NL8420130A - Papier dat chemisch gesubstitueerde cellulose bevat. - Google Patents

Description

i a $ z.u I ο u VO 6678

Titel: Papier dat chemisch gesubstitueerde cellulose bevat.

De uitvinding heeft betrekking op papier dat chemisch gesubstitueerde cellulose bevat. Het papier volgens de uitvinding bezit bijzonder goede rottingwerende eigenschappen en een bijzonder goede sterkte in natte toestand. Dat papier kan bijvoorbeeld worden gebruikt als uitgangs-5 materiaal bij systemen voor het potten van planten.

Rottingwerende papiersoorten worden voor een groot aantal doeleinden gebruikt, in de landbouw en de bosbouw worden zij bijvoorbeeld gebruikt als fabricagemateriaal bij systemen voor het potten van planten.

De huidige produktiemethodes berusten hierop, dat variërende hoe-10 veelheden PVA-vezels in het papier worden gemengd, waarbij tengevolge van de aanwezigheid van die vezels het papier de gewenste sterkte tegen ontleding verkrijgt. Een nadeel van deze methode is de tamelijk hoge kosten van die vezels. Het zou de voorkeur hebben om een rottingwerend papier te gebruiken dat uitsluitend berust op de aanwezigheid van een 15 natuurlijke vezel.

Door rottingwerende stoffen aan het papier toe te voegen, kan een bepaalde, maar niet toereikende sterkte tegen ontleding worden verschaft. Mogelijke giftige effecten van rottingwerende stoffen beperken eveneens hun toepassing op meer uitgebreide schaal.

20 In de literatuur zijn een aantal implicaties te vinden over het effect dat het mogelijk is om een langere bestandheid tegen ontleding te verschaffen door de chemische structuur van cellulose te modificeren.

In bijvoorbeeld "Microbial· decomposition of cellulose", Siu, R.G.H.,

Reirihold Publishing Corporation, New York (1951), is een theoretische 25 basis voor deze methode gegeven. Door de waterstofgroepen in de hydroxyl-groepen van cellulose te substitueren door andere groepen, worden verbindingen verkregen met de formule (C6H7°2(OH,3-y(OEVx waarin voorstellen 30 R = de gewenste modificatie, x = DP; lengte van de moleculeketen (aantal glucoseëenheden) y = DS; substitutiegraad.

84 2 0 1 3 0 ; ï · * - 2 -

Voor het verkrijgen van een voldoende sterkte tegen ontleding is hei nodig dat de 0-R binding zo stabiel mogelijk is, terwijl de hydrolyse, indien die er is, zeer langzaam plaatsvindt.

Met het oog op de sterkteëigenschappen van het papier heeft het de 5 voorkeur dat de reactieomstandigheden zo mild mogelijk zijn, wanneer deze derivaten worden bereid.

Thans is gevonden dat een papier, dat cellulosevezel bevat die chemisch is gesubstitueerd met N-methylolverbindingen, een uitstekende sterkte bezit tegen ontleding en een uitstekende sterkte in natte toe-10 stand. In dit verband betekent de uitdrukking papier eveneens kartonachtig papier, karton en andere soortgelijke produkten.

N-methylolverbindingen waaraan bij voorkeur kan worden gedacht zijn reactieprodukten van ureum, glyoxal en formaldehyde, zoals dimethyl-ol-dihydroxy-ethyleenureum (DMDHEU), monomethyl-dihydroxy-ethyleenureum 15 (MMDHEU), dihydroxy-ethyleenureum (DHEU) en acetyleen-di-ureumverbindin-gen. Ook kan gebruik worden gemaakt van gemethyloleerde melarainen en N-methylol-aerylamidecopolymeren.

Sr is opgemerkt dat al de hierboven genoemde verbindingen stabiele verbindingen vormen met cellulose. Wanneer gebruik wordt gemaakt van 20 cyclische N-methylolverbindingen, is het nuttig dat een koolstofatoom dat zich naast een stikstofatoom bevindt, een stikstof- of zuurstofatoom als daaraan grenzend atoom heeft. Dit is bijvoorbeeld zo in het geval van dimethylol-dihydroxy-ethyleenureum en van gemethyloleerd melamine.

Het papier overeenkomstig de uitvinding wordt bij voorkeur bereid 25 door gebruikelijk papier aan een oppervlaktebehandeling te onderwerpen. Wanneer hoge temperaturen of, in het bijzonder, een lange reactietijd wordt toegepast, verdient het aanbeveling de oppervlaktebehandeling te laten plaatsvinden in een eenheid die apart staat van de papiermachine.

In principe is het ook mogelijk om de stoffen reeds in een zo vroeg 30 stadium als dat van de lijmpers van de papiermachine toe te voegen en alleen maar het condenseren uit te voeren in een aparte eenheid.

Voor het laten plaatsvinden van de reactie is een verhoogde temperatuur vereist alsmede een verdamping van het water dat tijdens de reactie ontstaat. N-methylolverbindingen vergen bovendien- een katalysa-35 tor teneinde met cellulose te reageren. Latente of potentiële zuren kunnen als katalysator fungeren. Een typische katalysator is MgC^; 34 2 0 1 3 0 .-3- * i een geschikte concentratie van de katalysator bedraagt bijvoorbeeld 20 gew.%, berekend op de reactieve verbinding. De temperatuur kan bijvoorbeeld zijn gelegen tussen 130 en 2QQ°C, bij voorkeur tussen 140 en 180°C. De benodigde condensatietijd is afhankelijk van de temperatuur.

5 Wanneer een sterk zure katalysator en een hoge temperatuur wordt toegepast, kan een zeer korte condensatietijd worden verkregen.

Door de concentraties van reactieve stoffen in de oplossing of dispersie te variëren, is het op een eenvoudige wijze mogelijk om de hoeveelheid reactieve stof, die op het papier wordt geabsorbeerd, te 10 variëren en daardoor de sterktegraad tegen ontleding van het papier te beïnvloeden. Ben geschikte te doseren hoeveelheid bedraagt, afhankelijk van de gewenste sterkte tegen ontleding, 1-10% N-methylolverbinding, berekend op het gehalte aan droge vaste stoffen van hef papier.

Door gebruik te maken van difunctionele of polyfunctionele reagen-15 tia, is het mogelijk om verknopingen te doen ontstaan, die, benevens de sterkte tegen ontleding, aan het papier tevens een uitstekende sterkte in natte toestand geven.

De uitgangsmaterialen van de papiersoorten volgens de uitvinding zijn betrekkelijk goedkoop, de papiersoorten kunnen onder betrekkelijk 20 milde omstandigheden worden vervaardigd, en, aangezien slechts in water oplosbare of gedispergeerde reagentia bij de' fabricage worden gebruikt, is de fabricage ook gemakkelijk vanuit het oogpunt van de werkhygiëne.

De papiersoorten volgens ds uitvinding bezitten een goede sterkte tegen ontleding en een goede sterkte in natte toestand, en de mate 25 waarin deze eigenschappen aanwezig zijn kan ook gemakkelijk worden geregeld door de substitutiegraad of verknoping van de cellulose te variëren.

De N-methylol verbindingen verbeteren tevens de dimensionele stabiliteit en de stijfheid van de papierprodukten, hetgeen nuttig is, bijvoorbeeld bij de vervaardiging en het gebruik van gegolfde vezelplaat.

30 De papiersoorten kunnen in principe voor alle toepassingen worden gebruikt waarbij een goede sterkte tegen ontleding alsmede een goede sterkte t in natte toestand worden vereist. Als voorbeelden kunnen worden genoemd verpakkingsmaterialen, zoals zakken, gegolfde vezelplaten, dozen*en vaten, papieren bindtouw, en in het bijzonder plantpotten en 35 ondergronden om planten te laten op groeien.

8420130 - 4 - ' f' i »

Wanneer papieren zakken, bindtouw, vaten en andere produkten worden vervaardigd, is het mogelijk om ofwel het papier te behandelen, waaruit het betreffende produkt gaat worden vervaardigd, of om dat pro-drukt eerst te vormen en dan het voltooide produkt te behandelen. De 5 behandeling is evenwel steeds dezelfde. Het papier wordt geïmpregneerd met een oplossing of dispersie die een N-methylolverbinding bevat, waarna het drogen en het condenseren, waarbij warmte is vereist, plaatsvinden. Als een tussenwijze van fabricage kan een fabricage worden beschouwd, waarbij het papier wordt geïmpregneerd, gedroogd, het betref-10 fende produkt wordt gevormd en het voltooide produkt met warmte wordt behandeld.

Het is essentieel bij de fabricage van al deze produkten dat de lijmingsgraad van het papier laag is, dat colofoniumlijmstoffen worden vermeden, en dat het papier, indien mogelijk, uit conifeercellulose is 15 vervaardigd. Op deze wijze zijn geen hoge concentraties aan N-methylol-verbindingen vereist, teneinde een voldoende sterkte tegen ontleding te verschaffen. Anderzijds worden brosheid van het papier en het verlorengaan van andere papiertechnische eigenschappen vermeden.

Aangezien cellulose van loofhout veel carboxylgroepen bevat, worden 20 tijdens het modificeren daarvan tevens esterbindingen gevormd, die niet even stabiel zijn als etherbindingen. Wanneer porties die pulp van loofhout bevatten worden opgenomen in papier op basis van pulp van coniferen, wordt, een papier verkregen dat ontleedt door het vormen van holtes, terwijl het skelet van het papier toch stevig blijft bestaan. Hiervan 25 kan op nuttige wijze gebruik worden gemaakt bij systemen voor het potten van planten.

Een dergelijke papier kan bijvoorbeeld worden vervaardigd door afvalmateriaal met colofoniumlijm, dat 50-100 gew.% goed verpulpte berkevezel bevat onder zure omstandigheden te mengen met gebleekte 30 sulfaatpulp van pijnbomen. Uit een op deze wijze bereide pulp wordt een papier verkregen, dat plukken vezels van loofhout bevat in een matrix van conifeervezels, op voorwaarde dat ervoor wordt gezorgd dat de plukken niet uit elkaar kunnen vallen in pompen of roerinrichtingen.

Een papier dat ontleedt door de vorming van holtes kan ook worden 35 bereid door een stof die carboxylgroepen bevat op bepaalde plaatsen van het papier aan te brengen. Op deze plaatsen zal de N-methylol- 8420130 - 5 - i i* verbinding alleen reageren met. deze "beschermende stof' en zal de cellulose ongesubstitueerd blijven. Een geschikte stof is bijvoorbeeld carboxymethylcellulose (CMC). Het is gunstig om een waterige oplossing met een lage viscositeit te gebruiken, teneinde de absorptie van de 5 stof in voldoende mate te doen plaatsvinden. Een geschikte CMC-concen-tratie is bijvoorbeeld 7%.

De stof die carboxylgroepen bevat kan aan het papier worden toegevoegd, bijvoorbeeld met behulp van een zeefcilinder. Nadat de waterige oplossing is toegevoegd, wordt het water door drogen verdampt. Aldus 10 hecht de stof aan de vezels en wordt vermeden dat de stof zich buiten de beoogde plaatsen gaat verspreiden.

Bij de methode waarbij een zeefcilinder wordt gebruikt kunnen de grootte en de hoeveelheid van de plaatsen of plekken gemakkelijker. worden geregeld dan bij de methode waarbij plukken worden gevormd.

15 Bij het vervaardigen van rottingwerende gegolfde vezelplaat ver dient het de voorkeur dat zowel het golvende medium (ribbeling) als het tegenvlak met een N-methylolverbinding worden behandeld alvorens de golving tot stand te brengen en de lagen samen te voegen. Op deze wijze wordt ook een voldoende impregnering verkregen voor de middelste laag van 20 de gegolfde vezelplaat. De lijm voor gegolfde vezelplaat moet watervast zijn. Een dergelijke lijm is bijvoorbeeld zetmeelpasta waaraan synthetische hars, zoals ureum-formaldehyde·of resorcinol-formaldehyde, is toegevoegd. Het condenseren van de N-methylolverbinding vindt op geschikte wijze plaats na het golven.

25 Als uitgangsmaterialen voor gegolfde vezelplaat kunnen de thans beschikbare kwaliteiten van tegenvlak- en ribbelingplaat worden gébruikt.

Het is evenwel belangrijk dat de lijmingsgraad van het tegenvlak zo laag mogelijk is, hetgeen de impregnering vergemakkelijkt. Er bestaat ook een kans dat nevenreacties plaatsvinden tussen carboxylbevattende 30 harslijmen en de N-methylolverbinding. Het huidige golvingbewerkstelli-gende medium is dikwijls gemaakt van semichemische pulp van loofhout.

Een dergelijke soort materiaal bevat evenwel een overvloed aan carboxylgroepen, waardoor het de voorkeur heeft een golving tot stand brengend medium te gebruiken dat bijvoorbeeld uit conifeervezels (of misschien 35 uit vezels van afvalpapier) is vervaardigd.

8420130

Kr' i ï- - 6 -

De sterkte van de papiersoorten volgens de uitvinding werd onderzocht door deze gedurende drie dagen te laten fermenteren in een oplossing- bevattende 2,5 1 bufferoplossing 5 25 g "Meicelase" poeder (cellulase enzym) 0,7 g "Triton" (antischuimmiddel) 31 g citroenzuur

40 g Na2HP04 + 2H O

Met papiersoorten, die waren geïmpregneerd met DMDHEU, werden ook 10 langdurende afbraakproeven uitgevoerd (voorbeeld II). De monsters werden in bakken geplaatst, die waren gevuld met aarde, pH 4,8, geleidingsver-mogen 4,7, en concentraties aan voedingsstoffen (mg/1): Ca 830, K 117, P 20, Mg 283 en N 10. De bakken werden bewaard in een "Potma" incubator bij 30°C en een relatief vochtgehalte van 75%.

15 De waarden van de trekstrekte werden bepaald volgens de SCAN- normen met behulp van een "Alwetron" apparaat.

VOORBEELD I MMDHEU-gefmpregneerd papier.

Het papier werd geïmpregneerd met oplossingen met verschillende concentraties, bevattende monomethylol-dihydroxyethyleenureum (ureum : 20 glyoxal : formaldehyde =1 : 1 : 1), waarbij als katalysator

MgCl^ x 6 H^O (20% van het gewicht van de hars) werd gebruikt, en het papier werd bij ongeveer 150°C gedroogd gedurende 10 minuten. Van het papier werd de gewichtstoename tengevolge van de impregnering bepaald evenals de treksterkte nat en droog, voor en na het fermenteren.

8420130 c - 7 - TABEL &

Papier Gewichtstoe- (N) (N) name f%) bij treksterkte droog treksterkte nat impregnering voor ferm. na ferm. voor ferm. na ferm.

gebleekt 28,65 111,4 84,0 52,7 60,3 pijnboom- sulfaat SR25 , " 11,80 106,5 80,4 77,3 44,8 " 4,92 97,6 92,8 39,0 30,1 ongebleekt 34,48 79,7 74,4 58,2 43,5 berkesul- faat SR25 " 14,85 86,9 65,8 63,2 21,9 ” 6,15 77,9 53,3 55,2 9,0 1 8420130 o - 8 -

Jt V

«

O

o •n CO Λ P ·

O C

43 S

CN

O

0 rH ....... .... - ------ - - — —

•fl I

Ό Φ Ή * C . o m fi CÜ ij g v 1 cdojS o co ut cn lo r- coo vo^öcs O'S GC0 ^» ro u>. 14 cm inrn^ CO uj t+ <u 01 O' 01 ci O Ό__________________ η oi φ dt o μ oo p Ή p ό g

o φ -PMS

SOi oiOP o cn vo m cn trim mm ^ o 0) r» vo m r- co «q· ^ vo "q1 vo ui y)

Ό C {tl S (U

PO) ïï ^ φ £ ui ·. “ C —» cn p__. -_ ai o-- P -P Qj 3 S cn o,

Ή >1 X Q

Μ η n 3 P mom mm 00 cn uo uouqco 01(0 pcdi r1 r·1· 1-4- co vo mm co 1-< vo r- co o ie « ^ 0 Ai ^ lo a CM 01 -2-__ - H ------——— •17 3 <d P p 5 co $ Φ tjl ^ M J. g O’S 2 tooM ld o r^LO \o a\ co m σι w g w j m o q σ\ σ\ <7\ coo co o σ\ co <y\ § 8 c 1 8‘> ^ s HM) a a O ai jj 2 ^ +j &________ •P O 3 : <1> rH > (Dl M <« Λ co

T3 Ό . CU

n c S Φ ft φ <u 3 η s1 Φ P Φ +j-rH co m m r' cm <n ->—· <n ^q1 00 ui oi 5 3 P w σι O vo σι ρ~ cn m '-(Ν’ m vo m

Cd Ό 3 _Tj ·[—I 1 1 »» » 1 »1» Φ 3ö rj -P O' TfCNO CN O mCN VO CN moo H O» <D Π o g

6 « -H -P

'flj « £? § dP Φ dl (D —.. ......................... - - - ------------1- p S >1 m φ

c „ X m μ P

•H ti 0 CN -p I PS P

ft (I) ij 1¾ flj Φ Wie gw 3 Aiun ft o (¾ P >1 -m ip P cn -P ω m

Ofü 'p +J r-1 Φ 3

O p ftG +J G Λ « -Pc -p JS

HM? (ö Aitn w A44-I AiW

HPI u JJ1« <DS -P <DH (D

_OH <U (DO Α<·Ρ Φ3 M+J

QHO (DG Η 0 Φ(ϋ HOI ΗΦ h q, Φ01:= Λ- Λ uo s Φ 3 s ΛΦ = Λ ‘H s s W3>i ij hS 1 a cn r4>w φα4 0)¾

ΒΛΛ (¾ d o Οι ·η ΛΗ dP OiH

9+i ΦΟ C-PCtJ ΦΟ C Φ S3 g<g (5J5 O fttfl O 01 O Λ 0(0

O H

> Ό -------- 8420130 « 9 - a 0 s s 2 ° ° 2 ?! in Μ m

rtJ

«5

M

Λ________—-—- iw ——* d itf ¢5

^ C

tf 3 a ^ " s s o o —

H <N

Ό

(U

4J

AS__,_------------- M —-- a *} ui

Ai 0 u — E"· 0> Ö rA 0 g Λ 0» * « O ® g

^ T3 in ίο ^ r* VO

(1) > -a·

H

03 J ._______—---—- «--- 9J 1 S O' as <a a y os' σ σ» r- <a* 23 £ ° ·η § ^ ^ °_ “ “ -r» o“ ia o” vn r- σ.

si -A O' ^

ϋ Λ G

A Ή 3--5-1 ai dp φ a w ö c Id) 2 η I <y s-t 0 0 fi 1 A4 M 0 n to 0 M Jj Λ c -a a ® ft fi

•r. ft 15 Λ m V

_j ij ο '2 ft u g a +J £ a 8ÏÏ S* X* U <D <Q ri 3 <B(ö rj 2 *o2 S ,5 % § i in *Sfiu3 «ίο H £ o· n. q _i /\t 0ΊθΟ*ί Π 1-4 CM tJifHCM O'* r-H ΓΠ Λ p* Sww S Λ w S3w o « $ S3w S wca 8420130 I* St - 10 - d 0

O

in

«H

d> 0)

> J

gj PS

O' id it) ^ ia m r» g c g <u - i O iw co cn o 1^»

ΤΊ *Z

•H — —--- Λ - <u

c . -P

(U x p 15 3 Φ

G P H S

>H 01 Ο H 10 CN D Γ** S ,*) ο d> m a tn cn a) > iw

o . H

-« Eh d) n __________ G ---- d)

H

<-n 3 DO O' ·

WO): O S

«O' OH O' C- CN

Q H 3 d> in N* »-t *-* w Ό Ό G Ή O' mo λ HO 3 --- π) H ^ Λ -Ό Φ d) H O' P *

nd x h S

X Η Ο H

0 --. d)Od) r* ίο cn co >i th ü p > m-i αο σ' ο o h cn t-ι t-t O' ·· J Λί 1 Η Φ S ή m h O'- «3 Eh <U Eh H m

3 H

3 P Λ ----- a

S H <D I

3 S O' Ό X 3d)

HO e H

φ > d> 0«

® H OS

30» p ·Η c-or^ CN

O' I 01 H d' Ί1 CO

d) S X -co ·* * » - H 3 ,3 ·Η O' O' 00 CO m

St οι υ λ g cn

S Η ·Η "H

W 3 S-' H

d) , d) OP d)

DP O w G

2

H S

d) Η Ό ------

Οι H

3 dl I

ft· d) G ,

G το P

O’ -H p 3 H d) 04 3 P 3

Η H 3 Λ! <H

H0i P <P d) H

S X H 0) 3 Ο Η in 0) 3 Η 01

Ddi <u dioitn p oi m

HO -H HSCNSS dJA'CN

H 04 Λ O O’ H

ffl (? <D O ft COG

ft ft Ο Λ W Ο Λ W

8420130 „ £ - ii - •η Ή Ή Β X) η σι ιβ <β k 3 Φ (1) - > Ο) θ'

·· C

ο Φ

CO <β C

> « -- m c c ·α •Η Ο) 'S 01 -Ρ Β 2 η ίβ !β k co 2 y c c ω cm *->

Xi ° uj u ο Λ φ « ? > Τ-Η * _ Ί in— . ..

s 5 s

Φ Λ S

•5 m Φ k S _ •η σ» 4J ο k γ·* ω

„,2 03 Ο Φ CM CM

2 s μ > <η ii «ö g Φ Φ 2 > σ> ^ φ _ Λ 3 k χ φ------ Φ 3

4J

φ k Η Φ cn Φ C « Ο ί 3 ® ® k (β Φ νο ω gkMJ Β Sk co ιπ φ Φ (Ο _ Ν S Ο S--—-- k 3 Λ § ® +J +» · rl A ( α ϋ Β Ο Ό «3 £ Ο k η "Ε φ Ο Φ Γ- Φ* >ιΟ>® +J j> ΙΗ Φ Γ" δ -5 S - 2 Φ 03 1-1 α 73 a οι >, Q 2 ' ο Ö J U · 2 α > Η 4J ο 9 _____ s c ιΛ 64 φ σι 3 ® - φ ι 3 MJ § I SP - φ φ 2 2 c a φ as, k k a # -η ' ' g* S Ά -gSm * ω W C >ι ·2 n c Φ m k tJ> Φ o ^ 3 u y, 2 φ <*> Φ H Qi π rg «—* 0) g 0 W « Ή *H rk

Oj Φ ---- Φ m Λ a. -u ,

Ό Φ C

^ k S- ·η -U

> 2 M -HiJ Φ H 5 £ a Φ -P Φ n u Λ Φ X Ή Q ,¾ Μ +1 Ik Φ rk w w « _j (U 3 H ® k Φ 3 H w S 2 Φ ΦΦΐηΛΦισ

jS <5 ·η H € CM φ ^ CM

g n a jQ 0 m k

pol -(2 Sjffl oaS

e 4 2 0 1 3 0 V v •5 ό ~ 12 - ti 0) S- m G 0 i—I 0 0 01 a c 0 Ό

M G 0 O

0 ü --—------—t Γ-Ι 0 O O’

H

j>1· · 4J g ®, 5 -5 g o M on cn g· G* Φ S G G 0 ^ ^ a ή

0 O O

01 TH Z

Η- M

\ 0 φ

O’ 0 4J

> X

0 0 M

03 O'- 0 ö -p m a Λ _ αιο οι om oo vo οι <+ •η x o ai tn > g« o* Ό 0 o > iw

Ό M

*> g &+

O’ 0 G M

•P 3 01 O ______,_ —— ——- 01 0 O O’

H

ft Ό O’

OM O

• 0 O a vo co r* co 0 C Ü · MM ui io »-* G* G 0 Ό (ö 0 H 0 M C Ή a , <u ~

G -P Z

H 0 C — --------- ----------------- 0 8 0 a 0

Φ - P

Ό M O X

U 0 cs M

0 0® 0 m a 0 G -MOM vo <N «3 H O’ VO WO0 Is· θ’ Γ> O’ 0 0 X > <w Η Μ K H 0

>i ft , M

A a CM ® & +3 Μ Η Η

0 0 ϋ flO

8 O’ O’ 3 0 g ______ --- en ·

o H

+1 0 V. 0 1 0 μ o> * a σ’ a G0

O C0 CM

Ό CN 0ft MG Ο a (U00 +j-h Lfiun p» vq

0 >0 0 O’ P* 00 <N

GG0 +J -n » *· ' *· O’ 0 p j5 M O vo vo v0 00

0 Μ P ϋ Λ C

M 3 G -P ·Μ

ft Ό > 5 ~ M

S 0 0 0 Λ» 0

W O’ Λ O — G

0 _ O' Ό _ . ---------- ------- M 4-1 M 0 0 0 S G · I 1 •P ffl Ü S , I 0

ft Μ ο Ο I 0 M

G0- O O G 44 M

ft ·Η s Ρ» Λ •ι-' M G

ft O rH G -H 0-ft G C"' -s-i ft Λ 0

> ft I +j -H P

SO ft P G P -P

Q P P 44 G X X

GJ0+J -P 0 <P 0 0

HS-HO 44 P 0 P 0-P 0 -P

Η M VO M 0 G H 3 HG H 0

® 3 »H 0 0010,0010,0 001,0 ’PO

ffj G -rl Η M 0 0 B CM 0 M4 CM 0 4-1(0 O W-n ft - Λ1-· 0>0 O' H O’ r—1 _.

Ο =-H 1? 03® CO® C 3 ® COOS

> '-'Λ ft Ο0«ΟΛ®Ο0®Ο0® 8420130 - 13 -

-1U

VOOBRF.KT.p vi Gebleekt pijnboomsulfaatpapier geïmpregneerd met mono-, di-, tri- of tetramethylol-acetyleen-diureum.

De hars werd als volgt bereid: een mengsel van ureum, glyoxal en formaldehyde (2:1:1-4) werd met water verdund tot een oplossing van 5 0,5 M ? de pH werd ingesteld op 8 tot 9, en men liet het mengsel ge durende ongeveer 5 uren rusten.

Papier werd met de oplossing geïmpregneerd en gedroogd bij ongeveer 150°C gedurende 10 minuten. De katalysator was MgCl^ . 6 H20 in een hoeveelheid van 20% op het gewicht van de hars. 1 8420130 7 - 14 - a co *-« POP -

<C c Ο ή cn m m I

£ Ή rH cn <·“% 3 ..................... ............................—...... ..

<u

P

M

P . VO-

(UPS

poppcoaisr«-i woo) m m in vo X > Ψ»

(U

P

£H

Gi ·

OS cn n <n c*· I

0 ca p in in m \o ' P fl <u Ό M-l 3____ 0)

P

b X

a» j P * a -p p S io cn r- ro in cq cn ο p σι o cn -t co (=ί x ο φ *-< ^

&t <D > <M

£ 1 Ö1

a) a) fi P

g Q» 0 s ρ -p co o m co 01 Γ" n· N1 o ρ ·η «· >» · »· ι ,£ ·ρ O1 t-ι cn n ο Λ cj ^ ** ”* ^ #**s qj dp cu O w a ease P 3 3 3 3 ο ω ai ai aj

Ό P p PIP

Ό 13 3 3 H 3 •p ρ ·ρ ·ρ I -P Ο ·Ρ

S 0¾ lOP'OH'CO

p PI PI Ol >i I P

ο Ncoflpcjscaj

0) jC <U p 0) >1 <u Ρ <u tJ

c ρ <u >α)ΛΦ ma) c

Cn op ΛΡ pp S p <e

(U S S4 P >n <U <0>i A

p op a) p s-p p-p <u

Gt G (U SO ·Ρ Φ P <U Λ

s OO’POPUOOC

Η ΒιβΌίβΡιβΡιβΟ 8420130

Claims (10)

1. Papier, met het kenmerk, dat het cellulosevezel bevat, die is gesubstitueerd door middel van een N-methylolverbinding.

2, Papier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de N-methylol-verbinding een reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde.

3. Papier volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de N-methylol verbinding dimethylol-dihydroxy-ethyleenureum is.

4. Papier volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het gehalte aan dimethylol-dihydroxy-ethyleenureum 1-3 gew.% bedraagt van het papier.

5. Papier volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de N-methyloΙ-ΙΟ verbinding mono-, di~, tri- of tetramethylol-acetyleendiureum is.

6. Papier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de N-methylol-verbInding een reactieprodukt is van melamine en formaldehyde.

7. Papier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de N-methylol-verbinding een copolymeer is van N-methylol-acrylamide.

8. Papier volgens elk van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de cellulose cellulose van coniferen is.

9. Papier volgens elk van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het papier plaatsen met ongesubstitueerde cellulose bevat.

10. Werkwijze voor het bereiden van papier, met het kenmerk, dat onge-20 substitueerde cellulosevezel wordt behandeld met een waterige oplossing of dispersie van een N-methylolverbinding en wordt gedroogd bij 130 tot 200°C in enige fase van de werkwijze.

11. Werkwijze voor het substitueren van cellulose in een papier, met het kenmerk, dat het papier wordt behandeld met een waterige oplossing 25 of dispersie van een N-methylolverbinding en wordt gedroogd bij 130 tot 200°C.

12. Werkwijze voor het substitueren van cellulose in een papier, met het kenmerk, dat een stof die carboxylgroepen bevat in bepaalde plaatsen aan het papier wordt toegevoegd, en het papier wordt behandeld met een 30 waterige oplossing of dispersie van een N-methylolverbinding en wordt gedroogd bij 130 tot 200°C.

13. Werkwijze voor het bereiden van papierprodukten, met het kenmerk, dat papier dat cellulose gesubstitueerd met een N-methylolverbinding bevat als het papier wordt gebruikt. 8 4 2 0 1 3Q * " 84 2 0 1 5 0 lm v. cL Z r] vo 6678 f 18 JAN 1985 GEWIJZIGDE CONCLUSIES I. (gewijzigd) Papier, met het kenmerk, dat het papier cellulosevezel van coniferen bevat, die is gesubstitueerd door middel van een N-methylolverbinding die een reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde. 5 2. (geschrapt). 3. (gewijzigd) Papier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat'de N-methylolverbinding dimethylol-dihydroxy-ethyleenureum is. 4. papier volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het gehalte aan dimethylol-dihydroxy-ethyleenureum 1-3 gew.% van het papier bedraagt. 10 5. (geschrapt). 6. (geschrapt). 7. (geschrapt). 8. (geschrapt).

9. Papier volgens elk van de conclusies 1-8 met het kenmerk, dat- het 15 papier plaatsen met ongesubstitueerde cellulose bevat.

10. (gewijzigd) Werkwijze voor het bereiden van papier, met het kenmerk, dat ongesubstitueerde cellulosevezel van coniferen wordt behandeld met een waterige oplossing of dispersie van een N-methylolverbinding die een reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde, en wordt 20 gedroogd bij 130 tot 2Q0°C in enige fase van de werkwijze. II. (gewijzigd) Werkwijze voor het substitueren van cellulose in een papier, met het kenmerk, dat het papier wordt behandeld met een waterige oplossing of dispersie van een N-methylolverbinding, die eèn reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde, en wordt gedroogd bij 25 130 tot 200°C. 12. (gewijzigd) Werkwijze voor het substitueren van cellulose in een papier, met het. kenmerk, dat een stof die carboxylgroepen bevat op bepaalde plaatsen aan het papier wordt toegevoegd, en het papier wordt behandeld met een waterige oplossing of dispersie van een N-methylolver- 30 binding, die een reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde, en wordt gedroogd bij 130 tot 200°C. 13. (gewijzigd) Werkwijze voor het bereiden van papierprodukten, met het kenmerk, dat papier dat cellulose bevat die is gesubstitueerd met een 8420130 * V * -//.- N-methylolverbinding die een reactieprodukt is van ureum, glyoxal en formaldehyde, als het papier wordt gebruikt. 8420130