NL8500562A - Hefinrichting voor invaliden. - Google Patents
Hefinrichting voor invaliden. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8500562A NL8500562A NL8500562A NL8500562A NL8500562A NL 8500562 A NL8500562 A NL 8500562A NL 8500562 A NL8500562 A NL 8500562A NL 8500562 A NL8500562 A NL 8500562A NL 8500562 A NL8500562 A NL 8500562A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drum
- lifting
- arm
- handle
- column
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1013—Lifting of patients by
- A61G7/1019—Vertical extending columns or mechanisms
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/104—Devices carried or supported by
- A61G7/1046—Mobile bases, e.g. having wheels
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1063—Safety means
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1063—Safety means
- A61G7/1067—Safety means for adjustable bases
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66D—CAPSTANS; WINCHES; TACKLES, e.g. PULLEY BLOCKS; HOISTS
- B66D5/00—Braking or detent devices characterised by application to lifting or hoisting gear, e.g. for controlling the lowering of loads
- B66D5/02—Crane, lift hoist, or winch brakes operating on drums, barrels, or ropes
- B66D5/12—Crane, lift hoist, or winch brakes operating on drums, barrels, or ropes with axial effect
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Nursing (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Invalid Beds And Related Equipment (AREA)
- Jib Cranes (AREA)
- Emergency Lowering Means (AREA)
Description
W 5631-8 Ned.dB/LdB * 4 P & c
Korte aanduiding: Hefinrichting voor invaliden.
De uitvinding heeft betrekking op hefinrichtingen voor invaliden van de soort bestaande uit een basisconstructie, die een opstaande kolomconstruc-5 tie steunt, waarbij een hefarm van de kolom uitsteekt en beweegbaar is over een baan, geleid door de kolom, bij de hef- en daalbewegingen, en uit een hefmechanisme voor het uitvoeren van de hefbeweging.
Er zijn hefinrichtingen bekend met een holle kolom, waarvan de hefarm uitsteekt van éi is bevestigd aan een slede binnen de kolom, 10 bestuurd door het hefmechanisme. Dergelijke bekende hefinrichtingen maken gebruik van een hefmechanisme met schroef en moer, waarbij de schroef daarvan in de langsrichting van de kolom verloopt, of van een aandrijving met ketting en kettingwiel voor de slede binnen de kolom. In de beide gevallen is het hefmechanisme onderhevig aan slijtage en corrosie, 15 in het bijzonder wanneer het wordt gebruikt: in vochtige omstandigheden, zoals in een ziekenhuisbadkamer en bij een kettingaandrijving kan deze corrosie het klemmen van de ketting binnen de kolom tot gevolg hebben.
Een hefinrichting met een aandrijving met ketting en kettingwiel kan ook lawaaiig zijn bij de werking doordat de bewegende ketting 20 aankomt tegen een kettinggeleiding die normaal aan de kolom is aangebracht. Dit lawaai is ook een belangrijk nadeel, in het bijzonder wanneer de hefinrichting *s nachts in een ziekenhuisafdeling wordt gebruikt*
Het hoofddoel van de uitvinding is het verschaffen van een hefinrichting voor invaliden met een hefmechanisme dat de hoofdnadelen 25 van de bekende mechanismen met schroef en moer en met ketting en kettingwiel niet heeft. Een verder doel is het verschaffen van een dergelijke hefinrichting, waarbij het mechanisme geen rechtstreekse neerwaartse aandrijving op de slede uitoefent en waarbij geen vrije valtoestand van de arm kan optreden wanneer de werking van het mechanisme in de daal-30 richting wordt voortgezet wanneer de daalbeweging van de arm wordt tegengehouden, bijvoorbeeld door het aankomen tegen de rand van een badkuip.
Volgens een aspekt van de uitvinding heeft een hefinrichting' van het bovengenoemde type een hefmechanisme in de vorm van een lier, 35 gemonteerd aan de kolom en bestaande uit een trommel, waarop een buigzaam koord of een buigzame band is gewikkeld, die is verbonden met een slede, welke beweegbaar is volgens een door de kolom geleide baan, en bedieningsorganen waarmee de trommel kan worden gedraaid in een richting voor het opwinden van het koord of de band en dus het heffen van de 40 hefarm en waarmee het draaien van de trommel in de andere richting kern 8500562 - 2 - » worden bestuurd voor het vieren van het koord of de band en dus het doen dalen van de arm op bestuurde wijze onder invloed van de zwaartekracht, waarbij de inrichting zodanig is dat wanneer de bedieningsorganen niet worden bediend voor het draaien of het bestu-5 ren van de draaiing van de trommel, de trommel is afgeremd en de arm in een bepaalde hoggtestand vasthoudt.
Volgens een ander aspect van de uitvinding heeft de hef-inrichting een hefmechanisme in de vorm van een lier, gemonteerd aan het boveneinde van de kolom en bestaande uit een trommel, waarop een 10 buigzaam hefkoord of een buigzame hefband is gewikkeld, gekoppeld met een slede, waaraan de uitstekende hefarm is bevestigd, waarbij het mechanisme verder omvat een roteerbaar gemonteerde handgreep, die in een richting kan worden gedraaid.voor het opwikkelen van de band op de trommel en in de tegengestelde richting voor het vieren van de 15 band teneinde een bestuurde daalbeweging van de arm onder invloed van de zwaartekracht te verkrijgen, waarbij het hefmechanisme organen heeft welke de afwikkelbeweging van de liertrommel beletten wanneer de daalbeweging van de arm onder invloed van de zwaartekracht wordt tegengehouden en men de handgreep blijft draaien in deze tegengestelde 20 richting voor het doen zakken van de arm, zodanig, dat geen vrije val-toestand kan optreden wanneer de hindernis wordt verwijderd, en-verder bestaande uit organen die de trommel afremmen, voor het tegenhouden van de arm tegen de daalbeweging onder invloed van de zwaartekracht, behalve wanneer de bedieningshandgreep in deze tegengestelde richting 25 wordt gedraaid.
Bij voorkeur is de handgreep gemonteerd aan een spil, die coaxiaal met de trommel is geplaatst en kan de handgreep een verbinding met schroef en moer hebben met deze spil, zodat de relatieve beweging van de handgreep in de ene richting een axiale beweging veroorzaakt van 30 de handgreep op de spil, welke beweging een wrijvingskoppeling inschaf· kelt, die een aandrijf verbinding verschaft via een eerste palinrichting, welke alleen werkt wanneer de wrijvingskoppeling is ingeschakeld en die dan werkt tussen de spil en een huis van het mechanisme, zodat deze trommelrotatie in de hefrichting mogelijk maakt en een remwerking ver-35 schaft in de daalrichting.
De wrijvingskoppeling kan een aandrij fverbinding verschaffen via de eerste palinrichting en een tweede palinrichting, in serie geplaatst in de aandrijf richting tussen de handgreep en de trommel, zodat de band op de trommel wordt gewikkeld wanneer de handgreep in deze 40 ene richting wordt gedraaid wanneer de eerste palinrichting vrij loopt t 8500562 - 3 - terwijl de tweede palinrichting een ingaand orgaan heeft, bevestigd aan de spil en een uitgaand orgaan, bevestigd aan de trommel, voor het verschaffen van een aandrijving wanneer de handgreep in de ene richting wordt gedraaid voor het heffen van de arm van de hefinrichting, 5 en een vrijlooptoestand voor het geval de handgreep wordt gedraaid in de tegengestelde of daalrichting, wanneer de arm wordt tegengehouden. In deze tegengehouden toestand loopt dus de tweede palinrichting vrij en kern de trommel zijn voorzien van voldoende wrijvingsweerstand om te verzekeren dat de trommel stil blijft staan en dus de band niet slap 10 komt te hangen, zodat geen vrije val^toestand van de am optreedt wanneer de hindernis voor deze arm wordt weggenomen.
De handgreep kan aan de spil zijn gemonteerd via een het koppel begrenzende koppeling of verbinding, die het koppel begrenst dat in de hefinrichting op de trommel kan worden uitgeoefend. Dit is 15 een veiligheidsmaatregel die beschadiging belet van de hefinrichting wanneer de arm het boveneinde van zijn hefslag bereikt en die ook belet dat een te: grote hefkracht wordt uitgeoefend wanneer de opwaartse beweging van de am zou worden tegegehouden.
Er wordt dus een hefmechanisme verschaft, dat geen positieve 20 neerwaartse kracht uitoefent op de am tijdens de daalbeweging en dat slechts een maximale hefkracht op de am kan uitoefenen waardoor de mogelijke gevaren worden vermeden van een voortgaand draaien aim de bedieningshandgreep wanneer de armbeweging in een van de richtingen wordt tegengehouden, hetgeen anders kantelen van de hefinrichting zou 25 veroorzaken, de tegenhoudende installatie/ bijvoorbeeld een bad, zou worden beschadigd en hèt mechanisme zou worden overbelast.
Het hefmechanisme is bij voorkeur een afgedichte eenheid, die met bouten aan het boveneinde van de kolom van de hefinrichting is bevestigd en daardoor niet blootstaat aan corrosie in vochtige omstan-30 digheden,zoals de toepassing in bijvoorbeeld badkamers van ziekenhuizen. De afdichtorganen kunnen veerkrachtige ringvormige afdichtingen, bijvoorbeeld O-ringen omvatten, geplaatst tussen de einden van de trommel en een huis van het mechanisme, waarin de trommel roteerbaar wordt gesteund. Deze afdichtingen kunnen dan aanliggen tegen de trommel voor het ver-35 schaffen van de wrijvingsweerstand die belet dat een vrije valtoestand ontstaat wanneer de neerwaartse beweging van de arm wordt tegengehouden. Wanneer de rechtstreekse aandrijving wordt toegepast tussen de bedieningshandgreep en de trommelband, hetgeen de voorkeur heeft, zodat de trommel met de zelfde snelheid draait als de handgreep, is het andere 40 einde van de band dan bij de trommel bij voorkeur verankerd, waarbij de 8500562 - 4 - band lusvormig is geslagen om een schijf aan de slede. Hierdoor verkrijgt men een mechanisch voordeel, waardoor het mogelijk is een trommel van redelijke afmetingen te gebruiken in een compact hefmechanisme, met een aanvaardbare hef snelheid bij een aanvaardbare hefkracht, die wordt uit-5 geoefend op de handgreep. De hefband, die op de trommel is gewikkeld, is bij voorkeur een geweven textielband, bijvoorbeeld van nylon of polyester-materiaal.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een hef inrichting 10 voor invaliden volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 is een zij-aanzicht van de hefinrichting.
Fig. 2 is een bovenaanzicht daarvan, waarbij het hefmechanisme en·bijbehorende onderdelen zijn verwijderd.
Fig. 3 is een detail-voor aanzicht van het bovenste deel van 15 de hefinrichting.
Fig. 4 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV - IV van fig.3.
De weergegeven hefinrichting bestaat uit een beweegbaar U-vormig chassis 1 met een opstaande kolom 2 van in hoofdzaak bekende vorm. Zo heeft het chassis 1 stalen zij-elementen 3 met rechthoekige dwarsdoorsnede, met . 20 voorste steunwielen 4 met vaste as en achterste zwenksteunwielen 5.
De zij-elementen 3 zijn met elkaar verbonden nabij de achtereinden door een dwarselement 6 van staal met rechthoekige dwarsdoorsnede, waarop centraal de kolom 2 is gemonteerd. De kolom 2 helt iets naar achteren en de zij-elementen 3 zijn met het dwarselement 6 verbonden door 25 zijstukken 7 met rechthoekige doorsnede, die telescopisch passend grijpen in het dwarselement 6 zodat de breedte van het chassis 1 instelbaar is. Een hefarm 8 steekt naar voren van de kolom 2 boven het chassis 1 uit, welke arm uitsteekt door een sleuf 9 in de voorzijde van de kolom 2 met rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbinnen de arm vast is bevestigd 30 aan een slede 10 op wielen die binnen de kolom beweegbaar is. Een dergelijke constructie met arm en slede is algemeen bekend en wordt daarom niet weergegeven of in detail beschreven.*
Voor het regelen van de he£— en daalbeweging van de arm 8 verschaft de uitvinding een hefmechanisme 12 in de vorm van een afge-35 dichte eenheid binnen een huis 13, dat losneembaar is bevestigd aan het boveneinde van de kolom 2 door bouten, bijvoorbeeld 14. Een spil 15 is roteerbaar gesteund in het huis 13 door een kogellager 16 aan het vooreinde en een kogellager 17 aan het achtereinde, welke spil een einddeel 15a met kleinere diameter heeft, dat in höofdzaak horizontaal 40 uitsteekt van de achterzijde van het huis 13. Een handtrommel 18 wordt 8500562 / < - 5 - gesteund op het vooreinde van de spil 15, zodanig dat deze trommel op de spil roteerbaar is en een hefband 19 in de vorm van een geweven nylon band wordt om de trommel 18 gewikkeld. De band 19 heeft eind-lussen, waarmee het binneneinde van de band wordt bevestigd aan de 5 trommel door middel van een pen 20, die verloopt tussen flenzen 22 en 23 van de trommel en het buiteneinde van de band is verankerd door middel van een paspen 24. De band 19 verloopt om een vrij roteerbare schijf 25 aan de slede 10 (zie fig. 3} zodat rotatie van de trommel volgens de klok, gezien van de achterzijde vein de hef inrichting, opwikkelen 10 van de band 19 veroorzaakt voor het heffen van de hefarm 8.
Rotatie van de trommel 18 in de tegengestelde richting doet de band 19 vieren, waardoor de arm 8 kan dalen onder invloed van de zwaartekracht en wel op bestuurde wijze.
Een bus 26, gemonteerd aan het uitstekende einde 15a van de 15 spil, draagt een handgreep of kruk 27 met twee armen, die dus om de trommelhartlijn draait, waarbij deze handgreep 27 wordt gesteund via een het koppel beperkende verbinding in de vorm van een opgerolde veer-"tolerantie"-ring 28. Hierdoor heeft men een verbinding die positief aanvoelt bij de normale hefbeweging, maar die slipt voordat een 20 overmatige hefkracht kan worden uitgeoefend via de band 19, in het geval dat de opwaartse beweging van de arm wordt tegengehouden of de slede 10 het boveneinde van zijn baan in de kolom 2 bereikt.
De bus 26 heeft een verbinding met schroef en moer met het spilgedeelte 15a door middel van een schroefdraad 29, waarbij een kleine 25 axiale dode gang van de bus 26 enerzijds wordt begrensd door een druk-ring 30, bevestigd aan het uitstekende einde van de spil door een schroef 32 en anderzijds door een wrijvingskoppelingsrem en een eerste pal-inrichting 33. Een palplaat 34 is roteerbaar gemonteerd op de spil 15 via een legerbus 35 en is aangebracht tussen het binneneinde van de bus 26 30 en een flens 26 op de spil 15 , met daartussen wrijvingsschijven 37 en 38.
De palschijf 34 is in ingrijping met een vaste pal 39 in het huis 13 die rotatie belet in de afwikkelrichting van de trommel 18 en palrotatie in de opwikkelrichting toelaat.
De aandrijving tussen de spil 15 en de trommel 18 wordt 35 verschaft door een tweede palinrichting 40, zodanig dat de beide pal-inrichtingen in serie zijn geplaatst in de aandrijfrichting tussen de handgreep 27 en de trommel 18. De palinrichting 40 omvat een naaf 42, gemonteerd aan en bevestigd aan de spil 15 door een pen 43, en een pal 44, bevestigd aan de andere en overhangende flens 23 van de trommel 40 18. Deze palinrichting verschaft een positieve aandrijving tussen de spil 8500562 > - 6 - 15 en de trommel 18 in de hefinrichting, d.w.z. in een richting waarin de band 19 wordt opgewikkeld, maar doet de trommel 18 vrijlopen op de spil 15 in de tegengestelde richting.
Thans wordt de werking van het weergegeven mechanisme beschreven. 5 Draaien aan de handgreep 17 in de richting volgens de klok heeft een axiale beweging van de bus 26 tot gevolg langs de schroefdraad 29 en naar de flens 36, waardoor de wrijvingsschijven 37, 38 worden vastgeklemd voor het verschaffen van een rechtstreekse aandrijving van de handgreep 27 op de spil 15 in de hefrichting. Het is duidelijk dat de eenrichtings-10 palinrichting 34, 39 belet dat de spil draait in de daalrichting tenzij de handgreep 27 in de richting tegen de klok wordt gedraaid door de bedienende man.
Draaien van de handgreep 27 in de richting tegen de klok, dus de daalrichting, veroorzaakt een aanvankelijke axiale beweging· van de 15 bus 26, waardoor de koppelingsschijven 37, 38 worden vrijgemaakt, zodat de spil 15 en de trommel 18 kunnen draaien in de richting van het uitvieren van de band 19 bij daalbeweging van de arm 8 onder invloed van de zwaartekracht. Deze beweging wordt op bestuurde wijze verkregen, overeenkomende met de zelfde snelheid van trommelrotatie als waarmee de handgreep 27 20 wordt gedraaid omdat, zodra de trommel 18 de handgreep 27 inhaalt, de koppelingsschijven 37, 38 vergrendelen en de eerste palinrichting 36, 39 werkzaam wordt. De koppeling/rem en de eerste palinrichting 33 verzekeren dus een bestuurde daalbeweging afhankelijk van het draaien aan de handgreep 29.
25 . De eenheid is afgedicht door een O-ring 48 tussen het huis 13 en de trommelflens 22, een O-ring 47 tussen het huis 13 en de trom-melflens 23, een O-ring tussen het huis 13 en de spilflens 36 en een afdichting 49 van het liptype tussen het huis 13 en de bus 26.
Bij loslaten van de handgreep 27 oefent de afdichting 49 vol-30 doende wrijvingskracht üit op de bus 26 om de koppeling/rem en de palinrichting 33 werkzaam te doen zijn, waardoor dus de hefarm 8 in elke ingestelde hoogtestand blijft staan. De afdichtingen 46, 47 oefenen voldoende wrijvingskracht uit op de trommel 18,om te beletten dat deze draait wanneer de handgreep 27 in de daalrichting wordt gedraaid terwijl 35 de daalbeweging van de arm om een willekeurige reden wordt tegengehouden. Bij een dergelijke toestand met tegengehouden arm draait dus de spil 15 vrij tezamen met de handgreep 27, die nu aanligt tegen de drukring 30, terwijl de tweede palinrichting 42, 44 vrij loopt en de trommel 18 stil staat. Daardoor blijft de band 19 gespannen en ontstaat geen vrije val-40 toestand wanneer de hindernis voor de arm wordt weggenomen.
8500562 -----
Claims (11)
1. Hefinrichting bestaande uit een basisconstructie die een opstaande kolomconstructie draagt, een van de kolom uitstekende hefarm, die beweegbaar is volgens een baan, geleid door de kolom, bij een hef- en daalbeweging van de arm, en uit een hefmechanisme 5 voor het uitvoeren van de hefbeweging, met het kenmerk, dat het hefmechanisme de vorm heeft van een lier, gemonteerd aan de kolom en bestaande uit een trommel, waarop een buigzaam koord of een buigzame band is gewikkeld, die is verbonden met een slede, die beweegbaar is volgens een door de kolom geleide baan, en uit bedieningsorganen 10 waarmee de trommel kan worden gedraaid in een richting voor het opwikkelen van het koord of de band en dus het omhoog brengen van de hefarm en waarbij het draaien van de trommel in de andere richting kan worden bestuurd voor het vieren van het koord of de band en dus veroorzaken van de daalbeweging van de arm op een bestuurde wijze, 15 onder invloed van de zwaartekracht, waarbij de inrichting zodanig is dat wanneer de bedieningsorganen niet werkzaam zijn voor het draaien of besturen van het draaien van de trommel, de trommel is af geremd om de arm in een op een bepaalde hoogte ingestelde stand te houden.
2. Inrichting bestaande uit een basisconstructie die een 20 opstaande kolomconstructie draagt, waarbij een hefarm van de kolom uitsteekt en beweegbaar is volgens een door de kolom geleide baan tijdens een hef- en daalbeweging van de arm, en uit een hefmechanisme voor het uitvoeren van de hefbeweging, gekenmerkt door een hefmechanisme in de vorm van een lier, gemonteerd aan het boveneinde van de kolom en bestaande 25 uit een trommel, waarop een buigzame hefband of buigzaam hefkoord wordt gewikkeld, dat is gekoppeld met een slede, waaraan de uitstekende hefarm is bevestigd, waarbij het mechanisme verder een roteerbaar gemonteerde' handgreep omvat, die in een richting kan worden gedraaid voor het opwikkelen van het band op de trommel, en in de tegengestelde richting 30 voor het vieren van de band teneinde een bestuurde daalbeweging van de arm onder invloed van de zwaartekracht mogelijk te maken, waarbij het hefmechanisme organen heeft, welke de afwikkelbeweging van de liertromnel beletten wanneer de daalbeweging van de arm onder invloed van de zwaartekracht wordt tegengehouden en men voortgaat de handgreep te draaien 35 in deze tegengestelde of arm-daalrichting, zodanig dat een vrije val-toestand niet kan optreden wanneer de hindernis wordt verwijderd, en verder organen zijn aangebracht die de trommel afremmen waardoor de arm 8500562 • - » - 8 - wordt tegengehouden tegen een daalbeweging onder invloed van de zwaartekracht, behalve wanneer de bedieningshandgreep in de zelfde bedienings-richting wordt gedraaid.
3.inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hand- 5 greep is gemonteerd op een coaxiaal in de trommel geplaatste spil.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de handgreep een schroef-en moerverbinding heeft met de spil, zodanig dat relatieve beweging van de handgreep in de ene richting axiale beweging van de handgreep over de spil veroorzaakt, welke beweging een wrijvingskoppe- 10 ling inschakelt, die een aandrijf verbinding verschaft tussen de handgreep en de trommel via een eerste palinrichting slechts wanneer de wrijvingskoppeling is ingeschakeld, waarbij de palinrichting werkt tussen de spil en een huis van het mechanisme zodanig dat trommelrotatie mogelijk is in de hef inrichting en een remwerking wordt verschaft in 15 de daalrichting.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wrijvingskoppeling een aandrijf verbinding verschaft via de eerste palinrichting en een tweede palinrichting, die in serie is geplaatst in de aandrijfrichting tussen de handgreep en de trommel, zodanig dat 20 de band op de trommel wordt gewikkeld wanneer de handgreep wordt gedraaid in de genoemde ene richting wanneer de eerste palinrichting vrij loopt, terwijl de tweede palinrichting een ingangsorgaan heeft, bevestigd aan de spil en een uitgangsorgaan, bevestigd aan de trommel, voor: hetverschaffen van een aandrijving wanneer de handgreep in een richting wordt gedraaid 25 voor het heffen van de arm ran de inrichting en een vrijlooptoestahd ontstaat in het geval dat de handgreep in de tegengestelde of daalrichting wordt gedraaid^terwij1 de arm wordt tegengehouden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de trommel is voorzien van voldoende wrijvingskracht om te verzekeren dat de 30 trommel blijft stilstaan en dus de band niet slap -komt te hangen in een tegengehouden toestand van de arm wanneer de tweede palinrichting vrijloopt.
7. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de handgreep op de spil is gemonteerd door middel van een het koppel 35 beperkende koppeling of verbinding, die het koppel beperkt, dat kan worden uitgeoefend op de trommel in de hefrichting van de arm.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hefmechanisme een af gedichte eenheid is, die met bouten is bevestigd aan het boveneinde van de kolom.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 8500562 * - 9 - afdichtorganen veerkrachtige ringafdichtingen omvatten, zoals O-ringen, die zijn geplaatst tussen de einden van de trommel en een huis van het mechanisme, waarin de trommel roteerbaar is gesteund.
10. Inrichting volgens conclusie 6 en 9, met het kenmerk, 5 dat de veerkrachtige ringvormige afdichtingen tegen de trommel aanliggen voor het verschaffen van de wrijvingskracht daarvan.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het niet nabij de trommel gelegen bandeinde is verankerd en de band lusvormig is aangebracht om de vrij roteerbare schijf aan de 10 slede. 15 -----_ 8500562
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8406852 | 1984-03-16 | ||
GB08406852A GB2155887B (en) | 1984-03-16 | 1984-03-16 | Invalid hoists |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8500562A true NL8500562A (nl) | 1985-10-16 |
Family
ID=10558178
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8500562A NL8500562A (nl) | 1984-03-16 | 1985-02-28 | Hefinrichting voor invaliden. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU555090B2 (nl) |
DE (1) | DE3508758A1 (nl) |
GB (1) | GB2155887B (nl) |
NL (1) | NL8500562A (nl) |
SE (1) | SE8501206L (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2174340B (en) * | 1985-05-01 | 1989-05-10 | James Ind Ltd | Invalid hoists |
GB2247875B (en) * | 1990-09-11 | 1994-04-13 | Arjo Mecanaids | Hoists |
DE4122116A1 (de) * | 1991-07-04 | 1993-01-07 | Anton Reck | Krankenhebevorrichtung |
DE10354338A1 (de) * | 2003-11-20 | 2005-06-16 | Suspa Holding Gmbh | Freilauf-Brems-Vorrichtung |
FR2892785B1 (fr) * | 2005-11-03 | 2008-01-18 | Unicum Transmission De Puissan | Dispositif de securite de transmission mecanique par engrenage irreversible a l'arret |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB627303A (en) * | 1946-07-31 | 1949-08-05 | Guy Slingsby | Improvements relating to hand operated stackers and more especially to winch mechanism therefor |
DE1754794U (de) * | 1956-05-15 | 1957-10-24 | Walter Dietel | Hand-transportkarre. |
GB840532A (en) * | 1957-12-16 | 1960-07-06 | Trewhella Brothers Proprietary | Improvements in and relating to winches |
DE1145329B (de) * | 1960-01-19 | 1963-03-14 | Sueddeutscher Rundfunk | Einstellvorrichtung fuer Teleskopzuege |
GB1174895A (en) * | 1966-01-11 | 1969-12-17 | Mecanaids Ltd | Improvements in or relating to apparatus for Handling Disabled Persons |
FR2031745A5 (nl) * | 1969-02-05 | 1970-11-20 | Pomagalski Jean | |
SE413833B (sv) * | 1977-12-08 | 1980-06-30 | Landstingens Inkopscentral | Handdriven vinsch med backsperr serskilt som kraftdon inom sjukvarden |
GB1594517A (en) * | 1978-05-30 | 1981-07-30 | Paccar Canada | Self-energising winch brake and device |
-
1984
- 1984-03-16 GB GB08406852A patent/GB2155887B/en not_active Expired
-
1985
- 1985-02-28 NL NL8500562A patent/NL8500562A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-03-11 SE SE8501206A patent/SE8501206L/ not_active Application Discontinuation
- 1985-03-12 DE DE19853508758 patent/DE3508758A1/de not_active Withdrawn
- 1985-03-14 AU AU39866/85A patent/AU555090B2/en not_active Ceased
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8501206L (sv) | 1985-09-17 |
DE3508758A1 (de) | 1985-10-17 |
AU555090B2 (en) | 1986-09-11 |
AU3986685A (en) | 1985-09-19 |
SE8501206D0 (sv) | 1985-03-11 |
GB2155887A (en) | 1985-10-02 |
GB8406852D0 (en) | 1984-04-18 |
GB2155887B (en) | 1986-11-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2115372C (en) | Fall-arrest safety anchorages | |
JP5905499B2 (ja) | 制動機構を備えた落下防止安全デバイス | |
CA1293969C (en) | Device for raising and lowering loads | |
EP0859648A1 (fr) | Dispositif d'arret automatique de chute pour des personnels travaillant en hauteur | |
US2894610A (en) | Chain hoist | |
US5540307A (en) | Rescue system | |
NL8500562A (nl) | Hefinrichting voor invaliden. | |
AU642484B2 (en) | Patient hoists | |
US5101937A (en) | Self centering elevator cable safety brake | |
US6216826B1 (en) | Bank hoist braking apparatus | |
US5197571A (en) | Self centering elevator cable safety brake | |
US3273671A (en) | Load transfer device and braking arrangement | |
US6561318B1 (en) | Emergency manual elevator drive | |
US3447643A (en) | Reversible one-way brake | |
US20020027222A1 (en) | Lifting device | |
EP0070290A1 (en) | WINDING DEVICE. | |
US1141819A (en) | Hoisting-drum and clutch. | |
US2295224A (en) | Brake structure | |
HU201273B (en) | Apparatus for moving load by help of rope | |
US3537549A (en) | Friction control for cable drums | |
CA1236777A (en) | Lift speed limiter | |
RU2043294C1 (ru) | Рычажная ручная лебедка | |
US2414960A (en) | Friction responsive mechanism | |
EP0247028A1 (en) | BRAKING DEVICE FOR A TRAILER. | |
SU722837A1 (ru) | Ленточный тормоз |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |