NL8420071A - Installatie voor het drogen van dierlijk of plantaardig materiaal. - Google Patents

Description

84 4002/1em/sn 8 4 2 0 ö 7 1

Korte aanduiding: Installatie voor het drogen van dierlijk of plantaardig materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het drogen van dierlijk of plantaardig materiaal, omvattende inrichtingen voor tweetraps- of meertrapswarmtebehandeling, bij voorkeur afzonderlijke inrichtingen voor achtereenvolgende warmtebehandeling van het 5 materiaal.

Het is in verschillende takken van de industrie bekend om afvalwarmte uit een eerste warmtebehandelingsinrichting, in de vorm van opnieuw gecomprimeerde afgewerkte stoom, te gebruiken in een volgende warmtebehandelingsinrichting. Bij bekende procestechnieken wordt de 10 afvalwarmte gewoonlijk gebruikt in de vorm van onzuiver uitlaatgas of onzuivere afgewerkte processtoom. Een dergelijk bekend secundair warmtemedium stelt als gevolg van de onzuiverheden in de afgewerkte stoom of uitlaatgas uit de eerste warmtebehandelingsinrichting, bijzondere materiaal-technische eisen aan compressor(en) en aan ver-15 dere procesapparatuur voor de volgende warmtebehandelingsinrichting.

Deze bijzondere eisen brengen ingewikkelde en dure apparatuur met zich mee.

Het voornaamste doel van de installatie volgens de uitvinding is een mogelijkheid te verkrijgen om compressoren en andere appara-20 tuur te gebruiken die eenvoudig en goedkoop is in zowel aanschaf als in gebruik.

De inrichting volgens de uitvinding heeft tot kenmerk dat een warmtemedium dat wordt gebruikt in een tweede warmtebehandelingsinrichting, die volgt op een eerste warmtebehandelingsinrichting, be-25 staat uit niet vervuild water/stoom dat wordt gecirculeerd in een gesloten kringloop, dat wil zeggen gescheiden van het warmtemedium van de eerste inrichting en van het behandelingsmateriaal van de tweede inrichting waarbij de kringloop zich uitstrekt vanaf warmte-uitwisselaaroppervlakken, die worden voorzien van warmte-energie uit 8420071 -2- uitlaatgas/afgewerkte stoom van de eerste inrichting, via warmte-oppervlakken in de tweede inrichting terug naar de warmte-uitwisselaar-oppervlakken, en de gesloten kringloop een of meer stoomcompressor(en) omvat teneinde op een op zich bekende wijze het warmtemedium in de 5 kringloop op de processtoomdruk te brengen voordat het wordt toegevoerd aan de warmte-oppervlakken van de tweede inrichting.

Door volgens de uitvinding een secundaire warmtemediumkring-loop te gebruiken, gebaseerd op niet vervuild water dat wordt gecirculeerd in een gesloten kringloop, worden de problemen met de onzui-10 verheden in de afgewerkte stoom of het uitlaatgas uit de eerste warmte-behandelingsinrichting vermeden, en op deze wijze kan apparatuur uit gebruikelijke constructiematerialen, zoals zacht staal, in de tweede inrichting gebruikt worden. Met andere woorden, corrosie van het materiaal kan worden vermeden op de oppervlakken die enkel worden 15 blootgesteld aan niet vervuild water resp. niet vervuilde waterdamp. Bovendien worden proces gebonden storingen die het gevolg zijn van meegevoerde deeltjes, meegevoerde onzuivere vloeistofdruppels, schuim-vorming en dergelijke, vermeden.

Zelfs als de installatie extra energie vergt voor het bedrij-20 ven van pomp en compressor in de gesloten kringloop, worden in de praktijk economisch gunstige resultaten verkregen als gevolg van de voordelen van het gebruik van niet-vervuild water/stoom in het gesloten circuit.

De uitvinding zal verder worden beschreven in de hiernavol-25 gende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekening, die een processchema volgens de uitvinding weergeeft.

De installatie volgens de uitvinding, zoals weergegeven in de bijgaande tekening omvat twee warmtebehandelingsinrichtingen 1 en 2. De gestippelde lijnen geven respectievelijk aan een voedings-30 leiding 3 voor het in de inrichting 1 te behandelen materiaal, een transportleiding 4 voor het materiaal tussen de inrichting 1 en de inrichting 2 alsmede een afvoerleiding 5 voor het materiaal uit de inrichting 2. Indien gewenst, kunnen in serie met de inrichting 2 8420071 -3- of in serie met de inrichting 1 een of meer extra inrichtingen (niet verder weergegeven) aanwezig zijn. De inrichting 2 en mogelijke verdere inrichtingen bewerkstelligen verwarming van het materiaal of delen daarvan door middel van afvalwarmte uit de inrichting 1.

5 In de weergegeven uitvoeringsvorm is een leiding 6 aanwezig voor uitlaatgas of afgewerkte stoom of een mengsel van uitlaatgas en afgewerkte stoom uit de inrichting 1. De leiding 6 leidt het gas/ de stoom via een primaire leiding 7 in een warmte-uitwisselaar 8 naar een afvoerleiding 9 naar een niet verder weergegeven opvangplaats.

10 De warmteuitwisselaar 8 heeft een secundaire leiding 10 die is opgenomen in een afzonderlijke, gesloten kringloop voor niet vervuild water/waterdamp, waaraan in de warmteuitwisselaar 8 warmte wordt toegevoerd vanaf de gas/stoom afvalwarmteleiding aan de primaire zijde. Vanaf de secundaire leiding 10 in de warmte-uitwisselaar 8 strekt 15 zich een leiding 11 uit, waarin een regelklep 12 is aangebracht, en in de warmte-uitwisselaar verwarmd water wordt naar het bovenste deel van een verdampingsvat 13 gevoerd. Vanaf de bodem van het verdampings-vat 13 loopt een retourleiding 14 via een pomp 15 terug naar de secundaire leiding 10 in de warmte-uitwisselaar 8, zodat door herhaalde 20 circulatie van water van het vat 13 naar de warmte-uitwisselaar leiding 10 de temperatuur van het circulerende water kan worden verhoogd. Vanaf de bovenkant van het verdampingsvat wordt waterdamp onttrokken via een leiding 16 die naar een compressor 17 loopt die de druk van de waterdamp verhoogt van een druk lager dan 1,5 bar (absolute druk) 25 naar processtoomdruk.

In de leiding 6 tussen de warmtebehandelingsinrichting 1 en de warmte-uitwisselaar werkt men met een uitlaatgastemperatuur tussen 80 en 100°C bij een druk van 0,8 tot 1,5 bar (afhankelijk van welk medium men droogt in de warmtebehandelingsinrichting 1). In de lei-30 ding 16 tussen het verdampingsvat 13 en de compressor werkt men overeenkomstig met een temperatuur tussen 60 en 100°C en bij een druk van 0,2 tot 1 bar. In de leiding 18 tussen de compressor 17 en de tweede warmtebehandelingsinrichting 2 werkt men bij een druk tussen 8420071 -4- I, 0 en 4,0 bar, afhankelijk van het type en het aantal compressoren.

Waterdamp onder processtoomdruk wordt aldus vanaf de compressor via de leiding 18 naar de warmtebehandelingsinrichting 2 en, nog steeds in een gesloten kringloop, door de inrichting 2 geleid en van 5 hieruit in de vorm van afgewerkte stoom en condensaat via een leiding 19 terug naar de tank 13. Door de gesloten warmtemediumkringloop, waarin niet vervuild water resp. stoom circuleert, kunnen leidingen II, 14, 16, 18, 19 alsmede klep 12, vat 13, pomp 15 en compressor 17 worden gemaakt van gebruikelijke constructiematerialen (b.v. zacht 10 staal). Het metaal of de contactoppervlakken in de warmteuitwisselaar 8 resp. in de inrichting 2 kunnen anderzijds met betrekking tot de contacten met hst medium in de primaire leiding 7 resp. het contact met het met warmte te behandelen materiaal in de inrichting 2 van een bijzondere constructie zijn. Verder is een aftopleiding 20 weergegeven 15 met daarbij behorende aftapkraan 21 voor het aftappen van de secundaire warmte medium kringloop van de installatie.

8420071

Claims (1)

1. -5- Installatie voor het drogen van dierlijk of plantaardig materiaal, omvattende inrichtingen voor tweetraps of meertraps warmtebehandeling, bij voorkeur afzonderlijke inrichtingen voor achtereenvolgende warmtebehandeling van het materiaal, met het kenmerk, 5 dat een warmtemedium dat wordt gebruikt in een tweede warmtebehande-lingsinrichting (2), die volgt op een eerste warmtebehandelingsin-richting (1), bestaat uit niet vervuild water/stoom dat wordt gecirculeerd in een gesloten kringloop, d.w.z. gescheiden van het warmtemedium van de eerste inrichting en van het behandelingsmateriaal van 10 de tweede inrichting waarbij de kringloop zich uitstrekt vanaf warmte-uitwisselaaroppervlakken, die worden voorzien van warmte-energie uit uitlaatgas/afgewerkte stoom van de eerste inrichting, via warmte-oppervlakken in de tweede inrichting (2) terug naar de warmte-uitwisselaaroppervlakken, en de gesloten kringloop een of meer stoom-15 compressor(en) (17) omvat teneinde op een op zich bekende wijze het warmtemedium in de kringloop op de processtoomdruk te brengen voordat het wordt toegevoerd aan de warmte-oppervlakken van de tweede inrichting (2). 8420071