NL8500504A - Koppeling. - Google Patents

Koppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8500504A
NL8500504A NL8500504A NL8500504A NL8500504A NL 8500504 A NL8500504 A NL 8500504A NL 8500504 A NL8500504 A NL 8500504A NL 8500504 A NL8500504 A NL 8500504A NL 8500504 A NL8500504 A NL 8500504A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
sleeve
members
coupling
locking
Prior art date
Application number
NL8500504A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192398C (nl
NL192398B (nl
Original Assignee
Swagelok Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Swagelok Co filed Critical Swagelok Co
Publication of NL8500504A publication Critical patent/NL8500504A/nl
Publication of NL192398B publication Critical patent/NL192398B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192398C publication Critical patent/NL192398C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/08Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members
    • F16L37/12Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members using hooks, pawls or other movable or insertable locking members
    • F16L37/133Couplings of the quick-acting type in which the connection between abutting or axially overlapping ends is maintained by locking members using hooks, pawls or other movable or insertable locking members using flexible hooks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/28Couplings of the quick-acting type with fluid cut-off means
    • F16L37/30Couplings of the quick-acting type with fluid cut-off means with fluid cut-off means in each of two pipe-end fittings
    • F16L37/32Couplings of the quick-acting type with fluid cut-off means with fluid cut-off means in each of two pipe-end fittings at least one of two lift valves being opened automatically when the coupling is applied
    • F16L37/34Couplings of the quick-acting type with fluid cut-off means with fluid cut-off means in each of two pipe-end fittings at least one of two lift valves being opened automatically when the coupling is applied at least one of the lift valves being of the sleeve type, i.e. a sleeve is telescoped over an inner cylindrical wall
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • Y10T137/87917Flow path with serial valves and/or closures
    • Y10T137/87925Separable flow path section, valve or closure in each
    • Y10T137/87941Each valve and/or closure operated by coupling motion
    • Y10T137/87949Linear motion of flow path sections operates both
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • Y10T137/87917Flow path with serial valves and/or closures
    • Y10T137/87925Separable flow path section, valve or closure in each
    • Y10T137/87973Coupling interlocked with valve, or closure or actuator

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

« · . ^ f Koppeling.
Γ t ; De uitvinding ligt op het gebied van koppelingen en betreft meer in het bijzonder snel in. en uit j te koppelen koppelingen van het type zoals beschreven in t ( de ten name van de onderhavige aanvrager staande Amerikaanse i I 5 octrooiaanvrage onder serienummer 459.150/1983, waarnaar ( ·· hier verwezen wordt en waarvan de inhoud’ geacht wordt hier in'te zijn opgenomen. Ofschoon de uitvinding in het bijzonder van toepassing is op koppelingen van het beschreven type en vooral met betrekking daartoe toegelicht zal worden, zal 10 duidelijk zijn dat bepaalde aspecten van de uitvinding een bredere opzet hebben en toegepast kunnen worden bij andere appendages of fluïdum bevattende inrichtingen zoals regel-kleppen, terugslagkleppen, met een wartel uitgevoerde pijp-koppelingen, pijp- of buisverbindingen, of dergelijke.
15 Eén type snel in en uit te koppelen koppe ling omvat samenwerkende huis- en steelkoppelinenstelsels.
Het huiskoppelingstelsel heeft een axiaal beweegbare schuif met een gesloten positie, waarin deze in aangrijping is met een huisklep wanneer de twee koppelingstelsels uitgekoppeld 20 zijn, en met een open positie, die van de Huisklep verwijderd is, wanneer de twee koppelingstelsels ingekoppeld zijn. De schuif wordt normaal naar zijn gesloten positie gedrukt door een schroefveér zodat, de schuif automatisch sluit wanneer de twee koppelingstelsels uitgekoppeld worden. Dergelijke fac-25 toren als vuil, slijtage en wrijving kunnen echter het snel naar zijn gesloten positie bewegen van de schuif verhinderen, en dit zal lekkage veroorzaken. Derhalve zou het wenselijk zijn om een positief middel te hebben voor het inleiden van de beweging van de schuif naar zijn gesloten positie wanneer 30 de twee koppelingstelsels uitgekoppeld worden.
Een gemeenschappelijk huiskoppelingstelsel van het beschreven type heeft een huisklep aan één eindge-deelte van een lang onderdeel verbonden en heeft het tegen- 8500504 bad original » - 2 - overgestelde eindgedeelte daarvan en een geribd steunonder-deel verbonden. Het: zou wenselijk zijn om een vereenvoudigde inrichting te hebben voor het verbinden van het lange onderdeel aan het geribde steunonderdeel en voor het binnen het 5 huisonderdeel houden van het geribde steunonderdeel.
Eén steelkoppelingstelsel van het beschreven type heeft een lichtklep daarin opgenomen die een axiale beweging tussen gesloten en open posities uitvoeren kan. Een in de steel opgenomen geleidingonderdeel heeft een gat, 10 waarin een lange as opgenomen is, die met dé lichtklep samen werkt voor het geleiden van de beweging daarvan. Bij vroegere inrichtingen is een uiterst lange machinaal bewerkte as voor het uitvoeren van de geleidingsfunctie toegepast, en het zou wenselijk zijn om een minder duur type geleidingsinrichting 15 te hebben.
De onderhavige uitvinding wordt geacht aan de in het voorgaande vermelde behoeften en nog andere tegemoet te komen, en verschaft verbeterde werkresultaten voor een koppeling.
20 Er volgt nu een korte omschrijving van de-, uitvinding.
Een huiskoppelingstelsel van het beschreven type heeft grendelvingers, die aan de schuif verbonden zijn voor het in samenwerkend verband aangrijpen van het steel-25 koppelingstelsel wanneer de huis- en steelkoppelingstelsels ingekoppeld worden. Bij uitkoppeling van de twee stelsels resulteert de beweging van deze stelsels van het andere af in een trekkracht op de grendelvingers voor hèt inleiden van de beweging van de schuif naar zijn gesloten positie. Een 30 door het huiskoppelingstelsel gedragen huls werkt met de grendelvingers samen voor het verschaffen van de beweging daarvan naar binnen en naar buiten ten opzichte van de langs-as waarlangs de schuif beweegt.
Bij een voorkeursuitvoering zijn de grendel-35 vingers verbonden aan een ringonderdeel dat op zijn beurt 8500504
BAD ORIGINAL
- 3 - * aan de schuif verbonden is. De grendelvingers worden normaal naar buiten gedrukt en hebben naar binnen gerichte uitsteek- '*v seis aan hun buitenste vrije eindgedeelten voor samenwerking met een uitwendige groef in het steelkoppelingstelsel. De 5; grendelvingers hebben naar buiten gerichte uitsteeksels tus sen hun binnenste en buitenste eindgedeelten voor samenwerking met een axiaal beweegbare huls om de naar binnen en naar buiten gaande beweging van de grendelvingers te verschaffen.
10 De grendelvingers op de schuif zijn zodoen de behulpzaam om de twee koppelingstelsels in inkoppelings-verband te houden. Bijkomende grendelonderdelen zijn ook gemonteerd op de huiskoppeling zelf voor samenwerking met het steelkoppelingstelsel om de twee koppelingstelsels in inge-15 koppeld verband te houden.
De huisklep, die met de schuif samenwerkt, is gemonteerd op één eindgedeelte van een lang onderdeel, dat het tegenovergestelde eindgedeelte daarvan gestoken heeft in een geribd steunonderdeel, dat in het huis vastge-20 houden wordt tussen een naar binnen gerichte kraag en eert’ snapring. /
Het steelkoppelingstelsel omvat een hol steelonderdeel, dat grote en kleine open eindgedeelten heeft.
Een klepzittingonderdeel is inwendig geschroefd in het grote 25 eindgedeelte, en een sociaal beweegbare lichtklep is opgenomen binnen de samengestelde delen. Een geribd geleidingsonderdeel is ingesteld binnen het holle steeldeel tegen een naar binnen gerichte kraag en omvat een lange geleidingshuls, die een centraal geleidingsgat daardoor heeft. Een geleidingsas, die 30 zich van de lichtklep tot in het geleidingsgat in de geleidings- * huls uitstrekt, behelst een hol metalen stampstuk, dat naar buiten gerichte lippen op het einde daarvan aangrenzend aan de lichtklep heeft- Een schroefveer heeft één einde, dat op de lippen inwerkt, terwijl het aqdere einde daarvan tegen 35 de ribben op het geleidingsonderdeel werkt voor het normaal 8500504 bad original - 4 - .
naar zijn gesloten positie drukken van de lichtklep. De axiale lengte van de geleidingshuls van de ribben tot het vrije einde daarvan is in hoofdzaak groter dan de axiale afmeting van de ribben zelf. Doordat men een lange geleidings-5 huls heeft wordt het mogelijk om de lengte van de geleidings huls op de lichtklep terug te brengen. Dit ondervangt de noodzaak om een geleidingsas te hebben, die zich. axiaal tot in het kleine open eindgedeelte van het steelonderdeel uitstrekt, wanneer de lichtklep zich in de open positie bevindt.
10 Een in langsrichting beweegbare huls werkt met de grendelonderdelen samen voor het naar verkiezing vasthouden daarvan in vergrendelde posities.of om de beweging daarvan naar vrijgegeven posities te verschaffen. Een door de huls gedragen arreteerknop heeft een blokkeerpositie waar-15 in deze met een aanslag samenwerkt om de langsgerichte bewe ging van de huls tegen te gaan. De knop is indrukbaar naar een vrijmaakpositie voor het vrijmaken van de aanslag en het veroorloven van de langsgerichte beweging van de huls. Een bladtype veerorgaan, dat door de huls gedragen wordt, drukt 20 de knop normaal naar zijn blokkeerpositie. De huls heeft een opening, waarin de knop opgenomen is, en een/ sleuf, die zich in langsrichting van de opening af bevindt. Het bladtype veerorgaan strekt zich door de sleuf uit om onder de knop in aandrukaangrijping daarmee aan één zijde van de sleuf te lig-25 gen en om een binnenoppervlak van de huls aan de tegenoverge stelde zijde van de sleuf aan te grijpen.
Eén voor-deel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het inleiden vein de beweging van een schuif naar zijn gesloten 30 positie in een snel in en uit te koppelen koppelingstelsel.
Een ander voordeel van de uitvinding ligt in een verbeterd type grendelvinger voor verbinding asui een schuif in een koppelingstelsel.
Nog een ander voerdeel van de uitvinding 35 is het verschaffen van een snel in en uit te koppelen koppe- 8 5 0 0 δ 0 4
BAD ORIGINAL
- 5 - lingstelsel met grendels op zowel het huis als de schuif voor het vasthouden van de twee koppelingstelsels in ingekoppeld verband.
Een bijkomend voordeel van de uitvinding 5; wordt gevonden in een verbeterde inrichting voor het monteren van een huisklep binnen het huis van een huiskoppelingstel-sel.
Nog een ander voordeel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het 10 geleiden van een lichtklep gedurende de axiale beweging.
Een verder voordeel van de uitvinding is een verbeterde montering van een arreteerknop op een in langsrichting beweegbare huls.
Andere voordelen en nuttige aspecten van 15 de uitvinding zullen de terzake deskundige duidelijk worden bij het lezen van de volgende gedetailleerde beschrijving en het zich een begrip vormen daarvan.
Er volgt nu een korte beschrijving van de tekeningen.
20 De uitvinding kan zijn vorm aannemen in bepaalde delen en inrichtingen van delen, /Waarvan een voorkeursuitvoering hier in detail voorgesteld zal worden aan de hand van de tekeningen.
Figuur 1 is een langsdoorsnede, waarin weer-25 gegeven is dat de koppeling volgens de onderhavige uitvin ding net ingekoppeld wordt of net na het uitkoppelen daarvan.; figuur 2 is een aan figuur 1 overeenkomstige afbeelding, waarin de koppeling in de ingekoppelde vorm daarvan weergegeven is; 30 figuur 3 is een eindaanzicht van een grendelvingerstelsel, dat verbonden is aan de schuif in de huiskoppeling van figuur 1 en 2; figuur 4 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens IV - IV in figuur 3; 35 figuur 5 is een eindaanzicht van een licht- 8500504
BAD ORIGINAL
- 6 - klepgeleidingsonderdeel, dat opgenomen is in het steelstel-sel van figuur 1 en 2? figuür 6 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens VI - VI in figuur 5? 5 figuur 7 is een eindaanzicht van een licht- klepgeleidingsasonderdeel, dat gebruikt wordt bij het steel-stelsel van figuur 1 en 2; figuur 8 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens VIII - VIII in figuur 7; 10 figuur 9 is een bovenaanzicht van de blad- veer, die gebruikt wordt om de met de bèdieningshuls samenhangende arreteerknop in een naar buiten gerichte zin te drijven; figuur 10 is een doorsnede, in hoofdzaak 15 volgens X - X in figuur 9; figuur 11 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens XI - XI in figuur 9; figuur 12 is een bovenaanzicht van de in figuur 9 weergegeven bladveer, die op de bedieningshuls ge-20 installeerd is; figuur 13 is een doorsnede f in hoofdzaak volgens XIII - XIII in figuur 12; figuur 14 is een bovenaanzicht van de arreteerknop, die in samenhang met de bedieningshuls gebruikt 25 wordt; figuur 15 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens XV - XV in figuur 14; figuur 16 is een bovenaanzicht van de arreteerknop zoals deze gemonteerd is in de bedieningshuls in samen-30 werkende saménhang met de bladveer; en .
figuur 17 is een doorsnede, in hoofdzaak volgens XVII - XVII in figuur 16 *
Er volgt nu een beschrijving van een voor-keursuitvoering, die echter niet in beperkende zin bedoeld 35 is.
85 0 0 5.0 4
BAD ORIGINAL
-7-.
Figuur 1 toont een samengaand paar huis-en steelkoppelingonderdelen of -stelsels A en B respectieve-lijk in een positie waarin deze net ingekoppeld worden bij de beweging axiaal near-elkaar toe.
5' Het huisstelsel A omvat een deel of onder deel C, dat een schuifdeel D heeft, dat daarop axiaal verschuifbaar is. Het schuifdeel D wordt normaal naar réchts gedrukt in figuur 1 in aangrijping met een huisklep E door middel van een schroefveer 12. De huisklep E is het eindgedeel-.10 te van een lang onderdeel of bout F, dat of die centraal vastgehouden wordt binnen het huisdéel C door steunribben G.
Het steelstelsel B omvat samenwerkende steeldelen of -onderdelen Ξ en Hl, welke een lichtklep I daarin aangebracht hebben, die normaal naar links gelukt wordt 15 in figuur 1 in aangrijping met een zitting aangrenzend aan een open einde van het steelstelsel door middel van een schroefveer 14. De veer 14 omgeeft een geleidingsas J, die zich uitstrekt door een opening in een geleidingsonderdeel K, waar- . tegen de veer ook werkt.
20 Wanneer een samengaand paar huis- en steel- stelsels A, B ingekoppeld moeten worden. Worden zij ingesteld zoals in figuur 1 weergegeven. Opgemerkt zal worden dat het buitenste eindgedeelte van het steelonderdeel Hl in aangrijping is met het buitenste eindgedeelte van het schuifdeel D 25 en bij beweging van de stelsels A, B naar elkaar toe het schuifdeel D zich naar links terugtrekt in figuur 1 buiten aangrijping met de huisklep E. Tegelijkertijd gaat de huisklep E het open einde van het steelonderdeel Hl binnen en komt deze in aangrijping met de lichtklep 1 om deze van zijn 3.0 zitting af, d.w.z. naar rechts in figuur 1, te bewegen. Wan neer de stelsels eenmaal ingekoppeld zijn, zijn de delen ingericht zoals algemeen weergegeven is in figuur 2 en kan fluidumstroming plaats vinden door de ingekoppelde stelsels.
/ Het huisdeel C-is van inwendige schroef- 35 draad voorzien zoals algemeen aangegeven is met 16 voor ver-
BAD ORIGINAL
85 0.0 5 0 4 - 8 - binding met een andere fluidumleiding. Andere onderlinge ver-bindingsorganen zouden echter ook met voordeel aangewend kunnen worden. Een uitwendige omtreksgroef 18 in het huis-deel C neemt op losse wijze naar binnen gerichte eerste eind-5 gedeelten 2Ó van een aantal grendelonderdelen L op. Deze grendelonderdelen bestaan bij voorkeur uit metalen stampstuk-ken, en hebben boogvormige vormgevingen in .een eindaanzicht.
De tegenovergestelde eindgedeelten van de grendelonderdelen L omvatten naar binnen gerichte grendelhaken 22 en naar buiten 10 gerichte grendeluitsteeksels 24.
Een in hoofdzaak cilindrische aanslaghuls M is over het huisdeel C ingesteld en heeft een buitenste eind-gedeelte dat omgekeerd naar binnen gebogen is zoals algemeen aangegeven met 28. Het omgekeerd gebogen eindgedeelte 28 15 heeft een axiaal gericht gedeelte dat over de axiaal gerichte gedeelten van éerste eindgedeelten 20 van de grendelonderdelen Ll ligt voor het op losse wijze vasthouden daarvan binnen de groef 18 voor het veroorloven van de zwenkbeweging van de tegenovergestelde eindgedeelten van de grendelonderdelen naar 20 de langsas 30 van de koppeling toe en daarvan af. Een snap—.
ring 32, die opgenomen is in een geschikte uitwendige omtreksgroef in het huisdeel C, houdt de aanslaghuls M in positie. De aanslaghuls M omvat een naar buiten gerichte om-trekskraalrand 34 voor verstijving daarvan tegen vervorming 25 en omvat ook een uiteinde 36.
Bedieningsorganen in de vorm van een in hoofdzaak cilindrische huls N omgeeft de grendelonderdelen L en heeft een buitenste eindgedeelte omgekeerd naar binnen gebogen zoals algemeen aangegeven met 40. Een naar buiten ge-30 richte omtrekskraalrand 42 vormt een binnenste omtrek suit spa-· ring 44 die een geleidelijke schuinte heeft om een kamopper-vlak vöor samenwerking met de grendeluitsteeksels 24 te vormen. In de buitenste vrijgegeven positie van de grendelonderdelen L zoals in figuur 1 weergegeven zijn de grendeluit-35 steeksels 24 in.de uitsparing 44 opgenomen. Dit verband dient 8500504 bad original - 9 - ook om de bedieningshuls N vast te houden en de volledige verplaatsing naar rechts uit het huisstelsel A tegen te gaan. Het binnenste eindgedeelte van de bedieningshuls N is verschuifbaar opgenomen en geleid binnen de aanslaghuls M, en 5 · een schroefveer 46 is ingesteld tussen het omgekeerd gebogen buitenste eindgedeelte van de aanslaghuls M en het binnenste uiteinde van de bedieningshuls N voor het normaal van de aanslaghuls H af drukken van de bedieningshuls K·
Een in hoofdzaak rechthoekige opening 48 in 10 de bedieningshuls N neemt arreteerorganen in de vorm van een arreteerknop O op, die afhangende benen 50 heeft, welke vrij opgenomen zijn door een sleuf 52, die enigszins van de rechthoekige opening 48 verwijderd is. Een in hoofdzaak platte bladtype\eer P drukt de arreteerknop normaal omhoog in de 15 afbeelding van figuur 1. Het buitenoppervlak van de arreteer knop 0 heeft een langzame schuinte om het per ongeluk indrukken van de knop te voorkomen wanneer deze in aanraking komt met een buitengelegen object met een relatieve beweging in hoofdzaak naar de aanslaghuls M toe. De arreteerknop O heeft 20 ook een binneneinde 56 dat in aangrijping te brengen is met het binneneinde 36 van de aanslaghuls om verdere beweging van ' de bedieningshuls N binnen de aanslaghuls M naar links in figuur 1 tegen te gaan tot de arreteerknop O ingedrukt wordt om het binneneinde 56 van de knop onder het einde 36 vein de 2S aanslaghuls door te laten gaan.
Het steelstelsel B omvat samenwerkende koppe-lingorganen op' het steelonderdeel Hl in de vorm van een om-treksgroef 60 voor het opnemen van de grendelhakëh 22. Wanneer de bestanddelen ingesteld zijn zoals in figuur 1 weer-30 gegeven, leidt de beweging van het huisdeel C en het steel onderdeel Hl naar elkaar toe tot het naar links terugtrekken van de schuif D. Tegelijkertijd bewegen de grendelhaken 22 langs het buitenoppervlak van de schuif D en een buitenopper-vlakgedeelte 62 van het steelondejrdeel Hl tot de grendelhaken — 35 22 de groef 60 bereiken. Op dit punt zwenken de grendelonder- 85 0 0-5 0 4 bad original - 10 - delen L naar binnen voor opname van dé grendelhaken 22 binnen de groef 60. De veer 46, die zich tussen de aanslaghuls '*v M en de bedieningshuls N bevindt, drukt de bedieningshuls N naar rechts in figuur 1. Dit leidt tot het samenwerken van 5 het kamoppèrvlakgedeelte van de uitsparing 44 met de grendel- uitsteeksels 24 om de grendelhaken 22 in de groef 60 te drijven. Hierdoor wórdt ook de bedieningshuls N .vrijgegeven voor beweging naar rechts vanuit de grendelvrijgeefpositie van figuur 1 naar de grendelvasthoudpositie van figuur 2. In de 10 grendelvasthoudpositie zijn de buiteneinden van de grendel- uitsteeksels 24 in aangrijping met het binnenste cilindrische oppervlak van de bedieningshuls N op een plaats die verwijderd is van de uitsparing 44 aan de tegenovergestelde zijde daarvan van het omgekeerd gebogen buitenste eindgedeelte 40.
15 Ook komt het buiteneinde van het omgekeerd gebogen eindgedeelte 40 in aangrijping met een aanslag 64 op het steelonderdeel H voor het vasthouden van de bedieningshuls N om de verdere beweging daarvan naar rechts in figuur 2 tegen te gaan.
Wanneer de bestanddelen verbonden zijn zoals 20 in figuur 2 weergegeven, vereist deze verbinding de beweging-, van de bedieningshuls N naar links tot de grefideluitsteeksels-24 in hoofdzaak uitgericht zijn met de uitsparing 44. De axiale beweging van de bedieningshuls N naar links in figuur 2 wordt echter tegengegaan daar het uiteinde 56 van de arre-25 teerknop O in aangrijping komt met het uiteinde 36 van het aanslagorgaan dat door de aanslaghuls M gevormd wordt. Teneinde de bedieningshuls N vrij te maken voor de beweging naar zijn vrijgeefpositie, is het nodig om de arreteerknop O in te drukken en deze ingedrukt te houden terwijl de bedienings-30 huls N axiaal naar links gedreven wordt zodat het uiteinde 56 van de arreteerknop onder het uiteinde 36 van de aanslag door zal gaan zoals in figuur 1 weergegeven. Het grendelor-gaan vereist dus onafhankelijke bewegingen in twee verschillende richtingen voor het bewegen daarvan naar een vrijgeef-35 positie. De beweging van de knop O verloopt in hoofdzaak 85 0 0 5.0 4
BAD ORIGINAL
- 11 - naar de langsas 30 van de koppeling toe en daarvan af waarbij de beweging in hoofdzaak zwenkend verloopt om de knopbenen 50 in de sleuf 52.'Wanneer de uitsparing 44 eenmaal in hoofdzaak uitgericht is met de grendeluitsteeksels 24, worden door 5 de aandrukwérking van de veer 12, die de schuif D naar rechts drijft, ook de steelonderdelen H en Hl naar rechts gedreven. De samenwerkende kamoppervlakken tussen de grendel-haken 22 en groef 60 zorgen voor het door kamwerking in hoofdzaak radiaal naar buiten bewegen van de eindgedeelten 10 van de grendelonderdelen L voor opname van de grendeluitsteek sels 24 in de uitsparing 44. Het is mogelijk dat de schuif D in zijn open positie vastzit waarbij de aandrukkracht van de veer 12 onvoldoende is om deze naar zijn gesloten positie te bewegen. In dat geval hebben de groef 60 en grendelhaken 15 22 sameriwerkende kamoppervlakken, die voor de naar buiten gerichte beweging van de grendels zorgen om de grendeluitsteeksels 24 in de groef 44 in te stellen wanneer met de hand kracht uitgeoefend wordt om de huis- en steelkoppelingstelsels Ά, B te scheiden. De lichtklep I zal dan sluiten door het 20 in aangrijping komen daarvan met een zitting op het steel- onderdeel Hl onder de aandrukkracht van de veer 14. De schuif D kan echter vast blijven zitten in zijn open positie en dit kan resulteren in ongewenste fluidumlekkage uit het huis-koppelingstelsel A.
25 De positieve beweging van de schuif D uit zijn open positie van figuur 2 naar zijn gesloten positie van figuur 1 wordt verkregen door het verbinden van een aantal vingers of grendels R aan het schuifdeel D voor samenwerking daarmee bij het naar zijn gesloten positie trekken van de 30 schuif wanneer de huis- en steelkoppelingstelsels A, B ge scheiden worden. De vingers of grendels R en schroefveer 12 vormen sluitorganen voor het met kracht naar zijn gesloten positie bewegen van het schuifdeel D.
Zoals in figuur. 3 en 4 weergegeven, heeft ;— 35 een ringonderdeel S axiale en radiale flenzen 70, 72, waarbij 8500504 bad original -12- de axiale flens 70 voorzien is van naar binnen gerichte klinken 74. Ofschoon er. zoals weergegeven drie klinken '74 zich ongeveer 120° uiteen bevinden, zal het duidelijk zijn dat andere aantallen klinken en andere tussenafstanden ver-5 schaft kunnen worden. Bij de weergegeven inrichting bevinden een paar vingers of grendels R zich ongeveer 180° uiteen en buiten uitgericht verband met de klinken 74.
Elke vinger omvat een dun, veerkrachtig binnenste eindgedeelte 76 dat gelast of op andere geschikte 10 wijze aan de axiale flens 70 van het ringonderdeel S beves tigd is. De overige vingers R hebben een in hoofdzaak grotere radiale dikte dan de binnenste eindgedeelten 76 om zodoende in hoofdzaak stijf te zijn. De binnenste eindgedeelten 76 zijn gebogen nabij hun snijdingen met de eigenlijke vingers 15 zodat de vingers zich naar buiten uitstrekken vanaf de langs- as van het ringonderdeel onder een hoek van ongeveer 5°. De binnenste eindgedeelten van de vingers R zijn op veerkrachtige wijze buigbaar voor de radiaal naar binnen verlopende vingerbeweging vanuit de in figuur 3 en 4 weergegeven positie.
20 Wanneer de vingers eenmaal naar binnen bewogen zijn vanuit de in figuur 3 en 4 weergegeven posities, worden zij op veer-· krachtige wijze radiaal naar buiten gedrukt onder de invloed van de buigspanning in de binnenste eindgedeelten 76.
De buitenste eindgedeelten van de vingers 25 : R hebben naar binnen gerichte uitsteeksels of grendelhaken 78 met schuin verlopende kamoppervlakken aan de tegenovergestelde einden daarvan. De naar buiten gerichte uitsteeksels 80 zijn aangebracht tussen de binnenste en buitenste eindgedeelten van de vingers, en deze uitsteeksels bevinden zich 30 bij voorkeur in hoofdzaak dichter bij de buitenste eindge deelten van de vingers dam bij de binnenste eindgedeelten daarvan. De tegenovergestelde langseinden van de uitsteeksels 80 zijn voorzien van schuin verlopende kamoppervlakken zoals in figuur 4 weergegeven.
35 Een uitwendige omtreksgroef 82 is in het wAUÜf “4 - 13 - *
schuifdeel D aangrenzend aan het binnenste eindgedeelte daarvan gevormd. De axiale flens 70 op het ringonderdêel S wordt dicht opgenomen oirer het binnenste eindgedeelte van het schuifdeel D, en de klinken 74 snappen in de groef 82 voor 5 het vasthouden van het ringonderdeel S dat aan de schuif D
verbonden is. Wanneer de koppelingstelsels Ά, B ingekoppeld zijn zoals in figuur 2 weergegeven, liggen de huisgrendelha-ken 22 en schuifgrendelhaken 78 in een in hoofdzaak gemeenschappelijk vlak loodrecht op de langsas van het schuifdeel 10 D, en zijn deze opgenomen in de omtreksgroef 60 in het steel- . stelsel voor het ingekoppeld houden van de koppelingstelsels A, B.
In de positie van figuur 2 met de schuif D open, bevinden de naar buiten gerichte uitsteeksels 24 en 80 15 op de huisgrendels L en schuifvingers R zich axiaal uiteen en buiten uitgericht verband met de inwendige groef 44 in de huls N. Bij beweging van de huls N van de positie van figuur 2 naar de positie van figuur 1 voor het uitkoppelen van de koppelingstelsels A, B is de binnenste omtreksgroef 44 op 20 de huls N uitgericht met de naar buiten gerichte uitsteeksels 24 op de huisgrendels L zodat deze grendel^; naar buiten zwenken kunnen naar de in figuur 1 weergegeven positie. Op dat moment bevinden de naar buiten gerichte uitsteeksels 80 op de schuifvingers R zich echter nog axiaal van de groef 44 25 af zodat de vingers R in hun vergrendelingspositie gehouden worden met de grendelhaken 78 daarvan in de groef 60 opgeno- . men. De scheiding van de koppelingstelsels A, B resulteert in een trekkracht op de schuifvingers R voor het haar zijn gesloten positie trekken van de schuif D en, wanneer de schuif 30 " D zijn gesloten positie in aangrijping met de huisklep B in · hoofdzaak bereikt, zullen de naar buiten gerichte uitsteeksels 80 op de vingers in uitgericht verband met de huls-groef 44 bewogen zijn. Hierdoor wordt het voor de schuifvingers R dan mogelijk om naar buiten te bewegen naar de in 35 figuur 1 weergegeven positie onder de verende buigkracht 8500504 bad original - 14 - die door de binnenste eindgedeelten 76 daarvan verschaft wordt. Door de naar buiten gaande beweging van de schuif-
'"V
vingers R komende grendelhaken 78 buiten aangrijping met de groef 60 en wordt hierdoor de volledige scheiding van de 5 koppelingstelsels A, B mogelijk gemaakt.
Wanneer de schuifvingers R zich in de positie van figuur 2 bevinden, d.w.z. naar binnen bewogen zijn naar de langsas 30, bevinden zij zich in een werkzame positie voor het verschaffen van een positieve trekkracht op het 10 schuifdeel D om dit naar zijn gesloten positie te bewegen wanneer de koppelingstelsels gescheiden worden. De vingers R zijn naar buiten beweegbaar van de langsas 30 af naar de in figuur 1 weergegeven onwerkzame positie waarin de naar buiten gerichte grendeluitsteeksels 24, 80 op de huisgrendels L en 15, vingers R axiaal met elkaar uitgericht zijn terwijl de gren delhaken 22, 78 zich axiaal van elkaar af bevinden. In de open positie van de schuif D (figuur 2) zijn de grendelhaken 22, 78 dus axiaal met.elkaar uitgericht terwijl de grendeluitsteeksels 24, 80 zich axiaal van. elkaar af bevinden, en in 20 de gesloten positie van de schuif D. (figuur 1) zijn de grendel uitsteeksels 24, 80 axiaal uitgericht met elkaar terwijl de grendelhaken 22,. 78 zich axiaal van elkaar af bevinden.
Voldoende speling is verschaft tussen de huisgrendels L om de schuifvingers R zonder belemmering op te 25 nemen. De samenwerkende kamoppervlakken tussen de groef 60 en schuifgrendelhaken 78 versterken de naar buiten gaande beweging van de schuifvingers R naar hun onwerkzame positie wanneer de koppelingstelsels A, & gescheiden worden. De samenwerkende kamoppervlakken tussen de schuifgrendeluitsteeksels 30 80 en groef 44 versterken de naar binnen gaande beweging vein ' de schuifvingers R naar hun werkzame positie wanneer de koppelingstelsels A, B ingekoppeld worden. De beweging van de schuifvingers R verloopt onder de regeling van de bedienings-organen die door de axiaal beweegbare huls N gevormd worden.
35 In één relatieve axiale positie tussen de huls N en de vingers 85 0 0 5-0 4
BAD ORIGINAL
- 15 - werkt de huls N met de grendeluitsteeksels 80 samen voor het in hun werkzame positie houden van de vingers. In een andere relatieve axiale positie tussen de huls N en de vingers wordt de radiaal naar buiten gaande beweging van de vingers 5 naar hun onwerkzame positie verschaft door opname van de t grendeluitsteeksels 80 in de groef 44.
Wanneer de koppelingstelsels A, B samen ingesteld zijn voor inkoppeling zoals in figuur 1 weergegeven, bewegen de schuifgrendelhaken 78 eerst in de groef 60 als 10 het klepzittingonderdeel Hl in aangrijping komt met het schuifdeel D om dit naar links te bewegen in figuur 1 terwijl door de samenwerkende kamoppervlakken tussen de uitsteeksels 80 en de groef 44 dé schuifgrendels naar binnen bewegen.
Bij axiale verplaatsing van. het schuifdeel D en de grendels 15 of vingers R naar links over een voldoende afstand om de gren delhaken 22, 78 axiaal uit te richten, bewegen de grendelhaken 22 ook in de groef 60.
Met de koppelingstelsels ingekoppeld zoals in. figuur 2 weergegeven, resulteert de scheiding van de delen 20 eerst in het naar buiten zwenken van de huisgrendels L waar bij de uitsteeksels 24 in de groef 44 opgenomen worden'. De.
/ schuifgrendelhaken 78 blijven echter met de groef 60 verbonden tot de schuif D en schuifgrendels of vingers R axiaal naar rechts bewogen zijn in figuur 2 over een voldoende af-25 stand voor het axiaal uitrichten van de schuifgrendeluitsteek sels 80 met de groef 44 en de huisgrendeluitsteeksels 24.
Op dat moment zwenken de schuifvingers R gok naar buiten om de volledige scheiding van de koppelingstelsels mogelijk te maken.
30 - Zoals in figuur 1 en 2 weergegeven, is het huiskleponderdeel E één eindgedeelte van een lang onderdeel 90 met een van uitwendige schroefdraad voorzien tegenovergesteld eindgedeelte 92 dat in een van inwendige schroefdraad voorzien gat 94- in het geribde steunonderdeel G opgenomen is. 35 Het geribde steunonderdeel G wordt binnen het holle huisonder- 8500504
BAD ORIGINAL
- 16 - deel C vastgehouden tussen een naar binnen gerichte kraag 96 en een snapring 98 die in een geschikte omtreksgroef in het huisonderdeel C opgenomen is. De snapring 98 bevindt zich tussen de kraag 96 en de huisklep E.
5 Zoals figuur 5. en 6 weergeven heeft het ge ribde geleidingsonderdeel K een aantal in omtrekszin uiteen·? gelegen radiale ribben 102 welke zich naar buiten uitstrekken vanaf een cilindrische geleidingshuls 104 die een axiaal gat 106 daardoor heeft. De axiale lengte van de geleidings-10 huls 104 van de ribben 102 tot het vrije einde van de gelei dingshuls is in hoofdzaak groter dan de axiale afmeting van de ribben 102. Hoewel het geleidingsonderdeel K op geschikte wijze vervaardigd kan worden volgens een verscheidenheid van gebruikelijke werkwijzen, kunnen poedermetaalmethodes in het 15 bijzonder wenselijk blijken.
Figuur 7 en 8 tonen een lang hol gelei-dingsasonderdeel J dat een. lange en holle cilindrische gelei-dingsas 108 heeft met een enigszins afgerond uiteinde 110 en liporganen in de vorm van drie naar buiten gerichte recht-20 hoekige lippen 112 die in omtrekszin gelijke afstanden uitéén liggen aan het tegenovergestelde einde daarvan. De lippen 112 zijn enigszins omgekeerd teruggebogen naar het afgeronde einde 110 toe. Het geleidingsonderdeel J kan gestampt worden uit plat metaalmateriaal en heeft, zoals in figuur 8 weergegeven, 25 een langsnaad 114 die zich langs de geleidingsas 108 uitstrekt.
Ook snijdt de naad het afgeronde einde 110 ter plaatse vein een centraal gat 116 en snijdt deze het tegenovergestelde einde tussen twee aangrenzende lippen 112.
De axiale lengte van de holle geleidings-30 as 108 is tenminste ongeveer van dezelfde lengte als de tata-' le axiale lengte van het gat 106 in de geleidingshuls 104 van het geleidingsonderdeel K·. De geleidingsas 108 is opgenomen in het geleidingshulsgat 106 voor het geleiden van de axiale beweging van de lichtklep I- De schroefveer 14 om-35 geeft de geleidingshuls 104 en de geleidingsas 108, en heeft 8500504
BAD ORIGINAL
- 17 - één einde aanliggend tegen de ribben 102 en een tegenovergesteld einde aanliggend tegen de geleidingsonderdeellippen 112 *
Het steelonderdeel H (figuur 1 en 2) is 5 uitgevoerd in de vorm van een holle romp die van inwendige schroefdraad voorziene kleine en grote eindgedeelten 120, 122 heeft. Een haar binnen gerichte kraag 124 is dichter aangebracht bij het kleine eindgedeelte 120 dan het grote eindgedeelte 122 en is naar het grote eindgedeelte 122 toegekeerd. 10 Het klepzittingonderdeel Hl is van uitwendige schroefdraad voorzien en is opgenomen binnen het grote eindgedeelte 122. Deze inrichting vereenvoudigt de montage van de lichtklep en maakt het mogelijk óm verschillende soorten verloopstukken in het kleine einde 120 te gebruiken.
15 Figuur 9-11 tonen bladtype veerorganen P
die gestampt zijn uiteen platte strook van roestvrij staal. Tegenovergestelde vleugels 130 strekken zich naar buiten uit vancif een plat gebied 132 en zijn gebogen tot in hoofdzaak dezelfde kromte als het bixmènoppervlak van de bedienings-20 huls N. Een sleufdoordringingsgedeelte 134 verloopt schuin naar links van het platte gebied 132, en gaat over in een .in / hoofdzaak plat en enigszins omhoog hellend gedeelte 136 dat op zijn beurt overgaat in een omhoog hellend gedeelte 138.
Een hellend gedeelte 140 strekt zich omlaag naar links uit 25 van het omhoog hellende gedeelte 138 en gaat over in een an der in hoofdzaak plat enigszins omhoog hellend gedeelte 142 dat uitloopt in'het omlaag gebogen eindgedeelte 144. Een hel--lend gedeelte 148 strekt zich omlaag naar rechts ..uit vanaf het platte gebied 132 en gaat over in een ander in hoofdzaak 30 - plat gebied 150 dat aansluit op het omhoog, hellende gedeelte 152 om uit te lopen in een plat eindgedeelte 154. Het hellende gedeelte 134 heeft een smallere breedte dan het overige gedeelte van de veer P en divergeert naar buiten langs het in hoofdzaak platte gebied 136.
35 De veer P is ingesteld op de bedienings- 8500504
BAD ORIGINAL
- 18 - * huls N zoals in figuur 12 en 13 weergegeven. Alle delen van de veer P rechts van de sleuf 52 en het hellende gedeelte 134 bevinden zich binnen de huls N, terwijl alle delen van de veer P links van de sleuf 52 en het hellende gedeelte 134 zich 5 buiten de huls N bevinden. Het. platte gebied 132, de vleu gels 130 en het platte eindgedeelte 154 komen in aangrijping met. het binnenoppervlak van de huls N. De vleugels 130 zorgen voor de stabiliteit door het onder een hoek komen te staan van de veer P tegen te gaan en deze in hoofdzaak evenwijdig 10 aan de lahgsas van de bedieningshuls N te houden. Het platte eindgedeelte 154 bevindt zich aan de tegenovergestelde zijde van de kraalrand 42 en de groef 44 vanaf de sleuf 52. De hellende gedeelten 148, 152,. die verbonden zijn door het platte gedeelte 150, zorgen voor de veerwerking.
15 Het in hoofdzaak platte gedeelte 136 is be stemd om in aangrijping te komen met het buitenoppervlak van de huls N tussen de sleuf 52 en de opening 48. De hellende gedeelten 138, 142 maken de omlaag verende buiging mogelijk, terwijl het hellende gedeelte 140 enige meegevendheid naar 20 rechts van het gedeelte 142 toelaat. De breedte van het hel lende gedeelte 134 is in hoofdzaak minder dan de breedte van ' de sleuf 52, en de lengte van de veer is zodanig dat het gedeelte 142 en het eindgedeelte 144 neergedrukt kunnen worden door de opening 48.
25 Bij beschouwing van figuur 14-17 wordt gezien dat de arreteerknop 0 ingebracht wordt tot in de opening 48 van binnen de huls N en dat deze tegenovergestelde zijomtreksgebieden 160 en een achteromtreksgebied 162 heeft, dat in aangrijping komt met het binnenoppervlak van dfe huls 30 . N nabij de opening 48. De arreteerknop O heeft verheven ge bieden 164, 166, waarbij het gebied 166 hoger is dan het gebied 164. De eindgedeelten 56 van het verheven gebied 164 nabij het achteromtreksgebied 162 kunnen in aangrijping komen met het binneneinde 36 van de aanslaghuls M om de langsge-' 35 richte beweging van de huls N naar links in figuur 1 en 2 - 19 - te blokkeren om zodoende de grendelonderdelen L in hun vergrendelde posities te houden.
•Ben kn^opkraag 170 verloopt hellend omhoog naar rechts vanaf het achteromtreksgebied 162 tot in het ver-5 heven gebied 164 tussen de eindgedeelten 56. Het verheven gebied 166 loopt uit in een paar zijdelingse uiteengelegen benen of kn^ophaken 50 die zich omlaag uitstrekken vanaf het gebied 166 eri enigszins teruggebogen zijn naar links zoals in figuur 15 weergegeven. De kn-opbenen of haken 50 10 strekken zich door de sleuf 52 uit en zijn aan tegenoverge- . stelde zijden van het hellende veergedeelte 134 ingesteld.
Het veereindgedeelte 144 komt in aangrijping met de kn-op-kraag 170 om de knop. 0 naar links te drukken zodat de haken of bénen 50 stevig in aangrijping komen met de rand van de 15 sleuf 52. De veergedeelten 138, 140 en 142, die onder de knop 0 liggen, staan ook onder een omlaag gerichte buigspanning zodat de knop 0 normaal omhoog gedrukt wordt naar een blok-keerpositie waarin de knopeindgedeelten 56 in aangrijping zullen komen met de aanslag 36 om de beweging van de bedie-20 ningshuls N naar links tegen te gaan. Door het met de hand in drukken van de knop O naar een vrijmaakpositie tegen de aan- drukkracht van de veer P kunnen de knopeindgedeelten 56 en het verheven gebied 164 onder de aanslag 36 door gaan zodat de huls N en knop O naar links bewegen kunnen en de beweging 25 mogelijk maken van dé grendelonderdelen L naar hun vrijgege ven posities door het uitgerichte verband van de hulsgroef 44 met de grendeldeeluitsteeksels 24.
Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat een snel in en uit te koppelen koppeling voor 30 ' het doorvoeren van fluidum onder druk samenwerkende huis- en steelkoppelihgstelsels omvat. Het hüiskoppelingstelsel omvat een axiaal beweegbare schuif met een gesloten positie waarin deze in aangrijping is met een huisklep wanneer de twee koppe-lingsstelsels uitgekoppeld zijn, en met een open positie die 35 van de huisklep verwijderd is wanneer de twee koppeling- 8500504 bad original - 20 - stelsels ingekoppeld zijn. Grendelvingers·, die aan de schuif verbonden: zijn, werken met het steelkoppelingstelsel samen voor het naar zijn gesloten positie trekken van de schuif wanneer de twee koppelingstèlsels uitgekoppeld zijn. De huis-5 klep, die mét de schuif samenwerken kan, is gemonteerd op één. eindgedeelte van een Icing onderdeel, welke het tegenovergestelde eindgedeelte daarvan gestoken heeft in. een géribd steunonderdeel, dat binnen het huis vastgehouden wordt tussen een kraag en een snaprüig. Een lichtklep in.het steelstelsel 10. heeft een hol metalen stampstuk, dat een geleidingsas vormt, die ópgenomen is in een geleidingsgat in een axiaal lange geleidingshuls op een geribd- geleidingsonderdeel. Een in langsrichting beweegbare huls,, die met de grendelonderdelen samenwerken kan, heeft een knop die naar een blokkeerpositie 15 gedrukt wordt door een bladtype veer voor samenwerking met een aanslag om de beweging van de huls tegen te gaan, en een knop is indrukbaar naar een vrijmaakpositie om de beweging van de huls te veroorloven.
. De uitvinding is beschreven met betrekking 20 tot de voorkeursuitvoering. Natuurlijk zullen modificaties en wijzigingen opkomen bij anderen bij het lezen van de voorgaande gedetailleerde beschrijving en het zich een begrip vormen daarvan. Het is de bedoeling om al dergelijke modificaties en wijzigingen voor-'zover zij binnen het kader van de 25 uitvinding vallen mede te omvatten.
8500504
BAD ORIGINAL

Claims (32)

1. Koppelingonderdeel voor een snel in en uit te koppelen koppeling, bestaande uit een lang hol huis met een langsas en een klep die inwendig ondersteund is daar- 5- in en waarvan de axiale beweging ten opzichte daarvan tegen gegaan wordt, een schuif die door dit huis ondersteund wordt eneen axiale beweging uitvoeren kan tussen een gesloten positie, waarin deze met de klep in aangrijping is, en een open positie, die axiaal verwijderd is van de klep, schuifsluit-10 organen voor het bewegen van de schuif naar de gesloten posi tie en voorzien van lange vingers die eerste eindgedeelten hebben welke in samenwerkend verband verbonden zijn aan de schuif en vrije buitenste eindgedeelten, waarbij de vingers naar buiten divergeren in een richting van de binnenste eind-15 gedeelten naar de buitenste eindgedeelten in de gesloten po sitie van de schuif, en de vingers naar binnen bewogen worden naar de genoemde as in de open positie van de schuif, en axiaal beweegbare huisorganen die door het huis gedragen worden buiten de vingers in samenwerkend verband daarmee voor 20 het verschaffen van de beweging daarvan naar binnen en naar buiten ten opzichte van de genoemde as. i
2. Koppelingonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de binnenste eindgedeelten van de vingers verbonden zijn aan een ringonderdeel dat op zijn beurt ver- 25 bonden is aan de schuif.
3. Koppelingonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt door naar buiten gerichte uitsteeksels op de vingers tussen de binnenste en buitenste eindgedeelten vóór samenwerking met de huls.
4. Koppelingonderdeel volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de naar buiten gerichte uitsteeksels voorzien zijn van kamoppervlakken op tenminste de einden daarvan die zich het dichtst bij de binnenste eindgedeelten bevinden, en deze kamoppervlakken schuin na$r buiten verlopen in een 35 richting van de binnenste eindgedeelten naar de buitenste 85 0 0-5 0 4 bad original -22-. eindgedeelten.
5. Koppelingonderdeel voor een snel in en uit te koppelen koppeling:, bestaande uit een lang hol huis met een langsas en een klep die inwendig ondersteund is daar- 5 in en waarvan de axiale beweging ten opzichte daarvan tegen gegaan wordt, een schuif die ondersteund is door het huis en een axiale beweging, uitvoeren kan tussen een gesloten positie, waarin'deze in aangrijping is met de klep, en een open positie, die axiaal verwijderd is van de klep, en eerste en twee-10 de grendelorganen die respectievelijk gedragen worden door het huis en de schuif voor het. op vrij te geven wijze verbinden van het koppelingonderdeel met een daarmee samenwerkend koppelingonderdeel.
6. Koppelingonderdeel volgens conclusie 5, 15 gekenmerkt doordat de eerste en tweede grendelorganen bestaan uit een aantal lange grendelonderdelen die vrije buitenste eindgedeelten hebben, welke zwenkbaar zijn naar en van de genoemde as tussen de vergrendelde en ontgrendelde posities.
7. Koppelingonderdeel volgens conclusie 6, 20 gekenmerkt door een buitenhuis- die gedragen wordt door het -· huis en een axiale beweging ten opzichte daaraan uitvoeren kan en samenwerken kan met de grendelonderdelen voor het bewegen daarvan naar de gegrendelde posities en voor het verschaffen van een beweging daarvan naar de ontgrendelde posities.
8. Koppelingonderdeel volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de huls werkzaam is om voor de beweging van de door het huis gedragen grendelonderdelen naar de ontgrendelde positie te zorgen vóór de beweging van dé 'door de naarde huls gedragen grendelonderdelen 'ontgrendelde positie.
9. Koppelingonderdeel volgens conclusie 5, gekenmerkt door beweegbare bedieningsorganen die door het huis gedragen worden om samen te werken met de grendelorganen voor het bewegen daarvan naar de gegrendelde posities en het verschaffen van de beweging daarvan naar de ontgrendelde 35 posities. 65 0 0 5 0 4 BAD ORIGINAL - 23 -
10. Koppelingonderdeel volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de bedieningsorganen werkzaam zijn om voor de beweging van de'door het huis gedragen grendelorganen naar de ontgrendelde,.positie te zorgen vóór de beweging van 5: de door de schuif gedragen grendelorganen naar de ontgrendelde, positie.
11» Koppelingonderdeel volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de grendelorganen voorzien zijn van naar binnen gerichte grendelhaken op de buitenste eindgedeelten 10 daarvan, waarbij de grendelorganen die gedragen worden door ' zowel'het huis als de schuif de grendelorganen in hoofdzaak axiaal uitgericht hebben in de vergrendelde posities daarvan, en de grendelhaken op de grendelorganen, die door het huis gedragen worden, axiaal verplaatst worden van de grendelhaken 15 die door de schuif gedragen worden in de ontgrendelde posi ties van de grendelorganen.
12. Koppelingonderdeel volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat· de grendelorganen voorzien zijn van daarop naar buiten gerichte grendeluitsteeksels, waarbij de grendel- 20 organen, die gedragen worden door zowel het huis als de s'chuif, de grendeluitsteeksels in hoofdzaak axiaal/ uitgericht hebben in de ontgrendelde posities daarvan, en de grendeluitsteeksels op de grendelorganen, die door het huis gedragen worden, axiaal verplaatst worden.van de grendeluitsteeksels die door de 25 schuif gedragen worden.in de vergrendelde posities van de grendelorganen.
13. Koppelingonderdeel voor een snel in en uit te koppelen koppeling, bestaande uit een Icing hol huis met een langsas en een klep die inwendig ondersteund is daar- 30 in en waarvan de axiale beweging ten opzichte daarvan tegen gegaan wordt, een schuif die ondersteund wordt door het huis en een axiale beweging uitvoeren kan tussen een gesloten positie, waarin deze in aangrijping is met de klep, en een open positie, waarin deze axiaal yerwijderd is van de klep, 35 schuifsluitorganen voor het bewegen van de schuif naar de 8500504 BAD ORIGINAL - 24 - gesloten positie en voorzien van lange vingers die eerste eindgedeelten hebben: welke verbonden zi jn aan de schuif en vrije buitenste eindgedeelten,. waarbij de vingers in de open positie van de schuif een werkzame positie hebben, waarin de 5 buitenste eindgedeelten aangegrepen kunnen worden door een ' ander koppelingonderdeel voor. het uitoefenen van een trekkracht op de schuif wanneer het andere koppëlingonderdeel van de schuif af bewogen wordt, en de vingers een onwerkzame positie buiten de werkzame positie hebben wanneer, de schuif 10 ' zich in de gesloten positie bevindt, en naar buiten gerichte uitsteeksels op de vingers tussen de eerste en buitenste eindgedeelten daarvan voor samenwerking met een ander onderdeel om voor de beweging van de vingers tussen de werkzame en onwerkzame standen te zorgen afgaande op veranderingen in de 15 relatieve axiale betrekking tussen de uitsteeksels en dit an dere onderdeel.
14. Koppelingonderdeel volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat het andere onderdeel, dat met de vinger-uitsteeksels samenwerken kan, bestaat uit een buitenste huls 20 die in aangrijping komt met de uitsteeksels voor het in de werkzame positie houden van de vingers en eenf groef heeft voor het opnemen van de uitsteeksels bij relatieve axiale beweging tussen de huls en uitsteeksels om voor de beweging van de vingers naar de onwerkzame positie te zorgen.
15. Koppelingonderdeel volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de eerste eindgedeelten van de vingers verbonden zijn aan een ring die op zijn beurt verbonden is aan de schuif.
16. Idchtklepstelsel, bestaande uit een 30 hol huis, dat aan lichtklep opneemt, die een langsgerichte beweging uitvoeren kan tussen open en gesloten posities, een geleidingsas, die zich axiaal uitstrekt vanaf de lichtklep, geleidingsorganen, die een gat hebben, dat de geleidingsas nauwsluitend en op verschuifbare wijze opneemt voor de ge-35 leidingsbeweging daarvan, waarbij de geleidingsorganen een BA% SjSgIIiSl® ^ - 25 - centrale axiaal lange galeidingshuls omvatten, met het genoemde gat daarin en een aantal in omtrekszin uiteengelegen steunribben die ziqh naar buiten uitstrekken vanaf de gelei-dingshuls nabij het eindgedeelte daarvan dat zich hét verst 5; van de lichtklep af bevindt , en de axiale lengte van de ge- leidingshuls vanaf de steunribben tot de lichtklep in hoofdzaak groter is dan de axiale afmeting van de ribben.
17. Lichtklepstelsel volgens conclusie 16, gekenmerkt doordat de geleidingsas hol is en een naar bui- 10 ten gericht liporgaan daarop heeft aangrenzend aan de licht klep, en waarbij een schróefveer de geleidingshuls en as omgeeft en tegenovergestelde einden heeft, die tegen de lei-ribben en de liporganen aanliggen.
18. Lichtklepstelsel volgens conclusie 17, 15 gekenmerkt doordat de geleidingsas uit een metalen stampstuk bestaat.
19. Lichtklepstelsel volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat de geleidingsas een naar binnen gekeerd afgerond vrij einde heeft, dat in het genoemde gat opgenomen 20 is.
. 20. Lichtklepstelsel, bestaande uit een. hol huis met van inwendige schroefdraad voorziene grote en kleine openingen terplaatse van tegenovergestelde eindgedeel-ten daarvan, een van uitwendige schroefdraad voorzien klep-25 zittingonderdeel dat opgenomen is in de genoemde grote ope ning en een inwendige klepzitting heeft, een naar binnen gerichte kraag in het huis tussen de genoemde eindgedeelten, een geleidingsonderdeel dat naar buiten gerichte., in omtrekszin uiteengelegen ribben heeft, die tegen de kraag inge-30 ' steld zijn, en een centraal geleidingsgat heeft, een lichtr klep die in het huis opgenomen is tussen het geleidingsonderdeel en het klepzittingonderdeel en een langsgerichte beweging uitvoeren kan tussen een gesloten positie, waarin deze in aangrijping is met de klepzitting, en een open positie, «· 35 waarin deze zich van de klepzitting af naar het geleidings- 8500504 bad original - 26 - onderdeel toe bevindt, en aandrukorganen tussen het gelei-dingsonderdeel en de lichtklep voor het normaal naar de gesloten positie drukken vari de lichtklep.
21. Lichtklepstelsel volgens conclusie 20, 5 gekenmerkt doordat het klepzittingonderdeel naar buiten steekt uit de genoemde grote opening en een uitwendige om-treksgroef daarin heeft buiten het huis voor het opnemen, van grendelonderdelen op een.snel in en uit te. koppelen koppeling-onderdeel.
22. Lichtklepstelsel volgens conclusie 20, gekenmerkt doordat het geleidingsonderdeel een axiaal lange geleidingshuls omvat, die zich van de genoemde ribben naar de lichtklep uitstrekt en het genoemde geleidingsgat daarin heeft, en waarbij de axiale lengte van de geleidingshuls van 15 de ribben tot het vrije einde daarvan groter is dan de axiale afmeting' van de ribben.
23. Lichtklepstelsel volgens conclusie 22, gekenmerkt door een lange geleidingsas die zich van de lichtklep tot in het genoemde geleidingsgat uitstrekt.
24. Lichtklepstelsel volgens conclusie 23,·· gekenmerkt doordat de geleidingsas uit een ho/L metalen stamp-· stuk bestaat, dat naar buiten gerichte liporganen daarop heeft aangrenzend aan de lichtklep, en waarbij de genoemde aandruk-organen een schroefveer omvatten, die de geleidingshuls om-25 geeft en één einde aanliggend tegen de liporganen en een te genovergesteld einde aanliggend tegen de ribben heeft.
25. Klepstelsel, bestaande uit een lang hol huis met een naar binnen gerichte inwendige kraag, rib-organen voor het ondersteunen van een klep in het huis en met 30 één riborgaaneinde ingesteld tegen de kraag,een inwendige omtreksgroef in het huis aangrenzend aan het tegenovergestelde riborgaaneinde en waarin een snapring opgenomen is voor het in het huis vasthouden van de riborganen, welke riborganen een van schroefdraad voorzien centraal gat omvatten, waarbij ~ 35 een lang klepsteunonderdeel één eindgedeélte in het gat ge- 85 0 05.0 4 BAD ORIGINAL - 27 - schroefd en een klep op het tegenovergestelde eindgedeelte daarvan heeft, en de snapring ingesteld is tussen de kraag en klep.
26. Snel in en uit te koppelen koppeling 5 met een in langsrichting beweegbare huls voor het verschaffen van de beweging van grendelorganen tussen vergrendelde en vrijgegeven posities, een arreteerknop die door de huls gedragen wordt en een blokkeerpositie heeft,, waarin deze samenwerken kan met aanslagorganen voor het tegengaan van de 10 langsgerichte beweging van de huls, welke knop indrukbaar is naar een vrijmaakpositie ten opzichte van de aanslagorganen voor het mogelijk maken van de langsgerichte beweging van de huls, en bladtypeveerorganen, die door de huls gedragen worden, voor het normaal naar de blokkeerpositie drukken van de knop.
27. Koppeling volgens conclusie 26, gekenmerkt doordat de huls een opening heeft, waarin de knop opgenomen is, en een sleuf, die in langsrichting van de opening verwijderd is, waarbij de bladtypeveerorganen zich door de sleuf uitstrekken en met één gedeelte onder de knop liggen 20 terwijl een tegenovergesteld gedeelte zich uitstrekt langs een binnenoppervlak van de huls aan de tegènovergestelde zijde van de sleuf vanaf de opening.
28. Koppeling volgens conclusie 27, gekenmerkt doordat de knop haakorganen omvat, die zich omlaag 25 uitstrekken door de sleuf.
29. Koppeling volgens conclusie 28, gekenmerkt doordat de haakorganen bestaan uit een paar zijdelings uiteengelegen haken, waarbij de bladtypeveerorganen zich tussen deze haken uitstrekken om onder de knop te liggen.
30. Koppeling volgens conclusie 27, gekenmerkt doordat de bladtype veerorganen zich zijdelings uitstrekkende vleugels omvatten, die in aangrijping komen met het binnenoppervlak van de huls nabij de sleuf en aan de tegenovergestelde zijde daarvan vanaf de opening.
31. Koppeling volgens conclusie 27, 85 0 0-5 0 4 BAD ORIGINAL - 28 - gekenmerkt doordat de knop een omlaag gerichte kraag aan de onderzijde daarvan nabij het eindgedeelte daarvan tegenovergesteld aan de sleuf heeft, en de bladtype veerorganen een uiterste eindgedeelte hebben, dat met de kraag in aangrijping 5 komt.
32. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. · !
NL8500504A 1984-02-27 1985-02-22 Snelkoppeling voor fluïda onder druk. NL192398C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/583,747 US4596272A (en) 1984-02-27 1984-02-27 Coupling
US58374784 1984-02-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8500504A true NL8500504A (nl) 1985-09-16
NL192398B NL192398B (nl) 1997-03-03
NL192398C NL192398C (nl) 1997-07-04

Family

ID=24334395

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500504A NL192398C (nl) 1984-02-27 1985-02-22 Snelkoppeling voor fluïda onder druk.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4596272A (nl)
JP (1) JPH0774676B2 (nl)
AU (1) AU3808585A (nl)
BE (1) BE901817A (nl)
CA (1) CA1249852A (nl)
DE (1) DE3507151C2 (nl)
FR (1) FR2560346B1 (nl)
GB (1) GB2154684B (nl)
NL (1) NL192398C (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4685490A (en) * 1983-01-19 1987-08-11 Swagelok Company Coupling
US4884591A (en) * 1988-09-01 1989-12-05 Aeroquip Corporation Reconnectable frangible ball valve coupling
US4982761A (en) * 1989-06-20 1991-01-08 Swagelok-Quick Connect Co. Valved quick connect/disconnect coupling
EP0462318A1 (en) * 1990-06-18 1991-12-27 AXIS SpA Armature gripping machine
US5178428A (en) * 1990-06-18 1993-01-12 Axis Usa, Inc. Armature gripping machine
US5123447A (en) * 1991-03-11 1992-06-23 Calvin John H Quick disconnect coupling
DE9204384U1 (nl) * 1992-03-31 1992-07-09 Weh Gmbh, Verbindungstechnik, 7918 Illertissen, De
US6082401A (en) * 1995-01-06 2000-07-04 Colder Products Company Low spill high flow quick coupling valve assembly
JPH11500517A (ja) * 1995-01-06 1999-01-12 コールダー・プロダクツ・カンパニー 低流出高流量急速結合弁アセンブリ
TW327672B (en) * 1995-10-05 1998-03-01 Babcock & Wilcox Co Field serviceable fill tube for use on heat pipes
US6161578A (en) * 1996-10-09 2000-12-19 Colder Products Company Low spill high flow quick coupling valve assembly
US6375227B1 (en) 1999-11-01 2002-04-23 Patrick J. Brenner Lateral displacement assist collar for hose coupler
US6543814B2 (en) 2000-08-10 2003-04-08 John M. Bartholomew Quick connector
JP4564325B2 (ja) * 2004-10-15 2010-10-20 日東工器株式会社 管継手の雌型継手
DE102004053538A1 (de) * 2004-11-05 2006-05-11 Veritas Ag Kupplungsvorrichtung zum Verbinden von Leitungen und Kraftfahrzeug mit einer derartigen Kupplungsvorrichtung
US7762279B2 (en) 2005-11-05 2010-07-27 Snap-Tite Technologies, Inc. Threaded coupling with flow shutoff
US7575024B2 (en) 2005-11-05 2009-08-18 Snap-Tite Technologies, Inc. Threaded coupling with flow shutoff
US8960310B2 (en) * 2011-06-14 2015-02-24 Cameron International Corporation Apparatus and method for connecting fluid lines
DE102012000607A1 (de) * 2012-01-16 2013-07-18 Norma Germany Gmbh Kupplungselement und Entriegelungselement für das Kupplungselement
ITMI20130522A1 (it) * 2013-04-05 2014-10-06 Alfa Gomma S P A Innesto rapido idraulico o oleodimamico per fluido in pressione
DE102014103888A1 (de) * 2014-03-21 2015-09-24 Norma Germany Gmbh Steckkupplungselement
SE542889C2 (en) * 2017-09-08 2020-08-11 Steelwrist Ab Hydraulic coupling device and female coupling unit

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3123099A (en) * 1964-03-03 High pressure fluid coupling
GB504404A (en) * 1937-11-03 1939-04-25 Dunlop Rubber Co Improvements in or relating to pipe joints
US2468849A (en) * 1947-10-15 1949-05-03 Foster J Trainor Detachable coupling
US2637572A (en) * 1950-07-14 1953-05-05 Us Army Self-sealing coupling
US2951713A (en) * 1956-03-12 1960-09-06 Hoffstrom Bo Nilsson Couplings
DE1131952B (de) * 1956-03-12 1962-06-20 Bo Nilsson Hoffstroem Ventil-Steckkupplung fuer Rohr- oder Schlauchleitungen mit radial beweglichen Sperrfingern
GB856471A (en) * 1957-07-31 1960-12-14 Aeroquip Corp Self-sealing coupling
US3039794A (en) * 1958-07-14 1962-06-19 On Mark Couplings Inc Quick disconnect coupling for high pressure fluids
US3224728A (en) * 1960-04-18 1965-12-21 Aeroquip Corp Self-sealing coupling
US3113588A (en) * 1960-05-09 1963-12-10 On Mark Couplings Inc Fluid conduit coupling
US3211178A (en) * 1961-07-24 1965-10-12 Aeroquip Corp Concentric coupling
US3613726A (en) * 1965-12-02 1971-10-19 Purolator Products Inc Balanced pressure coupling
US3474827A (en) * 1966-02-09 1969-10-28 Emco Wheaton Coupler and adapter and seal structure therefor
US3435848A (en) * 1967-03-20 1969-04-01 James R Johnston Fluid line coupler
DE1947939C3 (de) * 1969-09-22 1973-10-25 Wolf-Geraete Gmbh, 5240 Betzdorf Aus einem Aufnahmeteil und einem Steckteil bestehende Steckkupplung fur Schlauche, insbesondere Gartenschlauche
US4266614A (en) * 1979-07-12 1981-05-12 Otis Engineering Corporation Valve
US4442863A (en) * 1981-04-30 1984-04-17 Systron Donner Corp. Fluid line coupling device

Also Published As

Publication number Publication date
GB8504932D0 (en) 1985-03-27
DE3507151A1 (de) 1985-08-29
GB2154684B (en) 1987-08-19
DE3507151C2 (de) 1995-08-10
US4596272A (en) 1986-06-24
NL192398C (nl) 1997-07-04
CA1249852A (en) 1989-02-07
NL192398B (nl) 1997-03-03
JPH0774676B2 (ja) 1995-08-09
JPS60196491A (ja) 1985-10-04
FR2560346A1 (fr) 1985-08-30
BE901817A (fr) 1985-06-17
FR2560346B1 (fr) 1988-12-30
GB2154684A (en) 1985-09-11
AU3808585A (en) 1985-09-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500504A (nl) Koppeling.
US4671540A (en) Coupling
US20230248122A1 (en) Magnetic buckling assembly
RU2381120C2 (ru) Устройство для соединения щетки стеклоочистителя с его рычагом, а также щетка стеклоочистителя, рычаг стеклоочистителя и соответствующая соединительная деталь
EP0273324B1 (en) Automatically locking slider
NL192539C (nl) Koppeling voor een gasdrukleiding.
US4846506A (en) Quick connect coupling
US6983958B2 (en) Supply connection device for a fluid pressure system
EP2743557B1 (en) Self-closing positive engagement clip
EP0972468B1 (en) Drawer slide and drawer incorporating quick-release connection
EP1570758B1 (en) Reverse-separating device for slide fastener
US6899408B2 (en) Track device for a drawer
AU724291B2 (en) Couplers
GB2165583A (en) Slide fastener slider with detachable pull tab
JPS5846269A (ja) 球形切換え部材を有するコツク
US2683911A (en) Automatically locking slider for slide fasteners
EP1045186A2 (en) Hose clip
JPH1025942A (ja) 窓ステー
CN111828509B (zh) 制动衬片复位装置、制动衬片组件和车辆盘式制动器
US4823436A (en) Two-part connecting fixture for furniture which includes a sprung-detent locking lever
NZ224244A (en) Window stay
EP0653536B1 (en) Hinge Assembly
MXPA03005508A (es) Brida de apriete.
EP2832250B1 (en) A press stud with an anti-uncoupling system
US4358880A (en) Quick release snap

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20000901