NL8403511A - Bandrecorder. - Google Patents

Bandrecorder. Download PDF

Info

Publication number
NL8403511A
NL8403511A NL8403511A NL8403511A NL8403511A NL 8403511 A NL8403511 A NL 8403511A NL 8403511 A NL8403511 A NL 8403511A NL 8403511 A NL8403511 A NL 8403511A NL 8403511 A NL8403511 A NL 8403511A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tape
change
gear
plate
reel
Prior art date
Application number
NL8403511A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tanashin Denki Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP58220289A external-priority patent/JPS60113349A/ja
Priority claimed from JP58246411A external-priority patent/JPS60138752A/ja
Application filed by Tanashin Denki Co filed Critical Tanashin Denki Co
Publication of NL8403511A publication Critical patent/NL8403511A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/26Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon
    • G11B15/28Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon through rollers driving by frictional contact with the record carrier, e.g. capstan; Multiple arrangements of capstans or drums coupled to means for controlling the speed of the drive; Multiple capstan systems alternately engageable with record carrier to provide reversal
    • G11B15/29Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon through rollers driving by frictional contact with the record carrier, e.g. capstan; Multiple arrangements of capstans or drums coupled to means for controlling the speed of the drive; Multiple capstan systems alternately engageable with record carrier to provide reversal through pinch-rollers or tape rolls
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/44Speed-changing arrangements; Reversing arrangements; Drive transfer means therefor
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/44Speed-changing arrangements; Reversing arrangements; Drive transfer means therefor
    • G11B15/442Control thereof

Landscapes

  • Supply And Installment Of Electrical Components (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)

Description

« - i % -1- 24323/CV/tv
Korte aanduiding: Bandrecorder.
De uitvinding heeft betrekking op een bandrecorder welke geschikt is voor opneem- of reproduceerhandelingen onafhankelijk van de voedings-richting van de magnetische band.
5 Bij het afzoeken van de band met het oog op bijvoorbeeld een bepaald verzoek naar muziek is het bij bandrecorders van dit type gewenst dat de band snel in de ene of de andere richting kan worden gevoed met behulp van een orgaan voor het wijzigen van de voedingsrichting van de band.
10 Daarbij vereist de handeling van het snel verplaatsen van de band twee bedieningsorganen voor twee bandvoedingsrichtingen, evenals het orgaan voor het wijzigen van de bandvoedingsrichting.
Dienovereenkomstig is een bij bekende bandrecorders gebruikte bedieningseenheid gecompliceerd in constructie, hetgeen resulteert in 15 een grote afmeting en gecompliceerd samenbouwwerk.
De uitvinding is ontwikkeld onder het in ogenschouw nemen van deze omstandigheden en er wordt beoogd een bandrecorder te verkrijgen, welke in staat is tot een opneem- of reproduceerwerking, onafhankelijk van de voedingsrichting van de magnetische band, waarbij deze bandrecorder 20 kleine afmetingen kan hebben en gemakkelijk samen te bouwen is.
Bij de constructie volgens de huidige uitvinding kan de band snel in de ene of de andere richting worden gevoed en kan de voedingsrichting van de band met behulp van een eenvoudig mechanisme worden gewijzigd.
25 Ten einde deze oogmerken te verkrijgen omvat een bandrecorder volgens de huidige uitvinding spillen, knijprollen, haspelassen aan weerszijden van een magnetische kop, en een mechanisme voor het wijzigen van de bandvoedingsinrichting om de voedingsrichting van een magnetische band mechanisch te wijzigen. De opneem- of reproduceerhandeling wordt 30 mogelijk gemaakt indien de magnetische band in de ene of de andere richting wordt verplaatst.
De huidige uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting verder is voorzien van eerste en tweede bedieningsorganen, die in staat zijn om evenwijdig aan elkaar heen en weer te bewegen, een mechanisme voor het 35 wijzigen van de bandsnelheid aangepast om een van de haspelassen te draaien met een hoge snelheid in de opwindrichting van de band indien het eerste bedieningsorgaan beweegt en om de andere haspelas met een hoge 8403511 -2- 24323/CV/tv ί ·% snelheid in de opwindrichting van de band te draaien indien het tweede bedieningsorgaan beweegt, en een de richting van de band wijzigend stuk dat in staat is om te draaien en heen' en weer te bewegen evenwijdig aan de eerste en tweede bedieningsorganen.
Het de draairichting van de band wijzigende stuk is aangepast om 5 te tuimelen, aangedrukt door een van de bedieningsorganen, indien het ene bedieningsorgaan beweegt en om te zamen met de bedieningsorganen in dezelfde richting te bewegen om het mechanisme voor het wijzigen van de richting van de voeding van de band op gang te brengen, terwijl draaing in beide richtingen wordt tegengegaan door beide bedieningsorganen indien deze 10 tegelijkertijd bewegen om daarbij de voedingsrichting van de magnetische band te wijzigen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Fig. t toont een schematisch bovenaanzicht van het inwendige 15 mechanisme van de bandrecorder;
Fig. 2 tocnt een doorsnede waarbij de wijze van het aanbrengen van de bedieningsorganen is weergegeven;
Fig. 3 toont in perspectief een eerste bedieningsorgaan;
Fig. 4 toont in perspectief een tweede bedieningsorgaan; 20 Fig. 5-8 zijn bovenaanzichten waarin de verhouding is weergegeven tussen de eerste en tweede bedieningsorganen en een stuk voor het wijzigen van de bandrichting;
Fig. 9 toont in perspectief de relatieve standen van een kracht overbrengend orgaan en een de bandsnelheid wijzigende hefboom; 25 Fig. 10 toont een schematisch bovenaanzicht van een mechanisme voor het wijzigen van de richting van de voeding van de band en de daaromheen liggende delen;
Fig. 11 toont een schematisch bovenaanzicht van een draaiing overbrengende baan;
Fig. 12 toont een vertikale doorsnede over een haspelas;
Fig. 13 is een bovenaanzicht van draaiing waarnemende organen en andere daarmee samenhangende mechanismes;
Fig. 14 toont een vertikale doorsnede over een wijzigingsover-brenging; -35 Fig. 15 toont een bovenaanzicht van een zwaaiplaat en daarbij * gelegen onderdelen;
Fig. 16 toont een bovenaanzicht van een wijzigingsoverbrenging en ______fft__ 8403511 i i -3- 24323/CV/tv daarmee samenhangende mechanismes;
Fig. 17 en 18 zijn bovenaanzichten die een toevoerzijdedetectie-orgaan tegenhoudplaat en daarmee samenhangende mechanismes tonen;
Fig. 19 tot 21 zijn bovenaanzichten van een mechanisme voor het aandrijven van een kopbevestigingsplaat.
5 De in de figuren weergegeven bandrecorder omvat een chassis 1.
Een magnetische kop 2 is aangebracht op het chassis 1 met behulp van een beweegbare kopaanbrengplaat 3. Spillen 4L en 4R, knijprollen 5L en 5R, en haspelassen 6L en 6R zijn opgesteld aan de linker- respectievelijk i rechterzijde van de magnetische kop 2.
10 Tijdens bedrijf wordt een bandcassette 7 op de haspelassen 6L en 6R geplaatst en een van de haspelassen 6L en 6R wordt gedraaid in zijn de band opwindende richting. Hierbij kan, indien de knijprol 5L of 5R aan dezelfde zijde met de gedraaide haspelas 6L of 6R tegen zijn corresponderende spil 4L, of 4R wordt gedrukt om deze te doen 15 draaien, de bandrecorder een opneem- of reproduceerhandeling uitvoeren.
Eerste en tweede hefboomachtige bedieningsorganen 8 en 9 zijn opgesteld in lagen boven de magnetische kop 2 zodat zij kunnen bewegen in de richting loodrecht op de heen en weer gaande richting van de . kopaanbrengplaat 3.
20 Fig. 2 toont de wijze waarop de bedieningsorganen 8 en 9 op het chassis 1 van de bandrecorder zijn aangebracht.
In fig. 2 duiden de verwijzingscijfers 10 en 11 tappen aan die op het chassis 1 zijn aangebracht voor het monteren van de bedieningsorganen. Een geleidingsplaat 12 is bevestigd aan het boveneinde 25 van de ene tap 10 en strekt zich evenwijdig aan het chassis 1 uit.
De geleidingsplaat 12 is aan een eindgedeelte daarvan omhoog gevouwen voor het vormen van een gebogen gedeelte 13. Een geleidingsgat 14 is geboord door het omgebogen gedeelte 13. Een snelheidwijzigingsstuk 16 is scharnierend ondersteund op het centrale gedeelte van het andere 30 eindgedeelte van de geleidingsplaat 12 met behulp van een as 15· Een eindgedeelte van het eerste bedieningsorgaan 8 is ingestoken in het geleidingsgat 14, terwijl het andere eindgedeelte is geleid door de andere tap 11, en het centrale gedeelte is geleid door de as 15 voor heen en weer gaande beweging. Het eerste bedieningsorgaan 8 heeft een veer-35 draagstuk 17 bij het centrale gedeelte en een trekveer 18 is gespannen tussen 8403511 % f * Λ -4- 24323/CV/tv het veerdraagstuk 17 en bet gebogen gedeelte 13.
Het eerste bedieningsorgaan 8 wordt dus continu gedrongen naar het ene eindgedeelte door de trekveer 18. Zoals afgebeeld in fig. 3 heeft het eerste bedieningsorgaan 8 een aandrukgedeelte 19 voor een snelheidwijzigingsstuk, dat bij het centrale gedeelte naar beneden 5 is afgebogen, en een aandrukstuk 20 voor een snelheidwijzigingsstuk, dat bij het andere eindgedeelte omhoog is afgebogen.
Het tweede bedieningsorgaan 9 is boven op het eerste bedieningsorgaan 8 gelegd. Een eindgedeelte van het tweede bedieningsorgaan 9 is ingestoken in het geleidingsgat 14, het andere eindgedeelte wordt 10; geleid door het boveneinde van de andere tap 11, en het centrale gedeelte wordt geleid door een kleine op de geleidingsplaat 12 opgerichte tap 21. Het tweede bedieningsorgaan 9 kan dus vooruit bewegen en terugtrekken. Het tweede bedieningsorgaan 9 heeft ook een veerdraagstuk 22 bij het middengedeelte, en een trekveer 23 is gespannen tussen het 15 veerdraagstuk 22 en het omgebogen gedeelte 13. Het tweede bedieningsorgaan 9 wordt dus continu naar het ene eindgedeelte gedrongen door de trekveer 23.
Zoals in fig. 4 is afgebeeld is een aandrukstuk 24 voor een snelheidwijzigingsstuk gevormd op een rand van een opening in het centrale 20 gedeelte van bet tweede bedieningsorgaan 6 en een aandrukgedeelte 25 voor een snelheidwijzigingsstuk steekt uit van het bovenoppervlak van het andere eindgedeelte van het tweede bedieningsorgaan 6.
Een bandrichtingwijzigingstuk 26 is aangebracht op het boveneinde van de andere tap 11 zodanig dat deze boven het tweede bedieningsorgaan 9 25 ligt. Het bandrichtingwijzigingstuk 26 heeft een sleuf 27, welke zich langs de heen en weer beweeg richting van de bedieningsorganen 8 en 9 uitstrekt.·
Met de tap 11 aangebracht in de sleuf 27 kan dus het bandrichting-wijzigingsstuk 26 evenwijdig aan de bedieningsorganen 8 en 9 bewegen en 30 tevens om de tap 11 tuimelen. Zoals afgebeeld in fig. 5 heeft het band-richtingwijzigingsstuk 26 schuin verlopende zijranden 28 en 29, die voor de aandrukstukken 25 en 20 van de bedieningsorganen 9 respectievelijk 8 zijn gelegen. Een gekromd oppervlak 30 waarvan het krommingsmiddelpunt is gelegen bij het voorste eindgedeelte van de sleuf 27 is gevormd bij het 35 voorste einde van het bandrichtingwijzigingsstuk 26. Een einde van een een bedieningskracht overbrengend orgaan 31 is dicht bij het gekromde oppervlak 30 opgesteld. Indien het eerste bedieningsorgaan 8 tegen de 8403511 * « , ______ * · -5- 24323/CV/tv kracht van de trekveer 18 vooruit wordt bewogen drukt het aandrukgedeelte de rechter schuine rand 29 van het bandrichtingwijzigingsstuk 26 zodat deze naar links verzwenkt, zoals afgebeeld in fig. 6. Indien het tweede bedieningsorgaan 9 tegen de kracht van de trekveer 23 in vooruit wordt bewogen drukt het aandrukgedeelte 25 tegen de linkerrand 28 van het 5 bandrichtingwijzigingsstuk 26 zodat deze naar rechts verzwenkt, zoals afgebeeld in fig. 7. Indien beide bedieningsorganen 8 en 9 gelijktijdig vooruit worden bewogen tegen de krachten van de veren 18 en 23 in drukken de daarbij behorende aandrukgedeelten 20 en 25 tegelijk tegen de schuine randen 28 en 29, zodat het bandrichtingwijzigingsstuk 26 in geen enkele 10 richting zal verdraaien. Daarbij is het bandrichtingwijzingingsstuk 26 zo ontworpen, dat het samen met de twee bedieningsorganen 8 en 9 meebeweegt om het kracht overbrengende orgaan 31 via zijn gekromde oppervlak 30. in beweging te brengen.
Een heen en weer beweegbaar schuiforgaan 32 is aangebracht naast 15 de kopaanbrengplaat 3 op het chassis 1, zodat het evenwijdig aan de bedieningsorganen 8 en 9 heen en weer kan bewegen. Zoals afgebeeld in fig. 9 heeft het schuiforgaan een uitstekend gedeelte 33, dat zich uitstrekt naar de bovenste oppervlak- tezijde van het chassis 1 en een einde van het snelheidwijzigingsstuk 16 grijpt. Op de onderzijde van het 20 chassis 1 grijpt een einde van een bandsnelheidwijzigingshefboom 34 een deel van het heen en weer beweegbare schuiforgaan 32. De hefboom 34 is zwenkbaar bij zijn middengedeelte aangebracht op het onderoppervlak van het chassis 1. Een staafveer 35 is bevestigd aan de andere eindzijde van de hefboom 34.
25 Zoals verder in fig. 1 is weergegeven zijn haspelastandwielen 36L en 36R aangebracht op de eindgedeelten van de haspelassen 6L en 6R. Overbrengingstandwielen 37L en 37R zijn bisymmetrisch opgesteld in ingrijping met elkaar tussen de tandwielen 36L en 36R. De overbrengingstandwielen 37L en 37R worden aangedreven met behulp van een motor 41 30 (fig. 10).
Vrijlooparmen 38L en 38R zijn aan een einde zwenkbaar aangebracht op de assen van de overbrengingstandwielen 37L respectievelijk 37R. Vrijlooptandwielen 39L en 39R zijn aangebracht op de armen 38L en 38R zodanig dat zij in ingrijping zijn met de overbrengingstandwielen 37L 35 respectievelijk 37R. De andere einden van de vrijlooparmen 38L én 38R zijn dicht bij de bandsnelheidwijzigingshefboom 34 gelegen en in ingrijping met de staafveer 35. De twee vrijlooparmen 38L en 38R worden 8403511 * ^ -6- 24323/CV/tv door een trekveer 40 naar elkaar toe gezwenkt. De zwenkbeweging van de vrijlooparmen 38L en 38R in deze richting is met behulp van een niet nader weergegeven aanslag begrensd. Indien de vrijlooparmen 38L en 38R tegen de trekkracht van de trekveer 40 verzwenken grijpen de vrijloop-tandwielen 39L en 39R in in de bijbehorende haspelastandwielen 36L en 5 36R en brengen de draaikracht van de overbrengingstandwielen of de aandrijfkracht van de motor 41 over op de haspelassen 6L en 6R. Het heen en weer beweegbare schuiforgaan 32, de bandsnelheidwijzigingshef-boom 34, en de tandwielen 36L, ;36R ,39L en 39R vormen een bandsnelheid-wijzigingsmechanisme 42.
10 Het chassis 1 is verder uitgerust met een bandvoedingsrichtings- wijzigingsmechanisme 43, dat in werking wordt gesteld indien het de bedieningskracht overbrengende orgaan 31 in werking wordt gesteld.
Fig. 10 toont het bandvoedingrichtingswijzigingsmechanisme 43 en daarom heen gelegen delen. Het mechanisme 43 wordt gestart door 15 het bedienen van'het bedieningskracht overbrengende orgaan 31. Kneep-armen 44L en 44R zijn zwenkbaar aangebracht op het chassis 1. De kneepröllen 5L ên 5R zijn scharnieren aangebracht op de tuiraeleinden Van de kneeparmen 44L respectievelijk 44R.
Continue voedingstandwielen 45L en 45R, groter in diameter dan de 20 haspelastandwielen 36L en 36R zijn aangebracht op de eindgedeelten van de haspelassen 6L respectievelijk 6R zodanig dat zij coaxiaal daarmede zijn. Verder is een solenoïde aangebracht welke de plaat 3 in zijn vooruit geschoven werkzame stand houdt.
Een kneeprolwijzigingsplaat 47 is zwenkbaar aangebracht op het 25 voorste eindgedeelte van de plaat 3 met behulp van een scharnier 48. Een nokpin 49 steekt uit van een bovenoppervlak van het voorste eindgedeelte van de plaat 47. Het middengedeelte van een staafveer 50 grijpt het scharnier 48. De twee eindgedeelten van de veerstaaf 50 grijpen de linker-4 en rechtereinden van de plaat 47 en worden individueel 30 tegengehouden door de tuimeleinden van de armen 44L en 44R.
Een toevoerzijdewaarneemorgaan tegenhoudplaat 51 is aangebracht op het chassis 1 zodanig dat deze in horizontale richting beweegbaar is, zoals is weergegeven (fig. 10). De tegenhoudplaat 51 is uitgerust met een nokgat 52 voor het opnemen van de nokpen 49 en een ingrijpingssleuf 35 53, welke zich gezien in fig. 10 vertikaal uitstrekt. De voorste rand- gedeelten van het nokgat 52 zijn van beide zijden naar het vooreinde hellend. Het uiterste vooreinde van .het nokgat 52 begrenst éen uitsparing « ___ 8403511 * * -7- 24323/CV/tv 54 voor het grijpen van de nokpen 49.
Een wijzigings-tuimelplaat 55 is verzwenkbaar om de rechterspil 4R.
De plaat 55 heeft een aangrijpingspen 56 welke daarvan uitsteekt om te worden ingestoken in de sleuf 53. Een zich radiaal uitstrekkende ingrijpingssleuf 57 is gevormd bij het voorste eindgedeelte van de 5 wijzingstuimelplaat 55.
Tuimelplaten 58L en 58R kunnen zwenken om de centrale hartlijnen van de haspelas 6L respectievelijk 6R. Tandwielen 59L en 59R zijn zwenkbaar aangebracht op de tuimelplaten 58L respectievelijk 58R en zijn in ingrijping met de continue voedingstandwielen 45L respectievelijk 45R. De platen 58L en 58R hebben hun desbetreffende uitsteeksels 60L en 60R tussen welke een trekveer 61 is gespannen waardoor de tuimelplaten 58L en 58R in positie worden gehouden.
Een schakelaar 62 is aangebracht voor het wijzigen van de polariteit van de magnetische kop 2 in overeenstemming met de bandvoedingsrichting.
15
Een wijzigingstandwiel 63 is voorzien van een zich van de bovenzijde daarvan uitstekende ingrijpingspen 64, die wordt opgenomen in de ingrijpingssleuf 57· Twee pauzegedeelten 65a en 65b zijn symmetrisch uitgesneden in het tandgebied van.het wijzigingstandwiel 63. Een aandrijftandwiel 66 voor omgekeerde werking ligt coaxiaal onder het 20 wijzigingstandwiel 63.
Fig. 11 toont een draaingoverbrengingsbaan door welke de aandrijfkracht van de motor 41 wordt overgebracht op de spillen 4L en 4R en de continue voedingstandwielen 45L en 45R. Het aandrijfmechanisme omvat een motorsnaarschijf 67 en een aangedreven snaarschijf 68 voorzien van een 25 integraal op de onderzijde daarvan gevormd tandwiel 68a en zwenkbaar aangebracht op het onderoppervlak van het chassis 1. Vliegwielen 69L en 69R zijn voorzien van riemgroeven aan hun omtrekken en bevestigd aan de spillen 4L respectievelijk 4R, terwijl een geleidingsschijf 70 zwenkbaar is aangebracht op het oppervlak van het chassis 1. Verder zijn 30 integrale tandwielen 71, 72 en 73 aangebracht evenals onafhankelijke tandwielen 74, 75 en 76. Kleine tandwielen 77L en 77R zijn integraal gevormd met de overbrengingstandwielen 37L en 37R· Verder zijn nog integrale tandwielen 78, 79 en 80 aangebracht.
De motorschijf 67 en de aangedreven schijf 68 zijn aangepast om 35 samen te draaien met behulp van een eindloze riem 81. De motorschijf 67> de vliegwielen 69L en 69R en de geleidingssnaarschijf 70 zijn 8403511 4 \ -8- 24323/CV/tv samenhangend voor draaing door een verdere eindloze riem 82 zodat de spillen 4L en 4R in tegengestelde richting worden gedraaid.
De draaing van de aangedreven schijf 68 wordt overgebracht op de rechter haspelas 6A via de tandwielen 71, 72, 75, 37R, 77R en 59R en het rechter continue voedingtandwiel 45R. De draaing van het tand-5 wiel 37R wordt overgebracht op de linker haspelas 6L via de tandwielen 37L, 77L en 59L en het linker continue .voedingstandwiel 45L. Verder wordt de draaing van de aangedreven snaarschijf 68 overgebracht op het aangedreven tandwiel 66 voor omgekeerde werking via de tandwielen 71, 73, 78 en 80.
10 Fig. 12 toont de linker haspelas 6L. De twee haspelassen 6L en 6R hebben dezelfde constructie en onderdelen van de rechter haspelas 6R zijn aangeduid door tussen haakjes geplaatste .verwijzingscijfer 3 die voor hun corresponderende componenten van de linker haspelas 6L vergezellen.
Een vaste as 84L (84R) is geplaatst op het chassis 1 met 15 behulp van een bus 83L (83R). Een lage elastisiteitdrukschroefveer 85L (85R), een ondersteunplaat 86L (86R) en een wrijvingsorgaan 87L (87R)» gevormd uit vilt of een ander materiaal, zijn opeenvolgend aangebracht op de bus 83L (83R). Twee drukuitsteeksels 88L a (88Ra) en 88Lb (88Rb) steken uit van het onderoppervlak van de steunplaat 20 86L (86R). Een snelle voeding tandwiel 89L (89R).is aangebracht op de vaste as 84L (84R). Het snelle voeding tandwiel 89L (89R) heeft een hulsgedeelte 90L (90R) op zijn bovenste oppervlaktezijde. Een hoog elastische drukschroefveer 81L (81R), het continue voedingstandwiel 45L (45R), en een wrijvingsorgaan 92L (92R) gevormd uit vilt of een ander 25 materiaal zijn opeenvolgend aangebracht op het hulsgedeelte 90L (90R).
Een haspeldraagplaat 93L (93R) en een cilindrische haspelsteun 94L (94R) zijn'stevig aangebracht op het buitenste omtreksoppervlak van het hulsgedeelte 90L (90R). Een aangrijpingsring 96L (96R) voorzien van een aangrijpingsgedeelte 95L (95R), voor het grijpen van een ~ 30 niet-weergegeven haspelnaaf van de bandcassette 7 in de draairichting, is aangebracht op het buitenste omtreksoppervlak van de haspelsteun 94L (94R) voor Vertikale beweging. Een drukschroefveer 97L (97R) is geplaatst tussen de aangrijpingsring 9&L (96R) en de haspeldraagplaat 93L (93R). De opwaartse verplaatsing van de aangrijpingsring 96L (96R) 35 is beperkt door de haspelsteun 94L (94Rj.
De drukschroefveer 85L (85R), de steunplaat 86L (86R), het wrijvingsorgaan 87L (87R), en het snelle voedingstandwiel 89L (89R) 8403511 * * -9- 24323/CV/tv vormt een wrijvingsmechanisme 98L (98R) voor omgekeerde werking. De schroefdrukveer 91L (91R), het continue voedingstandwiel 45L (45R), het wrijvingsorgaan 92L (92R), en de haspeldraagplaat 93L (93R) vormen een wrijvingsmechanisme 99L (99R) voor de bandwikkelhandeling.
Een rotatiedetectieorgaan 100L (100R) is opgesteld naast de 5 haspelas 6L (6RJ.
Zoals afgebeeld in fig. -13 zijn de draaingswaarneemorganen 100L en 100R zwenkbaar aangebracht op assen 100L respectievelijk 100R, bevestigd op het bovenoppervlak van het bandrecordêrchassis 1. Een deel van ieder draaingswaarneemorgaan 100L of 100R is gelegen onder 10 zijn overeenkomstige steunplaat 86L of 86R. Het linker draaingswaarneemorgaan 100L· heeft een aanliggedeelte 102L aan zijn' uiterste einde aan dezelfde zijde met de steunplaat 86L ten opzichte van een as 101L, en is vast bevestigd met een einde van een drukstaaf 103. Het rechter draaingswaarneemorgaan 100R heeft een aanligdeel 102R aan de tegenover 15 liggende zijde van een as 101R tot de steunplaat 86R» Het rechter draaingswaarneemorgaan 1Q0R heeft ook een geleidingsgedeelte 104 door welke het andere einde· van de drukstaaf 103 is gevoerd. Indien de stepnplaten 86L en 86R in de richting van de wijzers van de klok draaien bewerkstelligt het drukuitsteeksel 88La van de linker 20 steunplaat 86L dat het linker draaingswaarneemorgaan 100L naar rechts zwenkt, en het drukuitsteeksel 88Rb van de rechter steunplaat 86R drukt het rechter draaingswaarneemorgaan 100R om naar rechts te zwenken. Indien de steunplaten 86L en 86R tegen de wijzers van de klok in draaien drukt anderzijds het drukuitsteeksel 88Lb van de 25 linker steunplaat 86L het linker waarneemorgaan 100L om naar rechts te zwenken en het drukuitsteeksel 88Ra van de rechter steunplaat 86R drukt het'rechter waarneemorgaan 100R om naar rechts te zwenken. Zodoende zal een duwkracht worden voortgebracht om de draaingswaarneemorganen 100L en 100R naar rechts te zwenken indien de steunplaten 86L en 86R 30 in een of andere richting draaien. Natuurlijk wordt de draaikracht van de steunplaten 86L en 86R voortgebracht door de draaing van de haspelassen 6L en 6R.
Zoals afgebeeld in fig. 13 zijn linker en rechter drukstukken 105 en 106. en een verder drukstuk 107 naast het rechter drukstuk 106 35 gevormd op de voorrand van de toevoerzijde waanneemorgaantegenhoudplaat 51. Indien de tegenhoudplaat 51 bij zijn linker bewegingsgrens is voorkomt zijn linker drukstuk 105 dat het aanliggedeelte 102L naar rechts beweegt.
8403511 * * -10- 24323/CV/tv
Indien de tegenhoudplaat 51 in zijn rechter bewegingsgrens is, voorkomt zijn rechter drukstuk 106 dat het aanliggedeelte 102R naar links beweegt.
Zoals afgebeeld in fig. 14 en 15 is een draaibare klauw 108 integraal gevormd op het onderoppervlak van het wijzigingstandwiel 63.
De draaibare klauw 108 is symmetrisch ten opzichte van zijn draaingsas 5 en heeft twee tegenhoudende stapgedeelten 109a en 109b die symmetrisch zijn aangebracht. Een draaiende nok 110 is integraal gevormd op het onderoppervlak van het omkeer-werkingtandwiel 66. De draaibare nok 110 heeft een spiraalvormig nokoppervlak op zijn buitenomtrek zodat een tegenhoudend stapgedeelte 111 is bepaald tussensmaximale en minimale 10 straalgedeelten.
In fig,. 14 en 15 is een uit kunststof bestaande zwaaiplaat 112 weergegeven, die eed opening 113 heeft voor het opnemen van de draaibare nok 110 en een drukuitsteeksel 115 op zijn bovenoppervlak. Een aangrijpgedeelte 114 is gevormd op de rechter zijrand van de opening 15 113. De plaat 112 is rechts van het draaiing waarnemende orgaan 100R en de drukstaaf 103 gelegen.
Zoals afgebeeld in fig. 13 en 15 zijn bovendien twee tegen-houdhefbomen 116 en 117 zwenkbaar opgesteld naast het wijzigingstandwiel 63. Een tegenhoudklauw bij het vrije uiteinde van de ene tegenhoudhefboom 20 116 grijpt het tegenhoudende trapgedeelte 109a of 109b op de buitenomtrek van de draaibare klauw 108 (het ene tegenhoudende trapgedeelte 109a is in ingrijping in fig. 13). In deze stand is een van de pauzegedeelten 65a en 65b van het wijzigingstandwiel 63 tegenover het tandwiel 79 gelegen (zie fig. 10, 11 en 16). Een drukopnemend stuk 118 en een aan-25 grijpingsuitsteeksel 119 zijd gevormd op de ene tegenhoudhefboom 116.
Het drukopnemende stuk 118 is juist voor het drukuitsteeksel 115 van., de plaat 112 geplaatst. Een einde van de andere tegenhoudhefboom 117 ligt tegenover de buitenomtrek van de draaibare klauw 108 aan de van de ene tegenhoudhefboom 116 afgekeerde zijde. Een aangrijpings-30 uitsteeksel 120 is gevormd op het andere einde van de tegenhoudhefboom 117. Een trekveer 121 is gespannen tussen de twee tegenhoudhefbomen 116 en 117, waardoor.de tegenhoudhefbomen 116 en 117 worden gedrongen om in contact te komen met de draaiende klauw 108. Zoals afgebeeld in fig. 13 is het bedieningskracht overbrengende orgaan 31 uitgerust met 35 een gevorkte combinatie van twee drukstukken 122 en 123. Het ene drukstuk 122 ligt aan tegen het aangrijpingsuitsteeksel 120 van de tegenhoudhefboom 117 zodat de tegenhoudhefboom 117 wordt weggehouden 8403511 -Π- 24323/CV/tv * * van de draaiende klauw 108.
Daarop brengen de linker en rechter draaiingswaarneemorganen 100L en 100R rechtstreeks een naar rechts dringende kracht aan op de plaat 112 door middel van de drukstang 103.
Terwijl de haspelassen 6L en 6R draaien werkt de aandringkracht van 5 het draaiing waarnemende orgaan 100L of 100R aan de opneemzijde in op de plaat 112 om de linker zijrand van de ^opening 113 tegen de buitenomtrek van de draaiende nok 110 te drukken. Ondertussen wordt het draaiing waarnemende orgaan 1OOR of 100L aan de toevoerzijde tegen zwenken naar rechts gehinderd door de toevoerzijde waarneemorgaantegenhoudplaat 51.
10 De draaikracht van de haspelas 6L of 6R op de toevoerzijde heeft dus:· geen invloed op de zwaaiplaat 112. Aangezien de elastisiteitscoëfficiënt van de drufcschroefveren 85L en 85R, :die in de omkeerhandeling wrijvings-mechanismes 98L en 98R worden gebruikt, laag is is de overbrengingskracht van de omkeerwerking wrijvingsmechanismes 98L en 98R klein. Daardoor 15 is de kracht van het draaiing waarnemende mechanisme TOOL of 100R op de opneemzijde, welke wordt voortgebracht door de overbrengkracht van het wrijvingsmechanisme 98L of 98R, om de zwaaiplaat 112 aan te drukken, zeer klein.
Terwijl de zwaaiplaat 112 is onderworpen aan-een naar rechts 20 werkende kracht is de buitenomtrek van de draaiende nok 110 in schuif-contact met de linker zijrand van de opening 113 zodat de plaat 112 van zijkant naar zijkant zwaait om ingrijping te vermijden tussen zijn aangrijpingsgedeelte 114 en het tegenhoudtrapgedeelte 111 van de draaiende nok 110. Indien de haspelassen 6L en 6R stoppen en bewerkstelligen 25 dat de aandringkracht van de plaat 112 wordt afgenomen, wordt de plaat 112 in zijn linker bewegingsgrens vastgehouden door het een maximale straal bezittende gedeelte van de draaibare nok 110. Als resultaat grijpt het tegenhoudende trapgedeelte 111 het aangrijpingsgedeelte 114 van de plaat 112, zoals afgebeeld in fig. 15, zodat de plaat 112 in 30 de richting van pijl A wordt bewogen door de draaikracht van de · draaiende nok 110. Dienovereenkomstig drukt het. drukgedeelte 115 van de plaat 112 het druk opnemende stuk 118 van de tegenhoudhefboom 116 om de tegenhoudhefboom 116 in de richting van de pijl B te zwenken.
De tegenhoudhefboom 116 wordt dus vrijgemaakt van het tegenhoudende 35 trapgedeelte 109a (of 109b) van het wijzigingstandwiel 63, het wijzigings-tandwiel 63 van tegenhouden vrijmakend.
Zoals afgebeeld in fig. 16, heeft de wijzigingstuimelplaat 55 twee '84 0 3 5 1 1 « * s -12- 24323/CV/tv elastische organen 125a en 125b waartussen een beweegbaar wijzigingstuk 124 van de schakelaar 62 voor polariteit omkering wordt vastgehouden. Iedere keer dat het wijzigingstandwiel 63 een halve omwenteling maakt wordt het beweegbare,wijzigingsstuk 124 door het elastische orgaan 125a of 125b verschoven. De overmatige hoeveelheid draaing van de plaat 55 5 wordt geabsorbeerd door elafetische vervormingrvan de elastische organen 125a of 125b. Tegelijkertijd werkt de herstelkracht van het elastisch vervormde elastisch orgaan 125a of 125b op de tuimelplaat 55 zodat de tuimelplaat 55 het wijzigingstandwiel 63 dwingt te draaien in de richting tegen de wijzers van de klok gezien in fig. 16. Dienover-10 eenkomstig, indien de tegenhoudhefboom 116 is vrijgemaakt van het tegenhoudende trapgedeelte 109a (of 109b) van de draaiende klauw 108, zoals afgebeeld in fig. 15, wordt het wijzigingstandwiel 63 een weinig tegen de wijzers van de klok in verdraaid door de verstelkracht van het elastische orgaan 125a (of 125b). Als resultaat is het wijzigings-15 tandwiel 63 in ingrijping met het normaal draaiende tandwiel 79 om daar door te worden gedraaid.
Indien het wijzigingstandwiel 63 een halve omwenteling maakt grijpt de tegenhoudhefboom 116 het tegenhoudende trapgedeelte 109b (of 109a) aan de tegenover liggende zijde om weer tegen draaing te worden 20 vergrendeld. Intussen is de wijzigingstuimelplaat 55 omgekeerd daar de ingrijpingspen 64 de ingrijpingssleuf 57 grijpt. Indien de wijzigingstuimelplaat 55 wordt omgekeerd -wordt de schakelaar 62 verschoven en de toevoerzijde waarneemorgaantegenhoudplaat 51 beweegt naar links of rechts met de ingrijping tussen de ingrijpingssleuf 53 en de 25 ingrijpingsplaat 56.
Fig. 17 en 18 tonen de relatieve standen van de toevoerzijde-waarneemorgaantegenhoudplaat 51 en de omtreksmechanismes die deze omgeven in een zodanige stand* dat de kopaanbrengplaat 3 in zijn vooruitgeschoven stand is (werkstand).
30 Indien de kopaanbrengplaat 3 dus in de vooruitgeschoven stand is is de nokpen 49 van de kneeprolwijzigingsplaat 47 aangebracht in de uitsparing 54 bij het vooreinde van het nókgat 52 in de tegenhoudplaat 5T.
In fig. 17 is de tegenhoudplaat 51 bij zijn linker bewegingsgrens.
35 In deze stand drukt het drukstuk 105 van de tegenhoudplaat 51 het uitsteeksel 60L van de linker tuimelplaat 58 naar links, daarbij het tandwiel 59h scheidend van het tandwiel 77L. Zoals hierboven opgemerkt 8403511 * i -13- 24323/CV/tv voorkomt het drukstuk 105 bovendien zwenking van het linker draaiingwaar-neemorgaan 100L naar rechts (fig; 13), daarbij het waarneemorgaan 100L losmakend van de plaat 112. Ook is de knijprolwijzigingsplaat 47 hellend naar links zodat de linker knijprol 5L is gescheiden van de spil 4L bij het linkereinde van de staafveer 50, en tegelijkertijd wordt de 5 .rechter knijprol 5L gedrukt tegen de spil 4R bij het rechtereinde van de staafveer 50.
Dienovereenkomstig wordt de draaikracht van de motor 41 overgebracht op de rechter haspelas 6R en wordt de band in fig. 17 gezien naar rechts gevoed om te worden vastgehouden tussen de spil 4R en de 10 knijprol 5R aan de rechterzijde. De band wordt dus op de rechter haspel in de bandcassette 7 gedraaid.
In fig. 18 is anderzijds de tegenhoudplaat 51 bij zijn rechter bewegingsgrens. In deze stand drukt het drukstuk 107 van de tegenhoudplaat 51 het uitsteeksel 60R van de rechter tuimelplaat 59 naar rechts, 15 daardoor het tandwiel 59R van het tandwiel 77R scheidend. Zoals hierboven vermeld voorkomt het drukstuk 106 bovendien een verdraaiing van het rechter .draaiingswaarneemorgaan 100R naar rechts, daardoor het waarneemorgaan 100R losmakend van de plaat 112. Ook de knijprolwijzigingsplaat 57 is hellend naar rechts zodat de rechter knijprol 5R wordt gescheiden van 20 de spil 4R bij het rechtereinde van de staafveer 50, en de linker knijprol 51 wordt gedrukt tegen de spil 4L bij het linker einde van de staafveer 50. Dienovereenkomstig wordt de draaikracht van de motor 41 overgebracht op de linker haspelas 6L en wordt de band naar links gevoed gezien in fig. 18 om te worden vastgehouden tussen de spil 4L 25 en de knijprol 5L aan de linkerzijde. De band wordt dus gewikkeld op de linker haspel in de bandcassette 7*
Fig. 19 tot 21 tonen een mechanisme om de kopaanbrengplaat 3 van zijn teruggetrokken stand (stopstand) te bewegen naar een vooruitgeschoven stand (werkstand).
30 In de nabijheid van het tandwiel 76 is een aangedreven tandwiel 126 aangebracht op de achterzijde van het chassis 1. Deel van het tandgebied van het tandwiel 126 is weggesneden voor het vormen van een pauzegedeelte 127* Het tandwiel 26 heeft een veerdraaguitsteeksel 128 op het bovenvlak en een schroeflijnvormige draainok 129 en een stop-wijzetegenhoudgedeelte 35 130 op het onderoppervlak. Een stopwand 131 steekt uit van het omtreksrandgedeelte van het onderoppervlak van het tandwiel 126. Verder is een werk-wijzetegenhoudgedeelte 132 uitstekend % 8403511 * i w -14- 24323/CV/tv naast het stop-wijzetegenhoudgedeelte 130.
Een plunjer 133 van de solenoïde 46 wordt continu gedrongen naar zijn gestrekte stand door een schroefveer 134. Indien de band-cassette 7 wordt ingestoken om een solenoïdewinding van de solenoïde 46 te bekrachtigen wordt de plunjer 133 in de solenoïdewinding getrokken.
5 Zoals verder weergegeven in fig. 19 tot 21 is een tegenhoudhefboom 135 aangebracht waarvan de einden een nok· grijpend gedeelte 136 respectievelijk een plunjer grijpgedeeltè 137 vormen. Het plunjer grijpende gedeelte 137 is aangepast om het vrije eindgedeelte van de plunjer 133 van de solenoïde 46 te grijpen terwijl het nok grijpende gedeelte 136 tegen het onderoppervlak 10 van de draaiende nok 129 wordt gehouden. Een bladveer (of staafveer) 138 drukt met zijn vrije einde tegen het veer dragende uitsteeksel 128, daarbij een in de richting tegen de wijzers van de klok in werkende draaikracht aanbrengend op het tandwiel 126.
Ëèn nokhefboom 139 is draaibaar aangebracht op de achterzijde 15 van het chassis 1. Een nokvolger 140, die in schuifcontact is met het nokoppervlak van de draaiende nok 129» is aan een einde van de nokhefboom 139 gevormd. De nokhefboom 139 is uitgerust met een staafveer 141 met een hoge elastisiteitscoëfficiënt. Het vrije einde van de staafveer 141 grijpt deel van de kopaanbrengplaat 3» Een trekveer 142 is aangebracht 20 om de plaat 3 terug te brengen van de werkstand naar de stopstand. De elastische kracht van de trekveer 142 drukt de nokvolger 140 tegen het nokoppervlak van de draaiende nok 122.
In de stopwijze, zoals afgebeeld in fig. 19, grijpt het nok grijpende gedeelte 136 van de tegenhoudhefboom 135 het stop-wijze' tegenhoudgedeelte 25 130, daarbij het pauzegedeelte 127 tegenover het tandwiel 76 plaatsend.
De elastische kracht van de bladveer 138 werkt op het veerdraaggedeelte 128, en dringt het tandwiel 126 om te draaien in de richting tegen de wijzers van de klok in, gezien in fig. 19»
De nokvolger 140 is geplaatst op het minimum-straalgedeelte van 30 het nokoppervlak van de draaiende nok 129 zodat de plaat 3 in de teruggetrokken stand (stopstand, zie fig. 10) wordt gehouden door de trekveer 142.
Indien de bandcassette 7 wordt ingestoken in deze stand wordt de solenoïde 46 bekrachtigd. Indien de plunjer 133 in werking wordt 35 gesteld zwenkt de tegenhoudhefboom 135 om zijn nok grijpende gedeelte 136 vrijgemaakt te hebben van het stop-wijze'tegenhoudgedeelte 30.
Als resultaat wordt het tandwiel 126 een weinig door de bladveer 138 1403511 r -15- 24323/CV/tv gedraaid om in ingrijping te komen met het tandwiel 76. Dienovereenkomstig wordt de draaikracht van het tandwiel 76, dat wil zeggen de aandrijfkracht van de motor 41, dan overgebracht op het tandwiel 126, welke bijna een omwenteling tegen de wijzers van de klok in maakt.
Intussen beweegt de nokvolger 140 naar het maximum-straalgedeelte 5 van het nokoppervlak van de nok 129 en de nokhefboom 139 maakt een aanzienlijke zwenking om de kopaanbrengplaat 3 tegen de kracht van de trekveer 142 naar de werkstand te dringen (fig. 21). Op dit tijdstip grijpt het nok. grijpende gedeelte,136 het werk-wijze tegenhoudgedeelte 132 om het tandwiel 126 te stoppen. Daarop ligt het pauzegedeelte 10 127 weer tegenover het tandwiel 76» en wordt de bladveer 138 gedrukt tegen het veerdragende uitsteeksel 128 om een draaikracht tegen de wijzers van de klok in aan te brengen op het tandwiel 126.
De stopwijze wordt tot stand gebracht door het stopzetten van de stroomtoevoer naar de solenolde 46. Op het tijdstip dat de 15 stroomtoevoer wordt gestopt beweegt de plunjer 133 terug naar de gestrekte stand, zodat het nok· aangrijpende gedeelte 136 van de tegenboudhefboora 135 wordt vrijgemaakt van het werk-wijze tegenhoudgedeelte 132, waardoor het tandwiel 126 wordt toegestaan om een weinig te draaien onder invloed van de bladveer 138. Als resultaat valt de nokvolger 140 20 op het minimum-straalgedeelte van het nokoppervlak van de draaiende nok 129» zodat de plaat 3 wordt teruggebracht naar de stopstand door de terugstelveer 142.
De bandrecorder volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is verder voorzien van een niet-nader weergegeven mechanisme om de platen 25 58L en 58R te verzwenken in samenhang met de terugtrekwerking van de kopaanbrengplaat 3 om de tandwielen 59L en 59R te scheiden van de tandwielen 77L respectievelijk 77R. Op het tijdstip dat de kopaanbrengplaat 3 is teruggebracht naar de stopstand is dus de draaiende kracht overbrengende baan van de motor 41 naar de haspelassen 6L en 6R losgemaakt.
30 Indien in de bovenbeschreven opstelling het eerste bedienings- orgaan 8 tegen de kracht van de trekveer 18 wordt bewogen kan de band snel naar links worden gevoed tijdens opneem- of reproduceerwerking.
Door namelijk het eerste bedieningsorgaan 8 te bewegen wordt zijn snelheid-wijzigingsstuk aandrukstukgedeelte 19 gedwongen een einde van het 35 snelheidswijzigingsstuk 16 te drukken, daarbij het stuk 16 verzwenkend in de richting tegen de wijzers van de klok. Als resultaat beweegt het heen en weer beweegbare schuiforgaan 32 dat in ingrijping is met het % 8403511
V
-16- 24323/CV/tv snelheidswijzigingsstuk 16 in dezelfde richting als het eerste bedieningsorgaan, daarbij de bandsnelheidwijzigingshefboom 34 tegen de wijzers van de klok in verzwenkend. Dan bewerkstelligt een einde van de staafveer 35 dat de linker vrijlooparm 38L naar links verzwenkt waardoor het linker vrijlooptandwiel 39L in ingrijping wordt gebracht 5 met het linker haspelastandwiel 36L. De aandrijfkracht van de motor 41 wordt dus overgebracht op de linker haspelas 6L. Dientengevolge wordt de linker haspelas 6L met hoge snelheid gedraaid in zijn bandopwikkelrichting, zodat de band snel naar links wordt gevoed.
Ten einde de band snel naar rechts te voeden is het slechts 10 noodzakelijk, dat het tweede bedieningsorgaan 9 tegen de kracht van de trekveer 23 wordt bewogen, In dat geval drukt het aandrukgedeelte 24 van het tweede bedieningsorgaan 16 tegen het andere einde van het snelheidwijzigingsstuk 16, Dientengevolge draait het snelheidwijzigings-stuk 16 in de richting van de wijzers van de klok zodat het heen en 15 weer beweegbare schuiforgaan 32 in de richting (terugkeerrichting) tegengesteld aan de bewegingsrichting van het tweede bedieningsorgaan 9 beweegt. Als resultaat zwenkt de bandsnelheidwijzigingshefboom 34 in de richting van de wijzers van de klok, waardoor veroorzaakt wordt dat de rechter vrijlooparm 38R naar rechts draait via de staafveer 35· 20 Het rechter tandwiel 39R komt daardoor in ingrijping met het rechter haspelastandwiel 36R zodat de aandrijfkracht van de motor 41 wordt overgebracht op de rechter haspelas 36R voor de rechtse snelle voeding Van de band. In elk geval wordt, indien de bedieningskracht van het bedieningsorgaan 8 of 9 wordt afgenomen, het bedieningsorgaan 8 of 9 25 docr de trekveer 18 of 23 teruggesteld zodat de arm 38L of 38R wordt teruggebracht naar zijn oorspronkelijke stand voor een opneem- of reproduceerwerkihg.
Gedurende de snelle voedingshandeling is het noodzakelijk, dat de magnetische kop 2 op afstand wordt gehouden van de magnetisch band 30 of dat de contactdruk tussen de magnetische band en de magnetische kop 2 omlaag is gebracht. Tegelijkertijd moeten beide kneeprollen 5L en 5R op afstand worden gehouden van de spillen 4L respectievelijk 4R.
Deze situatie kan worden verkregen door de kopaanbrengplaat 3 terug te trekken via de beweging van het bedieningsorgaan 8 of 9 en ook 35 de knijprol 5L of 5R in contact met de spil 4L of 4R in samenhang met de kopaanbrengplaat 3 terug te trekken. De middelen voor het bereiken van dit doel zijn algemeen bekend en zullen dan ook hier niet in detail *403511 r V * - -17- 24323/CV/tv worden beschreven.
De bandvoedingsrichting kan tijdens het opnemen of reproduceren worden gewijzigd door gelijktijdig de eerste en tweede bedieningsorganen 8 en 9 te verschuiven. In dat geval beweegt, zoals hierboven in samenhang met fig. 8 beschreven, het tandrichtingwijzigingsstuk 26 naar voren om 5 het bedieningskrachtoverbrengorgaan 31 te verschuiven. Daarop zwenkt het bedieningskrachtoverbrengorgaan in de richting aangeduid door pijl C in fig. 15 om het ene drukstuk 122 daarvan van het aangrijpingsgedeelte 120 vrij te maken, daarbij het uiteinde van de tegenhoudhefboom 117 in contact brengend met de buitenomtrek van de draaiende klauw 108.
10 Tegelijkertijd drukt het andere drukstuk 123 van het bedieningskracht-overbrengoreaan 31 het aangrijpingsgedeelte 119 om de tegenhoudhefboom 116 te verzwenken in de richting aangeduid door pijl B in fig. 15·
Als resultaat wordt het wijzigingstandwiel 63 vrijgemaakt van tegenhouding door de tegenhoudhefboom 116 om in ingrijping te komen met het tandwiel 15 76. Het wijzigingstandwiel 63 wordt dus gevoed met de aandrijfkracht van de motor 41 om de toevoerzijdewaarneemorgaantegenhoudplaat 51 van rechts naar links of van links naar rechts te bewegen, daardoor de bandvoedingsrichting wijzigend.
Indien de desbetreffende snelheid-wijzigingsstuk-aandrukgedeelte 20 19 en 24 van de twee bedieningsorganen 8 en 9 hun corresponderende einden van het snelheidwijzigingsstuk 16 tegelijkertijd aandrukken in wijzigen van de bandvoedingsrichting zullen beide bedieningsorganen 8 en 9 mogelijk tegen beweging worden verhinderd. Een dergelijke ongunstige situatie kan echter worden vermeden door het aanbrengen van een juiste 25 speling of toelating voor de ingrijping tussen het snelheidswijzigings-stuk 16 en het drukgedeelte 19 en 24, zodat het stuk 26 kan bewegen gedurende· een met de speling overeenkomende tijdsduur.
Volgens de huidige uitvinding kunnen zoals hierboven beschreven drie werkingen, waaronder links snelvoedén, rechts snelvoeden, en 30 bandvoedingsrichtingwijziging selectief worden uitgevoerd met gebruik van alleen de eerste en tweede bedieningsorganen 8 en 9· De bandrecorder volgens de uitvinding is dus in constructie vereenvoudigd en kan ook een kleinere afmeting hebben, terwijl het samenbouwen vergemakkelijkt is.
8403511

Claims (3)

1. Bandrecorder voorzien van spillen, knijprollen en haspelassen aan weerszijden van een magnetische kop, en een bandvoedingsrichting-wijzigingsmechanisme voor het mechanisch wijzigen van de voedingsrichting 5 van een magnetische band, waarbij een opneem- of reproduceerhandeling wordt toegestaan indien de magnetische band_in de een of de andere richting wordt gevoed, met het kenmerk, dat de bandrecorder verder is voorzien van eerste en tweede bedieningsorganen, die evenwijdig aan elkaar heen en weer beweegbaar zijn, van een bandsnelheid-wijzigingsmechanisme aangepast 10 om een van de haspelassen te draaien met hoge snelheid in de bandopwikkel-richting daarvan indien het eerste bedieningsorgaan beweegt en om de andere haspelas met hoge snelheid in de bandopwikkelrichting te draaien indien het tweede bedieningsorgaan beweegt; en een bandrichting-wijzigingsstuk in staat om evenwijdig aan het 15 eerste en tweede bedieningsorgaan heen en weer te bewegen en draaibaar en aangepast om te zwenken, indien aangedrukt door een van de bedieningsorganen indien het ene bedieningsorgaan beweegt en om te zamen met het . bedieningsorgaan het in dezelfde, richting te bewegen om daarbij het bandvoedingsrichtingmechanisme te- starten waarbij het bandrichtings-20 wijzigingsstuk tegen draaing in iedere richting door de beide bedieningsorganen is verhinderd indien de twee bedieningsorganen tegelijk bewegen, en daarbij de voedingsrichting van de magnetische band wijzigen.
2. Bandrecorder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede bedieningsorgaan en het bandrichting-wijzigingsstuk 25 in lagen zijn opgesteld.
3. Bandrecorder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bandrichtingwijzigingsmechanisme een aandrijftandwiel omvat dat wordt aangedreven vanaf een haspelaandrijfmotor, een wijzigingstandwiel voorzien van twee in het tandgebied daarvan uitgesneden pauzegedeelten die symmetrisch 30 ten opzichte van de draaingas daarvan zijn opgesteld, waarbij een van de pauzegedeeltén het wijzigingstandwiel tegenhoudt in een stand tegenover het aandrijftandwiel, tegenhoudmiddelen voor het vrijmaken van het wijzigingstandwiel om te bewerkstelligen dat deze in ingrijping komt met het aangedreven tandwiel indien het bandrichtingwijzigingsstuk te zamen 35 met de beide bedieningsorganen beweegt, en middelen om de bandvoedings-richting te wijzigen door verdraaien van het wijzigingstandwiel om te relatieve standen van de twee kneeprollen en hun corresponderende spillen • voor ingrijping of ontkoppeling te verschuiven. 8402511
NL8403511A 1983-11-23 1984-11-17 Bandrecorder. NL8403511A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP22028983 1983-11-23
JP58220289A JPS60113349A (ja) 1983-11-23 1983-11-23 テ−プレコ−ダのテ−プ終端検出装置
JP24641183 1983-12-27
JP58246411A JPS60138752A (ja) 1983-12-27 1983-12-27 テ−プレコ−ダ

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403511A true NL8403511A (nl) 1985-06-17

Family

ID=26523627

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403511A NL8403511A (nl) 1983-11-23 1984-11-17 Bandrecorder.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4639800A (nl)
KR (1) KR900001009B1 (nl)
DE (1) DE3442713A1 (nl)
FR (1) FR2555349B1 (nl)
GB (1) GB2150337B (nl)
HK (1) HK30787A (nl)
MY (1) MY102269A (nl)
NL (1) NL8403511A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU5760986A (en) * 1985-05-23 1986-11-27 N.V. Philips Gloeilampenfabrieken Magnetic tape cassette
DE3733527A1 (de) * 1987-10-03 1989-04-20 Blaupunkt Werke Gmbh Cassettenrecorder
JPH0614299Y2 (ja) * 1989-03-13 1994-04-13 タナシン電機株式会社 オートリバース式テープレコーダの回転伝達経路切換機構
US5144507A (en) * 1989-04-27 1992-09-01 Sony Corporation Cassette tape recording and/or reproducing apparatus with a single pinch lever assembly
JPH0629798Y2 (ja) * 1989-05-23 1994-08-10 タナシン電機株式会社 テープレコーダのリバース装置
JPH06103552B2 (ja) * 1989-10-25 1994-12-14 チューナー株式会社 テーププレーヤ
US5450275A (en) * 1992-09-09 1995-09-12 U.S. Philips Corporation Magnetic-tape cassette apparatus comprising an auto-reverse deck with pressure-roller bracket actuation
JP3130161B2 (ja) * 1993-02-26 2001-01-31 三菱電機株式会社 テーププレーヤ

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5120893B1 (nl) * 1970-08-21 1976-06-29
FR2391527A1 (fr) * 1977-05-18 1978-12-15 Staar Sa Commande de rebobinage rapide d'une bande magnetique
IT1105383B (it) * 1978-06-27 1985-10-28 Autovox Spa Dispositivo di comando per l'avanzamento del nastro in un apparecchio di registrazione riproduzione a cassetta
JPS5644133A (en) * 1979-09-14 1981-04-23 Toshiba Corp Auto reverse unit with program searching mechanism
GB2075244A (en) * 1980-05-03 1981-11-11 Ass Leisure Games Pinch-roller actuation in bidirectional cassette tape players
DE3032807A1 (de) * 1980-08-30 1982-04-15 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Antriebsvorrichtung fuer ein auf spulen wechselweise auf- und abwickelbares speicherband
DE3042746C2 (de) * 1980-11-13 1982-08-19 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Magnetbandkassettengerät mit mindestens zwei Drucktasten
DE3042745C2 (de) * 1980-11-13 1982-09-30 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Magnetbandkassettengerät mit mindestens zwei Drucktasten
DE3042748A1 (de) * 1980-11-13 1982-06-16 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg "magnetbandkassettengeraet mit mindestens zwei drucktasten"
JPS57138151U (nl) * 1981-02-18 1982-08-28
US4538753A (en) * 1981-07-16 1985-09-03 Clarion Co., Ltd. Tape recorder
DE3234193A1 (de) * 1982-09-15 1984-03-15 Blaupunkt-Werke Gmbh, 3200 Hildesheim Umkehrlaufwerk eines tonbandgeraetes
DE3344292A1 (de) * 1982-12-09 1984-06-14 Clarion Co., Ltd., Tokio/Tokyo Magnetbandgeraet

Also Published As

Publication number Publication date
GB2150337B (en) 1986-12-03
KR900001009B1 (ko) 1990-02-24
FR2555349B1 (fr) 1988-06-10
HK30787A (en) 1987-04-24
MY102269A (en) 1992-05-15
GB8428265D0 (en) 1984-12-19
GB2150337A (en) 1985-06-26
FR2555349A1 (fr) 1985-05-24
DE3442713A1 (de) 1985-05-30
KR850005677A (ko) 1985-08-28
US4639800A (en) 1987-01-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5058823A (en) Fishing reel clutch mechanism
US5307716A (en) Sheet material cutting device
NL8403511A (nl) Bandrecorder.
KR940001964B1 (ko) 자동 급지 장치
US4204905A (en) Taping machine
NL192280C (nl) Bandlaadinrichting.
US4409058A (en) Band type strapping machine
US4485416A (en) Automatic reversing mechanism for a magnetic-tape apparatus
GB2086436A (en) Thread storage feeder for textile machines
US4085880A (en) Device for planetary electrode wire-feeding having automatic adjusting means for the pushing force exerted on the electrode wire
US4283027A (en) Tape feeder in a tape recorder
JP2770591B2 (ja) ファクシミリの給紙装置
EP0439400B2 (fr) Appareil de bureau à deux dispositifs de traitement de documents
JPH0678147B2 (ja) 輪転印刷機の折機における折丁の排紙経路切り換え装置
SU1038027A1 (ru) Устройство дл подачи длинномерного материала к обрабатывающей машине
JPH017984Y2 (nl)
FR2538151A1 (fr) Reproducteur de bandes enregistrees
SU471878A1 (ru) Машина дл нарезки черенков
JPH0766597B2 (ja) カセツト式記録再生装置
KR930010021B1 (ko) 팩시밀리의 송수신 구동장치
SU112059A1 (ru) Устройство дл передачи полуцилиндрических стереотипов на общий транспортер с отделочных автоматов
JPH0115561Y2 (nl)
JPH0586350B2 (nl)
KR870004183Y1 (ko) Vtr의 핀치로울러 이송장치
SU516457A1 (ru) Устройство дл изготовлени изделий типа петель из проволоки

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed