NL8500972A

NL8500972A - DOOR INTENDED FOR A T-SHAPED OPENING.

Info

Publication number: NL8500972A
Application number: NL8500972A
Authority: NL
Original assignee: Utec Porten Ab
Priority date: 1984-04-03
Filing date: 1985-04-02
Publication date: 1985-11-01
Also published as: DE3512286A1; SE441290B; SE8401840D0; GB2157351A; AU4080185A; FR2562142A1; FR2562142B1; FI851328L; DK149585D0; FI76621B; JPS60226990A; FI851328A0; FI76621C; GB8507952D0; DK149585A; NO851344L; GB2157351B

Description

'J- N.0 33X23 1J-N.0 33X23 1

Deur bedoeld voor een T—vormige opening.Door intended for a T-shaped opening.

De uitvinding heeft betrekking op een deur bedoeld voor een T-vor-mige opening in een wand, welke deur een of meer bladen uit een flexi-5 bel materiaal omvat en een aantal op onderlinge afstand liggende in hoofdzaak horizontale dwarsbalken die zijn verbonden met het flexibele materiaal, welke dwarsbalken aan hun einden worden geleid door rails geplaatst in een of meer verticale vlakken en verbonden met de wand, waarbij een deurblad is opgehangen aan de bovenzijde van de opening, 10 welke deur middelen omvat voor het omhoog brengen van de dwarsbalken bij het openen van de deur, zodat het deurblad of de deurbladen worden gevouwen, en voor het omlaag brengen van de dwarsbalken bij het sluiten van de deur zodat het deurblad of de deurbladen ontvouwen.The invention relates to a door intended for a T-shaped opening in a wall, which door comprises one or more blades of a flexible material and a number of mutually spaced substantially horizontal crossbars which are connected to the flexible material, which crossbars are guided at their ends by rails placed in one or more vertical planes and connected to the wall, a door leaf being suspended from the top of the opening, the door comprising means for raising the crossbeams at opening the door so that the door leaf or door leaves are folded, and for lowering the crossbars when closing the door so that the door leaf or door leaves unfold.

Bekende deuren van het boven aangegeven type werden tot dusverre 15 vervaardigd met alle dwarsbalken van dezelfde lengte waarbij de breed-te-afmeting van het deurblad over de gehele hoogte van deur gelijk is.Known doors of the above-mentioned type have hitherto been manufactured with all crossbars of the same length with the width-to-size of the door leaf being equal over the entire height of the door.

Als een deur een grotere breedtemaat moet hebben aan zijn bovenzijde dan aan zijn onderzijde, wat normaal het geval is, bijvoorbeeld bij zogenaamde kraandoorlaatdeuren, wordt dit probleem opgelost door dicht 20 bij elkaar een aantal deuren van verschillende hoogte en breedte te plaatsen en worden de vereiste geleidingsrails geplaatst tussen de deuren zodat zij als het geval zich voordoet kunnen worden bewogen waarbij de gekregen opening bij geopende deuren een gebruike T-vormige opening vormen zonder dat genoemde geleidingsrails dit verhinderen.If a door needs to have a larger width on its top than on its bottom, which is normally the case, for example with so-called tap-through doors, this problem is solved by placing a number of doors of different height and width close together and the required guide rails disposed between the doors so that they can be moved as the case arises, the opening received upon opened doors forming a used T-shaped opening without said guide rails preventing this.

25 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een deur, die eenvoudig van constructie is, voor een T-vormige opening in een wand.The object of the invention is to provide a door, which is of simple construction, for a T-shaped opening in a wall.

Een deur volgens de uitvinding is op zichtzelf T-vormig en past in T-vormige wandopeningen zonder dat het noodzakelijk is, als boven aangegeven, een aantal afzonderlijke deuren dicht bij elkaar aan te bren-30 gen om dit te bereiken.A door according to the invention is itself T-shaped and fits into T-shaped wall openings without the necessity, as indicated above, of arranging a number of separate doors close together to achieve this.

Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.The invention will be described in more detail below with reference to a drawing, in which exemplary embodiments are shown.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een deur volgens de uitvinding, waarbij de linkerhelft van de figuur de deur toont in gesloten stand en 35 de rechterhelft van de figuur de deur toont in geopende stand.Fig. 1 shows a front view of a door according to the invention, the left half of the figure showing the door in closed position and the right half of the figure showing the door in open position.

Fig. 2 toont een deur in doorsnede over de lijn II-II in fig. 1.Fig. 2 shows a door in section along the line II-II in FIG. 1.

Fig. 3 toont de deur in doorsnede over de lijn III-III in fig. 1.Fig. 3 shows the door in section along line III-III in FIG. 1.

Fig. 4 toont de deur in doorsnede over de lijn IV-IV in fig. 1.Fig. 4 shows the door in section along the line IV-IV in fig. 1.

Fig. 5 toont de deur in doorsnede over de lijn V-V in fig. 1.Fig. 5 shows the door in section along the line V-V in FIG. 1.

40 Fig. 6 toont een vooraanzicht van een bovenste onderdwarsbalk in 850 0 97 * » 2 niet bedekte toestand.Fig. 40 6 shows a front view of an upper bottom crossbar in 850 0 97 * 2 uncovered condition.

Fig. 7 toont de bovenste onderdwarsbalk volgens fig. 6 gezien van boven af.Fig. 7 shows the upper bottom crossbar of FIG. 6 viewed from above.

Fig. 8 en 9 tonen twee verschillende aanzichten van een gelei-5 dingspen.Fig. 8 and 9 show two different views of a guide pin.

Fig. 10 toont· een doorsnede van een bovenste grendelinrichting over de lijn X-X in fig. 6.Fig. 10 is a sectional view of an upper locking device taken along line X-X in FIG. 6.

Fig. 11 toont een doorsnede van de bovenste grendelinrichting over de lijn XI-XI in fig. 10.Fig. 11 is a sectional view of the upper locking device taken along line XI-XI in FIG. 10.

10 Fig. 12 toont de bovenste grendelinrichting in niet bedekte toe stand.FIG. 12 shows the top locking device in the uncovered state.

Fig. 13 toont een onderste grendelinrichting in doorsnede over de lijn XIII-XIII in fig. 6.Fig. 13 shows a lower locking device in section along the line XIII-XIII in FIG. 6.

Fig. 14 toont de onderste grendelinrichting in een doorsnede over 15 de lijn XIV-XIV in fig. 13.Fig. 14 shows the bottom locking device in a section along line XIV-XIV in FIG. 13.

In fig. 1 is een T-vormige deur 10 weergegeven gevormd in overeenstemming met de uitvinding, welke deur een bovenste deurdeel omvat in de vorm van een bovenste deurblad 2 en een onderste deurdeel in de vorm van een onderste deurblad 3, waarbij het bovenste deurblad 2 een grote- « 20 re breedteafmeting bezit dan het onderste deurblad 3. In het weergegeven geval zijn de deurbladen 2, 3 vervaardigd uit flexibele gordijnen respectievelijk 4 en 5 (zie fig. 2). De gordijnen 4 van het bovendeur-blad 2 zijn naar boven verbonden met een zogenaamde aandrijfkast 6, bijv. verbonden met een omgevende wand en de gordijnen 4 zijn naar be-25 neden verbonden met een bovenste om de dwarsbalk 7, die is verbonden met het deurblad 2. De gordijnen 5 van het onderste deurblad 3 zijn naar boven verbonden met het de bovenste onderdwarsbalk 7 en de gordijnen 5 zijn naar beneden verbonden met een onderste bodemdwarsbalk 9 verbonden het deurblad 3. Een geschikt aantal tussenliggende dwarsbal-30 ken 8 is geplaatst tussen de gordijnen 5 en hiermede verbonden. Natuurlijk kan het bovenste deurblad 2, als verstijving noodzakelijk is, ook een aantal tussendwarsbalken bezitten. Zoals blijkt uit de figuren heeft de bovenste onderdwarsbalk 7 dus een grotere lineaire afmeting dan de tussenliggende dwarsbalken 8 en de onderste bodemdwarsbalk 9.Fig. 1 shows a T-shaped door 10 formed in accordance with the invention, which door comprises an upper door part in the form of an upper door leaf 2 and a lower door part in the form of a lower door leaf 3, the upper door leaf 2 has a greater width dimension than the lower door leaf 3. In the case shown, the door leaves 2, 3 are made of flexible curtains 4 and 5, respectively (see Fig. 2). The curtains 4 of the upper door leaf 2 are connected upwards with a so-called drive box 6, eg connected to a surrounding wall and the curtains 4 are connected downwards to an upper one around the cross beam 7, which is connected to the door leaf 2. The curtains 5 of the bottom door leaf 3 are connected upwards to the upper bottom cross beam 7 and the curtains 5 are connected downwards to a bottom bottom cross beam 9 connected to the door leaf 3. A suitable number of intermediate cross members 8 is placed between the curtains 5 and connected thereto. Of course, if stiffening is necessary, the upper door leaf 2 can also have a number of intermediate cross members. Thus, as can be seen from the figures, the upper bottom crossbar 7 has a greater linear dimension than the intermediate crossbars 8 and the bottom bottom crossbar 9.

35 Aan elk einde van de onderste bodemdwarsbalk 9 is een band 12 geplaatst, die loopt over drie geleidingsrollen 13-15 en is verbonden met een tormmel 17 aangedreven door een motor 16 op zodanige wijze dat beide banden 12 worden gewonden op de trommel 17 als de motor 16 roteert in éên richting en dat beide banden 12 worden afgewikkeld van de trom-40 mei 17 als de motor 16 roteert in de andere richting. Als de banden 12 8500972 * * 3 op de trommel 17 zijn gewikkeld Is de deur 1 open en als de band 12 van de trommel 17 zijn afgewikkeld, is de deur 1 gesloten.At each end of the bottom bottom cross beam 9 a belt 12 is placed, which runs over three guide rollers 13-15 and is connected to a torch drum 17 driven by a motor 16 in such a way that both belts 12 are wound on the drum 17 as the motor 16 rotates in one direction and both bands 12 are unwound from drum 17 as motor 16 rotates in the other direction. If the tapes 12 8500972 * * 3 are wound on the drum 17, the door 1 is open and if the tape 12 are unwound from the drum 17, the door 1 is closed.

Fig. 2 toont de deur 1 in een gesloten stand en fig. 3 toont de deur 1 in geopende stand en in laatst genoemde stand worden de deurbla- 5 den 2, 3 samengevouwen, zoals blijkt uit de tekening.Fig. 2 shows the door 1 in a closed position, and FIG. 3 shows the door 1 in an open position, and in the latter position the door leaves 2, 3 are folded together, as appears from the drawing.

Opdat een deur van het boven aangegeven type belastingen bijv. in de vorm van windkrachten kan weerstaan en opdat een goede afdichting kan worden verkregen tussen de deur en de wand die de deur omgeven zijn geleidingsrails 20, 21 op de wand geplaatst langs de verticale zijde-10 lingse randen van de deur. Uit fig. 4 blijkt op welke wijze de tussen-dwarsbalk 8 en de onderste dwarbalk 9 van het onderste deurblad 3 samenwerken met geleidingsrails 21 zodat glijdende organen 18 verbonden met de dwarsbalken 8, 9 glijden bij beweging van de deur langs de buitenoppervlakken van de geleidingsrails 21. De rails 20, die zijn ge-15 plaatst op de wand en die het bovenste deurblad 2 geleiden zijn uitgevoerd als weergegeven in fig. 5, waarbij de onderdwarsbalk 7 samenwerkt met de geleidingsrail 20 zodat de geleidingsrollen 19, die zijn verbonden met de einddelen van de onderdwarsbalk 7 rollen tegen een van de binnenvlakken van de geleidingsrail 21. De deurgordijnen 4 en 5 zijn zo 20 breed dat zij rusten tegen de buitenoppervlakken van de overeenkomstige geleidingsrails, waardoor een goede afdichting wordt bereikt.In order that a door of the above-mentioned type can withstand loads, for example in the form of wind forces, and so that a good seal can be obtained between the door and the wall surrounding the door, guide rails 20, 21 are placed on the wall along the vertical side. 10 lingering edges of the door. Fig. 4 shows how the intermediate cross bar 8 and the bottom cross beam 9 of the bottom door leaf 3 cooperate with guide rails 21 so that sliding members 18 connected to the cross bars 8, 9 slide along the outer surfaces of the guide rails as the door moves 21. The rails 20, which are placed on the wall and guide the upper door leaf 2, are designed as shown in Fig. 5, wherein the bottom cross beam 7 cooperates with the guide rail 20 so that the guide rollers 19, which are connected to the end parts of the bottom crossbar 7 roll against one of the inner surfaces of the guide rail 21. The door curtains 4 and 5 are so wide that they rest against the outer surfaces of the corresponding guide rails, whereby a good sealing is achieved.

Als nu wordt aangenomen dat een deur 1, die boven is beschreven, wordt geheven naar de open stand worden de dwarsbalken 8 en 9 van het onderste deurdeel 3 gevouwen en hangen vrij in de lucht bij de geopende 25 deur zonder enige aanraking met een geleidingsrails 21. Als de deur dan moet worden gesloten treden grote moeilijkheden op als de glijorganen 18 van de dan vrijhangende dwarsbalken 8,9 van het onderste deurdeel 3 samen moeten komen met de geleidingsrails 21 zodat zij daarmee samenwerken, als weergegeven in fig. 4, en kunnen dus glijden langs hun 30 buitenoppervlakken. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat het onderste deurdeel 3 dat in geheven toestand vrijhangt, een oppervlak is dat is blootgesteld aan de wind en aldus is blootgesteld aan windkrachten die de neiging hebben hem vanuit zijn verticale hangstand recht te buigen, wat het verder moeilijk maakt om de geleidingsrails 21 35 te bereiken, als boven beschreven, als de deur gesloten is.Now assuming that a door 1 described above is lifted to the open position, the crossbars 8 and 9 of the lower door part 3 are folded and hang freely in the air at the opened door without any contact with a guide rails 21 If the door then has to be closed, great difficulties arise if the sliding members 18 of the then free-hanging cross members 8,9 of the lower door part 3 have to come together with the guide rails 21 so that they cooperate therewith, as shown in Fig. 4, and so slide along their 30 outer surfaces. In addition, it must be taken into account that the lower door part 3 which hangs free in the raised position is a surface exposed to the wind and thus exposed to wind forces which tend to bend it straight from its vertical hanging position, which is further difficult to reach the guide rails 21 35, as described above, when the door is closed.

Volgens de uitvinding wordt het probleem beschreven in de voorgaande alinea beheersd doordat de bovenste onderdwarsbalk 7 zo is uitgevoerd dat een deel 211 van de geleidingsrail 21 dat het onderste deurdeel 3 geleidt, daarmede is verbonden. Verder bezit de onderste 40 dwarsbalk 7 aan elk einde twee geleiderollen 31, die op onderlinge af- 8500972 ψ » 4 * stand van elkaar zijn geplaatst (zie fig. 5, 6 en 7) om te verzekeren dat de bovenste onderdwarsbalk 7, die ook in geheven stand is, in een verticale stand hangt ondanks bovengenoemde windbelasting. Geleidings-middelen in de vorm van geleidingspennen 25 zijn verbonden met het ge-5 leidingsdeel 21 dat op de wand zijn aangebracht, welke geleidingspennen samenwerken met middel die zijn verbonden met de bovenste onderdwarsbalk 7 voor het opnemen van de geleidingspennen 25 in de vorm van ge-leidingshulzen 26. Geleidingshulzen 26 bezitten aan hun ondereinde een plaat 27 met een centrale opening 28, waarvan de afmeting overeenkomt 10 met de vorm van de dwarsdoorsnede van de geleidingspen 25, zodat deze door de opening 28 wordt geleid. Bovendien bezit de plaat 27 een uitsparing 29 zodat schouders 30 verbonden met geleidingspen 25 deze kunnen passeren. Bovenste grendelinrichtingen 40 en onderste grendelinrichtingen 50 zijn ook in verband met de bovenste onderdwarsbalk 7 en 15 de geleidingsraildelen 21' en geleidingshulzen 26 daarvan uitgevoerd (zie fig. 6, 10-14), welke uitvoering en werking hierna meer in detail wordt beschreven·According to the invention, the problem described in the preceding paragraph is controlled by the fact that the upper cross member 7 is designed in such a way that a part 211 of the guide rail 21 which guides the lower door part 3 is connected thereto. Furthermore, the lower 40 cross beam 7 has two guide rollers 31 at each end, which are spaced apart from each other (see fig. 5, 6 and 7) to ensure that the upper lower cross beam 7, which is also is in the raised position, hangs in a vertical position despite the above wind load. Guide means in the form of guide pins 25 are connected to the guide part 21 which are mounted on the wall, which guide pins cooperate with means connected to the upper bottom cross beam 7 to receive the guide pins 25 in the form of conduit sleeves 26. Guide sleeves 26 have a plate 27 at their lower end with a central opening 28, the size of which corresponds to the cross-sectional shape of the guide pin 25, so that it is guided through the opening 28. In addition, the plate 27 has a recess 29 so that shoulders 30 connected to guide pin 25 can pass it. Upper locking devices 40 and lower locking devices 50 are also formed in connection with the upper lower cross beam 7 and 15, the guide rail parts 21 'and guide sleeves 26 thereof (see fig. 6, 10-14), which embodiment and operation will be described in more detail below.

Als de deur 1 is gesloten is de geleidingspen 25 aanwezig in de centrale opening 28 van de geleidingshuls 26 en de bovenzijde 42 van de 20 grendelschouders 41 van de grendelinrichting 40 rusten tegen de onderste rand 31 van de schouders 30, die zijn verbonden met de geleidingspen 25. De bovenste grendelinrichting 40 omvat twee gelede ondersteunde poten 43 die genoemde grendelschouder 41 ondersteunen tussen welke poten 23 een drukveer 44 werkt die deze drukt in een richting van elkaar 25 af (zie fig. 10, 11 en 12). Als de deur is gesloten zijn de grendel-schouders 41 dus in de stand weergegeven met getrokken lijnen in fig. 11. Bovendien, als de deur 1 is gesloten, zijn de grendelschouders 51 van de onderste grendelinrichting 5 in de stand weergegeven met een streeppuntlijn in fig. 14, als zij samengedrukt worden gehouden door de 30 schouders 23, die zijn aangebracht in het bovenste einde van de gelei-dingsrails 21 als de einden van de geleidingsrails 21 en 21' tegen elkaar steunen wat het geval is als de deur gesloten is. De onderste grendelinrichting 50 omvat ook twee gelede ondersteunde poten 53 die genoemde grendelschouders ondersteunen terwijl daartussen een drukveer 35 54 aanwezig is die deze drukt in een richting van elkaar af.When the door 1 is closed, the guide pin 25 is present in the central opening 28 of the guide sleeve 26 and the top 42 of the 20 locking shoulders 41 of the locking device 40 rest against the lower edge 31 of the shoulders 30, which are connected to the guide pin 25. The top locking device 40 includes two articulated supported legs 43 supporting said locking shoulder 41 between which legs 23 acts a compression spring 44 which presses it in a direction apart (see Figures 10, 11 and 12). Thus, when the door is closed, the latch shoulders 41 are shown in the position with solid lines in Fig. 11. Moreover, when the door 1 is closed, the latch shoulders 51 of the bottom latch 5 are shown in the position with a dashed line in Fig. 14, when they are held compressed by the shoulders 23, which are arranged in the upper end of the guide rails 21 when the ends of the guide rails 21 and 21 'are against each other, which is the case when the door is closed . The lower locking device 50 also includes two articulated supported legs 53 that support said locking shoulders while a compression spring 54 is provided therebetween which presses them in a direction apart.

Als de deur die wordt geopend omhoog wordt gebracht zijn de bovenste grendelinrichtingen 40 in een actieve stand (getrokken lijnen in de fig. 11 en 12), d.w.z. zij houden de bovenste onderdwarsbalk 7 van de geleidingspennen 25 vast totdat het onderste deurdeel 3 volledig naar 40 boven is gehesen tegen de bovenste onderdwarsbalk 7, d.w.z. het onder- 8500972 * * 5 ste deurdeel 3 is geheel opgevouwen, waarbij alle tussendwarsbalken 8 en onderste bodemdwarsbalk 9 aanwezig in het gebied van de geleidings-raildelen 21* geplaatst op de bovenste onderdwarsbalk 7. In. de laatste trap van de bovenwaartse beweging van de onderste bodemdwarsbalk 9 ten 5 opzichte van de nog stationaire bovenste bodemdwarsbalk 7 beïvloeden afgeschuinde randen 10 van nokken 11, aangebracht op het glijorgaan 18 van de onderste bodemdwarsbalk tongen 45, die zijn verbonden met de poten 43 en zich uitstrekken vanaf deze zodat de tongen en daardoor de poten 43 met de schouders 41 komen in de stand weergegeven in de 10 fig. 11 en 12 met streeppuntlijnen. Het resultaat hiervan is dat de bovenste grendelinrichtingen 40 van de schouders 30 van de geleidingspen-nen 25 worden gelost, wat op zijn beurt tot effect heeft dat de bovenste onderdwarsbalk 7 wordt gelost om omhoog te worden gebracht zodat het bovenste deurdeel 2 ook kan worden geheven en geopend. Als bij het 15 heffen van de bovenste bodemdwarsbalk 7 en de geleidingsrails 21', die hiermede zijn verbonden, hun aanslag verliezen met de geleidingsrails 21 onder liggend, drukt de veer 54 van de onderste grendelinrichtingen 50 de poten 53 met de bevestigde grendelschouders 51 naar de actieve stand weergegeven met getrokken lijnen in fig. 14. De grendelschouders 20 51 werken dan in op de onderzijde van het glijorgaan 18 van de onderste bodemdwarsbalk 9 en voorkomen op deze wijze dat de onderste bodemdwarsbalk 9 en de tussenliggende dwarsbalken 8, boven liggende, geleidings-raildelen 21' verlaten als de bovenste bodemdwarsbalk 7 niet in zijn onderste stand is.When the door that is opened is raised, the top locking devices 40 are in an active position (solid lines in Figs. 11 and 12), ie they hold the top bottom crossbar 7 of the guide pins 25 until the bottom door part 3 is fully moved to 40 at the top is hoisted against the upper bottom crossbar 7, ie the bottom 8500972 * * 5 th door section 3 is fully folded, with all intermediate crossbars 8 and bottom bottom crossbeam 9 present in the area of the guide rail parts 21 * placed on the upper bottom crossbar 7. In. the last stage of the upward movement of the bottom bottom crossbar 9 relative to the still stationary top bottom crossbar 7 affecting beveled edges 10 of cams 11, applied to the sliding member 18 of the bottom bottom crossbar tongues 45, which are connected to the legs 43 and extend from them so that the tongues and thereby the legs 43 with the shoulders 41 enter the position shown in dashed lines in Figs. 11 and 12. The result of this is that the upper locking devices 40 are released from the shoulders 30 of the guide pins 25, which in turn has the effect of releasing the upper lower cross beam 7 to be raised so that the upper door part 2 can also be lifted and opened. When the upper bottom cross member 7 and the guide rails 21 'connected thereto lose their stop with the guide rails 21 below when the upper locking devices 50 are lifted, the spring 54 of the lower locking devices 50 presses the legs 53 with the attached locking shoulders 51 towards the active position shown by solid lines in fig. 14. The locking shoulders 20 51 then act on the underside of the sliding member 18 of the bottom bottom crossbeam 9 and in this way prevent the bottom bottom crossbeam 9 and the intermediate crossbars 8 from above, guiding -rail sections 21 'left when the top bottom cross member 7 is not in its bottom position.

25 Als de geopende deur moet worden gesloten, wordt de bovenste bo demdwarsbalk 7 eerst omlaag gebracht, en treden de pennen 25 in de ge~ leidingsopening 28 van de geleidingshulzen 26, verbonden met de bovenste bodemdwarsbalk 7, waarna de bovenste bodemdwarsbalk 7 zijn onderste stand bereikt. De grendelschouders 41 van de bovenste grendelinrichting 30 40 treden dan tussen de schouders 30 van de geleidingspennen 25 bij de laatste van de naar beneden gerichte beweging van de bovenste bodemdwarsbalk 7, wat mogelijk is gemaakt door het feit dat de grendelschouders door aanraking met de schouders 30 worden gedwongen naar elkaar te bewegen, waarna de grendelschouders 41 worden gedrukt door de veer 44 35 in een richting van elkaar af naar hun effectieve grendelstand die met getrokken lijn in de fig. 11 en 12 is aangegeven. Bovendien worden in de laatste stap van de neerwaartse beweging van de bovenste bodemdwarsbalk 7 de grendelschouders 51 van de onderste grendel in richtingen 50 aangedreven door de afgeschuinde schouders 23 aangebracht 40 op de binnenzijde van de geleidingsrails 21 bevestigd op de wand, zodat 8500972 « ♦When the open door is to be closed, the top bottom cross beam 7 is first lowered, and the pins 25 enter the guide opening 28 of the guide sleeves 26, connected to the top bottom cross beam 7, after which the top bottom cross beam 7 reaches its bottom position reached. The locking shoulders 41 of the top locking device 30 then enter between the shoulders 30 of the guide pins 25 at the last of the downward movement of the top bottom crossbar 7, which is made possible by the fact that the locking shoulders touch the shoulders 30 are forced to move towards each other, after which the locking shoulders 41 are pressed by the spring 44 35 in a direction away from each other to their effective locking position indicated by a solid line in FIGS. 11 and 12. In addition, in the last step of the downward movement of the top bottom crossbar 7, the latch shoulders 51 of the bottom latch are driven in directions 50 by the chamfered shoulders 23 mounted 40 on the inside of the guide rails 21 so that 8500972

VV

. 6 de grendelschouders 51 komen in de stand als weergegeven met een ‘ streepstiplijn in fig. 14 als de einden van de geleidingsrails 21' en 21 in aanraking met elkaar zijn gekomen. De onderste bodemdwarsbalk 9 wordt niet gelost tot op dit tijdstip vanaf de geleidingsrails 21' die 5 zijn geplaatst op de bovenste bodemdwarsbalk 7, waardoor het onderste deel 3 van de deur kan worden gesloten door het omlaag brengen van de onderste bodemdwarsbalk 9 naar zijn onderste stand. Dankzij de beschreven samenwerking tussen de geleidingspennen 25 en de centrale opening 28 van de geleidingshulzen 26 verkrijgt men steeds een 10 nauwkeurige overeenstemming tussen de geleidingsraildelen 21* en de geleidingsrails 21 zodat de glijorganen 18 steeds het gebied kunnen passeren tussen de geleidingsraildelen 21’ en de geleidingsrails 21 zonder problemen zelfs als de deur 1 is onderworpen aan bijvoorbeeld sterke windkrachten.. 6, the locking shoulders 51 enter the position shown by a "dashed line in FIG. 14 when the ends of the guide rails 21" and 21 come into contact with each other. The bottom bottom cross beam 9 is not unloaded until this time from the guide rails 21 'which are placed on the top bottom cross beam 7, whereby the bottom part 3 of the door can be closed by lowering the bottom bottom cross beam 9 to its bottom position . Thanks to the described cooperation between the guide pins 25 and the central opening 28 of the guide sleeves 26, an accurate correspondence is always obtained between the guide rail parts 21 * and the guide rails 21, so that the sliding members 18 can always pass the area between the guide rail parts 21 'and the guide rails. 21 without problems even if the door 1 is subjected to strong wind forces, for example.

15 Zoals blijkt uit het bovenstaande verzekeren de grendelinrichtingen 40 en 50 dat de bewegingsvolgorde van de deurdelen 2 en 3 steeds zodanig is dat een betrouwbare werking bij het openen en sluiten van de deur wordt verkregen.As can be seen from the above, the locking devices 40 and 50 ensure that the sequence of movement of the door parts 2 and 3 is always such that a reliable operation is obtained when opening and closing the door.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding de 20 deur op zichzelf natuurlijk kan worden gevormd op een aantal verschillende wijzen buiten die die boven zijn beschreven. De deur kan bijvoorbeeld zijn samengesteld uit een enkel deurblad dat dan is uitgevoerd in de vorm van een T.It will be understood that, within the scope of the invention, the door itself may of course be formed in a number of different ways other than those described above. The door can for instance be composed of a single door leaf which is then designed in the form of a T.

85009728500972

Claims

Door for a T-shaped opening in a wall, which door (1) comprises one or more door leaves (2, 3) of flexible material and a number of mutually spaced substantially horizontal crossbars (7-9) 5 connected to the flexible material, which crossbars are guided at their ends by guide rails (20, 21), which are placed in one or more vertical planes and are connected to the wall, with a door leaf (2) suspended from the top of the opening, which door (1) comprises means (12, 17), for lifting the 10 crossbars (7-9) when opening the door (1) so that the door leaf or doors (2, 3) are folded, and for lowering the crossbars (7-9) when closing the door (1) so that the door leaf or doors (2, 3) are unfolded, characterized in that the crossbar is placed on beams (7) in an upper part (2) of the door has a larger linear dimension than the crossbeam (s) (8, 9), placed in a lower part (3) of the door and that parts (21 ') of the guide rails (21) guiding the ends of the cross beams (8, 9) of the lower door part (8) are connected to a cross beam (7) is fitted to the bottom edge of the top door section (2).

Door according to claim 1, characterized in that the door (1) comprises two mutually spaced pairs of guide means (25, 26) which reciprocally each cooperate for themselves, the distance between the two pairs of guide members (25, 26) is greater than or equal to the distance between the guide rails (21) mounted on the ledge and guiding the el-25s of the crossbars (8, 9) of the lower door part (3), which part (26) of each pair of guide members (25, 26) is connected to the crossbar (7) which is placed at the bottom edge of the upper door part (2), and another part (25) of each pair of guide members (25, 26) is connected to the wall.

Door according to claim 2, characterized in that the door (1) comprises a locking device (40) acting within the cooperating parts (25, 26) of each pair of guide means and in that the locking device (40) with part of the pair of guide means is connected and acts as a lock relative to the other part of the guide means *

Door according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the door (1) comprises two locking device (50), which act between a cross beam (9), which is placed at the bottom edge of the bottom door part (3) ) and the crossbar (7), which is placed on the bottom edge of the upper door part (2), and that the two locking devices (50) are connected to the latter crossbar (7) and act as a bolt with respect to the first-mentioned cross beam (9).

Door according to claim 3 or 4, characterized in that the cross beam (9) placed at the bottom edge of the bottom door part (3) comprises means 5 (11) for eliminating the locking between the parts (25, 26) of each pair of guide rail means, when the latter cross beam (9) is in its maximum raised position relative to the cross beam (7) placed at the bottom edge of the upper door part (7).

Door according to claim 4 or 5, characterized in that the guide rails (21) mounted on the wall and the ends of the cross beams (8, 9) comprising means of the bottom door part (3) comprise means (23) to eliminate the interlock between the cross bar (9), which is attached to the bottom edge of the top door part (3) and the cross bar (7) on the bottom edge of the top door part (2) as the guide rail parts 15 (21f) connected to the latter cross beam (7) make contact with the said guide rails (21) mounted on the wall. 1-I I H-1-H I I I I H-H-1-M "8500972