het centrale kanaal kan worden af- en toegevoerd. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de uitlaatmiddelen in de ontluchtingsschacht op een bepaalde hoogte boven het bovendek aangebracht.The invention also provides a ballast system for a vessel with a central channel extending along a portion of the length of the bottom of the vessel, a plurality of ballast tanks in the vessel near the central channel, at least one valve between each of the vessels. ballast tanks and the central channel, means for opening and closing each valve by remote control, means for supplying liquid to and discharging liquid from the central channel, each ballast tank having a vent extending above the upper deck of the vessel, wherein a ventilation shaft is connected to the central channel and extends above the upper deck, which ventilation shaft has exhaust means above the upper deck, which exhaust means prevent liquid from entering but air from the central channel can be removed and supplied. According to a preferred embodiment, the outlet means are arranged in the vent shaft at a certain height above the upper deck.

De ventilatieschacht omvat een vertikale ladder en geeft 25 toegang vanaf het bovendek naar het centrale kanaal via de ventilatieschacht. Volgens een andere uitvoeringsvorm bevatten de ontluch-tingsmiddelen voor elke ballasttank een enkele ventilatiepijp welke zich uitstrekt van ongeveer het midden van elke ballasttank naar een uitlaat op een bepaalde hoogte boven het bovendek.The ventilation shaft includes a vertical ladder and provides access from the upper deck to the central channel via the ventilation shaft. In another embodiment, the venting means for each ballast tank includes a single vent pipe extending from about the center of each ballast tank to an outlet at a certain height above the upper deck.

30 Volgens een andere uitvoeringsvorm reikt de ventilatieschacht op het bovendek in een eerste afdeling welke voorzien is van een tussen-schot waardoor een topruimte ontstaat welke doorloopt tot in een tweede afdeling, voorzien van roosters om de toe- en afvoer van lucht mogelijk te maken en een vlotterklep inde tweede afdeling 35 welke een zitting kan afdichten bovem de roosters en onder de topruimte, wanneer water via de roosters in de tweede afdeling zou treden.According to another embodiment, the ventilation shaft on the top deck in a first section is provided with a partition, creating a top space which extends into a second section, provided with grids to allow the supply and exhaust of air and a float valve in the second section 35 which can seal a seat above the grates and under the top space if water were to pass through the grates into the second section.

<1 S! VJ .-i .-· f) -7-<1 S! VJ.-I .- · f) -7-

In de tekening zijn uitvoeringsvormen van de uitvinding weergegeven. Daarin toont; fig. 1 een zijaanzicht van een vaartuig met de plaatsing van de ballasttanks en het centrale kanaal; 5 fig. 2 een bovenaanzicht van een vaartuig volgens fig. 1 met de plaatsing van het centrale kanaal en het dwarskanaal; fig. 3 is een dwarsdoorsnede over de lijn III-III van fig. 1; fig. 4 is een gedeeltelijke doorsnede over de lijn IV-ÏV van fig. 2? 10 fig. 5 en 6 zijn vooraanzichten van schuifkleppen dienend voor het ballastsysteem volgens de uitvinding; fig. 7 een perspectivisch zijaanzicht van de kleppen weergegeven in fig. 5 en 6; fig. 8 een schematisch bovenaanzicht van de een uitvoerings-15 vorm van een ballast- en ontlastingssysteem voor de ballasttanks volgens de lijn VIII-VIII van fig. 1; fig. 9 een dwarsdoorsnede volgens de lijn IX-IX van fig. 4 van de ventilatieschacht aan het vooreinde van het vaartuig; fig. 10 een gedetailleerde doorsnede volgens de lijn X-X 20 van fig. 9 van een luchtuitlaat constructie voor de ventilatieschacht; fig. 11 een dwarddoorsnede over de lijn XI-XI van fig. 10.The drawing shows embodiments of the invention. In it shows; fig. 1 shows a side view of a vessel with the placement of the ballast tanks and the central channel; Fig. 2 shows a top view of a vessel according to fig. 1 with the placement of the central channel and the transverse channel; FIG. 3 is a cross-sectional view along line III-III of FIG. 1; FIG. 4 is a partial section on line IV-IV of FIG. 2? Figures 5 and 6 are front views of slide valves serving the ballast system according to the invention; fig. 7 is a perspective side view of the valves shown in fig. 5 and 6; FIG. 8 is a schematic plan view of an embodiment of a ballast and relief system for the ballast tanks along the line VIII-VIII of FIG. 1; Fig. 9 is a cross-sectional view along line IX-IX of Fig. 4 of the ventilation shaft at the front end of the vessel; FIG. 10 is a detailed section taken along line X-X 20 of FIG. 9 of an air outlet construction for the ventilation shaft; Fig. 11 is a cross section along the line XI-XI of Fig. 10.

De figuren 1, 2 en 3 tonen een vaartuig 20 met een centraal kanaal 21 dat zich vanaf een dwarskanaal 22 in de machinekamer over de bodem van het vaartuig 20 uitstrekt naar een ventilatieschacht 50.Figures 1, 2 and 3 show a vessel 20 with a central channel 21 extending from a transverse channel 22 in the engine room over the bottom of the vessel 20 to a ventilation shaft 50.

25 Het centrale kanaal 21 heeft een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede met in hoofdzaak vertikale zijwanden ter vorming van opstaande wanddelen met een dubbele ballasttank 24 in de dubbele bodem als weergegeven in fig. 3. De ballasttank 24 met dubbele bodem en het centrale kanaal 21 bevinden zich binnen de dubbele bodem 25 van het vaartuig 20.The central channel 21 has a substantially rectangular cross-section with substantially vertical side walls to form upright wall parts with a double ballast tank 24 in the double bottom as shown in fig. 3. The ballast tank 24 with double bottom and the central channel 21 are located within the double bottom 25 of the vessel 20.

30 Baag gelegen ballasttanks 26 liggen op enige afstand boven de dubbele bodem 25 en strekken zich uit vanaf de zijde van het vaartuig tot aan de bovendek 27. De laag gelegen waterballasttanks 26 strekken zich boven de waterlijn van het vaartuig uit en wanneer deze gevuld zijn vormen ze een waterkolom dienend voor het ontlasten deor zwaartekrachtτ 35 De bovenste vleugeltanks 28 zijn weergegeven in fig. 3 en 8501 4 • i -8- hebben een vertikale pijp 29, welke een bovenste vleugeltank 28 verbinden naar een dubbelwandige ballasttank 24. Een enkele ven-tilatiepijp 30 van het bovendek, geplaatst ongeveer in het midden van de lengte van de vleugeltank 28 vormt een ontluchting voor zowel 5 de vleugeltank 28 als de dubbelwandige tank 24. De ontluchting 30 heeft een uitlaat zodat lucht vrij naar binnen en naar buiten kan treden, doch voorkomen wordt dat water vanaf het dek 27 binnentreedt.30 Low-lying ballast tanks 26 lie some distance above the double bottom 25 and extend from the side of the vessel to the upper deck 27. Low-lying water ballast tanks 26 extend above the waterline of the vessel and when filled form they serve a water column for relieving gravity. The top wing tanks 28 are shown in Figs. 3 and 8501 have a vertical pipe 29 connecting an upper wing tank 28 to a double-walled ballast tank 24. A single window. upper deck vent pipe 30 positioned approximately midway along the length of the wing tank 28 forms a vent for both the wing tank 28 and the double-walled tank 24. The vent 30 has an outlet for air to enter and exit freely, but water is prevented from entering from deck 27.

De uitlaat van de ontluchting 30 bevindt zich op een bepaalde hoogte boven het dek 27. Het verbinden van de bovenste en onderste tanks voor-10 komt de noodzakelijkheid van een extra verstijving van de onderste afdeling aangezien de totale vloeistoffcabm in de onderste afdeling gelijk blijft ongeacht het al dan niet aanwezig zijn van een boventank.The outlet of the vent 30 is located at a certain height above the deck 27. Connecting the top and bottom tanks prevents the necessity of additional stiffening of the bottom section since the total liquid cabin in the bottom section remains the same regardless of the presence or absence of an upper tank.

Terwijl de bovenste vleugeltanks 28 hier zijn weergegeven, kunnen beide zijtanks en de zijdelingse sterttanks eveneens voor ballast 15 worden gebruikt.While the upper wing tanks 28 are shown here, both side tanks and the lateral star tanks can also be used for ballast 15.

Zoals blijkt uit fig. 3, hebben de dubbelwandige ballast-tanks 24 een vertikaal wandgedeelte 31 dat de ballasttanks 24 scheidt van het centrale kanaal 21. Een schuifklep 32 bevindt zich op de basis van elk vertikaal wandgedeelte 31 en de bodems van de ballast -20 tanks 24 liggen niet lager dan de bodem van het centrale kanaal 21. De kleppen 32 hebben een kleine bodem lip zodat al de vloeistof in de ballasttanks 24 op het centrale kanaal 21 worden geloosd.As can be seen from Figure 3, the double-walled ballast tanks 24 have a vertical wall section 31 that separates the ballast tanks 24 from the central channel 21. A slide valve 32 is located on the base of each vertical wall section 31 and the bottoms of the ballast -20 tanks 24 are not lower than the bottom of the central channel 21. The valves 32 have a small bottom lip so that all the liquid in the ballast tanks 24 is discharged onto the central channel 21.

Voorbeelden van geschikte kleppen 32 zijn weergegeven in de figuren 5 ,6 en 7, welke een klep tonen met een schuif 33 welke 25; naar omlaag kan verplaatsen en de poort 34 kan sluiten. Fig. 5 toont een ronde schuif 33 en fig. 6 een rechthoekige schuif 33. De rechthoekige schuif 33 vormt een rechte drempel welke het lozen op lage niveaus versnelt. Zoals blijkt, heeft de poort 34 een doorlaat A vanaf de bodem van de flens 35 van de klep naar het laagste punt 30 van de poort 34. De afmeting A is bij voorkeur in de orde van grootte van ca .50 mm zodat, wanneer de klep 32 in het vertikale wandgedeelte 31 gemonteerd is, een naburige ballasttank 24 geheel in het centrale kanaal 21 kan worden gelost.Examples of suitable valves 32 are shown in Figures 5, 6 and 7, which show a valve with a slide 33 which 25; down and gate 34 can close. Fig. 5 shows a round slider 33 and FIG. 6 a rectangular slider 33. The rectangular slider 33 forms a straight threshold which accelerates the discharge at low levels. As can be seen, the port 34 has a passage A from the bottom of the valve flange 35 to the lowest point 30 of the port 34. The dimension A is preferably on the order of about 50 mm so that when the valve 32 is mounted in the vertical wall portion 31, an adjacent ballast tank 24 can be completely unloaded into the central channel 21.

De klep heeft zijframedelen 36 met wigvormige vlakken 37 35 welke samenwerken met schuine vlakken op de schuif 33. Wanneer de 8501440 -9- schuxf 33 naar de gesloten stand beweegt, drukken de wigvormige vlakken 37 de schuif tegen de poortopening en afdichtingen 38 verzekeren dat geen vloeistof door de poort kan weglekken. De bediening van de klep 32 vindt bij voorkeur plaats door een dubbelwerkende cilinder 39 gemon-5 teerd in een jukframe 40 zodanig dat wanneer de schuif 33 zich opwaarts beweegt, de zuiger buiten het cilinderlichaam 39 beweegt, zodat wanneer de klep in de open stand staat, de zuigerstang van de klep is afgelegen. Wanneer de klep gesloten wordt zal de dubbelwerkende cilinder 39 de zuigerstang intrekken, zodat deze stang niet naar 10 buiten steekt, wanneer de klep gesloten is. Deze voorziening voorkomt dat zeewater of andere corroderende vloeistoffen in contact komen met de zuigerstang van de cilinder 39, wanneer de klep zich in de gesloten stand bevinden welke kleppen normaliter gesloten zijn wanneer het vaartuig belast en ontlast wordt, waarbij de levensduur van de 15 klep langer is dan die welke normaliter op deze plaatsen worden gebruikt.The valve has side frame members 36 with wedge surfaces 37, 35 which cooperate with oblique surfaces on the slide 33. When the 8501440-schuxf 33 moves to the closed position, the wedge surfaces 37 press the slide against the port opening and seals 38 to ensure that liquid may leak out through the port. The actuation of the valve 32 preferably takes place by a double-acting cylinder 39 mounted in a yoke frame 40 such that when the slide 33 moves upwards, the piston moves outside the cylinder body 39, so that when the valve is in the open position , the piston rod of the valve is remote. When the valve is closed, the double-acting cylinder 39 will retract the piston rod, so that this rod does not protrude when the valve is closed. This feature prevents seawater or other corroding liquids from coming into contact with the piston rod of the cylinder 39 when the valve is in the closed position which valves are normally closed when the vessel is loaded and unloaded, extending the life of the valve than those normally used in these places.

Zoals blijkt uit fig. 4, is de ventilatie of onttuchtingsschacht 50 aan het vooreinde van het centrale kanaal 21 aangebracht. De ven-tilatieschacht 50 loopt opwaarts vanaf het centrale kanaal 21 naar een ventilatiestand op een bepaalde hoogte boven het bovendek 27.As can be seen from Fig. 4, the vent or vent shaft 50 is disposed at the front end of the central channel 21. The ventilation shaft 50 extends upwardly from the central channel 21 to a ventilation position at a certain height above the upper deck 27.

20 Details van de ontluchtingsschacht 50 en de luchtventilatie zal nog worden beschreven.20 Details of the vent shaft 50 and the air ventilation will be described later.

Zoals fig. 4 toont, zijn de kleppen 32 voor de laag gelegen tanks 26 geplaatst in een horizontale verdeling van de duiihele bodem 25 boven het centrale kanaal 21 zodat geen vloeistof in de tank 26 25 kan achterblijven, wanneer de klep 32 eenmaal is geopend.As shown in Figure 4, the valves 32 for the low-lying tanks 26 are placed in a horizontal distribution of the stiff bottom 25 above the central channel 21 so that no liquid can remain in the tank 26 once the valve 32 is opened.

Aan het achtereinde van het centrale kanaal 21 is een dwars-kanaal 22 aanwezig, dat zoals blijkt uit fig. 8, een eerste zuiguitlaat 65 bevat verbonden met een door een klep bedienbaar systeem bestaande uit een serie kleppen 66, verbindingspijpen 67 30 en een pomp 70. Het klepbedieningssysteem maakt het mogelijk dat water of vloeistof in het dwarskanaal 22 door de eerste zuiguitlaat 25 gepompt kan worden naar een eerste afvoer 71 buitenboord, dan wel, alternatief, zeewater uit de hoofdzuigleiding 72 kan worden opgenomen en gevoerd naar de eerste zuiguitlaat 65 zodat het dwarskanaal 22 35 kan worden gevuld. Zoals blijkt uit het klepbedieningssysteem, kan de pomp 70 worden gebruikt of overbrugd, zodat het dwarskanaal 22 kan 8501440 -10- dienen voor liet vullen en voor de afvoer waarbij de waterkolom kan worden gebruikt afhankelijk van de stand van de tanks boven of onder de waterlijn.At the rear end of central channel 21 there is a transverse channel 22, which, as shown in Fig. 8, includes a first suction outlet 65 connected to a valve actuated system consisting of a series of valves 66, connecting pipes 67, and a pump 70. The valve actuation system allows water or liquid in the cross channel 22 to be pumped through the first suction outlet 25 to a first outboard 71 outboard, or alternatively seawater from the main suction line 72 can be taken up and fed to the first suction outlet 65 so that the cross channel 22 can be filled. As evidenced by the valve actuation system, the pump 70 can be used or bridged, so that cross channel 22 can be used for filling and draining where the water column can be used depending on the position of the tanks above or below the waterline .

De hoofdzeewateraan«-zuigleiding 72 is in fig. 8 weergegeven als 5 een dwarspijp welke van de ene zijde van het vaartuig naar de andere loopt en aan beide zijden van de romp een zeewaterinlaat 75 heeft.The main seawater suction line 72 is shown in Figure 8 as a cross pipe which runs from one side of the vessel to the other and has a seawater inlet 75 on both sides of the hull.

De twee inlaten 75 waarborgen een waterstroom in de zuigleiding ongeacht slagzij of rollen van het vaartuig. Een beluchtingspijp 76 of ventilatie-leiding bevindt zich nabij het midden van de dwarspijp 72 in plaats dat 10 afzonderlijke pijpen met onafhaneklijke afsluitkleppen aanwezig zijn op elke zeewaterinlaat. De centrale ventilatiepijp 76 voorkomt dat te veel lucht in het systeem achterblijft met de daarmee samenhangende problemen.The two inlets 75 ensure a water flow in the suction line regardless of the heel or roll of the vessel. An aeration pipe 76 or vent pipe is located near the center of the cross pipe 72 instead of 10 separate pipes with independent shutoff valves present on each seawater inlet. The central ventilation pipe 76 prevents too much air from remaining in the system with the associated problems.

Een tweede zuiguitlaat 77 is aanwezig in het dwarskanaal 22 15 dat via een terugslag zelfsluitende klep 78 en een in-uit-klep 79 leidt naar een afvoer 80 buitenboord, welke afvoer 80 ongeveer correspondeert met het niveau van de waterlijn bij een lichte ballast, van het vaartuig. Op deze wijze wordt de maximum waterkolom verkregen. Door gebruik te maken van de eerste zuiguitlaat 65 en de tweede zuiguitlaat 77, 20 kan de ballast worden gepompt en kan ontlasten door zwaartekracht op het zelfde moment plaatsvinden via het dwarskanaal 22. Door gebruik te maken van de twee ontlastingssystemen, kan de tijd daarvoor bij een vaartuig worden verminderd. Voorts kan het ontlasten worden uitgevoerd door zwaartekracht alleen zonder gebruik van de pompen voor alle 25 ballast welke gelegen is boven de waterlijn van het vaartuig. Het ontlasten door zwaartekracht levert een besparing in energieverbruik.A second suction outlet 77 is present in the transverse channel 22 which leads via a non-return self-closing valve 78 and an in-out valve 79 to an outboard drain 80, which drain 80 corresponds approximately to the level of the waterline at a light ballast, of the vessel. In this way the maximum water column is obtained. By using the first suction outlet 65 and the second suction outlet 77, 20, the ballast can be pumped and gravity discharge can take place at the same time via the cross channel 22. By using the two relief systems, the time for this can be a vessel. Furthermore, the unloading can be performed by gravity alone without using the pumps for all ballast located above the waterline of the vessel. Gravity relief provides energy savings.

Een derde zuiguitlaat 81 is weergegeven in het dwarskanaal 22 welke via een klep 82 leidt naar de hoofdafvoer van het vaartuig waar de lenspompen (niet weergegeven) vloeistof buitenboord brengen.A third suction outlet 81 is shown in the transverse channel 22 leading through a valve 82 to the main drain of the vessel where the bilge pumps (not shown) expel fluid.

30 Deze derde zuiguitlaat 81 is in het algemeen de onderste uitlaat in het dwarskanaal 22 en kleiner dan de eerste zuiguitlaat 65, en de tweede zuiguitlaat 77. Wanneer deze derde zuiguitlaat 81 niet verbonden is met de lenspompen van het schip, kan een gescheiden zeewaterpomp worden gebruikt om het dwarskanaal 22 te lossen. Het dwarskanaal 22 wordt 35 in het algemeen aangebracht in de dubbele bodem van het vaartuig, in het bijzonder in de machinekamer als weergegeven in de figuren 1 en 2.This third suction outlet 81 is generally the bottom outlet in the cross channel 22 and smaller than the first suction outlet 65, and the second suction outlet 77. When this third suction outlet 81 is not connected to the bilge pumps of the ship, a separated sea water pump can be used to unload cross channel 22. The transverse channel 22 is generally arranged in the double bottom of the vessel, in particular in the engine room as shown in Figures 1 and 2.

«*01 A A 0 -11-«* 01 A A 0 -11-

Toegang tot het dwarskanaal 22, dat vrij is van de laadruimen, geschiedt via een (niet weergegeven) mangat, aanwezig in de top van de horizontale verdeler? via een mangat (niet weergegeven) in de laadruimen of via de ventilatieschacht 50 en het centrale kanaal 21- Toegang kan 5 worden verkregen via het centrale kanaal 21 wanneer het schip geladen of belast is.Access to the transverse channel 22, which is free from the cargo holds, is via a manhole (not shown) present in the top of the horizontal divider? via a manhole (not shown) in the holds or via the ventilation shaft 50 and the central channel 21- Access can be obtained via the central channel 21 when the ship is loaded or loaded.

Bij het gebruik van twee zuiguitlaten 55 en 77, waarvan de een verbonden kan zijn via een pomp en de andere rechtstreeks verbonden is met de afvoer 80 buitenboord maakt het mogelijk dat het ontlasten van de 10 bovenste ballasttanks in kortere tijd plaatsvindt dan met pompen alleen. Beide zuiguitlaten 65 en 77 worden gebruikt voor het ledigen van het .dwarskanaal 22 en derhalve het centrale kanaal 21. Dit maakt een snellere stroming van de vloeistof vanuit het centrale kanaal 21 en de ballast tanks mogelijk.Using two suction outlets 55 and 77, one of which can be connected via a pump and the other is directly connected to the outboard drain 80 allows the relief of the top 10 ballast tanks to take place in a shorter time than with pumps alone. Both suction outlets 65 and 77 are used to empty the cross channel 22 and therefore the central channel 21. This allows a faster flow of the liquid from the central channel 21 and the ballast tanks.

15 De ventilatieschacht 50 loopt tot boven het bovendek 27 zoals fig. 9 dit toont. De schacht 50 heeft een voldoend grote dwarsdoorsnede om er zeker van te zijn dat de in het centrale kanaal 21 opgebouwde druk de druk van de-waterkolom niet overschrijdt welke is gevormd door het drukverschil in het centrale kanaal 21 ten opzichte 20 van de luchtuitlaat.De ventilatieschacht 50 voorziet in het ontluchten van het totale ballastsysteem en maakt het mogelijk dat elke afzonderlijke ballasttank 24 voorzien is van slechts één ontluchting 30 vooropgesteld dat de onderste inlaat van de ventilatie 30 zich ongeveer bevindt in het midden van de tank om luchtzakken te ontluchten welke 25 achterblijven in de tank, wanneer deze wordt belast of om het mogelijk te maken dat lucht bij het ontlasten in de tank kan treden. De afzonderlijke ontluchtingen 30 zijn bemeten op basis van de vrijkomende luchtzakken .The ventilation shaft 50 extends above the upper deck 27 as shown in Fig. 9. The shaft 50 has a sufficiently large cross-section to ensure that the pressure built up in the central channel 21 does not exceed the pressure of the water column formed by the pressure difference in the central channel 21 relative to the air outlet. vent shaft 50 provides venting of the overall ballast system and allows each individual ballast tank 24 to have only one vent 30 provided the bottom inlet of vent 30 is approximately in the center of the tank to vent air pockets which be left in the tank when it is being loaded or to allow air to enter the tank when unloading. The individual vents 30 are sized based on the air pockets released.

Een vertikale ladder 90 loopt aan een zijde van de ventilatieschacht 30 naar omlaag en geeft toegang tot het centrale kanaal 21. Aan de top van de ventilatieschacht 50 bevi-ndt zich een eerste afdeling 92 gelegen tussen het bovendek 27 en de bovenbouw 93. Zoals blijkt uit fig. 10 en 11, heeft de eerste afdeling een tussenschot 94 voor het vrijhouden van een luchtruimte 95 aan de top welke voert naar een tweede 35 afdeling 96, voorzien van roosters 97 welke dienen voor de luchttoe- en -af voer. Een vlotterklep 98 zit op een frame 99 in de tweede afdeling a s n i u ftA vertical ladder 90 descends on one side of the ventilation shaft 30 and provides access to the central channel 21. At the top of the ventilation shaft 50 there is a first section 92 located between the upper deck 27 and the superstructure 93. As can be seen from Figs. 10 and 11, the first section has a partition 94 for keeping an air space 95 at the top leading to a second section 96, provided with grids 97 which serve for the supply and return air. A float valve 98 sits on a frame 99 in the second section as shown

j 7 Vj 7 V

-12- 96 en heeft een afdichtende zitting 100 juist boven de roosters 97 en onder de luchtruimte 95 zodat indien water door de roosters 97 heen komt,de vlotter 98 naar omhoog beweegt en tegen de zitting 100 aanslaat waardoor wordt voorkomen dat water naar omlaag in de ventila-5 tieschacht 50 sijpelt. De zitting 10 bevindt zich op een bepaalde hoogte boven het bovendek 27. Een mangatdeksel 101 bevindt zich in de wand van de eerste afdeling 92 en kan ontsloten worden om toegang tot de vertikale ladder 90 te geven.-12- 96 and has a sealing seat 100 just above the grids 97 and under the air space 95 so that as water passes through the grids 97, the float 98 moves up and abuts the seat 100 preventing water from falling down into the ventila-5 shaft 50 seeps. The seat 10 is located at a certain height above the upper deck 27. A manhole cover 101 is located in the wall of the first section 92 and can be unlocked to provide access to the vertical ladder 90.

Verschillende behandelingen kunnen worden toegepast zonder buiten 10 het kader van de uitvinding te treden.Different treatments can be used without departing from the scope of the invention.

35014403501440

Claims (19)

1. Ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich over een gedeelte van de lengte van de bodem van het vaartuig uitstrekt, een aantal ballasttanks in het vaartuig nabij het centrale kanaal waarbij de bodems van de ballasttanks niet onder de bodem 5 van het centrale kanaal gelegen zijn en middelen voor het toevoeren van vloeistof naar en middelen voor het afvoeren van vloeistof uit het centrale kanaal, welk afvoersysteem tenminste één klep bevat tussen elke tank en het centrale kanaal, welke klep zodanig is geplaatst dat elke tank praktisch geheel gevuld en gelost kan worden zonder 10 andere afvoermiddelen en middelen voor het openen en sluiten van elke klep door afstandsbediening.1. Ballast system for a vessel with a central channel extending over part of the length of the bottom of the vessel, a number of ballast tanks in the vessel near the central channel with the bottoms of the ballast tanks not below the bottom 5 of the center channel and means for supplying liquid to and means for draining liquid from the central channel, the discharge system comprising at least one valve between each tank and the central channel, which valve is placed such that each tank is almost completely filled and discharged can be without 10 other discharge means and means for opening and closing each valve by remote control. 2. Ballastsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ballasttanks aan elke zijde van het centrale kanaal geplaatst zijn binnen de dubbele bodemconstructie van het vaartuig en opstaande wanddelen 15 hebben tussen de tanks en het centrale kanaal, waarbij de klep voor elke tank zich bevindt aan de basis van elk van de opstaande wanddelen.Ballast system according to claim 1, characterized in that the ballast tanks are placed on each side of the central channel within the double bottom construction of the vessel and have upright wall parts 15 between the tanks and the central channel, the valve for each tank being located located at the base of each of the upright wall sections. 3. Ballastsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ballasttanks bestaan uit een aantal tanks met dubbele bodem aan elke zijde van het centrale kanaal en tenminste een laag gelegen tank boven 20 het centrale kanaal.Ballast system according to claim 1, characterized in that the ballast tanks consist of a number of double bottom tanks on each side of the central channel and at least one tank situated low above the central channel. 4. Ballastsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ballasttank een aantal ballasttanks met dubbbele bodem omvatten aan elke zijde van het centrale kanaal en een aantal bovenste vleugel-tanks aan elke zijde van het vaartuig, waarbij elk van de bovenste 25 vleugeltanks met een van de ballasttanks op de bodem verbonden is door een pijp en elk van de bovenste vleugeltanks ontluchtingsmiddelen bevat om te voorkomen dat overdruk of vacuum in die tanks en de ballasttanks met dubbele bodem zich kan ontwikkelen.Ballast system according to claim 1, characterized in that the ballast tank comprises a number of double bottom ballast tanks on each side of the central channel and a number of upper wing tanks on each side of the vessel, each of the top 25 wing tanks having one of the bottom ballast tanks is connected by a pipe and each of the upper wing tanks contains venting means to prevent overpressure or vacuum from developing in those tanks and the double bottom ballast tanks. 5. Ballastsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 30 ontluchtingsmiddelen voor elk van de bovenste vleugeltanks bestaan uit een enkele ventilatiepijp welke zich ongeveer vanaf het midden van elk van de bovenste vleugeltanks uitstrekt naar een uitlaat boven het bovendek van het vaartuig.Ballast system according to claim 4, characterized in that the venting means for each of the top wing tanks consists of a single vent pipe extending approximately from the center of each of the top wing tanks to an outlet above the top deck of the vessel. 6. Ballastsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 35 de klep bestaat uit een schuifklep aan de basis van een opstaand λ i' *. ' · A 3 o 2 * v -14- wandgedeelte tussen de ballasttank en het centrale kanaal, welke klep een opening heeft met een bodemlip in hoofdzaak op een lijn met de bodem van de ballasttank.6. Ballast system according to claim 1, characterized in that the valve consists of a sliding valve at the base of an upright λ i '*. A 3 o 2 * v -14- wall section between the ballast tank and the central channel, which valve has an opening with a bottom lip substantially aligned with the bottom of the ballast tank. 7. Bal las tsys teem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 5 schuifklep een schuif omvat welke over de klepopening kan schuiven en wigvormig uitgevoerde zijframes heeft voor het afdichten van de schuif op de klepopening, wanneer deze klep gesloten is.7. Ball welding system according to claim 6, characterized in that the slide valve comprises a slide which can slide over the valve opening and has wedge-shaped side frames for sealing the slide on the valve opening when this valve is closed. 8. Ballastsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schuifklep een schuif omvat welke over de klepopening kan schuiven, 10 waarbij hydraulische uit een cilinder bestaande bedieningsmiddelen aanwezig zijn met een zuiger welke uitschuift wanneer de klep geopend is, en is ingetrokken wanneer de klep is gesloten.Ballast system according to claim 6, characterized in that the sliding valve comprises a slide which can slide over the valve opening, wherein hydraulic cylindrical operating means are present with a piston which extends when the valve is opened, and is retracted when the cover is closed. 9. Ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich over een gedeelte van de lengte van de bodem van het vaartuig 15 uitstrekt, een aantal ballasttanks in het vaartuig nabij het centrale kanaal, waarbij de bodem van de ballasttanks niet onder de bodem van het centrale kanaal gelegen zijn, ten minste een klep tussen elke tank en het centrale kanaal en middelen voor het openen en sluiten van elk van die kleppen op afstand, waarbij het vul- en lossysteem 20 bestaat uit een dwarskanaal dat verbonden is met het centrale kanaal, welk dwarskanaal een eerste zuiguitlaat heeft welke verbonden is met een ballastpomp met een klepbedieningssysteem teneinde vloeistof vanuit de eerste zuiguitlaat te pompen naar een eerste uitlaat buitenboord voor de ontlastende handeling, en teneinde vloeistof vanuit een 25 hoofdvloeistofzuigleiding te pompen in de eerste zuiguitlaat teneinde te belasten en een tweede zuiguitlaat in het dwarskanaal welke verbonden ismet een terugslagklep aan een tweede uitvoer buitenboord voor het ontlasten door de zwaartekracht.9. Ballast system for a vessel with a central channel extending over part of the length of the bottom of the vessel 15, a number of ballast tanks in the vessel near the central channel, the bottom of the ballast tanks not below the bottom of the vessel. central channel, at least one valve between each tank and the central channel and means for opening and closing each of those remote valves, the filling and unloading system 20 consisting of a transverse channel connected to the central channel, which cross channel has a first suction outlet connected to a ballast pump with a valve actuation system to pump liquid from the first suction outlet to a first outboard outlet for the relief operation, and to pump liquid from a main liquid suction line into the first suction outlet and a second suction outlet in the cross channel which is connected to a non-return valve at a weede outboard for gravity relief. 10. Ballastsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 30 tweede afvoer buitenboord zich bevindt aan de zijde van het vaartuig op een niveau dat in hoofdzaak overeenstemt met de waterlijn bij lichte ballast.10. Ballast system according to claim 9, characterized in that the second outboard discharge is located on the side of the vessel at a level substantially corresponding to the waterline at light ballast. 11. Ballastsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ballastpomp welke verbonden is met de eerste zuiguitlaat over- 35 brugd kan worden door het klepbedieningssysteem voor het door zwaartekracht belasten en ontlasten.11. Ballast system according to claim 9, characterized in that the ballast pump connected to the first suction outlet can be bridged by the valve operating system for gravity loading and unloading. 12. Ballastsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de hoofdvloeistofzuigleiding bestaat uit een dwarspijp welke zich dwars a» f” Λ 4 « ? -fï $ ^ : 4 li o ** * · -15- over het vaartuig uitstrekt met een waterinlaat aan elke zijde van het vaartuig.Ballast system according to claim 9, characterized in that the main liquid suction line consists of a cross pipe extending transversely a »f” Λ 4 «? -fi $ ^: 4 li o ** * · -15- extends over the vessel with a water inlet on each side of the vessel. 13. Ballastsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de zuigleiding een ventilatiepijp heeft ongeveer in het midden van 5 de dwarspijp.Ballast system according to claim 12, characterized in that the suction pipe has a ventilation pipe approximately in the middle of the cross pipe. 14. Ballastsysteem voor een vaartuig met een centraal kanaal dat zich uitstrekt over een gedeelte van de lengte van de bodem van het vaartuig, een aantal ballasttanks in het vaartuig nabij het centrale kanaal, tenminste één klep tussen elk van de ballasttanks 10 en het centrale kanaal, middelen voor het openen en sluiten van elke klep door afstandsbediening, middelen voor de toevoer van vloeistof in en middelen voor het lossen van vloeistof uit het centrale kanaal, waarbij elke ballasttank ontluchtingsmiddelen heeft welke zich tot boven het bovendek van het vaartuig uitstrekken, terwijl 15 een ventilatieschacht met het centrale kanaal verbonden is en zich uitstrekt tot boven het bovendek, welke ventilatieschacht uitlaat-middelen heeft boven het bovendek, welke uitlaatmiddelen voorkomen dat vloeistof in het centrale kanaal komt terwijl lucht naar het centrale kanaal toe en daaruit kan stromen.14. Ballast system for a vessel with a central channel extending over part of the length of the bottom of the vessel, a number of ballast tanks in the vessel near the central channel, at least one valve between each of the ballast tanks 10 and the central channel , means for opening and closing each valve by remote control, means for supplying liquid into and means for discharging liquid from the central channel, each ballast tank having venting means extending above the upper deck of the vessel, while a ventilation shaft is connected to the central channel and extends above the upper deck, which ventilation shaft has exhaust means above the upper deck, which exhaust means prevent liquid from entering the central channel while air can flow to and from the central channel. 15. Ballastsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de uitlaatmiddelen in de ventilatieschacht zich bevinden op een bepaalde hoogte boven het bovendek.Ballast system according to claim 14, characterized in that the outlet means in the ventilation shaft are located at a certain height above the upper deck. 16. Ballastsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de ventilatieschacht een vertikale ladder heeft en toegang verschaft 25 vanaf* het bovendek naar het centrale kanaal via de ventilatieschacht.16. Ballast system according to claim 14, characterized in that the ventilation shaft has a vertical ladder and provides access from the upper deck to the central channel via the ventilation shaft. 17. Ballastsysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ontluchtingsmiddelen voor elke ballasttank bestaan uit een enkele ventilatiepijp welke zich ongeveer vanaf het midden van elke ballast- 30 tank uitstrekt tot een uitlaat op bepaalde hoogte boven het bovendek.Ballast system according to claim 13, characterized in that the venting means for each ballast tank consist of a single ventilation pipe extending approximately from the center of each ballast tank to an outlet at a certain height above the upper deck. 18. Ballastsysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ventilatieschacht zich boven het bovendek uitstrekt tot in een eerste afdeling welke eerste afdeling een tussenschot heeft voor het vrijlaten van een bovenruimte welke doorloopt in een tweede afdeling, welke 35 tweede afdeling roosters heeft om toe- en afvoer van lucht mogelijk te maken, alsmede een vlotterklep in de tweede afdeling welke dient om •n ! * 7 Λ ' ί 5 £- ^* 1 1 i* *·' 5 λ · w * * -16- een zitting af te dichten welke zich bevindt boven de roosters en onder de topruimte, wanneer water via de roosters in de tweede afdeling treedt.Ballast system according to claim 13, characterized in that the ventilation shaft extends above the upper deck into a first compartment, which first compartment has a partition for releasing an upper space which extends into a second compartment, which has 35 second compartments for allow the supply and exhaust of air, as well as a float valve in the second compartment which serves to • n! * 7 Λ 'ί 5 £ - ^ * 1 1 i * * ·' 5 λ · w * * -16- to seal a seat located above the grilles and under the top space, when water flows through the grates in the second department enters. 19. Ballastsysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 5 de ventilatieschacht een vertikale ladder heeft welke doorloopt tot in de eerste afdeling alsmede een mangatdeksel boven een toegang in de wand naar de eerste afdeling. 850 1 44 019. Ballast system according to claim 18, characterized in that the ventilation shaft has a vertical ladder that extends into the first compartment and a manhole cover above an access in the wall to the first compartment. 850 1 44 0
NL8501440A 1985-05-23 1985-05-20 LIQUID BALLAST AND RELIEF SYSTEM FOR A VESSEL. NL8501440A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2060695 1985-05-23
BE2/60695A BE902484A (en) 1985-05-13 1985-05-23 Ballast control for marine vessel - has central conduit with adjacent ballast tanks connected to it via valves

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501440A true NL8501440A (en) 1986-12-16

Family

ID=3865749

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501440A NL8501440A (en) 1985-05-23 1985-05-20 LIQUID BALLAST AND RELIEF SYSTEM FOR A VESSEL.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3516389A1 (en)
GB (1) GB2174347A (en)
NL (1) NL8501440A (en)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5158031A (en) * 1990-05-04 1992-10-27 Chevron Research And Technology Co. Ballast tank elements for a double hull vessel
IT1304359B1 (en) 1998-04-01 2001-03-15 Studio Tecnico Pier Giorgio To EQUIPMENT FOR BALLASTING SHIPS
WO2001014205A1 (en) * 1999-08-19 2001-03-01 Austal Ships Pty Ltd Ventilation systems for water-borne vessels
US6694908B2 (en) 2001-07-24 2004-02-24 The Regents Of The University Of Michigan Ballast-free ship system
DE102007011671B4 (en) * 2007-03-09 2009-12-24 Hoppe Bordmesstechnik Gmbh Apparatus and method for controlling and monitoring ballast water tank flushing on ships
JP2018090023A (en) * 2016-11-30 2018-06-14 三井造船株式会社 Installation structure of vent pipe on ship
NL2022098B1 (en) 2018-11-29 2020-06-26 Ulstein Design & Solutions B V Vessel with venting arrangement
CN110080262B (en) * 2019-04-25 2023-11-21 中交第二航务工程局有限公司 Water bag ballast water system for sinking pipe
CN113386919B (en) * 2021-07-21 2022-07-12 中国海洋石油集团有限公司 Floating production oil storage device with dry ballast piping system

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD31285A (en) *
GB1020724A (en) * 1962-06-01 1966-02-23 Algonquin Shipping & Trading Improvements in or relating to ballast systems for vessels
GB1263752A (en) * 1968-02-23 1972-02-16 Rheinstehl Nordseewerke G M B Apparatus for pumping out the liquid ballast of ships

Also Published As

Publication number Publication date
GB2174347A (en) 1986-11-05
GB8510903D0 (en) 1985-06-05
DE3516389A1 (en) 1986-11-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501440A (en) LIQUID BALLAST AND RELIEF SYSTEM FOR A VESSEL.
US4241683A (en) Liquid cargo tank construction
US4144829A (en) Method and apparatus for venting hydrocarbon gases from the cargo compartments of a tanker vessel
US4389959A (en) Cargo handling system for tanker vessels
KR960010527B1 (en) Tanker for the prevention of cargo oil leakage
US5725011A (en) Apparatus for drainage of oil and water from a surface, especially from the deck of a tanker
DE1506247A1 (en) Method and device for loading and unloading ship tanks
US5901656A (en) Watercraft with stacked wing ballast tanks
EP0409837B1 (en) A ship and its loading and unloading system
US536683A (en) Balanced floating dock
DE2827716A1 (en) TANKER SHIP
JPS6291394A (en) Ballast liquid pouring and discharging device for ship
US4559888A (en) Ship for transporting coal slurry
NL9120012A (en) Prevention of accidental oil discharge from grounded tanker - by forming layer of liq. of higher density between cargo and vessel bottom
US5247896A (en) Leak-safe oil tanker
US3217904A (en) Bulk carrier and method for discharging same
FR2581612A1 (en) Ballasting system for vessels
NO853897L (en) VESSEL BALLASTING SYSTEM.
DE411354C (en) Closed floating dock
EP0067157A4 (en) Barge-carrying vessel.
NO890922L (en) VESSEL BALLASTING SYSTEM.
KR840001340B1 (en) Improved liquid cargo tank construction
KR820001051B1 (en) Liquid cargo tank construction
US5454340A (en) Water-tight hopper assembly for self-unloading marine vessel
US3183870A (en) Dumping barge with pivoted side rails

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed