NL8500081A - Vloeistofverzamelsysteem. - Google Patents

Description

* VO 7C06 £ ........

Vloeistofverzamelsysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een vloeistofverzamelsysteem te gebruiken bij een verdampende koeler en in het bijzonder op een afwateringsverzamelsysteem voor het opnemen van water dat uit een lucht/water warmteuitwisselcantactlichaam valt, dat geplaatst is binnen 5 een koeltoren en boven het verzamelsysteera.

3ij een bekende koeltoren i3 het bekend een luchtstroom toe te passen on een vloeistof zoals water te koelen door contact van de lucht en vloeistof in een warmteuitwisselend lichaam dat zich binnen de koeltoren bevindt. Dergelijke koeltorens zijn normaliter voorzien van een 10 systeem voor het opvangen van het water dat uit het warmteuitwisselend contactlichaan valt.

Bekende vloeistofverzamelsystemen bevatten een schotel of brug aan de basis van de toren waarin het water uit het contactlichaan valt. Omdat het wamteuitwisselend contactlichaam normaliter ver boven het 15 grondniveau ligt, kan het water veel lawaai maken wanneer dit op de schotel of de verzamelbrug stoot. Voorts wordt een grote hoeveelheid energie vereist om het verzamelde water in hercirculatie te brengen door een paap welke dit terugvoert naar het waterdistributiesysteem dat zich boven het warrateuitwisselend contactlichaam bevindt.

20 Het gebruik van op tussengelegen niveau aanwezige verzamelsystemen is reeds voorgesteld om het lawaai en de energiekosten te beperken, ilet Franse octrooischrift 876.525 openbaart vloeistofopneeminrichtingen welke zich direct onder het gas/vloeistofwamteuitwisselende contactlichaam bevinden. De vloeistofopneeminrichtingen omvatten een wand 25 welke ten opzichte van de vertikaal helt en een trog of goot langs de onderrand van de wand. De inrichtingen zijn evenwijdig opgesteld en overlappen elkaar cm te voorkanen dat vloeistof dat van het contactlichaam valt rechtstreeks op de basis van de koeltoren terechtkomt.

In het Amerikaanse octrooischrift 4.215.080 (hierna aangeduid als 30 -030 patent) is ooscnreven wat beschouwd moet worden als de grote nadelen van opneeminrichtingen volgens het Franse octrooischrift 876.525.

Het patent -C80 vermeldt dat vloeistofdruppels welke op de hellende wanden omschreven in het Franse octrooischrift 876.525 terechtkomen na contact met de wanden uiteenspringen en veel lawaai maken.

35 Ook zullen de druppels welke op de hellende wanden spatten 8500081 i' * -2- tot zijdelings buiten de goten wegspringen, welke zich langs de onderrand van de wanden uitstrekken. De goten verzamelen derhalve niet al het vallende water dat op de hellende wanden terechtkomt en het water dat tegen de wanden aanspat komt terecht in de verzamelbak en de basis 5 van de koeltoren, hetgeen wederom een lawaaiprobleem veroorzaakt.

Ben antispatinrichting is beschreven in het -080 patent en dient om de nadelen van de verzaaelinrichtingen omschreven in het Franse octrooischrift 876.525 te ondervangen. Het -080 patent beschrijft een anti-spatinrichting welke zich bevindt boven de hellende wand en wordt 10 gebruikt voor het verzamelen van valleidwater uit het contact of warmteuitwisselende lichaam. De anti-spatinrichting bevat een paneel voor opspattende vloeistof en bestaat uit verdeelde wanden welke doorgangen begrenzen welke van boven en onder open zijn en gesloten in de richting van de grootste helling van de schuinstaande wand. De in-15 richting is zodanig ontworpen dat water dat uit het contactlichaam valt door de doorgangen op de hellende wand kan passeren door waterdruppels welke tegen de wand spatten worden door de verdeelde elementen van het paneel tegengehouden.

De anti-spatinrichting volgens het -080 patent heeft vele nadelen 20 in constructie en gebruik. Aan de moeilijkheden van het water verzaael-systeem wordt nog toegevoegd de eis van een gescheiden paneel dat zich boven elke hellende wand van het systeem bevindt* Om de anti-spatinrich-tingen op te nemen is het bij bepaalde toepassingen noodzakelijk de scheiding te vergroten tussen de hellende wanden van het verzamel-25 systeem indien de hellende wanden elkaar moeten overlappen. Dit vergroot op zijn beurt de vertikale hoogte van het verzamelsysteem en werkt bepaalde voordelen tegen zoals het verminderen van geluid en het doen afnemen van het vereiste pompvermogen bij de hellende verzamel-wanden omschreven in het Franse octrooischrift 876.525.

.30 Een extra nadeel van de anti-spatinrichting volgens het -030 patent is dat bij bepaalde toepassingen een ongewenste terugval over de verzamelinrJcht'ing ontstaat. Bij tegenstroomtoepassingen, wordt koellucht in de toren gezogen onder de verzamelinrichting en passeert daardoorheen naar het contactlichaam dat zich boven de verzamelinrichting 35 bevindt. De anti-spatinrichtingen welke zich boven de hellende wanden 8500081 £.- -* -3- bevinden onderbreken de luchtstroom op een niet aanvaardbare wijze.

Het is dan nodig extra energie te leveren voor ean ventilator welke de luchtstroon door het verzamelsysteem perst om de grote weerstand welke ontstaat door de anti-spatinrichtingen te overwinnen.

5 liet doel van de uitvinding is te voorzien in een afwaterings- verzamelsysteem te gebruiken bij een verdampende koeler welke op doelmatige wijze het water verzamelt.

£en ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een af-wateringsverzaraelsystaem waarbij het mogelijk is dat lucht daar ongahin-10 derd doorheen kan passeren hetgeen resulteert in een verminderde drukval in het systeem.

Een. verder doel van de uitvinding i3 te voorzien in een verzamel" systeem welke een betreidielijk kleine vertikale ruimte benodigt en welke rechtstreeks gesteund kan worden nabij de onderzijde van het warmte-15 uitwisselende contactlichaam, waarbij energie wordt bespaard, vereist om het water dat verzameld is door het systeem op te pompen naar het verdeelsysteem boven het contactlichaam, zodat dit door het contact-lichaam in hercirculatie kan worden gebracht.

Een verder doel Van de uitvinding is te voorzien in een afwate-20 ringsverzamelsysteem waardoor het contactlichaam kan worden gesteund.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een verzamelsysteem waarbij het lawaainiveau binnen de koeltoren wordt verminderd dat wordt veroorzaakt door het water dat uit het contactlichaam valt.

25 Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een afwateringsverzamelsystsem waarbij de antispatinrichtingen, volgens de bekende inrichtingen, vermeden kunnen worden.

Bet afwateringsverzamelsysteem volgens de uitvinding kan bij voorkeur worden toegepast bij een verdampende koeltoren. Het systeem 30 bevindt zich binnen de koeltoren onder een lucht/water warrateuitwisee-lend contactlichaam voor het opnemen van het verzamelde water dat uit het contactlichaam valt. j * Het afwateringsverzamelsysteem bestaat in hoofdzaak uit een aantal wateropnemende platen welke evenwijdig lopen en hellen ten opzichte van de vertikaal. Naburige verzamelplaten vormen doorstroom- 33 i i 8500081 C β -4- kanalen voor lucht welke daar ongehinderd doorheen kan stromen. De wa-terverzamelplaten hebben boven- en ondereindgedeeltes waarbij de bovenste eindgedeeltes van elk gedeelte het ondereindgedeelte van een betreffende naburige plaat overlapt. De middengedeeltes van de platen vormen 3 in hoofdzaak platte boven en onderdelen. Het onderste gedeelte helt minder ten opzichte van de vertikaal van het bovengedeelte. De helling an lengte van elk gedeelte wordt gekozen in overeenstemming met de afstand waarover het water uit het contactlichaan moet vallen op het betreffende gedeelte zodat in hoofdzaak al hetwater dat uit het 10 contactlichaam valt niet van het vlak van de verzamelplaten wordt afgebogen. Het ondereindgedeelte van elk van de platen vormt primaire en secundaire verzamelkanalen aan de naar boven en naar omlaag gekeerde vlakken van de platen en lopen in hoofdzaak over de breedte van de platen. Het 'water dat op de platen valt wordt verzameld in de primaire 13 en secundaire kanalen. De primaire en secundaire kanalen hebben uit-laatpoorten voor de afvoer van het water dat in de kanalen wordt verzameld.

Het aiwataringsverzamelsysteem heeft voorts een frame voor het ondersteunen van de water verzamelende platen. Het frame heeft in 20 hoofdzaak vertikale zijsteunen aan de betreffende overliggende zijden van de verzamelplaten zodat deze zich tussen de zijsteunen uitstrekken. Hat dwarsplaatsen van de zijsteunen en verzamelplaten verschaft een versamelsysteen met een hoge torsiesterkte en een structurele stijfheid.

25 De zijsteunen van het frame hebben onderste gedeeltes welke goten vormen welke zich' bevinden onder de uitlaatpoorten van de verzamelplaten. Hater dat door de uitlaatpoorten op de verzamelplaten komt wordt opgenonen in de goten van de zijsteunen. Evenals de primaire en secondaire kanalen van de verzamelplaten hebben de goten in de 30 zijsteunen eveneens uitlaatpoorten welke het mogelijk maken dat water dat in de goten wordt verzameld naar een vaterafvoergoot kan stromen.

Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding worden met verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: fig. 1 een buitenaanzicht van een koeltoren met een gedeel-, 35 telijk weggebroken wand waardoor het afwateringsverzamelsysteem 8500081

4. A

-5- volgens de uitvbding zichtbaar wordt; fig. 2 een schematisch aanzicht van het afwateringsverzamel-systeem wanneer dit geplaatst is binnen de koeltoren met betrekking tot de andere componenten vein een verdampend koelsysteem; 5 fig. 3 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van het afvate- ringsverzamelsysteem volgens de uitvinding; fig. 4 een zijaanzicht van het afwateringsverzamelsysteem met een gedeeltelijk weggebroken frame; . fig. 5 een vooraanzicht van het afwateringsverzamelsysteem volgens 10 de uitvinding; fig. 6 een gedeeltelijke doorsnede van de vloeistof verzamelplaten volgens fig. 3 over de lijn VI-VI van fig. 3; fig. 7 een gedeeltelijke doorsnede door een andere uitvoeringsvorm van de verzamelplaten volgens ue uitvinding.

15 Uit fig. 1 en 2 blijkt, dat het afwateringsverzamelsysteem 2 vol gens de uitvinding zich bevindt binnen een koeltoren 4 onder een gas/ - vloeistofvarmteuitwisselcontactlichaam 6. In fig. 1 is een koeltoren 4 met natuurlijke trek getekend. De mantel 5 van de koeltoren 4 wordt boven * de grond gesteund en vormt een iniaatpoort 10 en een luchtafvoerpoort 20 12. Zoals bekend, veroorzaakt de kromming van de aantel 3 een opwaartse trek van de lucht welke binnentreedt in de richting van de pijlen A, door de componenten van het wamteuitwisselend systeem loopt en wordt afgevoerd door de luchtuitlaatpoort 12.

Ofschoon een koeltoren met natuurlijke trek in fig.1 en 2 is 25 getekend en beschreven is het duidelijk dat het afwateringsverzame1- systeem volgens de uitvinding ook kan werken bij een koeler met een door een ventilator geforceerde trek.

Fig. 1 van de tekeningen en meer in het bijzonder fig. 2 tonen de plaatsing van het afwateringsverzamelsysteem volgens de uitvinding met 50 betrekking tot de andere componenten van het warmteuitwisselingssysteem. j

Voor een duidelijk begrip van de uitvinding wordt het warmteuitwisselend systeem tenminste summier besproken.

Vloeistof welke gekoeld moet worden, zoals heet water uit een luchtconditioneersysteem of een elektrische centrale bijvoorbeeld, 55 stroomt volgens een hoofdleiding 14 en aftakkingen daarvan in ver- 8500081 | i -6-

» V

schillende vertikale stijgbuizen 16. Deze stijgbuizen 16 verdelen het water "over verdeelgoten 18 en verdeèlpi j oen 20 welke zich vanaf de heetwaterstijgbuizen 18 uitstrekken. De goten en buizen vormen een heet-waterverdeelsystsem dat in hoofdzaak het gehele dwarsdoorsnedevlak 5 van de koeltoren 4 beslaat. Jet doel is uiteraard on het hete water over een zo groot mogelijk vlak van de koeltoren te verdelen.

Direct onder de heetwaterverdeelgoten en buizen bevindt zich het gas/vloeistof warmteuitwisselende contactlichaan 6, in het algemeen aangeduid als vullichaam. Een voorbeeld van een contactlichaan dat 10 geschikt is voor gebruik in de koeltoren 4}i3 weergegeven in fig. 3 van het Amerikaanse octrooischrift 3.262.632. Het contactlichaan 6 Kan bestaan uit een aantal vertikale lagen of vulling, waarbij het aantal lagen afhangt van de vereisten van het systeem. Jet contactlichaam j kan van elk geschikt materiaal zijn vervaardigd zoals polyvinylchlori-15 de. De heetwaterverdeelbuisen hebben openingen welke het mogelijk maken dat heet water in het vullichaam valt, waardit in contact komt met een gas, zoals lucnt, welke door de inlaatpoorten 10 van de koeltoren binnentreedt en door het vullichaam heen loopt. Soals blijkt uit fig. 2 beïnvloedt de lucht het hete water volgens het tegenstroom- 20 principe d.w.z. het hete water valt door het vullichaam in een richting \ welke tegengesteld is aan de luchtstroom, ofschoon het ook mogelijk is dat het afwateringsverzamelsysteem volgens de uitvinding ook volgens het dwarsstroomorincipe kan werken. Jet contact van het hete water en de lucht in het vulmateriaal veroorzaakt een thermische uitwisseling 25 van warmte toanuip het water naar ae lucht. Het gekoelde water valt naar omlaag uit de bodem van het vullichaam terwijl de verhitte lucht opwaarts stroomt naar de uitlaatpoort 12 van de koeltoren.

Onder de lagen van het vullichaam bevindt zich het afwateringsverzamelsysteem 2 volgens de uitvinding. Zoals reeds opgemerkt is het 30 afwateringsverzamelsysteem ontworpen om verschillende lagen van het vullichaam te ondersteunen. Dit vereenvoudigt de mechanische constructie van het warmteuitwisselende systeem. Uiteraard kan het vullichaam' door gescheiden middelen boven of onder het afwateringsverzamelsysteem worden ondersteund.

35 Zoals de naam reeds aanduidt, zal het afwateringsverzamelsysteem 8500081 £ ·* -7- 2 koelwater dat uit het vullichaam valt opvangen en verzamelen en naar de«verschillende terugvoergoten 22 transporteren. De terugvoergoten 22 zijn verbonden met een aantal vertikale aftakkingen 24 welke leiden naar een hoofdterugvoerleiding 26. Ofschoon niet noodzakelijk, kan het 5 warnteuitwisselsystaea koeling verhinderende middelen 28 bevatten welke zich bevinden boven het waterverdeelsysteen on te voorkomen dat water wordt meegenomen door de luchtstroom opwaarts beweegt met de lucht naar de uitlaatpoort 12 van de koeltoren.

Met verwijzing naar de figuren 3-5 van de tekeningen wordt het 10 afwateringsverzaaelsysteem volgens de uitvinding in detail besproken.

Het afwatering3verzamel3ysteem bestaat in hoofdzaak uit twee hoofdelementen - een aantal vloeistofverzanelende platen en een staun-frame, als geheel aangeduic met respectievelijk de verv-ij zingscij fers 3G en 32.

15 De water verzamelende platen 30 lopen evenwijdig en hellen ten opzichte van de vertikaal zodat water dat uit het vullichaam valt dat zich bevindt boven de waterverzamelende platen valt in de naar boven gekeerde vlakken 34 van de platen en aldus wordt verzameld.

De evenwijdige opstelling van de waterverzaaelplaten 30 vormt een 20 aantal doorstroomkanalen 36 voor lucht. Deze lucht loopt in hoofdzaak ongehinderd door deze kanalen 36 omhoog naar het contactlichaam 6.

Dit is een belangrijk voordeel van de uitvinding. Een geremde luchtstroom veroorzaakt een grotere drukval in het vloeistofverzamelsysteem en zal het rendement van de thermische warmteuitwisseling tussen het hete water 25 en de lucht doen afneaen. Het is dus gewenst da drukval in de verzamel-inrichting zo laag mogelijk te houden.

Fig. 6 toont in doorsnede een aantal waterverzamelplaten 30 volgens de uitvinsing. De waterverzamelende platen hebben een boveneind- | gedeelte 33, een hoofdlichaam 40 en een ondereindgedeelte 42. Deze 30 drie delen vormen één geheel uit hetzelfde materiaal of kunnen zijn onderverdeeld in componenten welke zijn samengevoegd ter vorming van de gewenste vorm als weergegeven in de tekeningen.

Het boveneindgedeelte 33 van elke verzamelplaat overlapt vertikaal het ondereindgedeelte 42 van een betreffende naburige plaat zodat 35 in hoofdzaak al het water dat uit het vullichaam valt door de platen wordt verzameld.

8500081 -3- i ΐ

Het hoofdlichaam 40 van de platen vormt in hoofdzaak platte delen en met een andere voorafbepaalde helling. De helling van ten minste enkele delen is gekozen afhankelijk van de afstand dat het water moet vallen uit het vullichaam op de delen van de platen 30.

5 Water dat van een grotere hoogte valt heeft voldoende energie om op de vlakken van de platen 30 uiteen te spatten. Gevonden werd dat dit spatten kan worden vermeden wanneer de ondersts gedeelten van de platen, welke het water opvangan dat van grotere hoogte valt, minder ten opzichte van de vertikaal hellen dan de bovengedeelten.

Dit blijkt in het bijzonder uit fig. 8 van de tekeningen, riet hoofdlichaan 40 van de uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 6 is verdeeld in twee secties - een bovensectie 44 en een ondersectie 4« -waarbij de ondersectie minder helt ten opzichte van de vertikaal dan de bovansectie. Water dat op de ondersectie 46 valt vanaf een gro-15 tere afstand uit het contactlichaan 3 dan het water dat op de ondersectie 44 valt. Om water aan de onsersectie 46 te doen hechten, moet deze minder ten opzichte van de vertikaal hellen dan de bovensectie 44. Waterdruppels welke op het vlak van de bovsnsectie spatten zullen op de ondersectie vallen en daaraan hechten.

2q De voorkeurs vertikale hoogte van de verzamelplaten .30 is 30 cm.

De bovensecties 44 vormen een hoek p( van ongeveer 45° net de vertikaal en strekken zich boven ongeveer 25% aan het hoofdlichaam 40 uit.

Gevonden werd dat wanneer de verzamelplaten een vertikale hoogte hebben van 30 cm en het contactlichaam 6 ongeveer 10 cm boven het boveneinde van 25 de verzamelplaten ligt, een hellingshoek van 45° voorkomt dat water vanaf de bovensectie 44 zal spatten.

Water dat op de resterende 75% van het hoofdlichaam 40 valt, heeft voldoende energie zodat dit op een hellend vlak van 45° kan spatten. Daartoe is het ondergedeelte 46 anders hellend dan het bovengedeelte 44 30 en vormt bij voorkeur een hoek fy van ongeveer 33° met de vertikaal.

Water dat uit het vullichaam valt wordf Opgevangen doordat dit hecht aan de naar boven gekeerde vlakken 34 daarvan.

Het water dat door de platen wordt verzameld loopt over da hellende gedeeltes naar de ondereind gedeeltes 42 waar dit wordt ver-35 zameld.

Het ondereindgedeelte 42 van elke plait 30 is zodanig gevormd dat dit een primair verzanelkanaal 48 vormt. Dit bevat een bodemwand 8500081 Λ * -9- 50, welke bij voorkeur is afgerond, en zijwanden 52 welke zich opwaarts vanaf de bodemwand 50 uitstrekken waardoor een open trog of goot ontstaat. Het primaire verzamelkanaal 48 heeft afvoerpoorten 54 in de overliggende eindgedeelten daarvan om water af te voeren dat ich 5 in hèt kanaal 48 verzamelt.

Cm te voorkomen dat water dat is opgenomen door het primaire verzamelkanaal overloopt of uit het kanaal 48 spat, verdient het aanbeveling dat het ondereinde van het hoofdlichaam 40 van de waterver-zamelende plaat gedeeltelijk in het kanaal reikt en het binnenzij vlak 58 10 van een van de zijwanden 52 van een ander eindgedeelte 42 verbindt. Het binnenwaarts reikende gedeelte 56 van de plaat begrenst met de zijwand 52 tegenover die welke met de plaat verbonden is , een beperkte opening 60 voor het kanaal. Deze beperkte opening draagt bij tot het vasthouden van water in het kanaal.

15 het is doelmatig wanneer een rand 62 aanwezig is welke zich ten dele uitstrekt in het kanaal vanaf de bovenomtreksrand 64 van de zijwand 52 tegenover die, welke het hoofdlichaam 40 van de plaat verbindt. Deze rand voorkomt ook dat water uit het kanaal kan treden.

De zijwand 52 waaraan het hoofdlichaam 40 van de waterverzame-20 lende plaat is verbonden kan op liet bovengedeelte een uitsteeksel 66 bevatten. Dit uitsteeksel 66 vormt met het binnenwaarts uitstekende deel 56 van het hoofdlichaam een tweede verzamelkanaal 68 dat zich bevindt aan het naar omlaag gekeerde vlak 70 van de waterverzamelende plaat 30 en strekt zich evenals het primaire verzamelkanaal 48 in 25 hoofdzaak over de breedte van da plaat uit. De secondaire verzamel-kanalen hebben eveneens afvoerpoorten 69 aan de overliggende eindgedeelten teneinde daarin opgenomen water te kunnen afvoeren.

Het voordeel, van de aanwezigheid van een secondair verzamelkanaal is dat waterdruppels vaak worden meegevoerd door de luhhtstroom en neex-30 slaan op de naar omlaag gekeesde vlakken 70 van de verzamelplaten.

Cmdat de platen hellen zullen de waterdruppels ook over de naar omlaag ' gekeerde vlakken 70 verplaatsen en wanneer er geen secondair

verzamelkanaal aanwezig zou zijn, zullen de waterdruppels op de onder- I

einden 42 van de platen terechtkomen. Gevonden werd dat het secundaire 35 verzamelkanaal 63 ongeveer 2% van het vallende water uit het vul-lichaara opnemen, zelfs bij een overlapping van de verzamelplaten.

8500081

ΐ V

-10-

Dlt draagt bij tot een aanzienlijke verbetering van het rendement van het verzamelsysteem.

Volgens fig. 7 van da tekeningen zijn de verzamelplaten 30 alternatief voorzien van een hoofdliciiaam 4C uit drie secties. Evenals 5 bij de uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 6 van de tekeningen, is een hellend bovengedeelte 72 aanwezig welke bij·voorkeur een hoek * van 45° vormt met de vertikaal en zich over het bovenkwarteinde van het hoofdlichaam 40 uitstrekt. Een middengedeelte 74 is eveneens aanwezig welke bij voorkeur minder helt ten opzichte van de vertikaal 10 dan de ondersectie 4ó van de voorgaande uitvoeringsvorm. Een onder-sectie 76 is aanwezig welke meer helt ten opzichte van de vertikaal dan de middansectie 74. Gevonden werd dat de normale luchtstroom tussen de verzamelplaten 30 oorzaak is dat waterdruppels uit het vullichaam vallend slechts worden afgewogen naar de bovenste midden-15 secties 72,74 van de varzamëlplaten. De baan welke de waterdruppels volgen wordt weergegeven door streeplijnen in fig. 6 an 7.

Omdat water niet direct van het vullichaam op de ondersectie 75 van het hoofdlichaam valt, is het niet noodzakelijk dat deze sectie meer helt dan de boven- en middensecties.De ondersectie 76 wordt pri-20 mair gebruikt on water naar het primaire verzanelkanaal 73 te doen stromen.

Het boveneincgedeelte 33 van de water verzamelende platen kan een vlakke rand 78 hebben met een naar omlaag gerichte rand 73. De rand 73 en de naar omlaag gericnte rand 73 bevorderen de ondersteuning van de 2S ’ verzamelplaten aan het frame dat de platen draagt.

Zoals reeds opgsmerkt heeft het afwateringsverzamelsysteem volgens de uitvinding voorts een frame 32 voor het ondersteunen van de water-varzamelplaten 30. Hst frame omvat in hoofdzaak vertikale zijsteunen 80 welke aan betreffende overliggende zijden van de verzamelplaten 30 zijn gelegen zodat deArerzamelplaten zich uitstrekken tussen de zijsteunen zoals weergegeven in fig. 3 van de tekening.

De zijsteunen 80 hebben in hoofdzaak vlakke centrale delen 82 en boven- en ondergedeeltes resp. 84 en 36.

Het bovengedeelte 34 van de zijsteunen kan een vlakke rand 88 35 hebben voor het ondersteunen van een contactlichaam 5 boven de verzamel- 8500081 -11- d ** platen. De rand 88 kan doorlopen tot in de naar onlaag gekeerde rand 89.

Het onderste gedeelte 36 van de zijsteunen vormen goten 90 onder de uitlaatpoorten 54/69 van de primaire en secondaire verzamel-5 kanalen van de platen voor het opnamen van door ce uitlaatpoorten afgevoerde vloeistof. Elke goot 90 wordt in hoofdzaak begrensd door een bodemvand 92 welke zich uitstrekt vanuit het centrale gedeelte 82 van een zijsteun/ binnenwaarts naar de verzamelplaten en een vrij staande zijwand 94 welke zich opwaarts uitstrekt vanaf de bodem 92.

10 Ou te voorkomen dat water over de top van de vrijstaande zijwand 94 vloeit, kan de zijwand 94 een rand 96 hebben welke zich binnenwaarts uitstrekt naar do goot 90 vanaf de bovenste ontreksrand van de zijwand 94. De goter. van de zijsteunen hebben uitlaatpoorten 93 waardoor water dat verzameld is in de goten naar de terugvoergoot 15 100 kan stromen.

Het afwateringsverzamelsysteam volgens de uitvinding geeft voorts verbeterde middelen niet alleen voor het verzamelen van gekoeld water dat uit het contactlichaan valt doch ook voor het ondersteunen van het contactlichaan. Deze kunnen genakkelijk en goedkoop 20 worden vervaardigd. De verzamelplaten en de zijsteunen kunnen zijn vervaardigd uic plaatmateriaal/ of ander materiaal of door het extraderen of persen uit plastic. Een gehele eenheid* van het afwaterings-verzamelsysteem, d.w.z. de zijsteunen en de verzamelplaten kunnen worden verenigd door lassen, solderen, hardsolderen, kitten of lijmen 25 van de elementen van de eenheid onderling. Door het begrenzen van da maximum afstand waarover het water uit het contactlichaam op de * i verzamelplaten valt tot ongeveer 43 cm en de helling van de onder-sectie 46 van de platen in fig. 6 of de middensectie 74 van de platen weergegeven in fig. 7 van de tekening tot 40° ten opzichte van de 30 vertikaal, kan het rendement bij de verzameling van het water tot 100% oplopen. De- aanwezigheid van een secondair verzamelkanaal op het naar omlaag gekeerde vlak van de verzamelplaten verzekert dat waterdruppels welke worden meegevoerd door de luchtstroom en op het naar omlaag gekeerde vlak terecht kanen, worden verzameld.

35 Het is duidelijk dat het frame van elke eenheid een 85 0 0 0 8 1

• V

-12- afstand veuv 900 on kan overspannen en aan elk einde wordt gesteund door een water verzamelende goot 100 .ook in het midden door een spant 102. Een overspanning van 450 cm tussen de steunorganen wordt verkregen ten dele door de structurele stijfheid van het frame door 5 ae rand 88 en de goot 30, respectievelijk in de boven- en ondergedeeltes van de zijsteunen .Zoals blijkt .uitfig. 3 en 4 van de tekeningen kuirai verschillende eenheden in de lengte en breedte worden verenigd ter vorming van een verzanelsvsteen met in hoofdzaak liet dwars-, doorsnedevlak van de koeltoren.

10 :iet zij opgeaerkt dat de dvarsplaatsing van de verzamelplaten met betrekking tot Je zijsteunen van het frame de structurele integriteit van de verschillende eenheden waarborgt welke het afvateringsverzamol-systeen volgens de uitvinding vormen. De dwarse plaatsing van de verzamelplaten vormt de dwarse steun voor het frame. Deze opstelling van 15 de platen en de zijsteunen verschaft voor elke eenheid een grotere torsiesterkte en biedt meer veerstand aan wringing en spanning veroorzaakt door waterbelasting en luchtstroom.De torsiesterkte van elke eenheid wordt voorts verbeterd doordat de platen zich over een groot gedeelte van de hoogte van de zijsteunen uitstrekken en door de toe-20 passing van platen met naar boven gekeerde onderste gedeeltes, welke de primaire varzamelkanalen 48 vormen, en naar omlaag gekeerde bovenste gedeeltes, welke de randen 78*en 79 begrenzen.

Het afwateringsverzamelsysteeu volgens de uitvinding kan gemakkelijk worden aangepast aan de vereisten van een verdampend koel-25 systeem. Voor het vergroten van de waterbelasting bijvoorbeeld is het slechts noodzakelijk neer verzamelplaten bij een gegeven lengte toe te passen, d.w.z. het doen afhemen van de afstand tussen naburige verzamelplaten·

Hoewel weergegeven en beschreven met betrekking tot de tekenin-^ gen is het duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot die uitvoeringsvormen en dat verschillende veranderingen en modificaties mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8500081

Claims (16)

1. Afwateringsverzanelsysteen te gebruiken bij een verdampende koeltoren, welk systeem geplaatst is dwars op de luchtstroom binnen de koeltoren en onder een gas/vloeistof warmteuitwisselend contact-. lichaam voor het opvangen van vallend water en dit te verzamelen, 5 welk afwateringsverzamelsysteem bestaat uit: Een aantal vloeistofverzanelplaten, welke platen evenwijdig lopen en hellen ten opzichte van de vertikaal, waarbij aan elkaar grenzende platen doorvoerkanalen voraen voor de in hoofdzaak ongehinderde doorgang van lucht, waarbij elk van de platen bovenste en onderste 10 eindgedeeltes heeft waarbij het bovenste eindgedeelte het onderste eindgedeelte van eennaburige plaat overlapt, welke platen over hst centrale gedeelte zodanig zijn gevormd dat zij platte delen vormen elk met een verschillende helling, waarbij de helling van bepaalde delen gekozen is afhankelijk van de afstanden tussen het contactlichaam 15 en de plaatsecties zodat de platen in hoofdzaak al het uit het contactlichaam op de platen vallende water kunnen op vangen, waarbij het onderste eindgedeelte van elk van de platen an primaire verzaznelgoot vormt welke zich in hoofdzaak dwars op de breedte van de betreffende plaat uitstrekt voor het opvangen van water tot waar de plaat is gericht, 23 terwijl de primaire verzamelgoten uitlaatpoorten hebben voor het daarin verzamelde water en een steunframe voor de verzamelplaten aanwezig is, welk frame in hoofdzaak vertikale zijsteunen heeft aan overliggenae zijden van de verzamelplaten waarbij deze zich tussen de steunen uitstrekken, waarbij de 3tand van de platen met betrekking tot de zij-25 steunen van het frame daaraan torsiesterkte geeft, waarbij de zijsteunen onderste gedeeltes hebben in de vorm van goten onder de uitlaatpoorten van de verzamelplaten om de daardoor afgevoerde vloeistof op te vangen.

2. Vloeistofverzama lp laat voor een afwaterverzamelsysteem, welk systeem wordt gébruikt bij een verdampende koeltoren en geplaatst bin-30 nen de koeltoren onder een gas/vloeistofwarnteuitwisselend contactlichaam voor het opnemen van daaruit vallend water en dit te verzamelen welke verzamelplaat helt ten opzichte van de vertikaal en een boven-eindgedeelte, een ondereinögedeelte en een hoofdlichaan tussen de bovenen ondereindgedeelten bevat, waarbij het hoofdgedeelte een in hoofdzaak 35vlak deel is net ^verschillende voorafbepaalde helling, waarbij de hellingen van de secties gekozen is afhankelijk van de afstand · 8500081 . -14- * f tussen hat contact lichaam en de plaatsecties zodat de verzamelplaten in hoófdzaak alle vloeistof opnemen welke uit het contactlichaam op een plaat valt, waarbij het ondereindgedeelte van de verzamelplaat een primair verzamelkanaal vormt alsmede een secundair verzamelkanaal 5 respectievelijk aan de overliggende vlakken van het hoofdlichaan, waarbij de primaire en secundaire verzamelkanalen zich in hoofdzaak dwars op de breedte van de plaat uitstrekken voor het opvangen van vloeistof dat naar de plaat is gericht, waarbij de primaire en secundaire verzamelkanalen uitlaatpoorten hebben voor de afvoer van zich 10 daarin verzamelende vloeistof.

3. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ondereindgedeelte een bodemwand heeft en zijwanden welke zich opwaarts vanaf de bodemwand uitstrekken en het primaire verzamelkanaal vormen.

4. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 3, net het kenmerk, dat het ondereinde van het hoofdlichaan aan een van de zijwanden van het onderste eindgedeelte is verbonden en ten dele in het primaire verzamelkanaal reikt ter vorming met de anders zijwand van een beperkte opening.

5. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het ondereindgedeelte voorts een uitsteeksel van de bovenrand van de zijwand bevat waarmede het hoofdlichaam is verbonden, welk uitsteeksel en ondereinde van het hoofdlichaam daartussen het secundaire verzamelkanaal vormen.

6. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het hulplichaam een bovensectie en een ondersectie omvat, waarbij de ondersectie een kleinere helling heeft ten opzichte van de verti-kaal dan dé bovensectie.

7. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 6/met het kenmerk, 30 dat de bovensectie zich over een kwart boveneinde van het hoofdlichaam uitstrekt en een helling heeft van ongeveer 45° ten opzichte van de vertikaal en de ondersectie onder een hoek van ongeveer 33° ten opzichte van de vertikaal helt.

8. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, 35 dat de ondersectie van het hoofdlichaam helt onder een hoek van ten 8500081 » -15- hoogste 40° ten opzichte van de vertikaal.

9. * Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het hoofdgedeelte ven de plaat een bovenste, een midden en een ondersectie vormt, waarbij de middensectie minder helt ten opzichte 5 van de vertikaal dan de bovensectie.

10. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middensectie van het hoofdlichaam tenminste onder 40° helt ten opzichte van de vertikaal.

11. Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, 10 dat het boveneindgedeelte van de plaat een vlakke rand heeft welke bijdraagt tot de·structurele ondersteuning van de plaat.

12. Afwateringsverzamelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de zijsteunen een boven- en ondergedeelte heeft en een in hoofdzaak vlak middengedeelte, waarbij het ondergedeelte 15 van elke zijsteun een bodemwand heeft welke zich vanaf het centrale gedeelte uitstrekt en een middenwand welke opwaarts loopt vanaf de bodemwand waarbij de goot aan elke zijde van de steunen wordt begrensd door de zijde en bodemwanden van hèt onderste gedeelte en het middengedeelte van de zijsteun.

13. Afwateringsverzamelsysteen volgens conclusie 12, metj. het kenmerk, . dat het bovengedeelte van el}; van de zijsteunen een vlakke rand heeft voor het ondersteunen van het contactlichaan daarboven.

14. Afwateringsverzamelsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de zijwand van het onderste gedeelte van elke zijsteun 25 een rand heeft welke ten dele in de goot vormt vanaf de bovenste omtreksrand.’ van de zijwand om te beletten dat vloeistof welke in de goot is verzameld over de bovenrand van de zijwand heen loopt.

15. ' Vloeistofverzamelplaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zijwand tegenover die welke aan het hoofdlichaam is verbonden 30 een rand heeft welke zich in hoofdzaak in het primaire verzamelkanaal uitstrekt vanaf de bovenontreksrand van de zijwand om te verhinderen dat vloeistof welke in het primaire verzamelkanaal is opgevangen - over * de bovenrand van de zijwand heen loopt. ;

16. Afwateringsverzamelsysteen te gebruiken bij een verdampende 35 koeltoren, welk systeem zich binnen de koeltoren bevindt onder een 8500081 * *- * y -16- gas/vloeistof warmteuitwisselend contactlichaam voor het opneaen van vloeistof welke daaruit valt en deze te verzamelen, welk ver-zamelsysteem bestaat uit een aantal vloeistofverzanelplaten, welke platen evenwijdig lopen en hellen ten opzichte van da vertikaal, 5 waarbij naburige verzamelplaten daartussen doorstroonkanalen vormen voor het in hoofdzaak ongehinderd doorlaten van gas, waarbij elk van de platen bovenste en onderste eindgedeeltes heeft alsmede een hoofdgedeelte gelegen tussen het bovenste en onderste eindgedeelte, waarbij het bovenste eindgedeelte van elke plaat het ondereind-10 gedeelte van een naburige plaat overlapt, het hoofdgedeelte van Je platen vlakke boven-, en ondersscties vormen, waarbij de ondersectie minder helt ten opzichte van de vertikaal dan de bovensectie, waarbij de hellingen van de boven- en onder secties gekozen zijn in afhankelijkheid van de vertikale afstand tussen het contactlichaam en de bovenste 15 en onderste secties, zodat de platen al de uit het contactlichaam op de platen vallende water kunnen opnemen en verzamelen, waarbij het ondereindgedeelte van elk van de platen de vorm heeft van een primair verzamelkanaal resp. een secondair verzamelkanaal aanwezig op de naar boven en naar onweren gekeerde vlakken van de plaat en 20 zich in hoofdzaak over de breedte van de plaat uitstrekken voor het verzamelen van vloeistof dat op de plaat komt, waarbij de primaire en secondaire verzamelkanalen in elke plaat uitlaatpoorten hebben voor de afvoer van daarin verzameld water, welke uitlaatpoorten gelegen zijn nabij overliggenae einden van de primaire en 25 secondaire verzamelkanalen, het ondereindgedeelte van elke plaat een bodemwand heeft en zijwanden welke zich opwaarts vanaf de bodem wand . uitstrekken ter begrenzing van het primaire verzamelkanaal, het hoofdlichaam van elke plaat aan het ondereinde gedeeltelijk uitsteekt in het primaire verzamelkanaal en verbonden is met een van 30 de zijwanden aan het ondereindgedeelte van de plaat onder de om- treks-xand van de zijwand ter begrenzing met de zijwand waaraan deze verbonden is van. een tweede verzamelkanaal en voor het begrenzen met de andere wand een beperkte opening voor het primaire verzamelkanaal en een steunframe voor de vloeistofverzamelplaten, welk frame 35 in hoofdzaak vertikale zijsteunen omvat op betreffende overliggende zijden van de verzamelplaten welke zich tussen de zijsteunen uit- 8500081 « r .» * -17- strekken, waarbij de plaatsing van de platen met betrekking tot de zijsteunen een frame vormen met een grote torsiesterkte, welke zijsteunen boven- en ondereindgedeeltes hebben alsmede een in hoofdzaak vlak centraal gedeelte, waarbij het bovengedeelte van elke zijsteun een vlakke rand heeft voor het daarboven ondersteunen 5 van het contactlichaam, terwijl het ondergedeelte van elke zijsteun een bodeawand heeft welke zich binnenwaarts vanaf het binnen-gedeelte uitstrekt tot aan de verzamelplaten en een vrijstaande zijwand welke zich opwaarts uitstrekt vanaf de bodeawand, zodat de zij- en bodemvancen en het middengedeelte van elke zijsteun 10 een goot vormen onder de betreffende uitlaatpoortan van de verzamelplaten om daarin opgevangen water te kunnen afvoeren. 8500081